De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

11 maart: Niet mopperen.

Naast het telefoon-dieet dat ik op mezelf toepas in deze veertig-dagen-tijd let ik deze week nog op iets anders: ik heb mij voorgenomen om een week niet te mopperen.
Zondag was de eerste dag.
Zondagmorgen in de kerk zongen we veel coupletten van één lied.
Bijna wou ik tegen Gerard fluisteren: “Wat weer veel coupletten!” toen ik bedacht dat ik dat niet zou doen.
En zo ging het eigenlijk de hele week. Maandagmorgen op weg naar mijn werk zat ik achter een tractor en voor het Julianaplein was er file.
Niet over geklaagd bij mijn collegas.
Maandagavond gooide ik wat schillen in de container buiten; het was koud en het regende. Niets geroepen over ‘pokkeweer’.

Op weg naar de bachelor-uitreiking op de universiteit in hartje Groningen stonden werkelijk ALLE stoplichten op rood.
En op de terugweg ook.
Ik nam nog maar een suikervrij dropje en bezat mijn ziel in lijdzaamheid.

Dinsdagavond was er een vooraankondiging van onderwerpen voor een nieuwsrubriek: “Nu alvast een waarschuwing, de teken komen er weer aan!”
“Ja hoor, waar moet je het anders….”o nee. Niet mopperen.
Woensdag was het internationale vrouwendag.
Op Radio 5 hoorde je de hele dag alleen maar muziek en zang van vrouwen.
Ik lag nog ik bed en zei: “Wat een flauwekul, waarom …. ” oeps.
Na een uur was ik er trouwens al flauw van, maar dit terzijde.

Ik beschouw mezelf als een redelijk optimistisch mens en vind mijzelf ook niet echt een mopperaar.
Maar dat beeld klopt dus niet helemaal.
Net als onze dominee Sijbrand van Dijk kan ik over mijzelf zeggen: “ik ben nogal een vinder’.
Er zijn heel veel dingen waar ik iets van vind.

Wat heb ik van deze week geleerd?
Ik ben er achter gekomen dat ik mijn mening niet met de hele wereld hoef te delen; ik mag het ‘vinden’ wel wat meer voor mezelf houden.
Misschien vindt een ander wel iets anders.

Reageren

10 maart: Een brief.

Gistermorgen lag er een brief op mijn deurmat.
De brief was geschreven door iemand die ik niet kende, maar die wel iets met mij wilde delen, omdat ze mij wél al een beetje kent.
Als je een dagelijks blog schrijft weten je lezers veel van je, vooral als je al jaren meeleest.
Wat was er aan hand?
Het was een lezeres uit Gouda die na het zoveelste blog waarin ze zelf dingen herkende had gedacht: “En nu ga ik haar schrijven”.

WAT LEUK!
Ik las de brief en toen ik hem uit had stond ik te blozen.
Natuurlijk krijg ik meer reacties op mijn blog: in de kantlijn van deze website zie je de 5 laatste reacties en ik hoor ook regelmatig wat terug via mijn ‘netwerk’: mails, apps en gewoon mondeling.
Via de ‘analytics’ van deze site kan ik zien hoeveel mensen meelezen en ik verbaas me vaak over dat er ook lezers zijn in andere delen van het land.
Mensen in Limburg, Brabant, Rotterdam, Amsterdam: voor hen zal mijn geschrijf beslist minder herkenbaar zijn, vooral als ik in mijn eigen streektaal, het Drents schrijf.
En nu dus een brief.
Deze mevrouw heeft roots in Hoogersmilde en is net als ik geboren in 1960.
Dan zaten we misschien wel bij elkaar op de kleuterschool bij juf Idzerda in de klas!
Ook ging zij als kind naar de Hervormde Kerk in Hoogersmilde en bezocht ze vaak het zondagschoolkerstfeest.
Misschien luisterden we wel samen naar het spannende kerstverhaal van Roel0f Hoeks over ‘de wolven in de kerstnacht‘…..

Ze was door een toeval op mijn website terecht gekomen; ik citeer even een stukje.
‘Toen Ds. Sijbrand van Dijk naar Roden vertrok stond er bij zijn intrede een stukje met een link (of zoiets) naar jouw blog (zie: Korenaren en koeienstaarten uit 2019). Sindsdien volg ik dat, dus met heel veel plezier.
Elders de brief vertelt ze: “Ik geniet altijd enorm van jouw stukjes van ‘de Waarde van de dag, vooral die over ‘de Smilde’ en je verhaaltjes in het dialect. Echt een beetje jeugdsentiment en nog heel herkenbaar, zoals over de Vivo, de televisietoren en gisteren het Warenhuis VanderVeen, ik ben er heel wat keren met mijn moeder, tante en oma geweest!”

Ze besluit haar brief met: “Dit wilde ik je gewoon even laten weten, zo maar omdat ik je berichtjes zo leuk vind. Dat wist je vast al, maar je hebt dus lezers in heel Nederland.”
De brief was de waarde van mijn dag.
Met dit blog verdien ik geen geld, ik beleef er zelf veel plezier aan en vind het geweldig als andere mensen daar zo van genieten.

Sijbrand kwam in 2019 naar Roden.
Dan heeft mijn trouwe lezer uit Gouda misschien nog niet gelezen dat we ook al eens in haar stad zijn geweest.
Hierbij een link naar dat verhaal: Gouda – meer dan kaas, stroopwafels & kaarsen.

Wil je me ook iets laten weten, maar hou je er (net als de mevrouw van de brief) niet zo van om dit in de openbaarheid te doen, dan kan dat altijd via  de ‘reageren’-regel onderaan elk blog.
Zet er dan ook even bij dat je niet wilt dat jouw reactie gepubliceerd wordt, dan ben ik de enige die het leest.

Reageren

9 maart: Vragen.

De ’theezakjes-vraag-van-de-dag’.
Soms ontstaan er naar aanleiding van zo’n vraag zomaar leuke gesprekken, waarin mensen iets van zichzelf vertellen wat je nog niet eerder hoorde.
Maar soms wordt er ook lacherig over gedaan en verwaait het goede gesprek in de waan van de dag.
Vanmorgen zat ik met een kop thee en een sudoku aan het aanrecht en las de vraag die aan het rooibos-theezakje zat: “Wanneer heb je voor het laatst een hele dag niets gedaan?”

Een hele dag?!?
Eeeeh…..
Toen ik ziek in bed lag.
En gefrustreerd bedacht wat ik allemaal voor leuke dingen zou kunnen doen (lezen, borduren enzo) als ik me niet zo hondsberoerd voelde.
Maar wie doet nou een hele dag niets?
En hoe definieer je ‘niets doen’?
Niet iets nuttigs doen?
Dat was een mooi gesprek geworden als er meer mensen waren geweest, maar ik was alleen.

De vraag van Gerards theezakje lag er ook nog.
‘Welke gebeurtenis heeft je gemaakt tot wie je nu bent?’
Dat is zonder twijfel het moment waarop ik een relatie kreeg met Gerard.
In de loop van de jaren ben ik gaan zien dat het heel veel uitmaakt met wie je je leven gaat delen.
Je vormt elkaar, voedt samen de kinderen op, stimuleert elkaar en als je geluk hebt vul je elkaar aan.
Met een andere man was ik een ander mens geworden

Dat zal ik uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
Mijn ouders hadden een goed huwelijk, maar mijn vader was de baas.
Het was geen gemakkelijke man en mijn moeder voegde zich.
Toen ik eens tegen haar zei: “Laot je toch niet zo koeieneren deur pa” zei ze: “Daor most doe die niet met bemuien. Ik red mij der met.”
En gelijk had ze.
Mijn vader overleed en na twee jaar kreeg mijn moeder een nieuwe relatie.
Met Jan.
Jan was een grote lieverd, die het mijn moeder graag naar de zin maakte.
En toen zag ik ineens een andere moeder.
Ze bemoeide zich met Jans kleren en schoenen.
Mopperde op vlekken op zijn stropdas.
Vond dat hij die ene borrel niet meer moest nemen.
Waar mijn vader dat gebemoei niet accepteerde of in ieder geval terugmopperde of die borrel wel gewoon nam, hield Jan rekening met mijn moeders wensen.

Als mijn moeder niet met mijn vader was getrouwd maar met Jan, dan was ze een heel andere vrouw geworden.
Dan was hun oudste dochter ook een heel ander mens geweest dan die geluksvogel die in mei 1980 verkering kreeg met Gerard.

Er lag ook nog een theezakje van gisteren.
“Wat was je laatste overwinning?”
Kolonisten van drie weken geleden.
Alle spelletjes daarna heb ik verloren…… maar ik heb al geluk in de liefde.

Reageren

8 maart: Naast de schoenen.

Vorige week kreeg ik een app van mijn broer en schoonzus: “Dinsdag 7 maart is de officiële uitreiking van de bachelor archeologie van Coby: kom je ook naar de universiteit in Groningen?”

Nou graag!  Mijn ouders zijn er niet meer en ik voel mij dan een vertegenwoordiger van onze familie Vrieswijk.
De liefde voor geschiedenis hebben mijn broer en ik van mijn vader met de paplepel ingegoten gekregen en deze kleindochter koos dus voor een studie archeologie.
We zaten in een historische zaal die vol hing met portretten van geleerde dames en heren, onder andere professor Van Giffen, de oprichter van het Biologisch Archeologisch Instituut in Groningen. Hij is ook een pionier geweest in het onderzoek naar en het restaureren van de hunebedden in Noord Nederland.

Er was voor iedere student voldoende tijd voor het officiële moment. Er was een toespraakje van de professor, die vertelde over Coby’s serieuze inzet en over het onderwerp van haar scriptie: de bebouwing in de periferie van de stad Rome van de 6e tot de 3e eeuw voor Christus.
Het diploma werd in drievoud uitgereikt: in het Latijn, in het Engels en in het Nederlands en natuurlijk werden er foto’s gemaakt van het zetten van de handtekening; mijn broer en schoonzus glommen van trots.  En terecht.

We maakten nog wat mooie foto’s op de trappen van het oude universiteitsgebouw en gingen daarna nog even wat drinken bij Mister Mofongo.
Zat ik genoeglijk met het gezin van mijn broer in de kroeg met een hapje en een drankje.

Mijn ouders waren er in mijn gedachten toch een beetje bij.
Opa had naast zijn schoenen gelopen….tante Ada in ieder geval wel.

Reageren

7 maart: Slaapscore.

Al vanaf mijn 60e verjaardag draag ik een FitBit, een zogenaamde activiteitstracker. (zie: Fitbit van 26 november 2020)
Het is een soort horloge dat je om je pols draagt en het ding meet allerlei gegevens die van belang zijn voor je lichamelijke conditie zoals het aantal stappen, de hartslag en de slaapkwaliteit.
Er gaan dagen voorbij dat ik er alleen af en toe op kijk om te zien hoe laat het is.
Maar als ik nog niet genoeg beweging heb gehad wil ik soms wel even weten hoeveel stappen ik heb gezet.
Of hoe mijn hartslag was bij bepaalde activiteiten: per dag kun je bekijken om welke tijd je hartslag omhoog ging.
Ook kan ik zien hoe ‘actief’ mijn dagen waren: hoeveel uren er waren met meer dan 250 stappen.
Open deur: op werkdagen zijn dat er niet veel, maar op zaterdag en dinsdag (mijn vrije dag) scoor ik dan op bijna alle uren.

Mijn slaapscore is eigenlijk een saai verhaal.
Altijd op hetzelfde niveau: slaapscore tussen de 7.5 en 8.5, soms ‘redelijk’, maar meestal ‘goed’.
Ik ben zo’n geluksvogel die eigenlijk altijd goed slaapt, tussen de 6 en 7 uren in een nacht.
Maar soms is het wat te kort.
Zondagavond vierden we de verjaardag van zwager Harrie.
Haakwerkje mee, koffie met heerlijk vers gebak, bijpraten met de schoonzusjes, af en toe een hapje en een glaasje port: het was maar zo half twaalf.
En dan moet je nog een half uur rijden van Hijken naar Roden.
En zet je de wekker om 06.15 uur.

Maandag moest ik voor mijn werk naar Winschoten: lange werkdag.
Om 17.00 uur thuis, koken, eten, website kerk bijwerken, mailbox bijwerken, koffie met journaal.
Om 22.15 uur viel ik om van vermoeidheid.
Omdat ik ’s avonds altijd erg geniet van mijn vrije tijd, ga ik eigenlijk nooit voor 23.30 uur naar bed, maar dat haalde ik gisteravond niet.
“Mijn ogen vallen dicht” zei ik tegen Gerard, die nog keek naar ‘Van onschatbare waarde’.
“Ik ga nog niet slapen, maar ik moet liggen.”
Wishfull thinking.
Om 22.29 uur begon mijn Fitbit al met het meten van mij slaap, om 08.06 uur werd ik wakker vanmorgen.
8 uur en 16 minuten slaap had het apparaat gemeten; dat is minder dan de 9 en een half uur die ik heb geslapen, maar het schijnt dat je tijdens je slaap ook af en toe wakker bent en dat wordt niet geregistreerd als slaap.
Rechts zie je een afbeelding van de slaapcurve van vannacht: klik op de afbeelding voor een vergroting, dan kun je zien dat er vier kleuren slaapfasen zijn.

Heerlijk uitgeslapen dus.
Goed begin van mijn vrije dag!

Reageren

6 maart: Geschiedenis in een warenhuis.

Tijdens ons bezoek aan Assen  (zie ‘Krookjes in Assen‘) zei Gineke: “Assen heeft nog een echt warenhuis”.
Vertel mij wat: warenhuis VanderVeen.
Daar kwam ik als kind al met mijn ouders toen er nog een soort juke-box met een aapjes-orkest stond.
Weet jij dat ook nog? De zogenaamde Bimbo-box is acht jaar geleden gestolen. Hierbij een link naar een video over dit onderwerp op YouTube, daar zie je de aapjes nog even in actie.

Dat warenhuis gingen wij afgelopen donderdag ook even opzoeken. Het is een ‘shop-in-shop’-warenhuis in het centrum van Assen, een waar winkelparadijs: zestig afdelingen en een winkelvloeroppervlak van 17.500 vierkante meter.  Het bedrijf werd al in 1897 gesticht; je vindt er afdelingen op het gebied van mode, schoonheidsverzorging, wonen, vrije tijd (o.a. Pipoos en Bruna) vers, horeca en diensten.  Benieuwd? Kijk even op hun website.

Ik kocht twee paar veters in de hakkenbar waar nog steeds diezelfde meneer zit als toen ik daar mijn kapotte schoenen bracht in de jaren ’80.
“Hoe lang werk jij hier al?” vroeg ik hem. “Meer dan 40 jaar” was het antwoord.
O ja. Ik ben natuurlijk ook al zestig geweest.
Een warenhuis dat zelf al onderdeel uitmaakt van de stadsgeschiedenis.

Dat brengt mij op de geschiedenis van Assen, waar midden in het warenhuis nog een tastbaar stukje van te zien is.
Er ligt een glazen plaat in de vloer; onder die plaat zie je een grote, houten buis met ijzeren banden eromheen.
Op het tekstbordje ernaast staat de volgende informatie.

Over de vroegste geschiedenis van Assen.

Deze duiker werd in 1985 bij verbouwings- en grondwerkzaamheden in warenhuis van der Veen aangetroffen.
Specialisten van het Drents Museum dateren de duiker op 17e eeuws.
Deze duiker diende voor het geleiden van het beekwater van het riviertje de Weiersloop door een dam.
Het is een houten buis, bijeengehouden door ijzeren banden waar het water van de Weiersloop doorheen stroomde.
Een deel van het water van de Weiersloop stroomde naar de hand gegraven singel rond het  terrein van het 13e-eeuwse klooster Maria in Campus. (waar het huidige Drents Museum/Drents Archief staat).
De straatnamen Gedempte singel, Noordersingel, Oostersingel, Zuidersingel, Singelpassage en Huize Overcingel herinneren aan het door water omsingelde kloosterterrein.
Op een aantal plaatsen in het beekje en in de Singel lagen dammen om het kloosterterrein met paard en wagen en met droge voeten te kunnen bereiken en te verlaten.  Eén van die dammen lag op deze plek (midden in het warenhuis dus) niet ver van de ‘weier’, het middeleeuwse woord voor vijver, waar de cisterciënzer monniken hun levende vis bewaarden.
Ze moesten eens weten dat op en rond hun gewijde kloosterterrein een drukke stad is gebouwd……

Meer weten over het voormalige klooster in Assen?
Hierbij een link naar een artikel daarover op de website ‘de Canon van Nederland’.

Hiernaast het wapen van de gemeente Assen: Maria in Campis.
(afbeelding: Wikipedia)

Reageren

5 maart: De vrijheid om het goede te doen.

Als wij in de kerk een verhaal horen, dan is dat bijna altijd een bijbelverhaal; ook bijna altijd een verhaal dat ik al van haver tot gort ken.
De voorganger neemt dat verhaal als uitgangspunt voor zijn overdenking en vertelt ons wat wij in onze tijd van dat verhaal kunnen leren.
Vanmorgen hoorden we in de viering van onze PKN-gemeente het verhaal van Hank Heijn.
Geen evangelie en ook geen oud of nieuw testament, maar wel een verhaal dat ik dacht te kennen.

Maar ik kende maar een deel van dat verhaal.
Toen eind jaren negentig een soort verkiezing plaatsvond van de meest invloedrijke personen van de 20e eeuw was daarin ook een categorie ‘Minkukel van eeuw’.
Hitler natuurlijk, dat stond buiten kijf, maar daarna was dat voor mij Ferdi E., de ontvoerder en moordenaar van Gerrit Jan Heijn.
Dat je mensen dat aandoet: iemand ontvoeren, hem na een paar uur al doodschieten, met voorbedachte rade zijn vinger afsnijden en die vervolgens weken later naar de familie opsturen.
Daar stond mijn verstand bij stil.
Wat ik niet had meegekregen was dat Hank Heijn, de weduwe van het slachtoffer, Ferdi E. zijn wandaden heeft vergeven.
Er is een boek verschenen met de titel ‘De verzoening’, waarin Hank Heijn haar verhaal doet en begrip toont voor de moordenaar van haar man.

“Je hebt altijd de vrijheid om het goede te doen” zei de dominee daar vervolgens over.
“Als je haat een rol laat spelen in je leven, ben je zelf niet vrij.”

Het verhaal dat vanmorgen uit de bijbel werd gelezen was uit Mattheus: Jezus heeft op de berg een ontmoeting met Mozes en Elia.
Mozes vertegenwoordigde ‘de wet’ en Elia ‘de profeten’; twee belangrijke pijlers in de geschiedenis van Israël.
Voor Jezus waren het voorbeelden waaraan hij zich kon spiegelen.
Op de afbeelding zie je de bloemschikking van vanmorgen: Jezus verbeeld als stormlamp, geflankeerd door twee witte tulpen, die Mozes en Elia voorstellen.

Aan het begin van de dienst vroeg de voorganger aan de aanwezigen wie voor hen een voorbeeld was geweest.
Janny vertelde dat zij van haar vader had geleerd dat je iemand niet moest haten.
Hij had zelf gevangen gezeten in Duitsland, had dus reden genoeg om zijn vijand te haten, maar leerde zijn kinderen dit juist niet te doen.
Wat bijzonder dat iemand dat vertelt, terwijl de overdenking over Hank Heijn nog helemaal niet geweest was.

Soms zijn dingen niet toevallig.
Deze viering zal mij bijblijven om die twee verhalen, die van de weduwe van Heijn en van de vader van Janny.
Als je haat ben je zelf niet vrij.
En dat boek ga ik reserveren in de bibliotheek.

Reageren

4 maart: Krookjes in Assen

Af en toe spreek ik af met oud-collega Gineke; donderdag 2 maart kozen we voor een bezoekje aan Assen.
We maakten een selfie bij het beeldje van Bartje en gingen vervolgens geen bruine bonen eten in het Grand Café aan de Brink.
We bestelden een heerlijk broodje en kletsten eerst eens uitgebreid bij.
“Hoe-ist-en-en-wat-is-het-lang-geleden!”
Gezellig dus.

We hadden op internet gelezen dat op landgoed Overcingel in de lente heel veel krokussen in bloei staan en we kwamen precies op het goede moment: paarse en witte krookjes waar je ook keek!
We liepen door de zee van lentebloemetjes om het huis heen en bezochten vervolgens in het koetshuis achter het huis de foto-tentoonstelling Onherstelbaar vernieuwd. Dat is een expositie in het kader van De Mix Nederland, waarbij historische fotocollecties inspiratiebron zijn voor hedendaagse fotografen. Gineke had het andere deel van deze duo tentoonstelling op station Assen al gezien toen ze daar uit de trein stapte. Uitgangspunt voor deze Drentse editie is het werk van Johannes Bernardus Schröer (1887-1957), waarop fotograaf Harry Cock (1952) reageert met nieuwe foto’s van zijn hand. Je kunt er nog naar toe tot 1 april .  Op de website van RTV Drenthe staat een artikel hierover met een video van twee minuten, daarop krijg je een indruk van wat Gineke en ik gistermiddag gezien hebben: hierbij een link

Daarna gingen we nog even de stad in; op onze wandeling kwamen we door de Gouveneurstuin.
Daar stond nog een een klein trapautootje!
Een overblijfsel van het Jeugdverkeerspark dat daar vroeger gevestigd was.
Daar waren Gineke en ik allebei als kind nog geweest.
“Is dat er nog?” vroegen we ons af. Eenmaal thuis zocht ik het op.
Het is er nog wel, maar niet meer in Assen.

In 1957 werd een Jeugdverkeerspark gerealiseerd in de binnenstad van Assen op de Gouverneursplein. Kinderen leerden hier op een spelende manier het verkeer kennen; de regels werden aangegeven met verkeersborden.
In trapauto’s gingen kinderen de weg op om de verkeersregels te leren; in de loop van de jaren kwamen er naast trapauto’s ook scooters.
Door de groeiende populariteit werd de locatie Gouverneursplein te klein; het park verhuisde naar het Asserbos. In 1988 verhuisde het park van het Asserbos naar een locatie naast het TT-circuit. Het breidde uit met  jeeps, helikopters, bootjes, een juniorkartbaan, een monorail en een trein. Het was de bedoeling dat kinderen ‘verkeer’ leerden en dat ze hun fouten inzagen. De politieagenten waren streng maar rechtvaardig (!), zoals menig persoon zich vast nog kan herinneren.
Het park moest in 2014 haar deuren sluiten voor publiek vanwege de tegenvallende bezoekersaantallen.
Sinds 2016 maakt het verkeerspark deel uit van attractiepark Duinen Zathe in Appelscha.
Zo, dat weten we dan maar weer.

We sloten ons dagje Assen af met een terrasje.
Buiten.
Op 2 maart: IN DE ZON!

Reageren

3 maart: Op fietse.

Op mijn kalender stond vanmorgen: 09.00 uur Kapper.
Gisteravond stond ik voor die kalender en dacht: ‘Wie bedenkt nou dat dat zo vroeg moet.’
Ikzelf; 7 weken geleden.
Vervolgens zette ik de wekker om 07.15 uur en om 08.30 uur zat ik op de fiets, want mijn kapper woont in Een, dat is ongeveer 8 kilometer fietsen.
Haarband om, oortjes in, sjaal om, handschoenen aan, jas tot de kin dichtgeritst: de kou in.
En dat was gelijk de waarde van mijn dag.

mijn gezelschap

Want ik fiets door een prachtig mooi gebied in Drenthe.
Vanuit Roden eerst naar Roderesch, dan naar Steenbergen en vóór Een zet ik mijn fiets tegen de muur bij de kapper.
De zon scheen toen al uitbundig; ik fietste door het coulissenlandschap in gezelschap van mijn eigen schaduw die rechts naast mij fietste.
Riep af en toe ‘Moi’ naar een voorbijganger en genoot van de weilanden en de braakliggende akkers, die net als ik op de lente wachten.
Hier en daar een paard, hier en daar wat schapen en vanuit de slootkanten en het struikgewas naast de weg opvliegende, fladderende vogeltjes.
Eigenlijk niks bijzonders, maar denk even aan het lied van Skik ‘Op fietse’ en je snapt wat ik vanmorgen beleefde.
Niet in de buurt van Erica, zoals Daniël Lohues bezingt, maar in Noord Drenthe.
wie döt mij wat, wie döt mij wat
wie döt mij wat vandage
‘k
heb de banden vol met wind
nee ik heb ja niks te klagen
wie döt mij wat, wie döt mij wat
wie döt mij wat vandage
‘k zol haost zeggen, jao het mag wel zo!

En mijn haar?
Mooi stuk er af; helemaal klaar voor de lente!

Reageren

2 maart: Geen inspiratie….. gelukkig is er vaagtaal.

Een leuke volle dag en nog geen blog voor vanavond; voor deze dag grijp ik eens terug op een oud blog,
Het is een verhaal van acht jaar geleden uit 2015 en het heet ‘Vaagtaal’.
Er is nog niet veel veranderd op dat gebied…..

In 2001, na drie kinderen en een hele hoop vrijwilligerswerk, begon ik weer met betaald werk. Het werd een administratieve baan en inmiddels ben ik bevorderd tot ‘Management assistent’. In een vakblad voor mijn beroepsgroep (zie afbeelding) las ik laatst een artikeltje dat voor mij erg herkenbaar was en waar ik om moest grinniken.

“Van vergaderen gaan mensen heel raar praten” stond er boven.
Er volgde een serie termen, die we in een normaal gesprek nooit gebruiken, maar die bij een vergadering ineens over de tafel vliegen. Let op:
– Ik wil dit even tegen jullie aanhouden.
– We gaan een tijdpad uitrollen.
– We moeten het bestaande kader verlaten.
– De communicatie moet over de hele linie transparanter.
– We zoeken mensen met een ‘hands-on’-mentaliteit.
– We gaan de zaken uitfaseren.

Samen met ‘mijn’ manager heb ik er hartelijk om gelachen. “Sommigen gebruik ik ook!” riep ze. En dat klopt. Waar ze in het dagelijks leven zeer duidelijk en niet omfloerst Nederlands spreekt, wil het op schrift nog wel eens ‘management-taal’ worden.
Ze heeft zelfs enkele uitspraken toegevoegd aan het jargon.
Zo was er eens een overleg waarvan de notulen niet gemaakt waren.
Haar omschrijving is dan: “Het verslag van het vorige overleg is in de vaagheid blijven hangen…””
Verder gebruikt ze in haar mail soms prachtige zinnen. Voorbeeld: “Doel van dit overleg is de tijdshorizon te schetsen”.

Soms blijven mensen met beide benen op de grond staan en gaan er niet in mee.
“Waarom heet dit eigenlijk bila* ?” vroeg ooit eens een nuchtere Groningse medewerker “Het is toch gewoon werkoverleg?

* bila is de afkorting van ‘bilateraal overleg’, een vergadering met twee partijen, in dit geval een teamleider en de de manager Algemene Zaken.

Reageren

Pagina 55 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén