Voor een zwanger nichtje breide ik een babybal. Je breit voor deze bal zes lange repen van dunne katoen op naald 2.5. Die stroken vlecht je op een ingewikkelde manier in elkaar, voor een beschrijving zie dit pdf.document: gevlochten gebreide bal
Omdat je de lange repen in tricotsteek breit krullen ze om, waardoor ze mooi stevig in de bal blijven zitten. In de bal zit een klein belletje.
Mijn brei- of haakwerkje neem ik altijd mee naar kantoor. Tussen de middag heb ik een half uur pauze, dan eet ik m’n broodje en brei of haak een paar toeren. Zo ben ik even achter het beeldscherm weg en praat ik over wat anders dan werk. Op dinsdag vroeg één van de dames aan mij wat ik maakte. “Een babybal” antwoordde ik en legde uit hoe het zat met de lange repen.
Op woensdag zat ik weer met de pennen onder de arm en nu vroeg een andere collega wat ik aan het maken was. Die had het dinsdag niet gehoord, want de groepssamenstelling is iedere dag anders. “Een babybal” riep collega Fred vanaf de andere kant van de tafel.
“Die repen gaat ze in elkaar vlechten, heel ingewikkeld ” vulde Jan aan.
“Met deze steek krullen de randen mooi om, dan zit het stevig” wist collega Rien te vertellen.
Drie mannen met verstand van breien. Ze klonken als Kwik, Kwek en Kwak.
Collega Menco had het met stijgende verbazing aangehoord, net als de rest van de aanwezigen. “Zo, jullie hebben gisteren goed opgelet!”
De mannen hadden dikke pret.
Knoetergezellig is het dan tijdens de lunch. Er wordt gelachen, geplaagd en gepraat. Het gesprek kwam van de babybal op breien voor jongens op de basisschool en daarna ging het over de voetbalwedstrijd van Oranje tegen IJsland. Daar hebben de mannen namelijk ook verstand van.