De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

26 mei: Kroketten of een gebakken ei?

Bij mijn concepten stond nog één blog over onze vakantie eind april in Westerbork.
Schoonzus Ali attendeerde ons destijds op de uitgezette tulpenroutes in Drenthe.
Eén van die routes was een fietsroute van 34 kilometer die o. a.  langs Zwiggelte kwam.  Vanuit het Timmerholt fietsten we naar een ANWB-paddestoel op die tulpenroute; na drie er kwartier fietsen hadden we nog geen tulp gezien,  maar hadden we al wel door kleine dorpjes/gehuchten gefietst langs mooie boerenerven met oude huizen.

In Hijken wilden we lunchen.  Bij de brug over het Oranjekanaal vonden we een etablissement; eenmaal binnen werden we welkom geheten door een vriendelijke Drent, die ons gelijk al waarschuwde dat hij ons niet veel bijzonders kon voorzetten. “De vrouw is even naar de winkel. Een kroket kan ik nog wel bakken en een ei ook nog wel, maar dan houdt het wel op”. Wij hadden daar geen moeite mee. Aan de stamtafel naast de Telegraaf en het Dagblad van het Noorden aten we een lekker broodje met twee kroketten. Geen flitsende ober,  geen hippe rap op de achtergrond,  geen carpaccio en clubsandwiches, maar gewoon een tube mosterd op tafel.

Aan het Oranjekanaal vonden we het eerste tulpenveld.  Mooi!  Je waant je in Noord Holland.  Toen fietsten we al in de buurt van onze vroegere woonplaats Hoogersmilde. We zwaaiden naar het huis van zwager en schoonzus op de route,  we fietsten een oud-collega van Gerard achterop en zagen een tijdje de contouren van de good old televisietoren aan de horizon .

Halverwege de fietstocht  kwamen we bij ‘de Tulpenpluktuin Drenthe’ in Brunsting. Daar was het een drukte van belang. Best een rare gewaarwording, want je fietst tijdens deze tulpenroute langs verkeersluwe wegen en fietspaden.  Een enkele auto en een paar trekkers kruisten ons pad.  (klik op de foto voor een vergroting) . Wij lieten de tulpen mooi  in hun tuin staan, maakten foto’s van de uitgestrekte kleurige tulpenvelden en zochten Casa Grada weer op.  We zaten nog even in de zon aan het water en sloten onze april-vakantie af met een etentje in buffet restaurant Warrel in Westerbork.

“Morgen weer naar huis” verzuchtten we na het eten bij een kop cappuccino.
“Ja. En volgende week weer aan het werk. ”
Maar we bleven niet zuchten hoor.
De ervaring leert dat je de draad zo weer oppakt en dan ook wel weer geniet van ‘gewone’ dagen.
Immers : a normal day is a lucky day!

Naschrift: de tulpenroutes kon je rijden tot 6 mei.
Als je daar nu rijdt zijn de tulpen allemaal gekopt.
Maar volgend voorjaar zijn ze er weer.
Hierbij een link naar de website ‘Tulpenpluktuin Drenthe’, daar vind je alle benodigde informatie.

Reageren

25 mei: Ze weten niet wat ze doen.

Deze week was ik op zoek naar een specifiek liedje van Jules de Corte: ‘Kruip maar in je slakkenhuis’.
Daar hoorde ik een flard van in het zondagmorgenprogramma ‘Andermans veren’ op Radio 5.
Wat ik hoorde raakte me, maar we zaten in de auto en ik kon het niet helemaal goed volgen.
“Thuis zoek ik het wel even op” dacht ik.
Toen ik ging zoeken op internet zag ik dat ze die ochtend een eigen opname van iemand hadden gedraaid.
Niet te vinden op Spotify, niet te vinden op internet.
Hmm.
Op dit blog dus geen rechtstreekse link naar het lied, maar een link naar de uitzending van Andermans Veren op 15 mei.
Het bewuste nummer vind je op 26 en een halve minuut vanaf het begin.
Bij de afkondiging na ‘de flard’ zei presentator Kick van der Veer: “Wat een profetische blik had die man toch!”

Zoekend naar voornoemd nummer vond ik, zoals zo vaak, iets anders.
Het was een videoclip met beelden van deze tijd, gemonteerd bij het lied ‘Ze weten niet wat ze doen’ van Jules de Corte.
Het is een video die verwart en aan het denken zet.
Hiervan heb ik wel een rechtstreekse link: hierbij een link.

Reageren

24 mei: Ik pak eerder de krant….

Afgelopen zondag ging er een gastpredikant voor in onze kerk: Eelkje de Vries, vroeger lid van onze gemeente.  Fijn om haar weer even te zien, te spreken én  te horen.

Ze begon haar overdenking met een zin,  uitgesproken door een 90jarige man uit haar huidige gemeente. Met een schuldbewust lachje had hij gezegd: “Ik pak tegenwoordig eerder de krant dan de bijbel.” De voorganger vond dat heel herkenbaar. Onze leefomgeving en ons dagelijkse en zondagse leven zijn wel heel erg veranderd ten opzichte van vroeger. Ook ik pak eerder de krant; niet dat ik daar heel blij van wordt,  maar je kunt je ook niet onttrekken aan wat er allemaal in de wereld gebeurt.

Als je me  vraagt naar wat me bij zal blijven van deze zondagmorgen, dan zijn dat niet de mooie liederen die we zongen (waar ik overigens wel blij van werd)  en ook niet iets anders uit de kerkdienst, maar een gesprekje na de viering. Eigenlijk werd dat gesprekje pas gevoerd na het koffiedrinken met de fiets al aan de hand.  Ik kwam aan de praat met Margreet die vertelde over haar kleinkinderen. Die moeilijke vragen stelden.  “Als er zoveel eeuwen al mensen naar de kerk gaan, waarom zien we daar dan zo weinig van in de wereld?”
Als antwoord had Margeets man HarmJan een verhaal verteld; daarvan geef ik nu een verkorte versie. Wat gebeurt er als je een theezakje in een groot meer houdt?  Dan wordt het water er omheen een beetje bruin. Als je het zakje daarentegen in een theekopje met water houdt,  ontstaat er een geurig kopje thee.  Dus als je de zaken klein houdt heeft het meer effect.  Dat is de kracht van de kerk: de kracht van het kleine.

Even terug naar de viering.
Zondagmorgen waren er een aantal gemeenteleden in de kerk die we al heel lang niet meer hadden gezien.  Het was mooi om te zien hoe blij ze werden begroet door andere gemeenteleden: “Fijn dat jullie er weer bij zijn, we hebben jullie gemist!”
Over die verbondenheid ging het ook in de overdenking. Te midden van alle kwaad waarover we lezen in de krant, alle boosheid en machteloosheid zijn we als gemeente verbonden met elkaar, met God en met de geest; onze opdracht is heb lief, doe recht en behoud het goede.  In het licht van dit blog: zet kleine kopjes thee. Veel kopjes vormen samen een meer.

Reageren

23 mei: Iedereen heeft wat.

Het valt mezelf op dat in deze periode veel blogs gaan over dingen die twee jaar niet gekund hebben.
In coronatijd zagen we eigenlijk alleen onze ‘innercircle’, de bredere kringen van ons netwerk zagen we niet of nauwelijks.
“De Havenstappers’ is ook zo’n groepje.

De wagen ‘Ik heb een tante en een oom, die wonen in een eikenboom…’

Zo’n dertig jaar geleden bouwden wij met elkaar aan een praalwagen voor de Rodermarktparade waar de kinderen van groep 1 en 2 van basisschool ‘de Haven’ op zaten.
Een simpel rekensommetje leert dat die kinderen nu halverwege de dertig zijn.

De laatste keer dat we elkaar zagen in deze samenstelling was in november 2019; toen spraken we af dat we elkaar in november 2020 weer zouden spreken. Nettie en ik zouden het organiseren en we zouden een pubquiz doen.

De rest is geschiedenis, we zagen elkaar dus drie jaar niet; afgelopen zaterdag kon en mocht het weer.
Toen Nettie en ik bij elkaar zaten om te bespreken wat we zouden gaan doen kwamen we tot de conclusie dat het goed zou zijn om ruimte te maken voor het onderwerp ‘Hoe is het nu met iedereen’. Van te voren vroegen we de groepsleden of ze per echtpaar in de kring iets wilden vertellen over de gebeurtenissen in hun leven de afgelopen drie jaar; een ‘rondje’ dus, zoals je ook wel eens doet bij wijze van kennismaking in een groep van mensen die elkaar niet kennen.

Achteraf bezien was dat een heel goed idee.
Als iedereen in de kring zijn/haar verhaal vertelt, hoef je het niet 10 keer te vertellen in de afzonderlijke gesprekken.
We waren te gast bij Nettie en Harm aan de Brink. Voor mensen die in deze omgeving bekend zijn hoef ik niet uit te leggen hoe fijn wij daar met elkaar in de tuin zaten, maar even voor het beeld: je zit daar pal naast de middeleeuwse Catharinakerk, omringd door oude bomen. Aan de andere kant grenst hun tuin aan landgoed Mensinge.
We praatten zo weer met elkaar verder, alsof er geen drie jaar tussen zat.
Van de gastheer/vrouw kregen we een rondleiding door hun prachtig verbouwde huis; toen iedereen er was en een glas had begonnen we met het rondje.

Op onze leeftijd heeft iedereen wel wat.
We hoorden verhalen over ziekte en verdriet, maar ook over verbouwingen/verhuizingen, werk en/of pensioen, de zegen van het hebben van kleinkinderen en het genieten van vakanties en feesten.
Eén stel bijvoorbeeld was er zaterdagmiddag niet bij omdat hun dochter dit weekend trouwde in Italië.
Toen er 5 stellen nog niet aan het woord waren geweest moesten we al opbreken uit de tuin aan de Brink, want we hadden om 19.00 uur een buffet geregeld in het Wapen van Drenthe aan de overkant.
De rest van de verhalen hoorden we daar.
Wat heb ik er uit gefilterd?
Niemand komt ongeschonden door het leven, koester de momenten waarop het goed gaat.

De pubquiz bewaren we voor een volgende keer.

Als je meer wilt lezen over onze belevenissen met de ouders van basisschool ‘de Haven’: hierbij een aantal links naar voorgaande blogs.
De Rodermarktparade uit 2014
Hoe het begon:   Havenstappers  uit 2015.
Bezoek aan Verhildersum mei 2016.
Limmericks maken: ‘Het havenstapclubje uit Roden’ uit mei 2017
Een etentje bij ‘Kom maar binnen’: Twee-derde niet uit november 2018
Een blog over de begrafenis van Klaasje ‘Stil en verdrietig zijn we’   uit november 2019.
Een film in ‘het Rode hert’ Eye in the sky’ uit november 2019.
Bijpraten na Corona en een buffet in het Wapen van Drenthe ‘Iedereen heeft wat’  uit mei 2022.
Een stadswandeling in Groningen Filistijnen in de bus uit september 2023.
Niet voor mannen : met de Havenstappers op familie bezoek aan Tante Til in Enumatil uit september 2024.

Reageren

22 mei: Bij ons in de tuin.

Af en toe kwamen op deze website verhalen voorbij van Frits, de kat van Carlijn en Wim.
Sinds 2019 woonde hij, naar volle tevredenheid van beide kanten, bij hen.
Afgelopen vrijdag ging het ineens heel slecht met Frits, hij had ernstige blaasproblemen.
Ze hebben er voor gekozen om hem te laten inslapen, maar hebben hem eerst nog een dag bij zich gehouden.
Nog even verwend, gekoesterd en gekriebeld, maar op het laatst wilde hij zelfs dat niet meer.
Toen Carlijn huilend opbelde om te vertellen dat ze Frits gingen verliezen vroeg ze of hij bij ons in de tuin begraven mocht worden.
Tuurlijk.
Daar liggen ook de cavia’s van vroeger (Frouwke, Pukkie en Alegro), de ratjes Amy en Lientje en miss Pickle Snitch Mc Nibbels, de hamster van Frea en Jon.

Je kunt zelf niks met katten hebben en toch samen met je kind erg verdrietig zijn om het verlies van hun kat.
Zaterdagmiddag kwamen ze met Frits in zijn mandje bij ons.  Hij lag er vredig bij; ze hadden wat gipskruid om hem heen gedrapeerd.
Carlijn vertelde dat het laatste spuitje niet eens nodig was geweest, na het roesje van de verdoving had het hartje al niet meer geklopt.
Frits ligt begraven tussen de perenboom en de appelboom. Carlijn had zijn naam in een klein, houten schijfje gebeiteld, dat ligt nu tussen wat steentjes in de zwarte aarde.

Ze zagen er tegenop om weer naar huis te gaan.
Het zal in het begin leeg zijn zonder de altijd aanwezige kat.  “Ontbijt zonder Frits! Ik kan het me gewoon niet voorstellen…”
Goed om zo afscheid te nemen van een geliefd huisdier.
Ze hadden Wims vader gevraagd om een mooie foto van Frits voor hen te printen, die krijgt een mooi plaatsje  in hun huis.
De tijd zal het gemis verminderen; Frits wordt een mooie,  gezamenlijke herinnering.

Hieronder vier links naar verhalen over Frits die eerder op deze website te lezen waren:
We maken kennis met Frits, een blog uit 2019.
Een link naar het blog ‘Kater’ ook uit 2019. Daarop vind je een leuk filmpje van Frits, verstopt in een keukenkastje.
Carlijn en Frea schreven in 2021 een duoblog over hun katten onder de titel ‘Frits, Sam & Tobi’
In de zomer van 2021 aasde Frits op de jonge bonenplantjes van Carlijn. Een blog onder de titel ‘Probeem, maatregelen,,,,,schaakmat uit 2021.

Reageren

21 mei: De schone zussen en de leesbril.

Gerard komt uit een gezin van 7 kinderen, dus aan de Waninge-kant heb ik 6 schoonzussen.
Het is de bedoeling dat we één keer per jaar een ‘schoonzussendag’ organiseren.
De laatste keer was in 2018.
Ziekte, overlijden van Jan, corona: we planden ieder jaar wel een dag, maar het kon steeds niet doorgaan.

Donderdagmiddag zagen we elkaar weer met z’n zevenen.
We zouden naar Dwingeloo om daar te wandelen en een terrasje te pakken en daarna zouden we gaan eten bij de Chinees aan de Dieverbrug.
Toen we nog bij schoonzus Ali in de tuin zaten aan de koffie/thee met haar onvolprezen aardbeien-monchou-taart begon het al te regenen.
“Wij kunt niet hen Dwingel” zoveel was wel duidelijk.
We namen alles mee naar binnen en zetten ons geteut voort; we zitten nooit verlegen om onderwerpen.

Wie onze familie een beetje kent weet dat we dol zijn op spelletjes; toen iemand opperde of we niet een spel konden doen kwam Ali met “Ik hou van Holland’ aanzetten.
O man, wat hadden we het leuk.
Het aangename bij zo’n spel is dat ik ondertussen gewoon kan breien.
Het voorlezen van de vragen viel niet altijd mee; kleine kaartjes, kleine lettertjes.
Ali had nog wel ergens een leesbril liggen, toen konden de vragen door iedereen voorgelezen worden.
Toen de dobbelsteen even onvindbaar was (lag achter een glas) werd al weer gevraagd: “Bril hebben?”

Bij het spel zit ook een CD. Soms moet je een Nederlands lied aanvullen, daarbij moet je dan een track van die CD laten horen.
“Hebben jullie wel een CD-speler?”
“Ja, een klein combiding, van moe nog.”
Er werd nog even gememoreerd dat mijn schoonmoeder daar indertijd helemaal niet handig mee was, maar even later bleek dat ook wij hem niet aan de praat kregen.
Er werd aan stekkers en kabels getrokken, op knopjes gedrukt, maar er gebeurde niks.
Andere schoonzus zei: “Laat mij eens kijken”. Die had de leesbril nodig om te kijken waar de knopjes voor waren, maar ook toen hoorden we alleen maar geruis.
Toen weer een andere schoonzus zich ermee bemoeide tetterde Tol Hanse ineens keihard door de kamer: “WAAR TER WERELD IK OOK KWAM, NERGENS TROF IK ZO EEN BENDE……”, waarop weer een andere schoonzus het hele lied voor ons zong. Maar daar verdiende ze geen punten mee. We moesten track 31 hebben.
Lang verhaal kort: track 31 hebben we niet gevonden; we lazen wel een vraag voor waar de CD niet bij nodig was.

Moeiteloos zou ik nog een blog kunnen vullen over deze middag, maar ‘what happened in Geeuwenbrug stays in Geeuwenbrug’ dus ook de rijstebrijbergen en de jeneverstokerijen in 1880.

….van alles proeven….

Toen we aan het eind van de middag bij de Chinees zaten hadden we geen leesbril meer nodig.
We hebben de menukaart niet eens gezien, want de ober stelde voor om een ’tafelbuffet’ te maken, zodat we van alles konden proeven.
Een prima afsluiting van een heerlijke schoonzussendag!

Hieronder vind je nog twee links naar blogs over voorgaande schoonzussendagen:
Juni 2018: Alle schoonzussen op bezoek in Roden.
Januari 2017 Een verslag van onze zelfgemaakte ‘de Boeren-Hightea’

Meer weten over het spel Ik hou van Holland?
Lees dan dit blog uit 2016 over een avond waarop we dit spel deden met de vrienden.

Reageren

20 mei: Lezer van de maand – Jan Meems

Hoe kennen wij elkaar?
Ada is een nicht van mij. We zijn leeftijdsgenoten en zien en spreken elkaar al jarenlang elk halfjaar. In het najaar gaan wij (Janny en Jan) naar Roden en in het voorjaar komen Ada en Gerard bij ons in Epe.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik zag het levenslicht op 9 juni 1961 in Weesp. Daar heb ik geen herinneringen meer aan. Mijn zus en ik werden namelijk al in mijn geboortejaar ‘onder de arm genomen’ om mee te gaan met het werk van mijn vader naar Emmeloord in de Noordoostpolder.

Verliefd, verloofd, getrouwd?
Alle drie 😉 In 1977 verliefd geworden op Janny, in 1980 verloofd op het uiterste puntje van de Scheveningse Pier en in 1983 (een paar maanden later dan Ada en Gerard) getrouwd.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Ik geniet nu elke dag van de wijsheid en ervaring die ik in de afgelopen 60 jaren heb mogen opdoen. Het geeft mij vervolgens veel energie (en dagelijks een glimlach op mijn gezicht) om deze nu te delen bij en met organisaties met een maatschappelijke opdracht.

Dat doe ik enerzijds als toezichthouder bij een organisatie in de ouderen(verpleeghuis)zorg, een organisatie voor mensen met verstandelijke beperking en bij een woningcorporatie. Daarnaast werk ik drie dagen in de week als adviseur van en voor de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Siza op het gebied van risicomanagement en naleving wet en regelgeving. Siza, gaat bij velen nog meer leven als ik vertel dat Het Dorp (geldinzamelings actie van Mies Bouwman in de jaren ‘60) een van haar 150 locaties is. Siza ondersteunt mensen met een beperking of een niet aangeboren hersenletsel een eigen leven te leiden.

Wat wil je graag met de lezers delen?

Graag maak ik jullie deelgenoot van mijn ‘geheime hobby’: zwerfafval opruimen.
Toen mijn nicht Ada mij een paar maanden geleden vroeg of ik een keer een bijdrage wilde leveren als gast-blogger hoefde ik daar niet lang over na te denken.
Natuurlijk wilde ik dat.
Ik wist ook gelijk waarover deze dan zou gaan, namelijk over mijn ‘geheime hobby’: zwerfafval opruimen.

Hoe het allemaal begon.
In het voorjaar 2020 zijn mijn vrouw en ik – als net nog geen zestigers – verhuisd van Apeldoorn naar het buurtschap Wissel midden op de Veluwe, net even buiten Epe.


Vanuit ons appartement lopen we zo de bossen in en even verder de hei op. (klik op de foto’s voor een vergroting). De dagen werden toen nog gedomineerd door corona en werken deden we vanuit huis.
Om de dag wat te breken liep ik 2, 3x per dag een rondje.
Tegelijker tijd een pracht gelegenheid om onze nieuwe woonomgeving te ontdekken, met de Natura 2000 gebieden het Wisselse Veen en de Tongerense Heide om de hoek.

Al snel werd mij duidelijk dat ik niet de enige bezoeker van deze omgeving was.
Ik stond namelijk versteld van de vele rommel die ik onderweg tegen kwam: een spoor van blikjes, chips zakken, plastic flesjes, peuken, papieren zakdoekjes en in de loop der tijd steeds meer en vaker … mondkapjes.
Alles wat een mens blijkbaar zo maar van zich af gooit als dat ongezien kan….
Een doodzonde voor dit prachtige natuurgebied. Kortom: een nieuwe hobby was geboren. Zwerfafval opruimen. Ik werd een ‘trashhunter’.

Het leven van een ‘trashhunter’
Natuurlijk staat de wandeling en het genieten van de natuur centraal.
De natuur die zich laat tekenen door de seizoenen en van zich laat horen door haar onmiskenbare geluiden.
Een ‘trashhunter’ heeft zichzelf voorzien van een paar stevige stappers en een jas, waarmee je niet zomaar vast komt te zitten aan de tentakels van een bramenstruik of de stekels van de jeneverbes. Daarnaast heeft hij/zij zichzelf gewapend met een afvalprikker (vuilgrijper) en een stevige grote shopper-tas (of een stevige plastic zak in een vuilniszakhouder).

Al spiedend van links naar rechts volg je je vooraf gekozen pad naar glinsteringen en onnatuurlijke kleuren, vormen en materialen. In de berm, onder struiken, langs oevers of wellicht zelfs in de sloot tref je aan waarnaar je op jacht bent: plastic, glas, papier en karton, etc., etc. Alles wat niet van nature thuis hoort in die groene omgeving waar je op dat moment loopt.

En weet je wat nog het leukst is, je geniet niet alleen zelf van je actie, ook anderen kunnen het waarderen. Goedkeurende knikjes en een brede glimlach van voorbij rijdende fietsers, een compliment van een buurtgenoot die zijn hond uitlaat tot zelfs aan tot stilstand komende auto’s toe, waarvan vervolgens het raam omlaag gaat en een mevrouw je hartelijk toeroept ‘meneer, wat goed dat u dat doet. Een pluim voor u’.

En als je dan aan het eind van je wandeling je volle shopper weer ‘gescheiden’ leeggooit in de groene, oranje en grijze kliko kan natuurlijk je dag niet meer stuk.
Met een glimlach op je gezicht ga je dan weer verder met je ‘thuiswerk’, zo nu en dan in gedachten afdwalend naar het ommetje wat je morgen gaat maken op jacht naar zwerfafval.

Enkele wetenswaardigheden over (het opruimen van) zwerfafval:

– Wist je dat veel gemeentes gratis een prikstok en een vuilniszakhouder ter beschikking stellen? Vaak hebben ze voor kinderen een kleinere versie beschikbaar. Vraag het maar eens na bij je eigen gemeente.
– Vind je het leuk dat ook je (klein)kinderen meegaan? Enthousiasmeer ze dan door een Priksafari te organiseren. De kids zijn dan gewoon ongekend lekker bezig met van alles en nog wat. Je speurt samen naar zwerfafval, deelt elkaars vondsten en ze zijn intussen op zoek naar hutten en vooral heel veel klimbomen.

De ingrediënten voor een te gekke priksafari:

  • Prikstok + houder + vuilniszak
  • Bolderkar (handig om een volle zak in te zetten of wat zwaardere spullen)
  • Handschoenen voor als ze echt iets smerigs of gevaarlijks (accu’s) tegenkomen
  • Genoeg water
  • Wc-papier (voor als er eentje echt nodig moet)
  • Laarzen (want we duiken ook alle bosjes in)
  • Kleren die lekker smerig mogen worden van het boompje klimmen
  • Camera voor het vastleggen van de mooie momenten en natuurvervuiling
  • Wat lekkers voor een heerlijke picknick tussendoor

De duur dat zwerfafval vergaat:

  • Klokhuis van een appel: twee weken
  • Bananenschil: zes maanden
  • Sinaasappelschil: 2 jaar
  • Kauwgom: 20 tot 25 jaar
  • Chips zak: 75 jaar
  • Bier/frisdrank blikje: 200 jaar
  • Plastic PET fles: 500 jaar
  • Batterijen: nooit

En … heb ik er een collega ‘trashhunter’ bij?
Welkom bij de (jacht)club!

Reageren

19 mei: Polyfonie.

Het is alweer gewoon geworden: op dinsdagavond cantorij-repetitie.
In deze weken zijn we druk bezig met het instuderen van de liederen die we zingen op 1e Pinksterdag.
Onze cantor Carel is een ambitieuze jonge man die vindt dat we de lat niet te laag moeten leggen.
Hij studeert aan het Prins Claus Conservatorium en had bedacht dat hij voor het pinksterfeest zelf een stuk ging schrijven.
Het begint met een couplet in het Latijn, daarna een deel in het Duits en het laatste stuk wordt gezongen in het Nederlands.
Zingen in tongen én talen!
Hij stuurde ook gelijk maar oefen-files mee, want het zingt niet gemakkelijk zo maar weg.
Pittig hoor.
Het stuk zingen vinden wij al lastig: hij heeft het nota bene zelf geschreven!
Wij mogen als cantorij onze handjes dichtknijpen met zo’n enthousiaste jonge gast als dirigent.

Verder heeft Carel ons nog ‘een uitdaging’ aangereikt: If Ye Love Me, Keep My Commandments vanThomas Tallis.
Een Engels muziekstuk waarin alle partijen door elkaar heen zingen.
Past ook goed bij de talen en tongen van Pinksteren.
“Dat heet polyfonie” “legde hij ons uit.
“Meestal zingen wij homofoon, dat is als iedereen tegelijk dezelfde woorden zingt maar met andere noten.”
Toen wij na het doorzingen van de verschillende partijen het stuk in zijn geheel probeerden te zingen was het polyfonie noch homofonie: het klonk als kakafonie.
Carel blijft optimistisch en was al blij dat we tegelijk eindigden.
Het goede nieuws is dat we nog een aantal weken te gaan hebben.

Het is alweer gewoon geworden, schreef ik in de eerste zin van dit blog.
Dat neemt niet weg dat ik meer dan voorheen geniet van het zingen met elkaar.
Toen ik begin deze week op het nieuws hoorde dat we in de herfst weer rekening moeten houden met nieuwe lockdowns dacht ik als eerste aan de cantorij en de kerkdiensten.
Het zal toch niet weer….
Andere jaren stoppen we al met de cantorijrepetities na Pinksteren, maar we zijn nog gevraagd voor een kerkdienst op 3 juli.
Fijn; dan zingen we nog even door!

Reageren

18 mei: Eén woord, 21 letters.

Gisteren schreef ik een blog over een drietal 50+vrouwen bij Saar.
Zelf ben ik  60+ en als je ouder wordt gaat de rek er wat uit: de huid gaat rimpelen, het lichaam wordt minder soepel en ik vind mezelf steeds vaker in de wachtkamer van de huisarts.
Ook deze week was ik weer aan de beurt. Gistermorgen zag ik niet de huisarts maar de bekkenfysiotherapeute.
Eén woord, 21 letters.

Daar zat ik om advies te krijgen in het trainen van mijn bekkenbodem.
Met welke bekende overgangsklacht ik daar heen ging laat zich misschien wel raden, ik heb immers drie kinderen gebaard.
Om te voorkomen dat het erger wordt had ik bij de huisarts een verwijzing naar deze fysiotherapeute aangevraagd: wat kan ik zelf doen?
Het trainen van je bekkenbodem doe je door je bekkenbodem aan te spannen en weer te ontspannen.
Door dat regelmatig te doen wordt die sterker en krijg je er meer grip op.

Het advies was: iedere dag op 2 momenten trainen.
Omdat ik iedere ochtend al yoga/pilates-oefeningen doe valt één keer al goed in te passen in de oefeningen-serie.
Dan is het de bedoeling dat ik korte aanspan-oefeningen ga doen (steeds 3 seconden aanspannen en weer loslaten)
Op het andere moment op de dag train je dan op duurkracht, dan begin je bij 10 seconden en probeer je uiteindelijk na weken trainen je bekkenbodem 30 seconden aangespannen te houden.
Gistermiddag gelijk maar begonnen; het viel me nog niet mee. Je moet namelijk ook ontspannen blijven ademhalen…….

En mannen: mochten jullie nou denken: “Wat een vrouwenpraat, niks voor mij”, bedenk dan dat ook alle mannen een bekkenbodem hebben die de boel daar in je onderbuik op zijn plaats houdt.

De fysiotherapeute gaf me nog een tip: download de app ‘Bekkenbodem’ van het Profundum Instituut.
Als je op deze link klikt kom je op hun website, daar vind je alle mogelijke informatie over je bekkenbodem.
En heren, er is zelfs een aparte pagina met informatie over ‘specifieke klachten mannen’. Doe er je voordeel mee.
De app vind je in de app-store van Google of Apple  op je computer, tablet of telefoon.

Wat ik wel al weet: de klachten zullen er niet door verdwijnen.
Hooguit iets verminderen.
Je wordt ouder, mama.

Reageren

17 mei: Gooise vrouwen.

Bij de online versie van het tijdschrift Saar hoort sinds maart van dit jaar een podcast. Drie vrouwen die hun sporen al ruimschoots verdiend  hebben in de bladenwereld zitten met z’n drieën aan tafel en bespreken wekelijks  de toestand in de wereld van de 50-plus vrouw. Vanaf het begin volg ik die podcastserie en het is erg vermakelijk.  De dames nemen geen blad voor de mond, zijn niet altijd politiek correct, roddelen, zijn openhartig over hun eigen leven en delen in de rubriek hekeligheden met ons waar ze zich aan ergeren.
Hierbij een link naar hun website.

11 afleveringen zijn er nu geweest.  Daar heb ik om gelachen, om gehuild en me vreselijk aan geërgerd. Een van hen ging om lollig te doen een Twents accent nadoen.
Dat kwam de dames op veel  kritiek te staan; ze hebben beloofd dat ze dat nooit meer gingen doen. Eén van de vrouwen, Els Rozenbroek, heeft kanker en deelt vrijmoedig alles wat haar overkomt; ze heeft niet zo heel lang meer te leven, maar blijft optimistisch. Eén aflevering was ze te zwak om bij de opnames te zijn, toen zag het er echt even niet goed uit,  maar de volgende keer zat ze er weer bij te kletsen en te giebelen alsof er niets aan de hand is. Respect en bewondering voor de manier waarop ze dat doet.
Maar diezelfde Els zegt een kwartier later weer de vreselijkste dingen met een dedain waar ik haast een emmertje bij nodig heb voor de braakneigingen.

Els en haar tafelgenoten zijn Gooise vrouwen die helemaal niets hebben met vrouwen zoals ik.  In hun ogen ben ik niet eens een volwaardig lid van de maatschappij omdat ik parttime werk;  ik heb ‘een baantje’. Dat vinden de dames niet goed, je mag nooit en te nimmer afhankelijk zijn van een man.  Verder spreek ik Nederlands met een Drents accent. Ha ha!
Tengevolge van ‘het baantje’ doe ik mijn eigen huishouden en heb ik dus geen werkster nodig.  Zij wel.  De verhalen daarover waren werkelijk hilarisch, dat dan weer wel.

Verder kook ik nog gewoon zelf kruimige aardappels* .  Voor hen kom je dan uit een ander tijdperk,  want “niemand kan tegenwoordig nog lekkere, kruimige aardappels koken. Mijn oma vroeger, die kon dat nog!” Zie je mij zitten met mijn oortjes in? Bij iedere aflevering heb ik de neiging om te reageren. Dat heb ik nog nooit gedaan en dat ga ik ook niet meer doen, want na elf afleveringen weet ik dat dat niet zinvol is.

De podcast geeft een mooi inkijkje in een wereld die ik niet ken. Bij een aflevering over botox en fillers bijvoorbeeld geloofde ik mijn oren niet. En het ongebreidelde gebruik van schuttingwoorden is kennelijk ook voor 50-plus vrouwen heel gewoon.  Ik hoor het aan en denk er het mijne van.  Lachen,  huilen en ergeren, daar laat ik het bij voor wat betreft de  Gooise  vrouwen; ik hou het bij mijn eigen, vertrouwde netwerk van Drentse en Groningse vrouwen.

*Sterker nog: Gerard verbouwt zelf aardappels in onze moestuin……

Naschrift. Els is inmiddels opgenomen in een hospice. Zelfs van daaruit werkt ze mee aan de podcast.
In juli schreef ik daarover een blog, hierbij een link: Els vertelt over haar naderende dood.

Reageren

Pagina 125 van 396

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén