een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 118 van 263

17 augustus: Onze clan.

Rond drie uur stonden wij in de Cornelis-clan startblokken gistermiddag. Schaduwplekken gecreëerd op Waninge Plaza met een parasol en een tarp van plastic grondzeil en stoelen ruim neergezet.  Er was koffie/thee en zelfgebakken marmercake.  Het eerste deel van de middag deden we bingo. Er waren prijzen zoals ‘Drentse knienekeutels’ (dropjes) en een verse Donald Duck.  Mijn broer vraagt dan plagend of ik ook bingo-stempels heb,  dan kun je heel veel kaarten tegelijk doen. Nee Henk. In opperste concentratie werden de cijfers doorgestreept

Het tweede deel nam schoonzoon Cees voor zijn rekening: hij ging de familie leren darten.
Onder het dartbord stond een tweezitsbankje; Jon vroeg zorgelijk of darten iets te maken had met ‘de appel op een hoofd’?  Nee, dat gelukkig niet. Maar het was wel een stuk moeilijker dan bingo.  Cees had zijn eigen dartbord met 12 pijltjes mee en legde ons de puntentelling uit. Het bleek nog moeilijker dan wij hadden gedacht. “Dus als je in dat hele kleine vakje gooit in het 20-veld dan heb je zestig?  En als je je drie pijltjes allemaal in dat ene vakje gooit heb je de beroemde ‘ONE HUNDRED AND EIGHTIE!”  Frea constateerde dat dat waarschijnlijk  niet ging lukken.  “Ik ben al blij als ik die pijltjes in het bord krijg… ” Eigenlijk gold dat voor ons allemaal. We speelden in tweetallen en amuseerden ons kostelijk. Ondertussen gingen er schalen vol chips, meloen, druiven en M&M’s door; de marmercake was toen al lang op.

“Laat mij maar tellen en opschrijven” had ik overmoedig geroepen; dat doe ik immers met klaverjassen ook altijd. Maar met klaverjassen moet je optellen, bij darten tel je van een beginsaldo naar beneden. We begonnen allemaal bij 301. Moet eigenlijk 501 zijn, maar volgens Cees duurde dat te lang. Hij had onze dart-skills goed ingeschat.
“Hoeveel is 141 min 57 jongens?” Het was warm en ik had al een glas wijn op……
Op het laatst waren Cees en ik nog niet geweest, dus wij gingen tegen elkaar.
We hadden als maximum 40 pijltjes ingesteld, maar Cees ging met zulke grote klappen naar beneden, dat ik in de hele pot maar 9 pijltjes had gegooid toen hij al had gewonnen.
De olympische gedachte bracht troost: meedoen is belangrijker dan winnen.

We sloten de middag af met een etentje bij Alida’s Smulpaleis.
We hoefden aan niemand uit te leggen waar dat was, dus rond 18.00 u schoven we met z’n twaalven aan de gereserveerde groepstafel.
Bij Alida serveren ze de oer-Groningse ‘Aaierbaole’ met patat én hebben een Sundae’s versie met advocaat, voor mij de ideale combinatie van een ongezonde maaltijd.
Halve kippen, mega-hamburgers, kroketten: er kwam van alles op tafel, iedereen had besteld wat hij/zij het lekkerst vindt.

Het was een echt Vrieswijkfeestje.
Een spelletje doen met niet al te veel inspanning en tussendoor genoeg tijd om bij te praten.
Ouderwets bingo spelen met de antieke Vrieswijk bingodoos en als troostprijs voor iedereen één van oma Vrieswijks favoriete ‘spekken’.
Meer weten over de Cornelis-clan?
Hierbij een link naar het blog over de bijeenkomst van 2019, van daaruit kun je steeds terugklikken naar eerdere edities.

Reageren

16 augustus: Niemand heeft er voor gekozen….

Een datum.
16 augustus 2020.
Vandaag zou mijn vader 88 zijn geworden.
Verjaardagen werden in mijn ouderlijk huis uitbundig gevierd met veel familiebezoek en ‘grote groepen gezellig’.  Dat hebben wij van hen overgenomen,  maar dat heeft tot gevolg dat zo’n datum,  die jarenlang het aura ‘feest’ had,  altijd een bijzondere lading houdt.  Vanmiddag komen onze kinderen en mijn broer en zijn gezin bij ons voor het vieren van de jaarlijkse Cornelis clan dag; voor de 13e keer zonder Cornelis, voor de 3e keer zonder mijn moeder.  Maar daarover natuurlijk morgen meer.

Vanmorgen in de kerk was pa door de datum dichterbij dan anders. Arjan speelde het stuk ‘Morgenstimmung’ van Grieg uit Peer Gynt dat mijn vader ook mooi vond,  maar ondertussen doet het muziekstuk me ook heel erg denken aan het tweede deel van ‘De 7 zussen’ boekenserie. Zo zit een ieder in de kerk met zijn eigen gedachten en associaties.

We hoorden vanmorgen het verhaal waarin Jezus een Kanaänitische vrouw ontmoet,  die hem vraagt haar dochter te genezen. Het zwaartepunt van de overdenking lag op het grote geloof, waarmee de vrouw Jezus imponeerde. Jezus zegt dat het brood voor de kinderen Israëls bedoeld is en niet voor de honden.  De vrouw antwoordde dat de honden toch ook de kruimels eten die van de tafel van de kinderen vallen.

Wat bij mij bleef haken was de parabel die dominee Walter Meijles aan het begin van de viering vertelde: we zagen een afbeelding van een pakketje voor verpleegkundigen: een mondkapje, een plastic hoofdmasker en een veiligheidspak.
Hij zei: “In maart en april moesten de verpleegkundigen in de verpleeg- en verzorgingshuizen voor wat betreft dit veiligheidsmateriaal genoegen nemen met de kruimels die van de tafel vielen van de IC’s in de ziekenhuizen. Er was niet voldoende bescherming om hun werk te kunnen doen.  Maar ze deden het toch,  met gevaar voor eigen leven,  omdat ze de patiënten  niet aan hun lot wilden overlaten, die hadden hun zorg zo hard nodig.
Niemand heeft er voor gekozen dat dit zo gebeurde,  maar het gebeurde wel.
Je zou het doorzettingsvermogen van die verpleegkundigen kunnen vergelijken met het grote geloof van de vrouw in het bijbelverhaal.”

Met bewondering luister ik naar zo’n moderne gelijkenis,  die een eeuwenoud verhaal met zijn dilemma’s en wijsheden naar de tegenwoordige tijd brengt.

Niemand heeft er expliciet voor gekozen,  maar het gebeurde wel.
Hoe vaak is dit niet van toepassing in onze huidige maatschappij?  Mijn gedachten hierover namen mij even zo in beslag dat ik een stukje van de viering miste.
Dat heb je soms.

We zijn al weer aardig gewend aan een kerkdienst met ‘coronabeperkingen’.
Het zingen was vanmorgen weer fijn en de koffie aan het begin van de viering bevalt erg goed! Laten we dat er voor de toekomst maar in houden……

Reageren

11 augustus: Hittegolf-reces – time out.

Maandagmorgen 10 augustus.
De keuken is inmiddels schoon en ik hang de was op in de schaduw.
De bril beslaat mij.

Maandag is mijn ‘witte-tornado-dag’: dan ruim ik het hele huis op en houd ik huis.
Meestal broes ik zo’n hele dag door, maar met deze warmte is de hele dag broezen niet zo’n goed idee.

Om 12 uur luister ik naar het weerbericht.
De eerste dagen aanhoudend tropisch warm en tot en met woensdag is de kans op een bui klein. Vanaf donderdag toenemende kans op een onweersbui en vanaf vrijdag overgang naar lagere maximumtemperaturen, maar nog steeds zomers warm.
En ik heb nog geen vakantie: morgen weer naar Groningen.

Net als voorgaande jaren neem ik een hittegolf-reces van mijn blog; een time-out dus. Even pas op de plaats, energie gebruiken voor dingen die nodiger zijn dan het schrijven van verhaaltjes.
Heb jij nog een verhaaltje liggen?
Wil je de leegte deze week een keer vullen?
You’re welcome!

Allemaal sterkte met de warmte deze week, maar…. probeer er ook een beetje van te genieten als het kan. Voor dit weer gaan duizenden Nederlanders namelijk jaarlijks naar Zuid Frankrijk!

Reageren

10 augustus: Experiment geslaagd.

Zondagmorgen verloorloofde ik mij ‘geen wekker’.
Gerard had ouderling-dienst in Op de Helte, maar wij zouden ’s avonds ook al zingen in Roderwolde. Eigenlijk vind ik één kerkdienst op een dag wel genoeg, dus Gerard ging alleen.
Om 09.30 zat ik te luisteren en kreeg de viering op afstand mee.
Bij het onderdeel ‘om er in te komen’ vroeg voorganger Walter Meijles om aan je buurvrouw/buurman een compliment te geven en ook één in ontvangst te nemen.
O, dat vind ik altijd leuk, even interactie, maar daar zat ik in mijn eentje.
Onder het geroezemoes bedacht ik welk compliment ik Gerard zou geven na de viering.
De dominee vervlocht ‘het geven van een compliment’ heel mooi met het verhaal dat deze zondag centraal stond: Jezus loopt over het water, de discipelen denken een spook te zien en Petrus, die ook over het water wil lopen, wordt door Jezus’ uitgestoken hand uit het water gehaald.
Wanneer zien wij iemand zoals hij echt is? Of denken we een spook te zien waar we bang voor zijn? Is dat beeld reeel?
Liep Jezus eigenlijk wel over het water? Liep hij niet over het water? Zoals altijd werden er dingen uitgelegd, maar ook weer zinvolle vragen opgeworpen, genoeg stof om over na te denken. (Terugluisteren? Kerkomroep, Op de Helte, 9 augustus, 09.30 uur.)

Aan het eind van de middag pakten wij onze apparatuur en zangspullen in de auto en vertrokken naar Roderwolde voor de openluchtviering.
Sinds vorig jaar hadden wij al niet meer als duo opgetreden, dus het hoekje onder de kapstok waar de boxen en koffers met standers/microfoons staan was behoorlijk verstoft….ik moest gewoon weer uitzoeken welk kabeltje in welk gaatje moest en hoe ‘het dingetje’ voor de microfoons op de stander zat. Maar het inzingen ging goed en de apparatuur kon het geluid goed het theater inbrengen.

Ondertussen had koster Gerard een aantal stoelen met voldoende afstand ertussen klaargezet. Er waren 50 liturgie-boekjes gedrukt, maar er waren verrassend veel gemeenteleden gekomen; de boekjes raakten op. Een enorme opsteker voor de vespercommissie, die deze extra zomeravondvesper als een experiment had georganiseerd.

Als ik voor mezelf spreek was deze viering helemaal geslaagd.
Het musiceren, het samen zingen, o, wat heb ik het allemaal gemist de afgelopen maanden. Er zaten mensen in het publiek die ik maanden niet had gezien, wat heerlijk om heel voorzichtig weer te kunnen beginnen met ‘gemeente zijn’.
We gingen met z’n allen op reis. We hoorden over Abraham die op reis ging, we zongen de reispsalm 122 en andere reisliederen en in het kader van de overdenking luisterden we naar het verhaal van Mathilde, die met haar Ben een voetreis naar Rome had gemaakt.
Wát een verhaal.
Tijdens de stilte konden we nadenken over onze eigen reizen. Wat betekenen die reizen voor je? Hebben de reizen je leven/denken beïnvloed?
We sloten als kwartet de viering af met ‘An Irish blessing’
And  until we meet again, until we meet again,
may God, hold you in the palm of his hand.

Een vesper op een zwoele zomeravond onder de bomen in Roderwolde.
Experiment ruimschoots geslaagd.

Reageren

9 augustus: Dirk en de valreep.

Vrijdag in het marinemuseum viel mijn oog op het woord valreep; dat ken ik alleen maar van ons spreekwoord ‘op de valreep binnenkomen’.

Het museum leerde mij dat een valreep een soort laddertje van touw was, waarmee men aan boord klom van een groot schip. Reep is in dit spreekwoord dus eigenlijk touw.
Een schip dat op de valreep stond, stond op het punt te vertrekken.
Op die manier kreeg op de valreep de betekenis ‘op het laatste moment’.

In onze taal zijn heel veel uitdrukkingen en gezegdes afkomstig uit de scheepvaart.
Soms is dat heel duidelijk, bijvoorbeeld bij:
– iets voor de boeg hebben
het loopt de spuigaten uit
– de beste stuurlui staan aan wal
de boot afhouden. 

Soms is een woord zo ingeburgerd in onze taal, dat je de herkomst daarvan niet meer weet.
Als je werkeloos bent en je suf solliciteert kun je niet aan de bak komen. Dat betekent dat je niet het werk krijgt waar je gezien je opleiding en ervaring wel recht op zou hebben.
Die ‘bak’ was de naam van een houten balie of kuip, waar zes tot acht mensen op een schip samen uit aten. Wie niet aan de bak kwam, kreeg zijn portie eten niet opgeschept.

Als iemand zich heel zwaar heeft opgemaakt, dan heeft men zich opgedirkt.
Op zeeschepen was de dirk een soort touw, dat van de top van de mast naar het eind van de giek liep. Als een schip feestelijk werd versierd, dan bevestigde men kleine vlaggetjes aan de dirk. Dan was het schip dus opgedirkt.

Een wildebras betekent in het Nederlands een wilde jongen of een wild meisje.
Op een schip is een bras een lopend touwwerk om de ra naar de wind te zetten. Een wildebras is letterlijk een los touw dat aan de ra hangt en door de wind wild heen en weer wordt gezwiept.

En dan het oer-Nederlandse ruimschoots.
Het betekent: meer dan voldoende.
In de scheepvaart betekent ruimschoots ‘met lange uitgevierde schoot, waarbij het touw waarmee het zeil sterker of minder sterk aangehaald kan worden.

Dit blog ontstond toen ik het woord ‘valreep’ opzocht en terecht kwam op een pagina vol spreekwoorden en gezegden die afkomstig zijn uit de scheepvaart.
Zo gaat het vaak; ik zoek iets en vind iets anders wat ik ook interessant vind.
Mensen vragen mij wel eens waar ik de inspiratie vandaan haal voor een dagelijks blog.

Lagere School 1970

Mijn antwoord: een brede interesse en flinke dosis nieuwsgierigheid maakt dat er iedere dag wel iets om me over te verwonderen.
In neef Cor herken ik de puber in mezelf.
Hoe zat dat dan?
Waarom is dat?

Ergens las ik ooit de quote: Als je vriendschap sluit met het kind in jezelf krijg je toegang tot kinderlijke kwaliteiten zoals enthousiasme en speelsheid, veerkracht en creativiteit.
De Ada Vrieswijk uit de jaren ’60 en ’70 herken je niet altijd meer, maar ze is er nog wel!

“Pappe? Waorum……”

Reageren

8 augustus: Midden in de zeeslag van 1667.

Eén  keer per jaar komt neef Cor bij ons logeren; dan gaan we altijd een dag met hem uit. Wij hebben nog geen zomervakantie gehad,  dus een dagje uit aan het eind van een werkweek vinden wij geen straf…. deze keer gingen we naar Den Helder voor een bezoek aan het marinemuseum.

Vanuit Roden kom je dan over de Afsluitdijk.  Voor ons al gesneden koek,  maar Cor vond het fascinerend. “Er staat ook een beeld van Lely, hè?” vroeg hij bij Zürich al. We besloten om meneer Lely met een bezoek te vereren. We bewonderden de Waddenzee aan de ene kant en het IJsselmeer aan de andere kant en bespraken de geschiedenis van dit Nederlandse waterbouwkundige hoogstandje.  Een jongen van 16 kijkt met heel andere ogen dan twee vijftigplussers en stelt bijzondere vragen,  waar wij ook niet altijd antwoord op weten. Maar gelukkig was er koffie en internet aan de voeten van Ir. Lely, dus we zochten de antwoorden gewoon op.

Op weg naar Den Helder kom je over het voormalige eiland Wieringen.
Ook een bereinteressant gegeven.
“Net zoals Ameland?  Maar dan ingepolderd?  Wanneer dan?  Hoe heette dat meer hier  vroeger dan?”
We picknickten op de dijk bij Oosterland; het voelde als vakantie.
We hadden kaarten voor het marinemuseum om half twee,  maar we waren er pas om half drie.  We stonden namelijk  in de beruchte ‘Veerboot-naar-Texel-file’ die dagelijks de straten van Den Helder vult.
We deden een uur en een kwartier  over een afstand van twee en een halve kilometer.  De frustratie kwam ons de oren uit!
Dan ben je nog blij dat je a. je breiwerk bij je hebt en b. niet op tijd staat voor de boot naar Texel.

… in een onderzeeër….

Maar twee en een half uur was nog voldoende voor het marinemuseum.
We begonnen met een overzicht van de geschiedenis van de marine: de zeehelden van weleer, de overgang van houten naar metalen schepen en alle mogelijke informatie over missies, uniformen en apparatuur aan boord.
Verder kon je binnenkijken in een echte onderzeeër. Overal op de route stonden enthousiaste vrijwilligers die ons op weg hielpen en in de onderzeeboot vertelde een ex-matroos aan ons hoe het was.
7 weken onderweg. Langer kon niet want dan was het eten op.
Zes uur op,  zes uur af met als gevolg nooit langer dan vier uur slapen.
Maar ook: onderlinge saamhorigheid aan boord, vriendschappen voor het leven en een fantastische tijd.  “Als ik weer mocht tekenen zette ik zo mijn handtekening!”

In een volgend gebouw begaven wij ons in de slag bij Chatham, het bloedstollende avontuur waar Michiel  de Ruyter zich in stortte in 1667 waarbij hij de spiegelversiering van het vlaggenschip Royal Charles buit maakte. (meer weten? Zie >>>)
Met beeld en geluid werd je in dit spektakel meegenomen.   Cor roeide ons in een boot naar de Engelse vloot en de kanonnen bulderden in onze oren.

Wat een mooi museum. Maar ik zal eerlijk zijn: ik heb niet alle bordjes gelezen en niet alle vitrines bekeken: te veel specifieke informatie over een onderwerp waar mijn hart niet  echt ligt.  Bovendien was het heel warm; de koele Radler lonkte!

Reageren

7 augustus: Aaltje-dag, provinciale editie.

Het was weer tijd voor de jaarlijkse ‘Aaltje-dag’: een dagje uit met schoonzus Ali.
Wij hoeven nooit lang na te denken over wat we gaan doen.
Oude stad, museum, dagje winkelen: gezellig.
Tot nu toe bezochten we steeds een stad, maar afgelopen woensdag zochten we de wijdsheid van Noord Nederland op: Zoutkamp en Paesens-Moddergat.

Klinkt niet spectaculair hè?
Was het ook niet; het bracht precies wat Ali en ik van Aaltje-dag verwachten.
Zoutkamp was tot de aanleg van het Eemskanaal in 1876 de enige toegang tot de stad Groningen vanaf de zee, strategisch van groot belang dus. De Spanjaarden legerden er tijdens de Tachtigjarige Oorlog groot garnizoen. In 1576 bouwden ze de verdedigingsschans Soltecampe; zo werd Zoutkamp een bolwerk van de troepen van de  Spaanse koning.
Overal in het havengebied vind je nog sporen van de geschiedenis van Zoutkamp, maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat wij ons in eerste instantie vooral richtten op de openingstijden van de plaatselijke bakker annex lunchroom, waar we genoten van koffie met iets lekkers. Heel lekkers. Als we dan toch een calorierijke dag hebben….

We wandelden door de haven, vonden stukken van de oude dijk en ontdekten dat garnalen een grote bron van inkomsten zijn in die omgeving.
Na een heerlijk ’twaalf-uurtje’ in ZK86 (van te voren gereserveerd) reden we over de Lauwersmeerdijk naar Noord Friesland en verwonderden ons ondertussen over hoeveel moois dit deel van het land te bieden heeft. Wisten we eigenlijk niet. Heel veel andere mensen kennelijk wel, want het mag dan een zeer dun bevolkt gebied zijn, het wemelde van de fietsers, wandelaars en dagjesmensen. Bij de boot naar Schiermonnikoog was het zelfs druk.

Langs monumentale boerderijen en ‘leeg landschap’ reden we naar onze volgende bestemming. Net als het dorpje Wierum waar we op Hemelvaartsdag waren is Peasens-Moddergat een pittoresk vissersdorpje. We wandelden van de oude kerk (1250) naar ons doel van die woensdagmiddag: het mini-openluchtmuseum ‘It Fiskershuske’.
Hier krijg je een goed beeld van de kustvisserij in voorgaande eeuwen en het leven van de mensen die daar toen woonden. Eén huisje is helemaal ingericht rondom de ramp van Moddergat in 1883, waarbij 83 vissers omkwamen.
In ‘Klaske’s Húske’ liepen we langs de kamers die ingericht zijn in de stijl van de vroege twintigste eeuw; het herinnerde ons in meerdere opzichten aan onze oma’s. Hun werkschorten en jurken hingen aan de kapstok en we herkenden veel van de antieke huisraad en sieraden.

Op de dijk, wind in het haar, met uitzicht op de Waddenzee constateerden we spijtig dat het alweer bijna vier uur was.
Jammer ja.
We hadden nog lang niet alles gezien en we waren ook nog lang niet uitgepraat.
Want naast het bezoeken van stukjes bijzonder Nederland is ‘beppen en kleppen’ namelijk ook een belangrijk onderdeel van een Aaltje-dag.

Benieuwd wat we deden op voorgaande Aaltje-dagen?
2019 Groningen
2018 Harderwijk Marius van Dokkum
2017 Amsterdam Hermitage
2016 Deventer stadswandeling
2015  Zwolle stadswandeling

Reageren

6 augustus: A.s. zondagavond mooi weer in Roderwolde.

Mensen die niet van zelf zingen houden en die niet in een koor zingen, zullen misschien niet begrijpen waarover ik schrijf in dit blog, maar ik ga het toch proberen uit te leggen.
Woensdagavond zaten we met z’n vijven in onze woonkeuken met minstens anderhalve meter tussen ons in: Monique met haar dwarsfluit, Piety (sopraan) en ik (alt) met onze gitaren en/of blokfluiten, tenor Gerard en bas Jaap.
A.s. zondag werken we met dit kwintet mee aan een zomeravond-vesper in Roderwolde;
deze viering wordt gehouden in het Openluchttheater.

Het was onze tweede repetitieavond. Vorige week was het nog hopeloos geklungel en gezoek naar noten en akkoorden, maar iedereen had afgelopen week flink geoefend, dus gisteravond klonk het al heel behoorlijk. We zongen vierstemmig, éénstemmig, met en zonder dwarsfluit en met en zonder gitaar. Door corona heb ik de gitaar zo weinig in mijn

handen gehad dat de eeltkussentjes op mijn vingers (iedere gitarist heeft dat) al bijna weg waren. Dat heb ik vanaf mijn 12e niet meer gehad; kun je nagaan.

Het samen zingen en musiceren veroorzaakte een trilling van binnen.
Een emotie die van uit je buik omhoog kruipt en een tinteling achter in je keel geeft.
Het was niet eens allemaal heel zuiver en perfect uitgevoerd, maar samen zingen/musiceren geeft een extra dimensie in je lichaam.
Na een lied hoefden we elkaar alleen maar aan te kijken.
“Fijn hè, dat dit weer kan!”
“Wat genieten is dit.”

Zo is het mensen.
Wat fijn dat dit weer kan.
We blijven afstand houden, maar buiten durven we het dit weekend wel aan: in het openluchttheater in Roderwolde is ruimte genoeg.
Kom je ook meezingen met dwarsfluit en gitaar a.s. zondag?
Misschien voel jij die bijzondere trilling van binnen dan ook wel.
Het begint om 19.00 uur en het belooft prachtig weer te worden.

Reageren

5 augustus: Voeg leven toe aan de dagen (2) – Gezondheid

In februari begon ik met een nieuwe blog-serie ‘Voeg leven toe aan de dagen, in plaats van dagen aan het leven.
In maart kwam tante Corona ons bezoeken en raakte dit idee wat op de achtergrond, maar vandaag pak ik de draad weer op met deel 2 in deze serie: Gezondheid.

Wanneer we een beetje leuk oud willen worden is gezondheid het allerbelangrijkste.
Voor een deel heb je dat zelf in de hand, voor een deel moet je ziekte en aftakeling accepteren.
Je kunt zelf een behoorlijke bijdrage leveren aan die gezondheid door geestelijk en lichamelijk actief te blijven.

Kijk ik naar mezelf, dan leid ik nog een redelijk actief bestaan, ook omdat ik nog drie dagen per week naar mijn werk ga.
Maar wat doe ik daarnaast het liefst?  Lezen, computeren, blog schrijven en bijhouden, muziek luisteren, handwerken…….als ik niet meer zou werken zou ik een groot deel van de dag met bovengenoemde hobby’s doorbrengen. ’s Avonds kijk ik vaak televisie en doe  ik graag spelletjes zoals klaverjassen en Kolonisten; ook allemaal dingen die ik zittend doe. Veel te veel passief gezit natuurlijk!

Daarom probeer ik naast de zit-dingen in mijn leven ook andere activiteiten in te bouwen.
Iedere morgen een kwartiertje pilates/yoga, maandagavond zwemmen, vrijdagmiddag FysiYoLates, in Roden de dingen lopend of op de fiets doen, altijd kiezen voor de trap in plaats van de lift en regelmatig een potje tafeltennis.
Verder doe ik mijn eigen huishouding; mijn moeder is daarbij voor mij een voorbeeld.
Zij deed tot op hoge leeftijd (85) alles zelf: koken, wassen, stofzuigen, kortom de hele huishouding. Dat levert zo door de week al behoorlijk wat beweging op.
Toen een cardioloog eens aan mijn moeder vroeg hoe ze haar dagen doorbracht zei ze: “Ik doe al mien wark nog zölf.”
“O!?! Bent u nog aan het werk mevrouw Vrieswijk?”
Vernietigend keek ze hem aan: ‘Mien huuswark!”

Levensquote 2: Voor je lichaam zorgen is een investering.
Je krijgt er iets voor terug dat onbetaalbaar is.

Klik hier voor de andere delen van deze serie:

Klik hier voor de andere delen van deze serie:
1. Leeftijd
Leeftijd is maar een getal en volledig irrelevant, tenzij je een fles wijn bent.
2. Gezondheid
Voor je lichaam zorgen is een investering; je krijgt er iets voor terug dat onbetaalbaar is.
3. Niet afgeschreven
Of je als oudere ‘afgescheven’ bent, heeft voor een groot deel met je eigen instelling te maken.
4. Er op uit gaan 
Als je het zonnetje in huis wilt worden, moet je naar buiten om de kunst af te kijken.
5. Niet te snel opgeven
Rust roest
6. Gezelschap
Zoek het gezelschap van diegenen die het beste in je wakker maken.
7. Nooit te oud om te leren
Op het moment dat je je ergens te oud voor voelt, moet je het juist gaan doen.
8. Hulpmiddelen. Ook voor jou.
Één van de moeilijkste dingen, die je in je leven zult leren,
is dat het lot je ooit zal dwingen,  om hulp te accepteren.  (gedicht: Martin Gijzemijter)
9. Geen spijt.
Voordat je dood gaat…..LEEF.

Reageren

3 augustus: Terug in de Herderstraat.

Toen we zaterdagmiddag thuis kwamen van de kinderdag in Emmen lag er een boekje op de voordeurmat. Dat had iemand door de brievenbus gegooid.
Het lag op de kop.
Toen ik het omdraaide was ik even weer aan de Herderstraat in Klazienaveen in het huis van opa en oma Vrieswijk.
Op mijn knieën bij het kastje waar de platenspeler stond en een aantal boekjes.

Beatrix, van baby tot bruid.
We zien Beatrix met een bloemetjesjurk en een bloemetjesmuts stralend op de voorkant staan.
Dit was het boekje dat in mijn kindertijd de interesse voor ons koningshuis heeft aangewakkerd. Ik schreef er al eens over in het blog ‘Verjaardag van de koningin’ in 2016.
Eindeloos kon ik daarin plaatjes kijken; als ik het nu doorblader komen me alle foto’s nog zo bekend voor.

Wat leuk dat iemand aan mij dacht!
Maar ik had het boekje al in mijn bezit; ik heb het namelijk geërfd van mijn oma.
Het boekje dat op de deurmat lag ziet er nog nagelnieuw uit, het exemplaar van oma is verschenen en beduimeld. Vooral door mijn kinderduimen denk ik.
En het nieuwe boekje is prachtig, maar het oude is voor mij meer waard.
Het hoort bij mijn kindertijd, bij de Herderstraat in Klazienaveen en bij oma.
In overleg met de goede geefster gaat het naar de Roderboekenmarkt aan het eind van dit jaar.

Denk je nou: “Wat jammer, want dit boekje had ik graag willen hebben!” reageer dan even: als je me kent weet je mijn emailadres, anders kan het via de knop ‘een reactie plaatsen’ onder aan dit blog.

Reageren

Pagina 118 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén