een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: januari 2017 Pagina 3 van 4

11 januari: Lunchen met opa’s.

Soms dragen mensen uit mijn omgeving een leuk onderwerp aan voor ‘de waarde van de dag’. Vanmiddag zat ik met collega’s aan de lunch en één van hen liet mij een tekstje op zijn telefoon zien.
“Kijk, leuk voor je blog”.
Zijn dochter was met haar zoontje van twee en een half naar het consultatiebureau geweest. De dienstdoende arts had bij het onderzoek aan het jongetje gevraagd: “Waar zijn je voetjes?”, waarop de peuter naar waarheid antwoordde: “In de schoenen…”
Voor de opa van het jongetje bepaalde het de waarde van de dag.

Het gesprek kwam op kleinkinderen en oppassen.
De opa in kwestie paste niet structureel op zijn kleinkinderen. Dat was hij in de toekomst ook niet van plan, want nu had hij het nog druk met het werk en later wilde hij niet vast zitten aan allerlei vaste afspraken. Tot mijn verrassing zei iemand waar ik het helemaal niet van verwacht had het volgende: “Het is nog niet zo ver, maar als ik opa word ga ik minder werken en dan ga ik oppassen. Ze zijn maar heel kort klein, als het grootvaderschap me gegeven wordt ga ik daar zoveel mogelijk van genieten.”
Van de overkant van de tafel kwam weer een andere reactie: “Nee, ik wil niet structureel oppassen, maar incidenteel kan het eigenlijk altijd. En dat is best nog vaak eigenlijk….”.

Opa en oma Waninge bij de doop van Harriët (1989)

Een tafel vol opa’s c.q. mannen die het hopen te worden: wat een bijzonder gesprek bij het broodje en de karnemelk.
Zelf ben ik bijna 15 jaar ’thuis’ geweest om voor de kinderen te zorgen en ik kijk daar met genoegen op terug.

Mijn ouders en schoonouders hebben in die periode heel veel opgepast, hele weekenden soms.
Verder gingen we regelmatig met het hele gezin bij hen op bezoek of kwamen zij bij ons.

Opa Vrieswijk leest voor (1991)

Ook gingen de dames in de schoolvakanties vaak een paar dagen bij opa en oma logeren. Daardoor hebben onze dochters een goede band opgebouwd met hun opa’s en oma’s en dat wordt door hen als bijzonder waardevol ervaren.

En of je nou één vaste dag in de week oppast of je ziet ze onregelmatig: als je ze maar ziet!

Reageren

10 januari: De diepere laag van je huishouden….

Huishouden. Niet een onderwerp waar ik veel blogs over schrijf. Het is ook niet vaak een gespreksonderwerp bij mij. Huishouden vind ik niet interessant en een noodzakelijk kwaad. Op mijn prikbord hangt een wekelijks schema wat ik welke dag moet doen, ik hou het allemaal bij en de tijd die overblijft gebruik ik voor leuke dingen.

Onze eerste kraamhulp met Frea op de arm

Mijn huis ziet er voor het oog van volk en vaderland opgeruimd en schoon uit.
Even een zijstraatje: de term ‘Voor ’t oog van Volk en Vaderland” hoorde ik voor het eerst van de kraamhulp die ons bij de geboorte van Frea door de eerste weken hielp. Andrea heette ze. Een struise dame die als een witte tornado door mijn huis wapperde.
Het leek mijn moeder wel; dat is in dit geval een groot compliment!
Andrea vond dat het eigenlijk allemaal nog schoner had gemoeten, “Maar” riep ze dan “veur ’t oog van Volk en Vaderland kan ’t wel weer!”

Het volk en het vaderland zijn dus wel content met hoe mijn huishouden er tegenwoordig bij staat. De vergelijking met het huishouden van Jan Steen ligt nog niet op de loer.
Maar kijk niet naar de diepere laag: kastjes & kasten, planken, laden, kruipruimtes….. soms moet ik iets hebben en als ik één ding uit een kast pak valt de rest me om m’n oren. Een probleem dat volgens mij in heel veel huishoudens aan de orde is. In december stuitte ik op een website met als titel “Een kastje per dag”>>>. Die mevrouw, Nelleke,  had hetzelfde probleem gehad als ik en was op het idee gebracht door een artikel in de Flow: als je iedere dag één kastje aanpakt, dan heb ik aan het einde van het jaar 365 kastjes opgeruimd. Ze maakte van ieder kastje een ‘situatie vóór’- en een ‘situatie ná’-foto en plaatste die op de website. “Een kastje per dag” vond ik een goed idee, dat is nog wel te behappen. In december kon ik de moed niet opbrengen om er mee te beginnen, maar na de kerstvakantie begon het te kriebelen: ik vatte de koe bij de horens.

Het jaar is nu 10 dagen oud en ik heb 8 kastjes gehad (zondag rustdag = géén kastje). Weest niet bevreesd: van mij niet iedere dag een foto van een kastje vol zooi én een opgeruimd kastje; absoluut niet interessant in mijn ogen. Zo af en toe zal ik misschien een up-date plaatsen; misschien houd ik het niet eens vol. Of misschien vind ik iets interessants terug dat de waarde van mijn dag bepaalt. ’t Zal mie nei doun! zeggen ze hier Roden. (ondertiteling: het zal mijn benieuwen!)

Reageren

9 januari: Niet bij de viering, toch aanwezig.

Gistermorgen luisterde ik  naar de viering vanuit Op de Helte op internet.
De griepprik die ik haalde in oktober doet z’n werk, maar de lichte griepverschijnselen die je dan toch wel krijgt bezorgen mij keelpijn en een nare hoest.
Zodat ik nu klink als mijn ome Jan en tante Tinie na een rokerige verjaardag van de familie Boelen. Dan wil je mij er niet bij hebben in de kerk.

Waar ik tijdens zo’n viering zelf altijd erg graag zing, beluister ik de gemeentezang met gemengde gevoelens.  Je beleeft het gewoon heel anders als luisteraar.
Je bent veel minder bezig met de woorden en de muziek, dat onderdeel van de viering gaat aan mij voorbij, daarvoor moet je er toch echt bij zijn. Volgende week zing ik weer mee.
Vanmorgen hoorden we het verhaal uit Mattheüs 3 dat Jezus gedoopt wordt in de Jordaan door Johannes de Doper. Daarbij werden de eerste 7 verzen van Jesaja 42 gelezen.
De voorganger verbond die twee bijbellezingen met elkaar door de beschrijving van de dienaar, de ‘uitverkorene’ uit Jesaja te verbinden met Jezus.
Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet, hij roept niet luidkeels in het openbaar.
het geknakte riet breekt hij niet af, de kwijnende vlam zal hij niet doven.
Eigenlijk, zei de dominee, is dit profiel van Jezus  het profiel voor ons allen.

Gebruik je stem niet om te schreeuwen, maar voor een gesprek met elkaar. Vertel elkaar verhalen en spreek elkaar aan. Maak geknakte mensen niet verder kapot, maar maak ze weer ‘heel’. God neemt ons in dienst en verwacht dan van ons dat we elkaar moed geven, naar elkaar omzien en elkaar ondersteunen. Hij neemt ons in dienst zodat wij zijn licht verder de wereld in mogen brengen, zodat het leven lichter wordt voor ons en de mensen om ons heen. Laat het nou maar gebeuren.

Rond 16.00 uur gistermiddag begon de nieuwjaarsbijeenkomst van onze wijk. Ik sprak verschillende gemeenteleden, knabbelde een nootje en dronk een glaasje wijn. De gesprekken gingen over van alles en nog wat en het was gezellig.  Ook dat is gemeente-zijn. Was ik toch nog aanwezig bij een bijeenkomst van de kerk deze zondag!

Reageren

8 januari: Gelukkige Drenten

Gerard stuurde mij vandeweek een mail met een link naar een artikel op de site van RTV Drenthe. Er stond een foto bij van een mevrouw die een glaasje rode wijn drinkt “Spreekt me wel aan!” schreef hij in zijn mail.

Dit was de inhoud van dat artikel:
Er worden met enige regelmaat onderzoeken gedaan naar geluk. Hoe gelukkig zijn we? En waar komt dat dan door? En waar moet je zijn om gelukkig te zijn? RTL Nieuws legde alle recente onderzoeken naast elkaar en kwam tot een archetype.
De gelukkigste Nederlander is een Drent zonder kinderen die jonger dan 30 jaar is of ouder dan 65. Uiteraard heeft hij een goede relatie en een baan. Ook drinkt de gelukkigste Nederlander met enige regelmaat een drankje en heeft hij of zij veel vrienden.
Voor wie al dat geluk op wil zoeken is er nog ander goed nieuws: de gemiddelde huizenprijzen in Drenthe liggen een stuk lager het gemiddelde in Nederland.

Wisten wij natuurlijk al lang. Daniël Lohues zegt daar altijd over: “Geniet er nou maar van dat je hier zo fijn woont en geef er niet te veel ruchtbaarheid aan. Straks komt iedereen hier nog heen en dat moeten we natuurlijk niet hebben, want dan is het gedaan met de rust.” Ik denk dat het ook komt omdat ‘de media’ in ons land zich vooral richten op het kleine stukje Nederland rond Amsterdam, Den Haag en Hilversum. We mogen al blij zijn als wij als Noordelingen serieus worden genomen en niet lacherig worden weggezet als ‘boertie van buutn’. Men heeft daar helemaal niet door (zoals Eric van Oosterhout, burgemeester van Aa en Hunze ooit zo treffend zei) dat wij hier ‘in de eredivisie van Nederland wonen.
Daarom zijn we ook zo gelukkig.

Gisteravond zaten we met allemaal gelukkige Drenten (ééntje met roots in Rotterdam maar helemaal ingeburgerd….) in onze huiskamer. We vierden mijn verjaardag met de vriendenclub van vroeger. We grinnikten o.a. om een “Roelof & Harm-moment” (daarover de komende week meer), haalden herinneringen op met een hilarisch verhaal over een bejaard echtpaar dat op hoge leeftijd nog werd aangehouden door de politie, bekeken op internet oude foto’s van een familie Bruggink uit Hoogersmilde; met natuurlijk het gebruikelijke gekissebis over wie nou wie was….
We proostten op het nieuwe jaar.
Dat wij onze vriendschap nog maar lang zo mogen vieren!

Reageren

7 januari: Arbeidsvitaminen van Jan.

Vrijdag 30 december nam Jan Steeman afscheid van ‘zijn’ Arbeidsvitaminen op Radio 5.
Jan was in de jaren ’70 al diskjockey op Hilversum 3. Hij presenteerde toen ‘het Steenen tijdperk’ met muziek uit de jaren 50 & 60. Heeeel ouwe muziek in mijn ogen destijds. Jan weet ontzettend veel van de muziek van de vorige eeuw; hij is een soort Leo Blokhuis, een bescheiden uitvoering van een pop-professor.

Heel veel uren Arbeidsvitaminen met Jan heb ik geluisterd, maar ook heel veel niet; ik moet per slot rekening ook werken, ga nog wel eens ergens koffiedrinken of had andere verplichtingen in de ochtend. Maar als ik thuis was genoot ik er van. De meeste muziek die hij draaide kende ik al wel, maar soms kwamen er onbekende pareltjes voorbij. Een voorbeeld daarvan wil ik op dit blog aanhalen. Jan vertelde over een heel beroemde zanger in Frankrijk in de jaren  50 en 60, André Claveau. Hij vertelde wat achtergrond informatie en draaide daarna het lied ‘Domino’ uit 1950.
Eén zin uit dat liedje trof me: “j ‘ai un coeur comme une boite a musique… “(ik heb een hart als een muziekdoosje).

Wat een mooi liedje. Op Franse les heb ik in die week daarna het lied gezongen en we hebben het vertaald. Het gaat over een heel jaloerse man die aan de ene kant heel lieflijk zingt over zijn grote liefde; aan de andere kant waarschuwt hij anderen dat het niet goed met hen afloopt als ze ook maar één vinger naar haar uitsteken.
Hierbij een link >>> naar het nummer.

Vrijdag de dertigste heb ik twee uur naar Jan’s laatste Arbeidsvitaminen zitten luisteren. Ik hoorde een fragment van de eerste aflevering  van ‘het Steenen tijdperk’ uit 1977. Er waren gasten die vertelden hoe bijzonder Jan was. Hij gaat met pensioen, hij gaat leuke dingen doen. Het is hem van harte gegund. Hij wordt opgevolgd door Hans Schiffers, die ik nog ken uit mijn Radio 2 periode. Anders. Maar ook leuk. Tot mijn grote genoegen is ook een andere Radio 2-coryfee overgestapt naar Radio 5: Bert Kranenbarg. We missen hem op zaterdagmorgen bij Grandcafé Kranenbarg, maar nu is hij dagelijks te beluisteren van 16.00 – 18.00 u.
Meer lezen over waarom ik Bert zo leuk vind? zie 20 mei 2015 >>>.

Reageren

6 januari: Oliebollen-ovenschotel

Donderdagmorgen stond ik bij mijn fiets de boodschappen in mijn fietstassen te pakken.
Naast mij gooide Roelie lege flessen in de glasbak. Roelie was mijn buurvrouw toen wij in 1989 in Roden gingen wonen, maar toen de huizen naast ons werden afgebroken verhuisde ze met man Jan naar een ander deel van Roden. We zien elkaar nu niet meer zo vaak, maar áls we elkaar zien kletsen we zo een eind weg.

Ze vertelde dat ze een oliebollenschotel had gemaakt met de restanten oliebollen van afgelopen oud&nieuw. Oliebollenschotel?!? Daar had ik nou nog nooit van gehoord….
Ze stuurde mij het recept en vandaag zet ik het op mijn blog. Het stond vorig jaar in het Algemeen Dagblad, het komt van Janny van der Heyden (van Heel Holland bakt).

Klik hier oliebollenschotel  voor een PDF met een beschrijving.
Als het klaar ziet er het zo uit als op de foto links.
Met dank aan Roelie!

Wij hebben dit jaar geen oliebollen over. Niet dat we zoveel hebben gegeten…..we hebben ze niet gebakken! Deze oliebollenschotel heb zelf dus ook nog niet gemaakt.
Wie weet in 2018!

Reageren

5 januari: Roder Boekenmarkt ook in januari!!!

Nou las ik toch gisteren dat de BRB (Beroemde Roder Boekenmarkt) een derde marktdag organiseert!
Op zaterdag 7 januari 2017 is er een extra verkoopdag, van 12.30 uur tot 15.00 uur.  In het voormalige Magista gebouw, Oosteinde 6, 9301 LJ in Roden.
De entree is gratis. Prijs per doos/grote tas € 5,00.
Ik weet nog niet of ik in de gelegenheid ben om heen te gaan, maar ik wil mijn lezers er in ieder geval op attenderen.

In december ben ik altijd een vaste klant, ook in deze kerstvakantie was ik er weer.
Donderdag 29 december wandelde ik naar het kleinschalige industrieterrein naar het voormalige pand van Magista. Ik ging bewust ’s middag op de tweede dag, want de ruimte was dit jaar kleiner dan vorig jaar en ik weet nog hoe druk het vorig jaar was.
Bij het binnenkomen liep ik gelijk al mijn oud-buurvrouw Antje tegen het lijf.
We praatten even bij, maar zij was met twee dochters en twee kleinkinderen, dus we gingen ieder onze weg. Van voorgaande boekenmarkten heb ik geleerd dat ik niet teveel boeken moet meenemen. Ze verkopen daar namelijk geen tijd en die moet je wel hebben als je veel wilt lezen.

Onderweg kwam ik Henk en Harm Jan tegen, vrijwilligers die de weg weten in de boekenmarktjungle. “Zoek je iets speciaals?” Ja, ik zocht fotoboeken van onze royals. Vaste lezers weten dat dat één van mijn ‘guilty pleasures’ is. Henk wees mij feilloos de weg en o, wat trof ik het dit jaar. Drie nagelnieuwe boeken! Twee over Willem Alexander en Maxima en een heel dik exemplaar van Beatrix.
€ 5,=  telde ik neer voor de drie boeken.

Verder zocht ik in de christelijke boekenhoek nog naar een dagboekje. Gerard en ik zoeken al een tijdje naar een geschikt dagboekje, maar tot nu toe had ik niet iets geschikts kunnen vinden. Ik vond verschillende jaargangen van de ‘Bijbelse dagkalender’, uitgegeven door uitgeverij Boekencentrum. De stukjes zijn geschreven door Protestantse predikanten. We gaan het zien.

In een volgend gangpad zat Antje. De dochters en kleinkinderen waren nog druk aan het zoeken, maar Antje had even een stoel opgezocht. Konden we even bijpraten.
Het mes van de boekenmarkt snijdt zo aan drie kanten: je spreekt nog eens iemand, je kunt hele mooie boeken kopen voor een zacht prijsje en je steunt  het goede doel.
Vrijwilligers: allemaal hartelijk bedankt voor jullie inzet!

Benieuwd naar voorgaande boekenmarkten?
Zie: 29 december 2014 >>>

Reageren

4 januari: Een stemmetje in je oor…

Oudejaarsavond waren Gerard en ik met z’n tweeën thuis. Eerst bezochten we de Oudejaarsviering van onze PKN-gemeente en daarna is het van oudsher een avond met veel tv. En oliebollen, tonijn salade en een breiwerk. Het leukste uit De Wereld Draait Door, sportjaaroverzicht en Claudia de Breij. Een verrassend mooie oudejaarsconference; we hingen aan haar lippen. Net als ik heeft Claudia ook een zwak voor Churandy Martina. Ze noemde het positieve engeltje op haar rechterschouder naar hem. Op de andere schouder zat de boze Geert.

Claudia wilde in 2017 niet meer, zoals zoveel mensen in deze tijd, boos zijn.
Ze wilde een voorbeeld nemen aan Churandy. Die zelfs nog positief blijft na een nederlaag.
Die altijd stralend in de camera roept dat hij blij is. Dat hij z’n best heeft gedaan ‘voor Nederland en Curaçao, man!’
Met die geweldige brede glimlach.
Wat heerlijk dat hij daar zoveel waardering voor krijgt. Dat Claudia hem voor meer dan 2.000.000 kijkers in de spotlights zet.

In november werd hij met grote meerderheid van stemmen verkozen tot de meest positieve Bekende Nederlander.
Tijdens de Olympische spelen  schreef ik al een blog over hem. (zie >>>)
Laten we Claudia’s advies ter harte nemen en vaker luisteren naar het Churandy-stemmetje op onze rechterschouder.
‘k Ben bij man! Kannie klage man!
Doe maar een oordopje in je linkeroor…..

Reageren

3 januari: De krant? Nee, die lees ik niet meer….

Voor de kerstdagen wilde ik een kaartje brengen naar een vroegere buurvrouw, maar dat kon niet meer in Roden. In Kerknieuws las ik dat ze was verhuisd naar Vredewold in Leek.
Achter zo’n klein berichtje met een nieuw adres schuilt een wereld van verdriet en frustratie. Zwanny heet deze buurvrouw.

We leerden haar kennen toen ze schuin tegenover ons kwam wonen samen met Jan. Een heerlijk romantisch verhaal ligt hieraan ten grondslag. Jan was weduwnaar en woonde in Wieringermeer. Hij had een caravan op camping “Ot & Sien” en nadat zijn vrouw was overleden wilde hij die verkopen. Die caravan werd gekocht door Zwanny, een zelfstandige alleenstaande vrouw uit de stad Groningen. Ze was met pensioen gegaan (medisch-secretaresse was ze geweest) en wilde wat meer naar buiten.

Ze was heel blij met de caravan, maar er waren soms wat klusjes die ze niet alleen kon en Jan had aangeboden dat hij nog wel eens langs wilde komen om haar te helpen. Ik zal verder niet in details treden, maar Jan (71)  en Zwanny (65) werden op hun oude dag verliefd op elkaar; nou vooruit, één detail dan: “Hij had zulke prachtige blauwe ogen…”
Ze kochten samen een huis aan de Boskamp, waar ze gingen samenwonen. Ze waren erg gelukkig met z’n tweeën en ze draaiden volledig mee in het sociale gebeuren in onze buurt. Meer dan vijftien jaar woonden ze bij ons in de straat. Jan overleed in 2009 en Zwanny verhuisde na een jaar naar een appartementencomplex waar ze jaren naar volle tevredenheid woonde. Ja, haar ogen werden wel slecht, maar ze redde zich nog prima. Dapper trok ze met haar rollator het dorp in voor de dagelijkse boodschappen.
In juli bracht ik haar bezoekje ter gelegenheid van haar verjaardag. Ze moest nadenken wie ik ook maar weer was. In oktober kwam ze nog langs met een mantelzorgvriendin die vertelde dat ze naar de dagopvang ging en dat er gezocht werd naar een andere woonruimte.

Vorige week fietste ik naar Leek om haar op te zoeken. “Je hebt wel iets bekends…“.
Ze liet me haar kamer zien en een hele stapel kerstkaarten. “Jij weet vast wel wie dit allemaal zijn…”.
De blik in haar ogen herkende ik. Van mijn schoonmoeder. Van mijn oom.
De vrouw die het eerste vrouwelijke kerkenraadslid in Groningen was, die twee kranten las en altijd overal mee op de hoogte was zat ontheemd in een gezellige groepsruimte.
Op tafel lag het Dagblad van het Noorden. “De krant? Nee, die lees ik niet meer.

Alzheimer. Wat een rotziekte.

Reageren

2 januari: Mijn eerste idool (2)

“De man die de lach aan z’n kont heeft hangen.” Zo begon het blog dat ik schreef over André van Duin op 7 januari 2015 met als titel Mijn eerste idool >>>.
In 2015 kwamen er berichten in de pers dat hij in een serieus toneelstuk ging spelen.
Zes weken zou ‘The Sunshine Boys” gaan lopen in het De la Mar-theater in Amsterdam.
O, wat zou ik dat graag willen zien: Van Duin voor het eerst op de planken als serieus acteur! Maar in 2015 hadden we te veel andere dingen aan ons hoofd en het kwam er niet van.  Tot mijn grote genoegen las ik deze zomer dat de voorstelling (wegens overweldigend succes, waarom verbaast me dat nou niet) was verlengd en dat er zelfs een tour langs verschillende theaters kwam in het najaar van 2016. De laatste voorstellingen waren in Groningen en de allerlaatste was op vrijdag 30 december in de Stadsschouwburg.

Daar waren Gerard en ik bij! Een cadeautje voor onszelf. Ooit zaten we in diezelfde schouwburg helemaal bovenin op de achterste rij (zonder beenruimte) bij een revue van André van Duin met Simone Kleinsma. We vergaten destijds de opgevouwen benen: geweldig, wat een show. Maar deze keer dus geen revue…… met respect en bewondering hebben we gekeken naar een prachtige voorstelling.
Dit stond er over op de site van de Oosterpoort:

André van Duin schittert, samen met Kees Hulst, als variétéduo in de legendarische komedie ‘The Sunshine Boys’.
Meer dan veertig jaar vormden de komieken Willie Boogaard en Louis van Os een succesvol duo, maar vanaf het moment dat Louis van de een op de andere dag besloot dat hij er genoeg van had, hebben ze elkaar niet meer gesproken. Vooral Willie zit vol rancune en slijt zijn dagen in zijn pyjama in een aftands appartement. Zijn neef probeert het duo weer bij elkaar te brengen om nog eenmaal hun beroemdste sketch te spelen.
De confronterende hereniging van deze twee rasartiesten op leeftijd zorgt voor zowel zeer komische als ontroerende momenten. Met heel veel hilarische en geestige scènes, laat André van Duin zijn publiek als vanouds heerlijk lachen.

Het bijzondere was, dat Van Duin de lach ‘die hij altijd aan zijn kont heeft hangen’ deze keer niet mocht gebruiken. Hij moest toneelspelen. Uit interviews met hem heb ik begrepen dat hem dat erg veel moeite kostte, maar het is prima gelukt. Een narrige, eenzame man. Een Grumpy van het ergste soort. Niet sympathiek, evenals zijn tegenspeler Keest Hulst. Ze zijn soms aandoenlijk in hun gekissebis, het gemopper op elkaar. De bitterheid over de vergane roem druipt er van af, twee heren op leeftijd waarvan je hoopt dat je er nooit naast komt te zitten op een verjaardag…….

Maar we hebben wél gelachen! Ondanks het tragische gegeven was het zeer grappig en onderhoudend om naar te kijken en luisteren. Dit belooft nog wat voor de toekomst. Van Duin vertelde afgelopen najaar bij de De Wereld Draait Door dat hij wel een beetje klaar was met de gekke hoedjes en pruiken. Hij ging meer dingen doen die beter bij zijn leeftijd passen, zoals deze voorstelling en de CD met Wim Sonneveld-liedjes. Ook vertelde hij toen dat hij in 2017 meewerkt aan een dramaserie over Hendrik Groen (die van de OMANIDO-club). Ik verheug me er al op.

Reageren

Pagina 3 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén