een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 165 van 264

13 november: En een beetje van jezelf.

Afgelopen weekend brachten we een bezoek aan mijn neef en nicht in Apeldoorn,
Daar trekken we altijd een zondag voor uit en eigenlijk is zo’n dag dan nog te kort.
Vorig jaar had ik voor hen een herfstbloemenschaal opgemaakt met een vleugje lente (zie 12 november 2017>>>)
Precies één jaar later gebruikte ik hetzelfde idee, maar het werd iets heel anders.

Het werd een bloemstuk met 5 ingrediënten:

  • Een beetje van Het Goed: vorige week kocht ik bij deze tweedehands-spullen-winkel een grote aardewerken schaal, leuk voor een adventsbloemstuk dacht ik. De schaal heeft ‘advent aan de Boskamp’ niet gehaald.
  • Een beetje van de Jumbo: er was een aanbieding van rode roosjes zaterdag bij plaatselijke super.
  • Een beetje van de markt: de bloemenmeneer op de markt had schattige opgemaakte kalebassen te koop. Daar kon ik wel iets mee.
  • Een beetje uit de tuin: hortensia’s, skimmia en paarse besjes.
  • Een beetje van mezelf: ik bedacht met deze ingrediënten een herfst-tafel-stuk.

Dit is hem geworden. (klik op de foto’s voor een vergroting).

De paarse besjes hadden zij zelf ook in de tuin.
En ik ben niet de enige die leuke dingen met bloemen doet.
Bij ons gezellige zondagochtend-glaasje stond een mooi bloemkunstwerk te pronken.
Het was een kokosnoot gevuld met hier en daar gevonden herfstmateriaal en aangevuld met ‘pluk-uit-eigen-tuin.
Van de onderkant van de kokosnoot was een klein stukje afgezaagd, anders blijft hij natuurlijk niet staan. Een letterlijke uitvoering van ‘het ei van Columbus.’
Lees hier >>> wat dat voor een ei was.

Reageren

12 november: Stof in lood.

Zaterdagmiddag deed ik mee aan een activiteit van Judith Oosterhuis uit ‘het paarse boekje’ van onze PKN -gemeente. Dit was er van te voren over bekend:  Met het thema LICHT maken we een raamhanger met een eigen verhaal. Dit doen we met verschillende verharde stoffen en rubber.

Eerst kozen we een ontwerp, in mijn geval een ster. Vroeger hadden onze buren in Hoogersmilde een adventsster voor het raam hangen met een lampje er in; fascinerend vond ik dat als kind. Zo’n ster heb ik zelf nooit voor het raam gehad (voortschrijdend inzicht), maar nu had ik de gelegenheid om een ‘advents-raamhanger’ te maken.
De ster werd getekend en daarna was het de bedoeling dat we het patroon in stukjes knipten. Die stukjes knipte je vervolgens uit verschillende kleuren verharde stof en die plakte je later met dunne reepjes fietsband weer aan elkaar. Op die manier krijg je een glas-in-lood-effect.

Dit is heel kort door de bocht beschreven, maar dat is precies wat we die middag deden.
Het klinkt eenvoudiger dan het is:
– Puzzelstukjes waaiden weg als er iemand langsliep.
– De reepjes fietsband werden te dik; of te dun of te kort.
– De lijm droogde al op voordat je de stukjes tegen elkaar had geschoven.
– De lijm droogde al op voordat je door had dat het kunstwerk aan de tafel zat geplakt…. gelukkig lag er een papieren kleed op de tafels.
De meesten van ons hadden de hanger aan het einde van middag niet klaar. Sommige ontwerpen waren heel mooi, maar ook heel bewerkelijk en daar kwam de maakster vaak pas achter halverwege het proces.
We werkten naast stof en rubber ook met secondenlijm. Zoals het een echte Vrieswijk betaamt zaten mijn vingers na de workshop helemaal onder de lijm, die er pas in de loop van het weekend weer afsleet, met medeneming van een deel van de eelt die op de toppen van mijn vingers zit van het gitaar spelen. Schrale troost: ik was niet de enige. Sommigen hadden het zelfs in hun kleren en aan hun gezicht zitten.

Het was prachtig om te zien wat er allemaal werd gemaakt die middag.
Voor dit blog heb ik mij beperkt tot het beschrijven van mijn eigen raamhanger, op de website van de kerk vind je binnenkort een foto reportage van die middag en kun je ook wat resultaten van andere deelnemers zien. Die foto’s moet ik zelf op die site zetten, maar ik doe dat niet vaak genoeg (lees: ik kan het niet), dus ik wacht eve op de instructies van websitecollega Zwanny.

Het was weer heel erg gezellig bij Judith; we boorden in onszelf onvermoede creatieve bronnen aan. Judith had haar ‘kook&bak-bronnen’ aangeboord en trakteerde ons bij de thee op een stukje zelfgemaakte kwarktaart en aan het einde van de middag kwamen er puntjes hartige taart voorbij.

Dit was de derde workhop die ik bij haar volgde.
Benieuwd naar de vorige bijeenkomsten? Hieronder twee links naar die blogs.

Je eerste herinnering in kleuren en woorden >>>

Schilderen zonder penselen >>>

Deze keer gemist?
Op zaterdag 6 april geeft Judith nog een workshop, getiteld ‘Lente in de lucht – schilderen op hout’.
Hierbij een link naar de website van de PKN-Roden >>> voor meer informatie over de activiteiten van dit seizoen.

Reageren

11 november: Liedjes.

Op vrijdag werk ik sinds een week of drie in Zuidlaren; de reis daar naar toe is tien keer zo mooi als de reis naar Groningen.
Lieveren, Donderen, klein stukje Vries, Tynaarlo, Zuidlaren; je kronkelt door het oeroude landschap en ziet hoe de herfst nu op z’n mooist is.
Op de autoradio Radio 5 met de finalestemdag voor de Evergreen Top 1000.
Diederik Jekel was te gast bij Jeroen van Inkel en vroeg het lied ‘Niemand weet hoe laat het is’ aan van Youp van Hek. Zie mijn blog 29 oktober 2016 >>>.
Oeh.
Eén de opvallendste zinnen uit dit lied is ‘Tijd is toch geld, dus het leven is duur’.
Op de vroege morgen vocht ik met mijn emoties, want dit lied raakt een open zenuw.
Altijd vecht ik tegen de angst van een dreigend infarct en ik probeer te leven met de dag en te genieten van alles wat me ten deel valt; maar  tijd is toch geld en het leven is duur.
Maar het is ook juist dit lied dat me helpt, omdat Van het Hek constateert dat juist die angst maakt dat je bewust leeft en probeert er een feest van te maken.

Ik weet als ik later groot ben

en ook bijna dood ben,
dan is al die angst niet nodig geweest
maar altijd de bangste, altijd die angsten
maakte mijn leven tot een schitterend feest!

Zo is het.
I shall sing.

Sint Martinus van Tours

Over zingen gesproken: vandaag is het Sint Maarten, morgen komen hier in Roden de kinderen met een lampion aan de deur om te zingen. In 2016 schreef ik een blog over twee liedjes die ik ooit zelf heb geschreven voor het kinderkoor dat we destijd hadden.
Vandaag gaan de MP-3 bestandjes die ik bij dat blog heb ingezongen als bonus bij deze pagina. Een Nederlandstalig én een Drentstalig Sint Maartenliedje.
Zit je morgenavond klaar met snoepgoed en komt geen kind aan de deur?
Dan kan ik via onderstaande audiobestanden even voor je zingen; geniet er van!
Het snoep eet je dan toch lekker zelf op?

Wij komen met lichtjes en blijde gezichtjes
het feest van Sint Maarten dat vieren wij nu. 
Wij zingen een liedje, een mooi melodietje
en nog een heel fijne avond dat wensen wij U!

He’j wel ies van Sint Martinus heurd?
Die hef zien jasse deurmidden scheurd.
Veur een arme, olle man, 
daor weur hij weer beter van,
daorum lope wij hier now an’t pad,
en veur oons lochie vraogt wij wat. 

Reageren

9 november: La langue

Het hoofdstuk waar we nu op de Franse les mee bezig zijn heet: ‘La langue’. (de taal)
De luisteroefening ging over een Fransman die in Nederland had gewerkt en moeite had met onze taal, met name de letter H.
Hij vertelde dat hij de H van HEMA niet kon zeggen.
Over taal en taalmoeilijkheden zijn mooie verhalen te vertellen.
Eén van de oefeningen bij deze les was: “Soms maak je een blunder als je een vreemde taal spreekt, heeft u voorbeelden?”
We hadden allemaal wat voorbeelden meegenomen en wat we hoorden was heel divers, maar het was vooral heel grappig.

Mijn verhaal (verteld in het Frans) was dat van de kleine Frea bij de Duitse grens. Lees hierbij het blog ‘Ze spreekt (g)een woordje over de grens >>> uit 2015. Maar ook de andere verhalen waren prachtig. Bea die in Frankrijk nietsvermoedend “Andouillette” bestelde in een restaurant, “iets van een worstje of zo stond op de kaart” vertelde ze.  Maar het is een typisch Frans gerecht, gemaakt van de ingewanden van varkens of runderen.
“Ik kreeg een bord met een grijs hoopje flubbertjes” vertelde ze.
Alleen die omschrijving al deed ons griezelen; ze heeft het destijds niet opgegeten.

Theo vertelde dat hij in Spanje boter bij het ontbijt wilde. Zijn vriendin sprak een mondje Italiaans en daar noemen ze het burro. In de veronderstelling dat Spaans en Italiaans bijna hetzelfde zijn, vroegen ze om burro, maar dat blijkt in het Spaans ‘ezel’ te zijn.
Dan voel je je wel een beetje een ezel….
Ook van Theo kwam het verhaal van Fransen die heel gek kijken als je in het Nederlands “Dank U” zegt. Een Fransman hoort dan “Dans cul”, wat betekent ‘in je kont’. Oeps.

In Spanje stond een kennis van Ruud, Jelle de Jong, bij hem op de camping.  Op een dag moest die meneer zich melden bij de balie, zijn familie had gebeld. De omroeper riep: “Mister Gelle de Gong, telephone for mister Gelle de Gong.” Jelle voelde zich niet aangesproken. Gek hé?
Namen geven in het buitenland ook nog wel eens aanleiding tot gegiechel.
Als je in Nederland Fokko of Fokje heet, dan weet men dat je uit het Noorden komt.
Maar Engelstaligen horen dan iets heel anders; het levert heel wat besmuikt gegniffel op met beleefde Engelsen aan tafel.
Een Bonnie stelde zich voor in Frankrijk, maar de Fransen dachten dat ze ‘bonne nuit’ heette.

Het laatste voorbeeld komt weer uit ons gezinsleven.
Er logeerde een Frans meisje bij ons in huis in het kader van een uitwisseling met het studentenorkest waar Frea destijds bij speelde.
Gerard vroeg aan haar: “Wanneer wil je douchen. Nu of morgen?”
Ze wist niet precies wat Gerard bedoelde, maar ze bloosde er van.
‘Nu’ is het Franse woord voor naakt……

Reageren

8 november: Met je kop in de krant.

‘Zo wil ik niet met m’n kop in de krant!’ is een gevleugelde uitdrukking op mijn werk. Dan gaat het vaak om een bedrijf met frauderende medewerkers, slechte arbeidsomstandigheden of belabberde financiële resultaten.
Een horror-scenario voor elke manager.

Gerard en ik staan deze week met z’n tweeën in het Roder Journaal met een heel positief verhaal: ons gasloze huis.
Afgelopen zaterdag, 3 november, stelden we ons huis open voor bezoekers van ‘de duurzame huizenroute’. Er kwamen belangstellenden, maar er kwam ook een journalist van het Roder Journaal die ons interviewde en een foto nam.
In de editie van deze week is het interview gepubliceerd; wij waren natuurlijk reuzebenieuwd naar het resultaat, maar we zijn erg tevreden. Hele verhaal lezen? Hierbij een link naar de pagina in het digitale Roder Journaal >>>.
Zo willen wij wel met onze kop in de krant.
Vandaag sprak ik nogal wat mensen die het artikel hadden gelezen. Wim bood aan dat we wel bij hem op de gasverwarmde zolder mogen komen als het deze winter koud wordt en bij Dirk in huis mogen we ons komen opwarmen. Kennelijk is het wantrouwen nog groot……
A.s. zaterdagmiddag 10 november is ons huis weer te bezichtigen in het kader van de duurzame huizenroute; je kunt je opgeven via deze website >>>

En daarna is het klaar.
Mooi geweest.
Het koken op inductie gaat prima, daar ben je zo aan gewend.
Ons huis is tot nu toe goed warm te krijgen; we zijn volledig van het gas los en na wat kleine aanloopprobleempjes gaan we zo langzamerhand over tot de orde van dag.

Die orde van de dag is in mijn geval:
Waarom heeft mijn PERSOON nog bijna niks op zijn/haar Sinterklaasverlanglijstje staan op de site van Lootjestrekken?
Even naar Het Goed om een mooie schaal te scoren voor het Adventsbloemstuk eind november.
Wat gaan we zingen met het Af&Toe-koor op 9 december?
Wie weet nou niet hoe de zus van Mozes en Aaron heet! En wie wordt de weekwinnaar van Met het mes op tafel?
Hoeveel ex-leden van de Catharinacantorij geven zich op voor de reünie op 25 november?
Gaan we halverwege december nou op zaterdag of zondag naar de Weihnachtsmarkt in Bremen?

Kortom: de orde van de dag aan het eind van het jaar.
Geen gesprekken over zonnepanelen, leidingen, warmtepompen, inductiekookplaten en geen vreemde mannen meer in mijn huis.
Eén Drent en één Engelsman is wel even voldoende.

Reageren

7 november: Skills. En tools.

Via het secretaressenetwerk van mijn werkgever werden we uitgenodigd voor een workshop over ons vak. Het thema was: hoe ga je om met de veranderingen waaraan het vak van secretaresse onderhevig is?

Met collega’s Jacquelien en Lies meldde ik me in de bestuurskamer van het Heymanscentrum. Met een tiental andere collega’s luisterden we naar wat Dianne van de Rijt van het instituut Schoevers >>> ons in die workshop vertelde.
‘Veertig jaar geleden typten we op een grote, mechanische schrijfmachine op twee voorbedrukte vellen (met logo) met carbonpapier ertussen en togen we met een steno-blok en drie geslepen potloden naar de kamer van de directeur om de opdrachten in ontvangst te nemen. En we haalden koffie voor hem.
In 1984 werd de tekstverwerker geïntroduceerd en in 1995 kwam internet voor iedereen beschikbaar.”
Anno 2018 ziet de secretaressewereld en geheel anders uit. Als je nu nog weet wat carbonpapier is verraad je daarmee je leeftijd.

Dianne vertelde ons dat het werk is veranderd, maar ook de rol van secretaresse is veranderd. Vroeger bleef je bescheiden op de achtergrond, de voorgrond werd ingenomen door je leidinggevende en je enige doel in het leven was dat hij van de vroege ochtend tot late middag werd ondersteund en geholpen op secretarieel gebied.
“Maar” hield Dianne ons voor “het wordt tijd om uit die coulissen te komen en ook een plek op het podium voor jezelf te creëren. Wat kun jij, wat een computer op den duur niet van je kan overnemen? Dat zijn je soft-skills zoals o.a. je communicatieve vaardigheden, je flexibiliteit en je creativiteit. Daarin onderscheid je je van de digitale ondersteuning; jij bent geen robot.

In deze nieuwe tijd is het Nederlands kennelijk niet meer goed genoeg.
Er werd gestrooid met termen als ‘learning agility, scrum, soft skills, smart tools, connecting people en incompany’. Daar word ik altijd een beetje kriebelig van. Gebruik toch normale Nederlandse woorden, het is toch nergens voor nodig om al die buitenlandse termen te gebruiken? Maar binnen onze eigen organisatie begint men er ook al mee.
De afdeling P&O (Personeel en Organisatie) werd HRM (Human Resource Management).

Het was een fijne middag. Wat bleef hangen? Dianne gaf ons goede raad.
1. Maak een account aan op Linkedin. Onze beroepsgroep is daar ondervertegenwoordigd en er zijn leuke netwerken en fora waar je iets aan kan hebben. Wordt vervolgd dus; Aaltje op Linked in, binnenkort in dit theater.
2. Als er iets verandert in je organisatie en het heeft gevolgen voor jou, dan heb je daar meestal geen invloed op. Je hebt wél invloed op hoe je er zelf mee om gaat. Toon bereidheid om over die veranderingen na te denken en beweeg mee.
Daar kan ik mijn huidige situatie wat mee!

Een mooie bijvangst van deze bijeenkomst was dat ik een aantal collega’s ontmoette die ik alleen maar kende van telefonisch overleg.
Om in de sfeer van de workshop te blijven: leuk om elkaar ’te meeten’ en ’te connecten’……

Reageren

6 november: Twee-derde niet.

Zaterdagavond zagen we de groep ‘Havenstappers’ weer. Om de groep in november  bij elkaar te krijgen moesten de organisatoren in de zomer al beginnen met het plannen van een datum, want de agenda’s lopen naar kerst toe heel snel vol.

We gingen met elkaar eten bij ‘Kom maar binnen’>>> in Roden; in groepjes van 8 zaten we om grote tafels met in het midden een barbecuerooster. Verschillende soorten vlees kon je daarop roosteren en daarbij kon je kiezen uit verschillende soorten salades en sauzen en op tafel kwamen nog schaaltjes met frites en aardappelschijfjes.
Maar dat was lekker; en vooral gezellig!

De vorige keer dat we elkaar in deze samenstelling zagen was in mei 2017. (lees hierbij ‘Het Havenstap-clubje uit Roden>>>).
Als je elkaar zolang niet hebt gesproken is er natuurlijk met iedereen van alles gebeurd, dus er is genoeg stof om over te praten.
Daar hebben we als groep trouwens sowieso nooit moeite mee, dus het was een herrie van jewelste in het gedeelte waar wij met onze groep zaten te eten.
Het begon om 17.00 uur en om 21.00 uur was bij mij het batterijtje leeg. Na de hartoperatie in maart lijkt alles weer bij het oude te zijn, maar aan dit soort dingen kan ik merken dat het nog niet helemaal in orde is. Gelukkig was het vlak bij ons deze keer, dus ik ging naar huis voor een kop thee en een fijn boek en Gerard bleef nog even zitten: die was nog lang niet uitgepraat!

Het was heerlijk om elkaar weer te zien, maar het was jammer dat we alleen aan de praat kwamen met de mensen bij wie we aan tafel zaten: twee-derde van de groep heb ik niet gesproken. Maar wie weet halen we dat een volgende keer in?
Trouwens: iedereen van de groep woont nog in Roden en omgeving, dus we komen elkaar ook ‘in het wild’ nog wel eens tegen: in de supermarkt, bij een PKN-viering, rond de Rodermarktfeestweek of ergens onderweg. Sta je zomaar een uur te kletsen. Soms gaan we er zelfs bij zitten, zoeken een terrasje en wisselen we de laatste nieuwtjes uit.
Waarschijnlijk heb ik vóór de volgende bijeenkomst de meesten van die bovengenoemde twee-derde al weer gesproken…….

Reageren

5 november: Wat neem je mee?

Af en toe gaat er in onze gemeente een voorganger voor die al met emeritaat is.
Nu dominee Bart Elbert ons heeft verlaten, komt dat iets vaker voor en gistermorgen mocht ik mij verheugen op een viering met Theo van Beijeren; gezien het aantal mensen in de Catharinakerk verheugden velen zich met mij.
Het voelde weer even heel vertrouwd.

In deze periode voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar (Voleindingszondag, dit jaar op 25 november, dan gedenken we de overledenen) is de blik in de vieringen gericht op de laatste dingen. We lazen een gedeelte uit Job en uit Marcus. De saduceeën stellen een vraag aan Jezus over het hiernamaals: “Van wie zal een vrouw die meermalen getrouwd is geweest in het leven na dit leven de echtgenote zijn?”

Vragen waar we allemaal mee zitten.
Waar zijn onze geliefde doden?
Zal er herkenning zijn na de dood?
Het antwoord van Jezus is: “Wanneer mensen uit de dood opstaan trouwen ze niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, maar zijn ze als engelen in de hemel.”
Het zal helemaal anders zijn.

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

Wat neem je mee uit een viering? Aan het begin merkte de voorganger op dat dat van alles kon zijn: een woord, een lied, de stilte, de zegen….. het ene onderdeel van een viering spreekt je meer aan dan het andere. We zongen mooie, toepasselijke liederen, maar bij het slotlied liet het vaak geroemde, historische Hinszorgel de organist (en ons) in de steek. Er bleven steeds toetsen hangen en dat is heel vervelend. Dat begon al tijdens de collecte. “Ik dacht dat je een heel modern stuk aan het spelen was” zei de voorganger daar relativerend over, maar het was natuurlijk wel jammer; het deed afbreuk aan de beleving van het samen zingen van een lied.

Toen ik de kerk uitliep had ik de aria “I know that my redeemer liveth'” uit de Messiah in mijn hoofd. Dat werd aangehaald in de preek bij de woorden van Job: “Want ik weet: mijn verlosser leeft.” Dat nam ik, naast de troostende overdenking, mee uit de viering.
Benieuwd naar de inhoud van deze viering?|
Je kunt hem terugluisteren op Kerkomroep>>>. (Roden, Catharinakerk, 4 november, 10.00 uur).
Voor de liefhebbers hierbij een link naar de bovengenoemde aria >>> uit Handel’s Messiah, opgenomen in 2011,  uitgevoerd door de toen 11 jaar oude Henry Jenkinson, chorister in the Choir of New College, Oxford.

Reageren

3 november: Als je hoofd eraf valt…..

Af en toe deel ik mijn yoga-avonturen in Roderesch op dit blog.
Het leuke aan de vrijdagmiddag bij Trijntje is dat we iedere week iets anders doen.

Gistermiddag gingen we oefeningen doen met een rol.
Op de foto hiernaast zie je het paarse yogamatje, een kleurig kussentje, een rode deken (om over je heen te doen bij de ontspanningsoefening aan het einde), mijn blauwe verfrommelde handdoek en het lichtblauwe ding is ‘de rol’. Eerst gingen we die rol rechtop zetten en gebruiken als ‘evenwichtbewaarder’ bij oefeningen op één been. Ook gingen we hurken bij de rol.
Trijntje wees ons erop dat we daarbij de bekkenbodem aangespannen moesten houden.
Zij had een verhaal gehoord bij de eerste aflevering van dit seizoen van ‘Anita wordt opgenomen’, vanuit een vrouwengevangenis. Op de afdeling visitatie moeten de vrouwen zich helemaal uitkleden en een aantal keren hurken. Dan komen er soms mobiele telefoons en zelfs opladers uit ‘hun lichaamsholtes’. “Eigenlijk” zei Trijntje “zouden je bekkenbodemspieren zo sterk moeten zijn dat wat je daarin stopt blijft zitten als je hurkt.” Net als bij Anita stond de verbazing over dit verhaal in vraagtekens en uitroeptekens in tekstwolkjes boven ons hoofd.
(Klik hier >>>> voor een link naar die aflevering).

Later in de les werd de rol in de lengte op het matje gelegd en was het de bedoeling dat je daarop ging liggen.
Je zult begrijpen: dat ligt niet heel ontspannen.
Ondertussen hoorden we Trijntje zeggen: “Als je hoofd er af valt….”
Ze bedoelde van de rol, maar bij mij flitste even de guillotine door m’n hoofd.
Als ons hoofd eraf viel moest er óf een kussentje onder, óf we moesten met ons achterste iets naar beneden.
Met de rol hinderlijk aanwezig onder onze rug gingen we vervolgens oefeningen doen met armen en benen.
Benen optrekken en afzonderlijk van elkaar strekken.
Gewichtjes in je handen en dan je armen ongeveer tien centimeter van de grond houden.
“Strek je armen zo vér mogelijk uit. Alsof je gevierendeeld wordt!” zegt Trijntje op bedaarde toon.
Na de vrouwengevangenis en de guillotine gaan we kennelijk nog een stukje verder terug in de tijd en komen we uit bij Middeleeuwse martelmethodes.

Maar ons hoofd valt er niet af en we worden niet gevierendeeld.
Sterker nog: als je iets niet kunt doe je het niet.
Voor mij is het heel goed om deze wekelijkse onderhoudsbeurt voor mijn lichaam/spieren te ondergaan.
Daarbij hebben we het met elkaar erg gezellig en we delen de ervaringen van het gezamenlijk lijden.
Gedeelde smart is halve smart.

Benieuwd naar verhalen van vorige lessen?
12 oktober: Omhels de bal >>> 
26 september: Een blok beton >>>
17 februari: Wat voor groet?! >>>
19 januari: Yoga met een verhaaltje>>>

Reageren

2 november: Scheiden.

Deze week kwam er een monteur langs, want er was iets met onze wasmachine.
Hij kwam binnen en vroeg onmiddellijk of ik niet vond dat hij een luchtje bij zich had.
Huh?
“Ja, want ik rook en dat ruik je. Ja, eigenlijk wil ik wel stoppen met roken, maar ik zit nu privé in lastige omstandigheden.”
Toen was hij net met z’n gereedschapskoffertje over de drempel.

Zucht. Heb ik weer.

Hele verhalen.
Over z’n ex.
Het uitkopen.
De kinderen.
De financiële problemen.
De moeilijkheden.
De nieuwe vriendin.

Ik praat mee in algemeenheden.
“Ja, dat komt wel vaker voor.”
“Mmmmm”
“Met eerlijk zijn kom je het verst.”

“Mag ik gebruik maken van jullie toilet?”
Tuurlijk mag dat.
Eenmaal terug: “Ik was mijn handen even hier, het zag er zo schoon uit. Anders denkt u misschien dat die watervlekken op de grond iets anders zijn, haha.”
“Ik zit trouwens altijd te plassen, dat geeft een stuk minder viezigheid.”
“Mijn nieuwe vriendin is voedingsdeskundige, die weet heel veel over eten en wat wel en niet goed voor je is; nu ben ik qua eten erg goed bezig!”
Nou!
“Nu nog stoppen met roken” zeg ik vilein.
“Ja, dat is nog wel even een dingetje….daarom drink ik nu ook heel veel water, wel twee en een halve liter per dag. Dat is goed voor je darmen en de doorstroming. Mag ik nog wel even weer naar het toilet? Ja, dat is het gevolg, hé? Haha”.

Er was iets niet helemaal goed met de stekker, dus de onderhoudswerkzaamheden duurden langer dan gepland.
Er kwamen nog verhalen over de wasmachine van zijn ouders, over de overbuurvrouw die ook gescheiden was en die helemaal niet goed met de kinderen omging, over co-ouderschap: het ging maar door.
Nog geen veertig en dan al zo oeverloos kwekken.

Het was een grote lieverd.
Maar ik zou ook willen scheiden;  sterker nog, ik was er niet eens mee getrouwd…..

Reageren

Pagina 165 van 264

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén