een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: augustus 2022 Pagina 1 van 3

31 augustus: Horrorscenario voor een huwelijk.

Nee…..geen dramaverhalen over de trouwdag van Frea en Jon, gewoon een boekbespreking!
Uit de bibliotheek nam ik vorige maand een boek mee van een schrijver in de categorie ‘altijd goed’.
Ze heet Lieneke Dijkzeul; ze maakte furore als kinderboekenschrijfster, maar haar misdaadserie over inspecteur Vegter en de twee boeken die ik van haar las*  smaakten naar meer.

In dit boek  ‘Een vorm van verraad’ trouwt inspecteur Paul Vegter met zijn veel jongere collega Renée.
Op de dag van het huwelijk,  als er een groep van politieagenten op het bordes een erehaag vormt voor het bruidspaar dat naar buiten komt na de plechtigheid, wordt er een aanslag gepleegd.
Er vallen een aantal gewonden en één dode.

Dit voorval wordt beschreven halverwege het boek. Dan heb je al 150 pagina’s gehad en weet je wie de naaste collega’s zijn van Paul en Renée,  je weet met welke politiezaken ze bezig zijn en je weet ook dat het aanstaande  echtpaar al dreigbrieven had gehad en dat hun huis al eens ’s nachts is beschoten.
Spannend is het. Je voelt je als lezer meegenomen in de zoektocht naar de dader.
Je leest dat politiewerk geduld vraagt en vaak een ontzettend uitgezoek is.
Wat staat er op die foto’s en wat niet?
Wie koestert er zo’n wrok tegen Vegter dat hij dood moet?
Welke oude zaak heeft hiermee te maken?
Hoe ging de baan van die kogels?
Waarom werd Vegter niet vaker geraakt en kwam iemand anders om het leven?

Ondertussen leef je mee met de hoofdpersonen.
Met Paul en Renée die in de dagen voor hun huwelijk constant persoonlijke beveiliging hebben en geen moment met z’n tweeën zijn.
Met Talsma, de Friese collega die net weduwnaar is en worstelt met het alleen zijn. Aan de kleine Friese zinnetjes uit de gedachten van Talsma merk je dat de schrijfster in Sneek woont.
Je leest over de hiërarchie in het korps; hoe het werkt in de wereld van rangen en functies .
Maar je ervaart ook hoe het leven van nabestaanden verandert als je  iets verschrikkelijks overkomt: de moeder van een kindje van drie dat van een balkon valt, waarbij de vader verdacht wordt van betrokkenheid, of de ouders van de jongeman die omkwam bij de aanslag op de huwelijksdag.

Het verhaal  heeft geen happy end.
Aan het eind van het boek weet je wie het heeft gedaan en kom je er achter dat de titel goed gekozen is.
Je hebt ‘losers’ en verliezers en mensen die geluk hebben gehad, maar eigenlijk ook weer niet.
Een verhaal over vertrouwen en vriendschap, over liefde en gemis, over verwachting en teleurstelling, over wrok en gekwetste ego’s en over geld en spijt.
Een verhaal als het leven zelf.

* Over twee boeken van Lieneke Dijkzeul schreef ik al eens een blog; hierbij twee links.
Dagen van schaamte  uit augustus 2019
Achterstallig geluk uit april 2021
Een vorm van verraad uit augustus 2022
De stille zonde uit februari 2023
Koude lente uit november 2024

Reageren

30 augustus: Aaltje Hoisingh & een rondgang.

Met schoonzus Ali (ook een Aaltje) heb ik jaarlijks een ‘dagje oude stad’ (ook wel Aaltje-dag genoemd).
Dit jaar bezochten we op 5 augustus geen stad maar de streek Westerwolde in Groningen.
Verrassend mooi daar. Gerard en ik waren daar al eens wezen fietsen, zie Kom, wij gaot d’r uut. uit november 2020.

Op het programma stonden twee dingen: Aaltjes-pad wandelen in Smeerling (bij Onstwedde) en het klooster in Ter Apel.
Nou….. eigenlijk drie dingen, want we begonnen om 09.30 uur met koffie en gebak op het terras van Van der Valk in Assen; dat duurde al langer dan verwacht (zoals altijd, want veel om bij te praten) zodat we om 11.52 uur de parkeerplaats in Smeerling opreden.
Aaltje is een meisje dat in 1786 werd geboren in Smeerling, een buurtschap tussen Onstwedde en Vlagtwedde.
Bij een verbouwing van een boerderij kwamen er onder het vloerzeil in een slaapkamer oude papieren tevoorschijn.
Het was een deel van een  kasboekje dat begint in 1773; er staan de dagelijkse uitgaven en inkomsten in van voogden voor hun ‘pupillen’: Aaltje en haar broertjes en zusjes, de  (half)weeskinderen van de Smeerlinger familie Hoisingh.

Smeerling is een dorp dat bestaat uit 8 boerderijen; samen vormen ze een beschermd dorpsgezicht.
Het kasboekje geeft een uniek doorkijkje in het dagelijkse leven in Westerwolde in die tijd; we liepen een deel van de wandeling die rondom de figuur Aaltje is uitgezet.
In de Ruiten Aa stonden we bij een oude koe-voorde, een doorwaadbare plaats in die rivier met een bedding van veldkeien; op een bruggetje konden we een QR-code scannen, dan hoorde je een deel van Aaltjes verhaal.
Op de afbeelding hiernaast zie je het logo van het project ‘Aaltjes Stee’, hierbij een link naar de website. 

Daarna gingen we lunchen in de boerderijtuin van ‘Gasterij Natuurlijk Smeerling‘.
Wat een sfeertje daar.
Als je op bovenstaande link klikt is de eerste foto die je ziet in de header van het tuin-terras: daar zaten wij in de middagzon!
Lekker broodje gegeten en genoten van de tuin en de geiten aan de andere kant van het hek.

Toen reden we naar Ter Apel.
We ‘krummelden’  langs oude bossen door het beekdal van de Ruiten Aa en we zagen mooie natuurgebieden.
We reden door dorpjes met namen als Veele, Jipsinghuizen, Ter Borg, Laude en Ter Haar en reden te langzaam langs mooie boerenerven en oude huizen.
Af en toe moest de auto even aan de kant voor opdringerige achterliggers.

In Ter Apel liepen we eerst om het oude klooster heen, daarna kochten we een kaartje en bezochten het museum.
Ik kocht ook een boekje: ‘Plattegrond en rondgang’, onze gids tijdens een tijdreis door vijf eeuwen kloostergeschiedenis.
We maakten kennis met de kloosterorde van de Kruisheren, liepen in hun voetsporen door de kruisgang, zagen in de sacristie waar hun geborduurde kerkgewaden bewaard bleven.
We namen een kijkje in de ziekenzaal (zie afbeelding rechts)*  en in één van hun cellen: sober, ontdaan van alle vormen van luxe. Als je uit de ramen keek zag je tekeningen van hoe de omgeving er rond 1600 uitzag.
Een liefhebber van geschiedenis herkent vast dit gevoel dat we regelmatig hadden: je stapt op een stenen traptrede die iets is uitgehold en denkt: “Hoeveel stappen zijn hier door de eeuwen heen op gezet?”
Er valt nog veel meer te vertellen, maar ik laat het hierbij.
Hou je van oude kerken en oude gebouwen dan moet je hierheen.
Hierbij een een link naar de website van het Klooster Ter Apel; neem eens een kijkje en neem vooral je (klein)kinderen mee: er is veel te zien en te beleven!

* Het verste stuk van de ziekenzaal is geschilderd….prachtig effect!
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Benieuwd wat we deden op voorgaande Aaltje-dagen?

2021: Appingedam
2020: Zoutkamp & Peasens-Moddergat
2019 Groningen
2018 Harderwijk – Marius van Dokkum
2017 Amsterdam –  Hermitage
2016 Deventer stadswandeling
2015  Zwolle stadswandeling

 

Reageren

29 augustus: Van beide kanten.

In de auto luister ik graag naar Radio 5; dan is er niks anders wat me afleidt, dan is muziek meer dan geluidsbehang.
Zo ontdekte ik ook ooit een heel bijzondere tekst van een nummer van The Cats: Turn around and start again.

Op weg naar Assen voor mijn afspraak bij Van der Valk op de Aaltje-dag hoorde ik bij de Arbeidsvitaminen. ‘Both sides now’ van Euson.
Euson bezingt de wolken, de liefde en het leven.
Hij heeft ze van twee kanten bekeken en komt tot de conclusie dat hij zich vooral de illusies daarvan herinnert en dat hij er eigenlijk nog niks van begrijpt.

Het lied is geschreven door Joni Mitchell, het is één van haar bekendste nummers. Dit vond ik er over op WikiPedia:
Ze zou het geschreven hebben in maart 1967, naar aanleiding van een passage uit het boek Henderson the Rain King van Saul Bellow uit 1959.  Henderson the Rain King van Saul Bellow uit 1959. Ze vertelde hierover: “Ik las Saul Bellow’s Henderson the Rain King in een vliegtuig en vroeg in het boek is Henderson ook in een vliegtuig. Hij is onderweg naar Afrika en hij kijkt naar beneden en hij ziet wolken. Ik legde het boek weg, keek uit het raam en zag ook wolken, en ik begon het nummer meteen te schrijven. Ik had geen idee dat het nummer zo populair zou worden als het is.” 
Het is door heel veel artiesten gecoverd, Euson zong het in 1971; net voor mijn tijd als het gaat om mijn kennis van popmuziek.

Mooi nummer.
Je kent het vast.
Hierbij een link naar een YouTube-video van het lied uitgevoerd door Euson.

Luister eens naar de mooie opbouw van de begeleiding.
Bij het eerste couplet alleen gitaren, aan het eind van dat couplet komen er violen bij.
Tussen het 1e en 2e couplet hoor je een fluit en dan nemen gitaren en violen het weer over.
De begeleiding wordt steeds een beetje sterker.
Tussen het tweede en derde couplet doet het haast wat klassiek aan.
Bij het derde couplet lijken de instrumenten allemaal hun eigen weg te gaan en het lied eindigt als een klassiek stuk van Mozart, uitgevoerd door een strijkorkestje.

Muziek om onderweg naar Assen even ontzettend van te genieten.

Reageren

28 augustus: Ja!

Vandaag is ’the day after’.
Geen blog vandaag, maar twee foto’s van het huwelijk van Frea en Jon.

Rechts het bruidspaar tijdens de ceremonie.
Die vond plaats op de trouwlocatie ‘de Hayemaheerd’ in het Groningse Oldehove.
Het bruidpaar zit op een bankje in de boomgaard en luistert naar de toespraak van de ambtenaar van de Burgerlijke stand.

Links ons voltallige gezin met in het midden tante Trijn, voor mij mijn tweede moeder, voor onze dochters hun derde oma.

Als je klikt op de foto’s zie je een vergroting.

Reageren

27 augustus: Wachthuisje.

Vandaag nog een ‘oud’ blog dat ik schreef naar aanleiding van ons weekendje Haarlem.

Tijdens onze stadswandeling in Haarlem hebben we met z’n tweeën gezocht naar het wachthuisje onder de toren van de Sint Bavo-kerk.
In de folder lazen we namelijk dit:

Tegenover de Hoofdwacht (het middeleeuwse politiebureau)  bovenin  de Sint Bavokerk ziet u onderaan de toren een klein wachthuisje. Op deze lage zolder hielden stadswachten de wacht. Vermoed wordt dat de Hoofdwacht als punt van veiligheid een link had met dit wachthuisje. Wanneer bij brand in de stad vanuit het wachthuisje met de rode vlag werd gezwaaid, kwamen de stadswachten in de Hoofdwacht in actie. Dit wachthuisje heeft nog tot 1914 dienst gedaan..

Waar zit dat huisje dan?
Wij speuren rondom het gebouw.
We vonden geen wachthuisje.
Nog een keer lezen ‘bovenin de Sint Bavokerk onderaan de toren…’
Huh?
WAAR DAN!

Zie jij het?
Klik op de afbeelding van de kerk voor een vergroting.
Hieronder zie je een detail van de afbeelding.
Onder de klok zie je een piepklein huisje.
Met een raam en een dakje en een kruisje op het dak.

Wat een verhaal.

Benieuwd naar al onze belevenissen in en rondom Haarlem?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Kick off van een minivakantie.

Reageren

26 augustus: Koorts.

In deze dagen hebben we in ons gezin collectief last van koorts.
Bruiloftskoorts.
Honeymoonfever.
Frea en Jon trouwen deze week!

Maandag arriveerde de ‘Maid of honour’, Frea’s vriendin Makenzi uit Amerika.
Een dag later kwam ook Jon’s ‘Best man’ Callum aan op Schiphol vanuit Engeland.
Door de wereldwijde Covid-epedemie was het fysieke contact de laatste jaren miniem geweest, dus die schade moest worden ingehaald.
Gezelllig!

Vorige week was er trouwens nog sprake van échte koorts: de bruid in spé kreeg corona en moest in quarantaine!
Wat een gedoe. Als door een wonder raakte niemand anders besmet….

Hier in Roden moest ook van alles gebeuren; ik ging op zoek naar witte ballonnen en slingers voor het versieren van ons huis en Waninge Plaza voor de pre-party op de dag voor het feest. Daarnaast moesten we bedenken wat we gingen maken voor het buffet op de pre-party; dat kwam nogal krek want we moesten rekening houden met een glutenallergie, een notenintoleratie en met gasten die vegetarisch, dan wel veganistisch eten. O en er was ook nog iemand die beslist geen kaas lustte. Dat resulteerde weer in een gezellige morgen bij Carlijn met videocontact met Harriët voor het uitwisselen van recepten en het maken van een lijstje van gerechten.
Wie kookt wat? Welke boodschappen moeten we hebben?

Nieuwe schoenen moesten ingelopen worden; je wilt op de trouwdag niet met blaren/drukplekken lopen.
Had ik nou al mooie panties?
We gingen een maf lied dat Harriët heeft geschreven instuderen met ons gezin.
Samen oefenen zat er door de afstand niet in, daarom namen we gillend van de lach met de accordeon stukjes op en verstuurden die naar elkaar.
Wanneer moest ik ook alweer naar de kapper?

Vier dagen voor het feest moesten we de speech nog schrijven: het is gebruikelijk dat de vader die toespraak doet, maar Gerard en ik doen het samen.
Wat zeg je dan!?!?
En wat niet?
In het Nederlands of in het Engels?
Hij in het Nederlands, ik in het Engels.

Er was deze week veelvuldig app-contact.
“Heb jij nog leuke foto’s voor de foto-quiz die we gaan doen?”
“Kan Makenzi in jullie oven cupcakes bakken voor de trouwdag?”
“Kunnen we bij jullie slapen na de pré-party?
“Nemen jullie de sjoelbak en UNO mee?”

Boven hangen ‘de jurk’ en ‘het pak’ voor ons al een paar weken klaar.
We zien er bijzonder keurig uit op die dag.
Voor ’s avonds neem ik trouwens een andere, makkelijke jurk mee en ook een ander jasje, we gaan namelijk ‘Ceilidh-dansen’.
Dat doen Frea en Jon heel graag en we gaan het die avond allemaal leren.
Geen idee wat dat is?
Als je dit filmpje hebt gezien snap je waarom ik een andere jurk aan doe.
En bij het sjoelen hoeft het ook allemaal niet zo deftig…..

ZINNAN!

Reageren

25 augustus: Coevorden.

Voor het tweede deel*  van het dagje ‘geschiedenis van Opa Vrieswijk’ hadden we ons opgegeven voor een stadswandeling in Coevorden met Peter.
Mijn vader is in 1932 geboren op het turfschip ‘Ebenhaëzer’  in de haven van Coevorden.
“Dat moet dan de turfhaven geweest zijn” zei Peter “daar kunnen we tijdens deze wandeling wel even heenlopen.”

Peter nam ons eerst mee naar het kasteel.
We hadden geluk: we konden er in. Het is tegenwoordig in gebruik als hotel en niet altijd te bezichtigen voor toeristen.
Ondertussen vertelde hij ons van alles over de geschiedenis van de stad.
Coevorden is de oudste stad van Drenthe, ontstaan bij een ‘coevoorde’ een doorwaadbare plek in een rivier waar boeren hun koeien naar de overkant konden drijven.
Het lag op een zandrug in het moeras van Bourtange en het was een strategische plaats op de weg van Münster naar Groningen.
Voor het Spaanse beleg in de 80-jarige oorlog werd de stad opnieuw ingedeeld en versterkt en groeide uit tot één van de sterkste vestingsteden van Europa.

We hoorden verhalen over de slag bij Ane (die in het kasteel was bekokstoofd door Rudolf van Coevorden), de list van de biezen matten over de wakken die Bommen Berend in 1672 in het ijs van de gracht had laten uithakken en hoe welkom de Fransen waren in de 18e eeuw in dit bolwerk van de patriotten.
We stonden stil bij het oude gemeentehuis waar het IJzerkoekenoproer uitbrak en hoorden verhalen over de ganzenmarkt en waarom die beesten zo belangrijk zijn in Coevorden. Op de foto links staan we bij het beeld van de ganzenhoedster.

En waar was opa Vrieswijk in dit verhaal?
Hij was er even bij het discutabele standbeeld van Van Heutz: hij had zich in de jaren 60 nog groen en geel geërgerd aan Relus ter Beek die dat beeld met verf had besmeurd.
En hij was er natuurlijk toen we aan het eind van de wandeling bij de oude turfhaven stonden.
Er lag nu maar één schip, maar ik weet uit zijn verhalen dat de schepen vroeger mannetje aan mannetje in de haven lagen, het was er altijd een drukte van belang.
De hele familie van mijn opa (Vrieswijk) en de familie van mijn oma (Pasveer)  was werkzaam in de turfwereld, dus in de haven kon je van schip naar schip lopen: naar je opa en oma of naar je oom en tante.

De stadswandeling sloten we af met een bezoek aan het Stedelijk Museum Coevorden, waar we o.a. de tentoonstelling ‘Helden van Coevorden’ bekeken.
Maar eerlijk gezegd… na zoveel informatie over het turfschip en de geschiedenis van de stad waren we wel moe; we hebben niet alle bordjes met teksten meer gelezen zeg maar.
We kochten een ijsje en reden toen nog even naar Emlichheim in Duitsland.
Daar verorberden we alle drie een traditionele Duitse ‘Schnitzel mit Pommes, Bratkartoffeln und Salat’.
Daar had opa vroeger ook heeeeel graag bijgezeten.
Bij het pilsje zei Cor: “Zum Wohl!”
Opa zou trots op hem zijn.

Meer weten over Coevorden?
Hierbij een link naar de website Stad Coevorden.
*Nieuwsgierig naar deel 1? Zie Schipperskind

Hieronder twee oude foto’s, genomen in de turfhaven van Coevorden. (klik op de foto’s voor een vergroting)
Links: drie generaties Vrieswijken: Cornelis, Andries en Kornelis.
Rechts: het kindje is mijn vader, de vrouw op de voorgrond is zijn tante Trijntje en op de achtergrond staat mijn oma Aaltje.
Ze poseren op de luiken van hun schip.

 

Reageren

24 augustus: Clemens und August.

“Ken je het verhaal van Clemens en August?” vroeg gids Joop aan ons toen we op het turfschip in Dedemsvaart waren.
Nee, nooit van gehoord eigenlijk.
Wat volgde was een mooi verhaal, vandaag op mijn blog.

Rond 1830 had men veel arbeiders nodig bij het maken, verwerken en verschepen van turf.
Die arbeiders kwamen vaak uit Duitsland en ook Clemens en August  uit Mettingen (Westfalen) vonden werk in die sector.
Het was seizoensarbeid, dus na de zomer vertrokken ze weer naar Duitsland.
Om de turf heen ontstond in de loop van de jaren een heel netwerk van mensen die hun diensten aanboden: boeren die hun paard verhuurden voor het trekken van een schip, vrouwen die geld verdienden met het netjes opstapelen van turf en mensen die hielpen bij het inladen en uitladen van de turf.
Zo waren er ook vrouwen die aanboden om kleding te wassen en te verstellen voor de arbeiders.

Vlas

De vrouw die kleding van Clemens en August onder handen nam was onder de indruk van de stof waar die kleding van gemaakt was en wilde weten waar ze die stof vandaan hadden.
De jongens vertelden dat hun linnen kleding was gemaakt van vlas, een gewas dat in Westfalen veel werd verbouwd.
De wasvrouw in kwestie vroeg aan de mannen of ze voor haar een aantal van die lappen stof wilden meenemen als ze na de winter weer terug zouden komen voor het turfseizoen.
Dat gebeurde.
Wat een mooie stof.
En het was veel te weinig, want iedereen wilde wel van die stof.
Het jaar daarop namen ze linnen mee voor de familie en de buren van de wasvrouw en toen ging het hard.
In 1841 openden de broers een textielopslag in Sneek (Nederland) zodat ze minder vaak naar Duitsland hoefden te reizen om stoffen op te halen en niet veel later openden ze daar ook een winkel in confectiekleding.

De achternaam van de broers was Brenninkmeijer.
De eerste letters van hun voornamen gebruikten ze voor de naam van hun bedrijf: C&A.

Zo leuk kan geschiedenis zijn!

Reageren

23 augustus: Tot ziens.

Zondagavond 31 juli las ik op internet dat Jan Steeman was overleden.

Maandagmorgen 1 augustus stonden de Arbeidsvitaminen daarom helemaal in het teken van Jan: zijn lievelingsmuziek werd gedraaid en van 11.00 tot 12.00 uur werd een eerbetoon aan hem uitgezonden.
Op maandagmorgen zit ik altijd op kantoor secretaresse te zijn, dus ik kreeg niks van de Arbeidsvitaminen mee, maar op dinsdagmorgen deed ik de oortjes in en luisterde het hele programma terug.

Truly Fair werd gedraaid.
Hans Schiffers vertelde daarbij dat dat nummer in de jaren ‘5o en ’60 veel werd aangevraagd door bedrijven.
Jan Steeman had daar ooit eens over verteld:”Dat was een populair nummer destijds, het werd uitgebracht in 1951.  De AVRO kreeg toen ook wel brieven van fabrieksdirecteuren die liever niet hadden dat dat lied werd gedraaid: iedereen klapte namelijk steeds twee keer mee met dat liedje: My truly fair klap klap, truly truly fair klap klap (Luister maar eens, hierbij een link naar de uitvoering van Guy Mitchel .) Toen had je nog veel bedrijven waar een lopende band was en door dat klappen verloor men veel te veel tijd aan die band!”
Schiffers zei hierover: “En dan te bedenken dat Jan dat soort dingen gewoon wist, want toen had je nog geen internet/wikipedia om het allemaal op te zoeken…”

Ben je van mijn leeftijd, dan weet je dat Jan zijn ochtendprogramma op Hilversum 3 altijd begon met het geluid van een wekker.
Daarna hoorde je een duffe meneer die onder de douche ging. ‘BRRR COLD!’  ‘HAAA HOT!” Hmmmmm…Haaaaaaa……. en dan begon hij te zingen. Jom, dom, jom dom  etc.
Ook dat nummer kwam voorbij; ik had het minstens veertig jaar niet meer gehoord en het bracht me onmiddellijk terug naar mijn meisjeskamer aan de Servatiusstraat in Hoogersmilde.
Ook even luisteren? Hierbij een link”: Allan Sherman Togetherness .
Sweet memories.

Hans Schiffers zei aan het einde van het eerbetoon:

“Jan vond het moeilijk om afscheid te nemen.
Als familie of vrienden in de tijd die hem nog gegeven was afscheid namen zei hij: ‘Tot ziens”.
En dat zeggen wij nu ook.”

Jans naam kwam ook wel eens voorbij in een blog.
Dan had ik een mooi liedje gehoord bij de Arbeidsvitaminen of zo.
Dan schreef ik bijvoorbeeld over stemmen voor de Top 2000: 25 november 2014
Of over een liedje van Alexandra: 20 oktober 2015
Over een nummer over een doodgewone Piet op 8 september 2016.

Eind 2016 ging Jan met pensioen. Daarover schreef ik het blog ‘Arbeidsvitaminen van Jan op 8 januari 2017

5 jaar later zeg ik samen met zijn opvolger Hans Schiffers: tot ziens en bedankt voor al die jaren passie voor muziek die je met ons hebt gedeeld.

 

Reageren

22 augustus: Schipperskind (2)

In augustus 2015 schreef ik een blog onder de titel Schipperskind’
Het ging over een bezoek aan een turfschip in Dedemsvaart waarbij ik me realiseerde hoe het leven van mijn vader eruit zag in zijn kindertijd.
Dit weekend kwam neef Cor bij ons logeren. Hij is genoemd naar mijn vader en is benieuwd naar de familieverhalen.
Gerard en ik besloten hem een dagje geschiedenis (houdt hij van) aan te bieden met als thema ‘Opa Vrieswijk’: een bezoek aan een turfschip én een stadswandeling in Coevorden.
Er was wel een klein probleem: het museum waar het turfschip bij hoort (hierbij een link) is op vrijdag gesloten en wij wilden juist vrijdag de 19e op pad.
Toen ik telefonisch contact zocht met het museum trof ik een enthousiaste vrijwilliger die bereid was een deel van zijn vrije dag op te offeren voor een kleine rondleiding op het schip.

Het was heel bijzonder om rond te lopen op het schip en je te realiseren hoe het voor een jongetje van 7 geweest moet zijn om op zo’n schip te wonen.
Onze gids Joop vertelde over het schip, hoe de dingen allemaal heetten en ik vulde zijn verhaal aan met wat ik wist van wat mijn vader ons vertelde.
We stonden in het kleine keukentje (de kombuis) en zagen van daaruit de slaapkamer in het vooronder waar een vier volwassenen en een baby konden slapen. We zagen de kastjes met laadjes waarin werd gewoekerd met de beschikbare ruimte.
We liepen door het ruim waar de turf vanaf de wal werd ingegooid; de schippersvrouw en de kinderen stonden dan in het ruim om de turven netjes op te stapelen: dan kon er veel meer mee.
Joop liet ons een grote zaag zien: hij vertelde dat dat een ijszaag was waarmee het ijs werd stukgemaakt om de boot heen, want anders zou het ijs (dat immers uitzet) het schip beschadigden.
Mijn vader vertelde dat hij ooit een poosje in ‘De Krim’ naar school moest, omdat hun schip daar was vastgevroren tijdens een strenge winter.
Hij had het daar helemaal niet leuk gehad “In De Krim heb ik leren vechten” zei hij daar later over.
Ik was benieuwd of er ook een ‘zeel’ aan boord was: ik werd op mijn wenken bediend. Zo’n turfschip werd vroeger voortbewogen door paarden die over het jaagpad liepen, maar als je je geen paard kon veroorloven, werd dat ook door mensen gedaan met een zeel. Mijn oma deed dat voornamelijk, maar als het schip eenmaal voer, dat mochten de grote kinderen dat ook doen.

een zeel

Mijn vader vond dat destijds fantastisch: dan mocht hij van boord!
Hij was het dus ook pertinent niet eens met mensen die vonden dat dat kindermishandeling was, hij had het beleefd als grote vrijheid.

Zie je ons staan op die boot? Al vertellend haalden we een stukje familiegeschiedenis naar boven.
Voor mij minstens zo waardevol als voor Cor.
Van het hele schippersgebeuren heb ik zelf niets meer meegekregen: opa en oma gingen in de oorlog aan wal en verkochten hun schip.
Wel heb ik van opa Vrieswijk de tekst van een schipperslied gekregen; het is geschreven door Geert Teis op de melodie van ‘de Lorelei’*.
De titel is ‘de Knaolster Lorelei’.
Speciaal voor deze website heb ik zelf een versie van het lied opgenomen, hierbij een link.

Voor mensen die de streektaal niet machtig zijn:
daip = kanaal
onderliefie =  een soort hemdje
badde = brug

*De Lorelei is een 132 meter hoge rots langs de Rijn tussen Koblenz en Wiesbaden, waar veel schepen zijn verongelukt door een gevaarlijke stroming.
Volgens een sage zou boven op de rots een zingende nimf met gouden haren zitten die met haar gezang de schippers afleidde, waardoor ze tegen deze rots voeren.
Meer weten over het lied of de tekst bij mijn gezang hebben? Hierbij een link naar een artikel hierover op de website ‘de Verhalenbank’. 

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén