een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Geschiedenis Pagina 13 van 22

11 februari: Wat moet je er mee…?

In het begin van het jaar schreef ik over het project ‘Een kastje per dag’ (zie >>>).
Even een kleine up-date. Het vordert gestaag. In de keuken heb ik nu bijna alle kastjes gehad. In het kastje boven de computer vond ik twee oude boeken die van mijn vader zijn geweest. Die had ik destijds gebruikt om het beeldscherm op te zetten in de toenmalige computerkamer. De boeken zijn meeverhuisd na de verbouwing en lagen nu verweesd en verstoft tussen de liedboeken.

Het zijn twee woordenboeken van Winkler Prins, een uitgave van Elsevier uit 1953.  De boeken stonden vroeger bij mij vader in ‘zijn kastje’ naast ‘zijn stoel’  bij ons thuis in de kamer. We deden samen graag een spelletje Scrabble, maar er was wel eens discussie of het woord dat we hadden aangelegd wel een geldig woord was. Onze regel was: als het in de dikke woordenboeken staat is het een goed woord. Sweet memories.

Op het moment dat de boeken weer tevoorschijn komen zit ik weer met m’n vader aan de kamertafel met het beige pluchen tafelkleed. Kopje koffie, bandrecorder aan. Hij won eigenlijk altijd toen. Hij was fervent puzzelaar en mijn woordenschat kon niet tippen aan de zijne. “Pa, ik heb een Q…”  Pa legde de letters dan wel zo dat ik mijn Q (10 punten) ergens kon aanleggen. Met ‘qua’ ofzo.

Er staat ‘Woordenboek’ op de boeken, maar het is veel meer dan dat, het is een soort encyclopedie met kaarten, plaatjes en tekeningen. Prachtig om even in te bladeren.
Maar in deze tijd van internet en Google geheel overbodig.
Dus, dacht ik, die kunnen wel naar de boekenmarkt.

Vanmorgen heb ik ze weer van het stapeltje ‘boekenmarkt’ afgehaald.
Voor in het eerste boek staat een heel klein zinnetje: Voor Kees van Fre 16-8-58.
Het verjaardagscadeau van mijn moeder voor mijn vader op zijn 28e verjaardag.
De beide boeken staan nu op een boekenplank in de kamer van één van de kinderen.
Wegdoen kan altijd nog.
Maar ik kan het niet.

Reageren

3 februari: Ondeugende leerlingen….

Op mijn werk heb ik een duo-baan. Drie dagen werk ik als managementassistent voor een afdeling (dinsdag, woensdag en vrijdag) en op maandag zit Jacquelien er.
Als je met z’n tweeën hetzelfde werk doet, moet je blindelings op elkaar kunnen vertrouwen. En veel overleggen en het werk goed aan elkaar overdragen.
Minstens twee keer in de week hebben we telefonisch overleg. Na bijna 7 jaar samenwerken kennen we elkaar al redelijk goed; we vonden het eigenlijk wel tijd voor een team-uitje.

Gistermiddag om 13.00 uur zaten we in aan een tafeltje bij Brink 15 >>> in het centrum van Roden.
Verse jus d’orange en een glaasje wit. Lekker broodje. Klepperdeklepperdeklep.
Daarna brachten we een bezoek aan het Scheepstra-kabinet >>>. Zat ik  met Jacquelien in de ouderwetse schoolbankjes. We schreven met een griffel op een leitje. We doopten een kroontjespen in een inktpot en schreven in ons mooiste school-handschrift. Dat resulteerde gelijk al in een zwarte vlek op de duim van Jacquelien; daar keek ze niet echt van op. “Ik krijg al verfvlekken op mijn handen als het blik nog dicht zit…..”.

We kwamen veel te weten over meester Scheepstra, zijn Aap Noot Mies leesmethode en zijn boekjes over Ot en Sien.
We vonden het jammer dat we ons niet konden verkleden in Ot en Sien-kleren. Pasten we net niet meer in.
Ondertussen deelden we onze herinneringen aan onze eigen schooltijd.
Als echte lagere school leerlingen waren we zelfs nog een beetje ondeugend.
Wie de volgorde van het leesplankje goed kent zal gelijk zien wat we hebben gedaan…..

We kochten bij de Hema een meisjes-baby-kraamkadootje voor een gezamenlijke collega waar we binnenkort op kraambezoek gaan. Eenmaal thuis bekeken we elkaars fotoboeken en aten we samen met Gerard stamppot boerenkool met worst.
Niet een groots en meeslepend team-uitje, maar wel erg gezellig.

We gaan dit vaker doen; volgende keer in Veendam…..

Reageren

29 januari: Beer before de Heer.

Afgelopen weekend waren we op bezoek bij dochter Frea en haar Jon in Nottingham.
Frea en Jon wonen sinds juni samen in een appartement en wilden dat heel graag aan ons laten zien. Donderdagmorgen vertrokken we met de bus van 09.06 uur uit Roden en om 09.50 uur zaten we in de trein naar Schiphol. Vervolgens vlogen we om 14.30 uur, namen we de bus naar Nottingham om 15.45 uur, waar we rond 16.45 uur onze dochter en schoonzoon in de armen sloten.

Het is niet zo dat we elkaar heel lang niet gezien hadden. We spreken elkaar regelmatig op Skype en begin december vierden ze nog Sinterklaas met ons.
We aten samen een lekkere pizza en daarna namen ze ons mee naar de oudste pub van Engeland: Ye olde Trip to Jerusalem. Gesticht in 1189. Het is uitgehakt in de zandstenen rots waar het kasteel van Richard Leeuwenhart op gebouwd is.
Voor ’the crusaders’ (ridders die op kruistocht gingen naar het beloofde land) was dit een pleisterplaats. Er wordt zelfs beweerd dat Robin Hood met de mannen uit Sherwood Forest hier samen een pint hebben gedronken.
De pub bestaat uit een aaneenschakeling van kleine ‘grotzalen’, die door trapjes en gangetjes met elkaar verbonden zijn. Robuust meubilair zorgt voor een middeleeuwse sfeer. Langs de wanden overal bordjes met legendes en verhalen over deze eeuwenoude pub. We bestelden een borrel en trokken ons terug in een nis. Daar zat ik met m’n glaasje port……need I say more?

“Stel je voor” zei ik “deze kroeg is ouder dan onze Catharinakerk.”
Waarop Frea opmerkte “Yeah, beer before de Heer…..”

Reageren

30 november: Herkenning

Gistermiddag zat ik aan de lunch met 4 collega’s. Het was niet mijn dag. Slecht nieuws op het werk over een collega, emotie, concentratieproblemen. … een kom mosterdsoep van Cor ( de kok) doet dan wonderen. De lunch is sowieso  een rustpunt op mijn werk. Even achter het scherm vandaan, even uit de drukte van telefoon, mail en agenda’s.

Het gesprek kwam op geschiedenis. Het gevoel dat je hebt als je op een plek bent waar geschiedenis is geschreven. Jan vertelde dat hij bij een prehistorische monument tegen

Pré-historische 'stone-circle' in Derbyshire, Engeland (vakantie 2012)

Pré-historische ‘stone-circle’ in Derbyshire, Engeland (vakantie 2012)

een rechtopstaande steen leunde en zich op dat moment realiseerde dat eeuwen geleden andere mensenhanden die steen met een reden rechtop had gezet. Dan ben ik dus niet de enige die dat soort gevoelens heeft. In Rome in het Forum Romanum, bij het hunebed in Steenbergen, bij een pré-historische ‘stone-circle’ >>> in Derby-shire in Engeland of bij het eeuwenoude  doopvont in onze eigen Catharinakerk : het idee dat je door dat monument verbonden bent met de generaties die je voorgingen.

Meestal wordt ik meewarig met rust gelaten als ik dat soort gevoelens benoem.
“Ja, mama heeft iets met geschiedenis….”
Tijdens de lunch van gistermiddag was er dus even een stukje herkenning.
Het gesprek ging nog verder. Over spulletjes die van je ouders of grootouders zijn geweest. Die eigenlijk niks waard zijn, maar die je in een vitrinekastje bewaart. Over een kapot horloge dat je om had toen je een ongeluk kreeg, dat ook in dat kastje ligt.
We hoefden elkaar niets uit te leggen.

De lunch was een eilandje in de zee van een rotdag.
Dan doet een waardevol gesprekje je goed.

Reageren

23 november: Vluchtelingen zijn er altijd al geweest.

In deze periode kijk ik graag naar het programma Verborgen Verleden. Meestal neem ik het op, want het wordt uitgezonden op zaterdagavond en dan hebben we bijna altijd wat. Gisteravond keek ik naar de uitzending met Jeroen Krabbé in de hoofdrol. Als noordeling heb ik altijd wat moeite met het licht aanstellerige gedrag van celebrities uit de grachtengordel van Amsterdam, maar als je daar bijlangs* kijkt was het een prachtige aflevering.

Krabbé met een foto van het gezin van zijn moeder.

Krabbé met een foto van het gezin van zijn moeder.

Krabbé’s moeder was Joods, Reiss was haar naam. Gedurende de aflevering komt Jeroen tot de ontdekking dat hij afstamt van de bekende joodse circusfamilie Kinsbergen (met ook andere bekende nazaten zoals Lex Goudsmit en Sylvia de Leur). We zagen hele oude beelden van een klein circus met paarden en gedresseerde dieren (honden en vogels). Verder kwam één van zijn voorouders voor in een boek waarin beschreven werd wat verdachten hadden uitgespookt voor ze in de gevangenis kwamen. Diefstal, zakkenrollerij, zelf nam Krabbé de term ‘adderengebroed’ in de mond. Het was niet een best milieu, zullen we maar zeggen.

Maar er was meer. Een ander deel van moeders familie had wortels in Marokko, dus aan het eind van het programma vertrok Jeroen met het vliegtuig naar Rabat, om daar meer uit de vinden over zijn roots. Hij stamt af van de familie Azulay, een familie binnen het joodse volk die bekend staat als rabbi’s en leraren.
Het leuke aan Verborgen Verleden is dat je meer te weten komt over een stukje geschiedenis van een land of een volk. In dit geval werden de Joden in Marokko belicht. Er zijn twee keer in de geschiedenis grote groepen Joden naar Marokko gekomen: de eerste keer 600 voor Christus (toen de tempel in Jeruzalem werd verwoest door Nebukadnezar) en de tweede keer in 1492, toen Isabella ‘de Katholieke’ in Spanje alle Joden en moslims dwong zich te bekeren tot het Christendom. Duizenden moslims en joden vluchtten toen naar Marokko.

Aan het eind van de uitzending constateerde Krabbé dat Nederland al eeuwenlang vluchtelingen heeft opgenomen en dat die vluchtelingen na een paar generaties volledig zijn geïntegreerd in de samenleving. Het Nederlandse volk bestaat voor een groot deel uit mensen die van oorsprong uit andere landen komen. In mijn familie zit ook een Duitse tak. En een Friese. Wie weet waar mijn voorouders helemaal vandaan zijn gekomen….. misschien waren het wel Vikingen! We zullen het nooit te weten komen, want zover kunnen we het niet terugzoeken.
Als dat wel zou kunnen zouden we bij Gerards familie denk ik uitkomen bij de hunebedbouwers.
Hij is namelijk 100 % Drents! (zie 30 september 2014 >>>) .

Hierbij een link naar de website van Verborgen Verleden >>>
Hier kun je de afleveringen die al geweest zijn terugkijken.

(* Dit is geen goed Nederlands maar onvervalst Drents: argens bijlangs kiek’n).

Reageren

25 oktober: ‘Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid’.

Vandaag ben ik jarig. Feest; geniet ik van! Hééél veel waarde op één dag.
Kaartjes van familie en vrienden, appjes, telefoontjes, cadeautjes en bezoek.
Maar wel druk: geen tijd voor een zeer uitgebreid blog.

Vorige week lag er op mijn bureau een ingepakt cadeautje met een briefje erbij.
Het briefje was geschreven door mijn duo-baan-collega Jacquelien:
“Beste Ada. Een verjaardagscadeautje van Ria (één van de managers voor wie wij werken, zij had vorige week vakantie), of ik wou zorgen dat je ‘m kreeg, bij deze. Heeft ze gevonden bij het opruimen van 

..... uit 1891 ....

….. uit 1891 ….

haar schoonmoeders huis en dacht: deze is voor Aaltje.
Er is 1 voorwaarde aan deze gift verbonden, Ria wil wel een keer iets uit het boek bij je komen eten. “

Vanmorgen pakte ik het uit: ik was was inmiddels wel erg nieuwsgierig wat er nou in zou zitten!
Het is de zeventiende geheel opnieuw bewerkte druk van “Aaltje” (Nieuw Nederlandsch kookboek)
Ondertitel: Aaltje, de volmaakte en zuinige keukenmeid.
Elke huishoudschool had in de negentiende eeuw haar eigen kookboek. Dit ‘Aaltje’ van Odilia Corver, 1e druk 1891,  is het eerste moderne kookboek dat in Nederland verscheen.
Odilia was de directrice van tijdelijke kookschool in Amsterdam in 1887.

Geschiedenis, Lezen & Koken; drie thema’s van mijn website verenigd in één boek. Deze Aaltje is er erg blij mee! Nu maar eens kijken wat ik voor de manager ga koken als ‘volmaakte en zuinige keukenmeid’……

Reageren

23 oktober: Levensboek voor mijn moeder.

Vandaag werd mijn moeder 85 jaar. Dit lustrum vierden we uitgebreid met een familiefeestje: kinderen, broer en schoonzus, zus en zwager en kleinkinderen.
Vanmiddag gingen we kegelen bij Kasteel Schortinghuis in Spier en daarna gingen we uit eten bij het wokrestaurant in Pesse.

levensboek-2Als kado hadden wij als kinderen voor mijn moeder een levensboek gemaakt. Af en toe schreef ik daar al eens over op deze website (zie 15 januari >>> en  3 februari >>>).
Het maken van dit boek heeft me ongeveer een jaar gekost. Aan de hand van een format dat ik vond op de website van Geriant heb ik mijn moeder geïnterviewd. (Inmiddels is dat al niet meer online beschikbaar. Je kunt voor meer informatie op internet zoeken met de termen ‘format – levensboek – vragenlijst’.)
In het begin had ze het idee dat ze vooral mij daar een plezier mee deed. Ze kon zich niet zoveel voorstellen bij het woord ‘levensboek’. Toen ik de eerste twee hoofdstukken klaar had printte ik ze uit en nam ze voor haar mee. Toen begon het voor haar pas te leven.

De zes hoofdstukken van het levensboek.

De zes hoofdstukken van het levensboek.

Het maken van dit boek heeft me veel gebracht. Door de soms onverwachte vragen hoorde ik verhalen die ik nog niet kende. Ik kwam er achter waarom mijn moeder altijd zoveel waarde hechtte aan kleding. Haar kinderen ‘moesten er netjes bijlopen’. Soms tot mijn grote ergernis: in de jaren ’70 kon mijn kleding vaak niet door mijn moeders’ beugel.
Nu weet ik dat zij het vroeger als kind zo arm had, dat er vaak geen goede kleren voor haar waren. Je ziet in het boek, dat ze mooie kleren draagt en er altijd uitziet om door een ringetje te halen vanaf het moment dat ze zelf ging verdienen en het geld niet meer thuis hoefde af te dragen.
Verder heeft ze niet zoveel op met dingen die zelf gemaakt zijn. Nu weet ik dat dat komt, omdat bij haar thuis heel veel zelfgemaakt werd, omdat men eenvoudigweg geen geld had om het te kopen. Zelfgemaakt is in haar ogen armoedig.
Het samenstellen van dit levensboek heeft mij veel geleerd over mijn moeders jeugd en heeft mij inzicht gegeven in haar levenshouding.
Op de foto hierboven zie je de zes hoofdstukken waaruit het boek bestaat; klik op de foto voor een vergroting.

We hebben het boek laten drukken bij NoordProof in Bedum.
11 exemplaren hebben we laten maken, ook één voor mijn broer en mij, één voor ieder kleinkind en één voor haar broer, haar zus en de zus van mijn vader. Vandaag was de feestelijke presentatie van ‘het boek van Fré’: ze was er maar wat verguld mee!
Om een idee te krijgen van hoe het levensboek er uit ziet: hierbij een link naar een PDF met de eerste pagina’s van hoofdstuk 3: ‘Getrouwd en een gezin: 03-kleine-impressie-hoofdstuk-3

Reageren

11 oktober: Een vleugje geschiedenis in Apeldoorn

Zondag waren Gerard en ik een dag in Apeldoorn bij mijn neef Jan en zijn vrouw Janny (zie 19 april 2015 >>>).
We genieten van elkaars gezelschap, praten elkaar uitgebreid bij over werk, ouders, familie, vakanties en andere wetenswaardigheden.
Heerlijk, zulke dagen. Koffie met iets lekkers, een hapje, een drankje en er wordt voor je gekookt. Lasagne in dit geval, het was weer lekker!

Als we daar zijn gaan we ’s middags meestal even wandelen als het weer het toelaat.
Dat was zeker het geval, dus kwam de vraag op tafel: “Waar gaan we wandelen?”
looIk had een verzoekje: in de paleistuinen rond Het Loo. Daar hadden we al eens eerder gewandeld en ik bewaarde er goede herinneringen aan.
En wat was het weer mooi! Wandelen in een koninklijke omgeving. Statige oprijlanen en oude, trotse bomen. We liepen achter Paleis Het Loo langs en konden even een blik werpen op de achterkant van het paleis en de fontein.

loo-2Tijdens onze wandeling kwamen we langs het kleine kerkhofje waar paarden en honden van de koninklijke familie begraven zijn; het eerste paard van Hare Koninklijke Hoogheid Wilhelmina, genaamd Hongaar, een hondje dat luisterde naar de naam Blackie, dat vind ik dan wel bijzonder. Een wandeling met een klein vleugje geschiedenis en een licht koninklijk sausje. Net iets voor mij, ik hou nou eenmaal van ‘de franje van Oranje’.
Verder hadden we geluk met het weer: de zon piepte af en toe even door de majestueuze bomen heen.

Sinds een paar weken heb ik op mijn telefoon een stappenteller en ik vertelde voordat we gingen wandelen dat ik een standje kreeg van mijn telefoon: “Stay active!”
Actief was ik bepaald niet geweest natuurlijk: alleen maar uitgebreid zitten kletsen met rode Martini enzo.
We liepen meer dan een uur en toen waren vooral de mannen benieuwd hoeveel stappen we nou gezet hadden, ze sloten er zelfs een weddenschapje op af. Het blijven mannen hè?  Zij dachten rond de 4000, maar het waren er 6500. Wat je zo al wandelend niet aan stappen wegzet! En calorieën verbrand, o.a. die van de Martini……

Reageren

30 september: Het klooster van Aduard.

Gisteren werd ik om half 10 opgehaald door een heer die Gerard bij de deur vertelde: “Ik ga vandaag met je vrouw op stap!” Gerard vertrok geen spier want hij kent die heer. “Doe je wel voorzichtig?” was het enige dat hij zei.
We hadden een team-uitje met de website groep van onze PKN-gemeente. Dat was in het 12-jarig bestaan van de groep nog niet voorgekomen. Dit uitje was een cadeautje voor Theo van Beijeren en zijn vrouw Aly ter gelegenheid van zijn afscheid in juni van dit jaar >>>.

aduardWe gingen naar Aduard naar het kloostermuseum St. Bernardushof. Eerst kregen we koffie met gebak, daarna leidde Hans Muskee, één van de gidsen, ons door het museum en het enige overgebleven onderdeel van het klooster: de ziekenzaal.  Onze gids bleek een bevlogen man een een aangenaam verteller. Hij beschreef de geschiedenis van het klooster: het is gesticht in 1192, het is heel groot en rijk geworden en het was het meest prominente klooster in Noord Nederland. Aduard was in de 14e en 15e eeuw een belangrijk intellectueel centrum, een plaats van samenkomst voor een geleerd genootschap en het had een bibliotheek van groot belang. Het is in 1594 teloorgegaan.

“Hoe kan zoiets moois, ouds en belangrijks nou verloren gaan!” vraag je je dan af. Dat kwam door de reformatie. Willem Lodewijk van Nassau, geholpen door zijn neef Maurits  (zoon van….) bevrijdde het Noorden van de Spaanse overheersing, daarna werd het katholicisme verboden. De bibliotheek werd verbrand en alle bezittingen van het klooster vervielen aan de provincie.
(waarom moet ik hierbij aan de letters IS denken…?)
De overgebleven monniken gingen naar het refugium aan de Munnekeholm in Groningen en stichtten daar later het Aduarder gasthuis >>>.

Ik hing aan de lippen van onze gids Hans. Daar had ik nog wel een halve dag aan willen hangen, maar er stond nog meer op het programma: een heerlijke lunch in  ‘Bitter en Zoet’ in Veenhuizen.
Wat een leuk team-uitje! Met teamleden die ook van geschiedenis houden; maar ook van ‘gezellig beppen en kleppen met een hapje en een drankje’. Ik hoop niet dat we dit maar eens in de twaalf jaar doen…..app

P.S. Hou je net als ik van geschiedenis en ben je benieuwd naar het klooster van Aduard? Ga dan naar de website van het kloostermuseum >>> en download de app.
Met die app kun je virtueel over het kloosterterrein en door de gebouwen dwalen.
Weest op uw hoede: website-collega Zwanny en ik zijn al verslaafd!

Reageren

31 augustus: Brand in de middeleeuwen.

Toen ik op de MAVO in Smilde zat kreeg ik het vak geschiedenis van meneer Huizenga.
Een rustige man die hield van zijn vak en die mooi kon vertellen.
Belangrijk bij een vak als geschiedenis.
Eén verhaal herinner ik me heel goed: Brand in de stad!
Huizenga vertelde  over de rampspoed die dat betekende voor zo’n stad in de Middeleeuwen. Bijna alle huizen waren van hout, dus als het vuur eenmaal om zich heen greep was er geen houden meer aan.
Paniek dus als er brand was.

streekmuseum in Doesburg

streekmuseum in Doesburg

Tijdens onze vakantie in de Achterhoek bezocht ik het kleine streekmuseum ‘de Roode Tooren’ >>> in Doesburg.
Het is altijd een verrassing wat zo’n klein museum brengt; soms is het bedroevend weinig, soms is het niet interessant, maar deze keer was ik aangenaam verrast. Klik voor meer informatie op de naam hierboven. In dit museum zag ik bovendien iets wat ik nog nooit had gezien: leren brandemmers. De kloosters hadden zulke emmers, de gildemeesters hadden er meerdere achter de hand en bijna ieder huishouden in Doesburg had zo’n emmer. Overal in de stad waren putten en er kon water uit de rivier de IJssel gehaald worden. Vanaf de waterbron werd dan een lange rij gevormd van burgers die de emmers doorgaven naar de brandhaard.
Als de brand was geblust was het natuurlijk zaak om je eigen emmer weer terug te vinden;

leren brandemmers

leren brandemmers

daarom versierden de mensen hun emmers met merktekens. Dat kon het teken van je gilde zijn of letters.

In Doesburg hadden ze een hele vitrinekast vol van zulke leren emmers!
Ik stond voor die kast en moest weer denken aan meneer Huizenga die de brandpaniek zo beeldend had beschreven. Wij logeerden in Doesburg in de binnenstad in een middeleeuws huis >>> met houten gebinten en een houten vloer; ik hoefde mijn fantasie niet eens heel erg te gebruiken om me er iets bij voor te kunnen stellen.

Reageren

Pagina 13 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén