een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: mei 2021 Pagina 3 van 4

11 mei: Boomspiegel?

Deze week kwam ik binnen twee dagen twee keer het woord ‘boomspiegel’ tegen.
Frea en Jon waren zondag bij ons en ze vertelden dat ze de boomspiegel bij hen voor het huis zwart hadden gemaakt en dat ze er nieuwe plantjes in hadden gedaan.
Hierbij is het goed om te weten dat ze in de Herewegbuurt in Groningen wonen, waar huizen staan die allemaal minstens honderd jaar oud zijn.
Er staan bomen, maar voor de rest is het hele gebied tussen de huizen en de straat betegeld of beklinkerd, alleen om de boomstam heen zit twee vierkante meter zwarte grond.
Meestal staat dat vol met onkruid en fietsen.
Het leek Frea en Jon een goed idee om de boomspiegel voor hun huis aan te pakken; alle troep er uit en nieuw groen spul erin.
Vrouwenmantel, sedum, Engels gras (natuurlijk….) kruiden, lavendel, zonnebloemen (rond de boom) en korenbloemen (in paadjes tussen de andere planten door). Van Gerard kregen ze nog wat munt mee uit onze tuin.
Ze stuurden een foto van hoe het was geworden.
Nou zijn ze natuurlijk benieuwd.
a. Hoe het er straks uit gaat zien.
b. Of het jonge groen met rust gelaten wordt.

Maandag scheurde ik van onze scheurkalender het blaadje van zondag 10 mei af en wat schetst mijn verbazing: dit stond bij maandag 11 mei.

De Guerrilla Gardeners roepen iedereen op om de wijk in te gaan en verwaarloosde plantsoenen en kale boomspiegels van bloeiende planten en bloemen te voorzien.
Zo veranderen wijken in bloemenzeeën.
Goed voor het oog en de biodiversiteit.

Kwam ik weer die boomspiegel tegen!
En nu wist ik wat het was.
Op de website van de  Guerrilla Gardeners  kun je al wat mooie voorbeelden vinden van dit initiatief.

Erg leuk trouwens om te zien dat onze dochters niet alleen eigenschappen uit mijn genen hebben, maar dat ook vanuit Gerards kant de aanleg en interesses in hen worden doorgegeven.
Want tuin….ik heb er niks mee, maar Gerard des te meer.
Morgen een blog over Gerards trots en wat ik er vervolgens mee doe.

Reageren

10 mei: Enkhuizen 4 – Hoorn.

Zaterdagmorgen 1 mei fietsten we na het ontbijt naar de oude Zuiderzeedijk onder Venhuizen en fietsten helemaal langs het Markermeer naar Hoorn.
Voor 1 mei was het best nog koud en met de frisse wind vanaf het meer pal op de snoet waren we blij met haarbanden, sjaals en handschoenen.
Hoorn was voor een liefhebber van geschiedenis als ik een aangename verrassing.
In tegenstelling tot die vrijdag ervoor in Medemblik was het nu goed weer: af en toe zon en overwegend droog.

Havenhoofd met de oude steiger.

In de gouden eeuw was Hoorn de hoofdstad van West-Friesland en een vooraanstaande haven-en handelsstad aan de Zuiderzee; die grandeur is nog steeds aanwezig in het stadje.
In elke straat kom je kenmerken tegen van de 16e, 17e en 18e eeuw, toen er in Hoorn veel internationale handel over het water werd gedreven en er dus heel veel scheepvaart was.
De Hoornse ontdekkingsreiziger W.C. Schouten vond de route naar het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika, Kaap Hoorn. Hij vernoemde de kaap op 29 januari 1616 naar zijn geboorteplaats. Ook Jan Pieterszoon Coen en de beroemde schipper Bontekoe vertrokken uit de haven van Hoorn.
De VOC bracht grote rijkdom in Hoorn, waar je nog steeds sporen van vindt, zoals de namen op de pakhuizen aan de Hoornse havens.

De scheepsjongens van Bontekoe.

We zetten de fiets even aan de kant liepen in de haven naar ‘Het Houten Hoofd’. Dat is de steiger die aan de Hoofdtoren ligt.
Dat was vroeger een steiger en aanleg- en losplaats voor schepen; deze steiger is in 1416 gebouwd en vanaf de steiger kun je over de prachtige haven van Hoorn uitkijken.
Naast de monumentale Hoofdtoren staat een beeldengroepje van drie puberjongens: ‘de scheepsjongens van Bontekoe’. (zie afbeelding).
Uit deze haven vertrokken Jan Pieterszoon Coen en IJsbrand Bontekoe; als je daar staat bij dat oude havenhoofd voel je de geschiedenis  even heel dichtbij.

Op de markt, omzoomd door mooie, oude, zelfs wat protserige gevels was het een drukte van belang; de terrasjes waren al weer mooi gevuld.
Midden op het plein stond pontificaal een metershoog beeld van Jan Pieterszoon Coen.
Aan de zijkant zit sinds 2012 een nieuw informatiebordje met deze tekst:

Jan Pieterszoon Coen (Hoorn 1587 – Batavia 1629)

Koopman, directeur generaal en gouverneur generaal van de Verenigde Oostindische Compagnie.
Vormgever van het succesvolle handelsimperium van de VOC in Azië.
Stichter van Batavia, het huidige Jakarta.

Geroemd als krachtdadig en visionair bestuurder, maar evenzeer bekritiseerd om zijn gewelddadige optreden bij het verwerven van handelsmonopolies in Indië.
Voerde in 1621 een strafexpeditie uit tegen één van de Banda-eilanden omdat de bewoners tegen het verbod van de VOC nootmuskaat leverden aan de Engelsen.
Duizenden Bandanezen lieten hierbij het leven. Onomstreden is dit standbeeld niet. Volgens critici verdient Coens gewelddadige handelpolitiek in de Indische archipel geen eerbetoon.

De geschiedenis wordt niet herschreven, maar wel anders belicht.

Benieuwd naar de andere blogs in deze serie?
Hierbij een overzicht.

1. Niet in Enkhuizen  –  over B&B La fattoria in Venhuizen.
2. Medemblik – Oud stadje in de regen.
3. Boerenkaas – Kaasboerderij Koopman.
4. Hoorn – Bontekoe en Coen in een oude haven.
5. Beatles in Blokker
6. Rijkdom, verval en voorzichtig herstel.
7. Tulpen, stolpboerderijen en wurrumen.

Reageren

9 mei: Vrijheid is een werkwoord.

Gisteravond keken Gerard en ik naar ‘Bankier van het verzet’; die film werd aan het begin van de week uitgezonden, maar toen waren wij niet in de gelegenheid om te kijken.
Van te voren had ik me wat verdiept in wat er bij het uitkomen van de film in 2018 werd geschreven.
Wat wel heel duidelijk naar voren kwam was dat het historisch niet helemaal klopte: locaties en feiten waren veranderd, personages waren samengevoegd en de regisseur had volgens critici nogal wat geweld in de scenes verwerkt als onnodig effectbejag.
Wij kenden de geschiedenis van de gebroeders Van Hall niet.
Dit is een korte beschrijving van de film: in het door de nazi’s bezette Amsterdam staan bankiersbroers Walraven en Gijs van Hall voor een grote uitdaging wanneer ze besluiten mee te helpen aan de financiering van het Nederlandse verzet.
Wij lieten ons meeslepen in het verhaal.
Huiveringwekkend, beangstigend en beklemmend.
Je voelde constant de onderhuidse spanning en je kreeg een goed beeld van ‘niet vrij zijn’.

De film speelde zich af in Amsterdam, maar ook Groningen heeft zwaar geleden onder de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog.
Vanmorgen in de viering vanuit de Catharinakerk zagen we een filmpje met beelden van de bevrijding van Groningen.
In kleur. We zagen Canadese bevrijders met geweren en tanks, kapotgeschoten gebouwen en huizen waar alleen nog de gevel van overeind stond.
Maar we zagen ook intens blije mensen, bevrijd van het juk van de onderdrukker.
De video eindigde met een aantal vrouwen die met bezems bezig waren met het opruimen van het puin.
Je moet ergens beginnen.

Agape

Toen we vanmorgen na de kerkdienst aan de koffie zaten praatten we nog even na over het begrip ‘vrijheid’
In de viering noemde voorganger Sybrand van Dijk ‘vrijheid’ een werkwoord.
Vrijheid betekent niet dat je alles kunt doen wat je wilt.
Hij zei het mooi: “Vrijheid rijmt niet op blijheid”.
Vrijheid gaat niet over ‘ik’ maar over ‘wij’.
In de lezing van vanmorgen hoorden we Jezus zeggen: “Dit is mijn gebod, dat je elkaar liefhebt’.
Heb lief en doe dan wat je wilt; als je liefhebt hou je altijd rekening met ‘de ander’.
Daarbij is het goed om onderscheid te maken tussen de drie soorten liefde, in het Grieks eros, philos en agape genoemd.
Eros is liefde met als basis de fysieke en/of de materiële aantrekkingskracht en philos is vriendschap, platonische liefde.
Agape is de onvoorwaardelijke liefde voor anderen in je omgeving; met deze liefde doe je wat goed en juist is naar anderen toe zonder vooroordelen en persoonlijke motieven.
Deze laatste vorm wordt door Jezus bedoeld in zijn bovengenoemde gebod.

Dit blog sluit ik af met een quote van Merel Morre:

Heb lief.
Meer hoef je niet te hebben.

Bij de afbeelding: niet mijn idee, wel zelf getekend, vertaald en gefotografeerd.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Meer weten over Merel Morre?
Hierbij een link naar haar website.

Reageren

8 mei: Heug, meug en appels.

Nog steeds doen we met onze dochters mee aan de ‘Ommetjes-app’ van Erik Scherder.
Geen idee wat ik bedoel? Lees dan even het blog Waarom moet dat van Erik?
Inmiddels heb ik al meer dan 1400 punten, maar ik sta nog steeds op de derde plaats in het klassement.
Om mijn reeks te behouden (daar krijg je punten voor) moet ik iedere dag minstens één wandeling maken.
Eigenlijk nooit een probleem, maar soms……heb ik net zoveel zin als tien die geen zin hebben.
Dan trek ik tegen heug en meug een jas aan en ga naar buiten.

Vandaag was zo’n dag.
Gerard had al vroeg een ommetje gemaakt; hij ging ‘een dikke klus’ doen en was voor de rest van de dag niet meer geïnteresseerd in wandelen.
Er lag een gezellige Disney-puzzel op tafel; dat helpt niet echt bij het zin maken in een wandeling in mijn eentje.
Wat helpt is een klein boodschapje, dus ik bedacht wie ik een kaartje zou kunnen sturen, schreef er één en liep daarmee naar de brievenbus.

Als je eenmaal loopt is het geen probleem meer om het halve uur vol te maken: er is buiten zoveel te genieten aan lentebloemen en uitlopend groen.
Toen ik weer terugkwam liep ik nog even door onze eigen tuin en stond stil bij de uitbundig bloeiende appelboom.
Het is een Elstar; vorig jaar hebben we er hooguit 5 afgehaald, toen hadden we een schrale oogst.
Dit jaar lijkt het beter te worden: nu maar hopen dat we niet te strenge nachtvorst krijgen.

De Elstar was er niet altijd; het ras is rond 1955 ontstaan uit een kruising van Golden Delicious met Ingrid Marie, bedacht door meneer Arie Schaap.
In het begin heette deze kruising van appelsoorten nummer IVT 5544-240, maar toen er een commerciële naam bedacht moest worden kwam men op een samentrekking van de naam van de woonplaats van Schaap (Elst) en zijn voornaam; eerst werd het ‘Elstarie’, maar uiteindelijk heette de nieuwe appel  ‘Elstar’.
Het is één van de hoogst gewaardeerde appelsoorten in Nederland.
Bij de Jumbo komt de Elstar bij de plaatjes op de groente/fruitweegschaal altijd als eerste keuze in beeld.

Ook wij eten het liefst Elstar, dus ik neem iedere week wel een zakje mee.
Behalve in september.
Dan hebben we ze zelf aan de boom!
Tenzij er nog nachtvorst komt…..

Reageren

7 mei: Enkhuizen 3 – Boerenkaas.

In de jaren zeventig woonden mijn opa en oma Boelen in Zevenhuizen, een dorpje boven Rotterdam.
Als wij daar een weekend heengingen namen mijn ouders wel eens een stuk boerenkaas mee van een kaasboerderij daar in de buurt.
In mijn beleving was dat veel lekkerder dan die kleine, ronde Edammer kaasjes die we destijds bij de Miro in Assen kochten.

Toen we vorig jaar in Egmond waren zouden we eigenlijk al zo’n boerenkaaswinkel bezoeken, maar dat was toen niet gelukt.
Iets met openingstijden en tijd vergeten.
“Als we in Noord-Holland zijn doen we nog eens een poging.”

De eerste middag van ons weekend in Enkhuizen viel de geplande fietstocht in het (regen)water en gingen we naar Medemblik (zie: 5 mei).
In de auto op een parkeerplaats aten we onze van huis meegebrachte broodjes en zochten op internet naar een kaasboerderij.
We vonden er één  in De Weere, een gehuchtje midden in de weilanden ergens tussen Medemblik en Schagen.
We reden in de stromende regen op een smal landweggetje waarvan we zeiden: “Hier kom je alleen langs als je er echt moet zijn. ”

Het kaaswinkeltje waar we terechtkwamen heette ‘Kaasboerderij Koopman’.
Een piepklein winkeltje dat je over het hoofd zou zien als er niet op de houten deur levensgroot ‘kaaswinkel’ was geverfd.
Vanwege corona mochten er maar twee klanten binnen, maar veel meer pasten er ook niet in….
Het is een familiebedrijfje dat al sinds 1971 kaas maakt, al verschillende prijzen in de wacht heeft gesleept en klanten bedient die van over de hele wereld komen. We namen een folder mee voor wat meer informatie, die bleek opgesteld in het Engels!
Met zo’n kaasboerderij zet je De Weere kennelijk op de kaart.

Wat namen we mee?
Ik wilde gewoon oude boerenkaas en Gerard zocht iets bijzonders: het werd mosterd peperkaas.
Op dit blog kan ik niet vertellen hoe lekker het is.
Het stuk oude boerenkaas was vrij groot en we dachten op voorhand dat we misschien wat aan de dochters mee zouden kunnen geven.
Nou…… ze hebben er wel van geproefd, maar we hebben geen stukken meegegeven.
Veel te lekker!
Dit gaan we eens vaker doen.

Meer weten over ‘Kaasboerderij Koopman’?
Hierbij een link naar hun website: de boerenkaas.nl
Daar vind je o.a. recepten voor kaastaart en kaasfondue.

Benieuwd naar de andere blogs in deze serie?
Hierbij een overzicht.

1. Niet in Enkhuizen  –  over B&B La fattoria in Venhuizen.
2. Medemblik – Oud stadje in de regen.
3. Boerenkaas – Kaasboerderij Koopman.
4. Hoorn – Bontekoe en Coen in een oude haven.
5. Beatles in Blokker
6. Rijkdom, verval en voorzichtig herstel.
7. Tulpen, stolpboerderijen en wurrumen.

 

Reageren

6 mei: Vrije dagen.

5 mei viel dit jaar op een woensdag: anders een lange werkdag voor mij, nu lekker vrij.
Op de donderdag in de even weken werk ik ook niet, dus deze week riep ik maandag aan het einde van de werkdag: “Goed weekend!”
Gerard was wel gewoon aan het werk, dus zo’n week rommel ik lekker wat aan.

Dinsdagavond de vlag half stok, woensdag de vlag uit.
Vrij.
We zien beelden uit de Tweede Wereldoorlog en er worden paralellen getrokken met de onvrijheid die we tijdens deze pandemie ervaren.
Mijn vader zou zeggen: “Ik mag d’r met ’t gat niet naor luusteren!” en daar wou ik het maar bij laten.

Van te voren vroeg ik me af hoe het zijn: André van Duin die de 4 mei-toespraak houdt.
Wie mijn blog al een tijdje leest weet dat hij mijn eerste idool was en dat ik altijd een zwak voor hem heb gehad.
(onderaan dit blog een aantal links naar voorgaande verhalen over hem.)
Wat het voor mij bijzonder maakte was dat hij voor het eerst een statement maakte van het feit dat hij homo is.
Hij wou het er eigenlijk nooit over hebben; het was zo, hij stak het niet onder stoelen of banken, maar hij stond ook niet op de barricades.
Houdt zich sowieso altijd wat op de vlakte over politieke voorkeuren en ventileert nooit keiharde standpunten.
Mede daarom staat hij boven de partijen en kan (bijna) iedere Nederlander met hem uit de voeten.
Zijn verhaal raakte menigeen.
Net als in het lied ‘Mijn allergrootste fan’ bracht hij door zijn eigen woorden en zijn eigen ervaringen emotie teweeg.
Het handkusje op het laatst benadrukte nog even weer wat hij de laatste jaren heeft meegemaakt op persoonlijk gebied.
En dan voor de ganse natie zo’n verhaal houden: chapeau.

Terug naar mijn vrije dagen: op 5 mei liep ik na een meer dan een jaar weer binnen bij Het Goed.
Een boek, een dvd én een puzzel van 1000 stukjes met Disneyfiguren; ik legde hem gelijk op tafel.
Vanmiddag reed ik naar Zuidhorn voor een bezoek aan een handwerkwinkel.
Vorige week was ik al in Leek, maar daar kon ik niet vinden wat ik zocht.
“Dan most naor Zuudhörn!” zei een andere klant.
Dat klonk mij in de oren als ‘heel ver weg’ maar het is nog geen 25 minuten rijden.
In Zuidhorn wachtte mij een aangename verrassing: ‘Sparkelz Creatief’.
Zo’n winkeltje waar van allerlei voorbeeldjes hangen van verschillende materialen in verschillende steken en uitvoeringen.
Borduurgaren. Sokkenwol. Knopen. Fournituren. Borduurpakketten. Patronen en voorbeelden.
Kijk zelf maar eens: hierbij een link naar hun website

Fijne, waardevolle dag.
Maar wat was het leukst?
Ouderwets puzzelen!

Eerdere blogs over mijn eerste idool:
7 januari 2015 :  13 en verliefd
2 januari 2017 : Van Duin met Kees Hulst in de ‘The Sunshine Boys’
4 juni 2017 : een ontroerend lied van Van Duin over zijn vader.
22 november 2017: Hendrik & Evert uit ‘Hendrik Groen’.

Reageren

5 mei: Enkhuizen 2 – Medemblik

Regen als je vakantie hebt is nooit leuk.
De eerste middag van ons weekendje Enkhuizen was het zulk vies weer, dat onze geplande fietstocht van 30 kilometer niet door kon gaan; in de auto op de dijk Lelystad – Enkhuizen zagen we de bui al letterlijk hangen. Als alternatief  kozen we voor een bezoekje aan het stadje Medemblik.
Fietsen in de regen is namelijk echt niet fijn, maar een wandeling kun je, met paraplu, best maken.

Wij waren al eens eerder in Medemblik geweest in 2010, toen nog met ons voltallige  gezin. We hadden dat jaar een arrangement op een camping in Julianadorp; de hele maand mei hadden we de caravan daar staan, dus alle weekenden en de meivakantie waren we daar. Ook toen hadden we een heel koud voorjaar. We gingen wel naar het strand, maar zwemmen….daar kwam het niet van. We bezochten Alkmaar (museum én winkelen) en Medemblik. Dan loop je heel anders in zo’n stad; met 3 dochters in je kielzog is er beslist minder aandacht voor kerken,  monumentale panden en sfeervolle grachten met eeuwenoude tegen elkaar aanleunende pakhuizen.

Het kasteel Radboud sprak nog wel tot de verbeelding, (zie afbeelding: Gerard met de dames achter het kanon), maar  daarna moesten we toch nodig weer een terrasje met een ijsje.  Tot zover 2010.

Medemblik is de kleinste én oudste stad van Westfriesland.
De stad heeft veel gevochten tegen het water, maar vergaarde ook rijkdom en aanzien dankzij het water.
De oude havens herinneren aan de bloeiende eeuwen als havenstad, maar de aanleg van het Noordhollands Kanaal betekende het definitieve einde hiervan. De Afsluitdijk maakte van de woeste Zuiderzee het kalme IJsselmeer.
In de VVV-folders hadden we gelezen dat de stad altijd bruist van grote levendigheid en vele activiteiten; maar daarvoor kwam wij kennelijk op een verkeerd moment. Alleen de regen bruiste; we wandelden door een vrijwel lege stad maar zagen wel mooie oude panden, een oud tramstation waar de historische stoomtram nog langskomt, rondvaartboten, stadswandelingen voor groepen: maar door de coronabeperkingen kon van dat alles niets doorgaan.
We liepen door een anders waarschijnlijk heel drukke winkelstraat, waar een uitbater van een café, kijkend naar zijn druipende parasols, triest in de deuropening van zijn bedrijf stond.
“Mogen de terrassen eindelijk open, heb je dit…..” merkte Gerard op.

…..schril contrast….

Wat wij zagen stond in schril contrast met de wervende teksten op de kleurige website van het stadje.
Eerlijk gezegd: vonden we niet erg.
We liepen rustig een deel van een aangegeven stadswandeling langs grachten en uit het lood staande, oude panden.

Voor Medemblik hoop ik dat het deze zomer weer gaat bruisen: neem maar eens een kijkje op  de website: Medemblik.
Het maakt ook deel uit van de bekende historische driehoek, een route die je aflegt tussen drie steden.
Vanuit Hoorn pak je de stoomtram naar Medemblik, vanaf Medemblik ga je met de boot naar Enkhuizen en ten slotte pak je de trein weer terug Hoorn.
Kan allemaal.
Als het weer mag.

Benieuwd naar de andere delen uit deze blogserie?
Hierbij een overzicht.

1. Niet in Enkhuizen  –  over B&B La fattoria in Venhuizen.
2. Medemblik – Oud stadje in de regen.
3. Boerenkaas – Kaasboerderij Koopman.
4. Hoorn – Bontekoe en Coen in een oude haven.
5. Beatles in Blokker
6. Rijkdom, verval en voorzichtig herstel.
7. Tulpen, stolpboerderijen en wurrumen.

Reageren

4 mei: Ruinen 9 – De gehaakte lampionnetjes van Ina.

Gisteren begon ik met een nieuwe blogserie over Enkhuizen & omstreken, vandaag sluit ik de reeks blogs over Ruinen af met een verhaal over de lampionnetjes van Ina.

De eerste middag van ons verblijf in Bed&Breakfast ‘de Beddestee’ had ik op mijn telefoon al een haakvoorbeeld gekregen voor een lampionnetje.

Eigenares Ina had overal rondom het huis gehaakte lampionnetjes hangen waar waxinelichtjes in konden.
Daarvoor gebruikte ze jampotjes, pindakaaspotjes, appelmoespotjes: ze hingen er in allerlei soorten en maten
Die hangt Ina  er in het voorjaar in, doet er regelmatig nieuwe kaarsjes in en laat ze in weer en wind hangen.
Na één jaar zijn ze dan lelijk en uitgelubberd. Dan haalt ze ze uit de boom, knipt het gehaakte hoesje er vanaf, doet de potjes in de vaatwasser en haakt er vervolgens een nieuw hoesje omheen.
We waren daar in februari, dus we hebben niet gezien hoe het er uitziet als overal kaarsjes in branden, maar ik vond het een leuk idee.

“Heb je daar ook een patroon van?” vroeg ik.
“Nee. Ik doe eigenlijk maar wat. Eerst een cirkeltje haken en als dat zo groot is als de bodem van het glazen potje dan stop je met meerderen. Je haakt zo hoog als het potje moet worden.”
Op de afbeelding links zie je hoe ze te werk gaat.
“Dan hecht je af, rijgt er een koordje door en trekt het strak. Vervolgens haak je er nog een ‘ophanglus’ aan. Ik stuur je wel even een foto.”
Voordat we de tassen hadden uitgepakt had ik de foto al binnengekregen op mijn telefoon.

Leuk. Maar ‘ik doe eigenlijk maar wat’ is wel wat vaag, dus ik zocht op internet naar beschrijvingen voor het haken van zo’n lampionnetje.
Daarbij kwam ik op een soort verzamelpagina met links naar werkbeschrijvingen van het omhaken van potjes voor waxinelichtjes, lantaarntjes en windlichtjes.
Hierbij een link naar die pagina: Freppi.

Ina had thuis ook een aantal luxe windlichten staan die ze zelf omhaakt had, versierd met zijden lintjes en een ophanglus van touw.
Ook mooi.
Als ik klaar ben met de twee haakklussen die nog op het programma staan  (een zomer-buitendeken en een kussenovertrek voor onze buitenstoelen) ga ik ook zo’n glazen potje ‘omhaken’.
Waar ik dan natuurlijk ‘kond van doe’ in dit digitale magazine!

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?
1. Van schaatsijs naar softijs.  
2. B&B ‘de Beddestee’
3. Wel honderd lammetjes! 
4. Fietstocht Dwingelderveld
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 
8. Van landgoed naar plaggenhut. 
9. De gehaakte lampionnetjes van Ina.

Reageren

3 mei: Enkhuizen 1 – Niet in Enkhuizen.

De afbeelding links is een scheurkalenderblaadje van een aantal jaren geleden, toen hadden we een ‘Maarten van Rossum’ kalender.
‘Sporen van de Gouden eeuw’ staat er boven.
Dit zegt hij er over:
Ooit was Enkhuizen een wereldstad met handelscontacten over de hele aardbol, zeer lucratieve visserij en met een bloeiend cultureel leven. 
Enkhuizen representeert in een soort Madurodam-vorm de hele geschiedenis van de Nederlandse Republiek. 
“Daar wil ik nog wel eens naar toe” dacht ik destijds en legde het blaadje in het bewaarmapje ‘Dagjes uit?’

De coronaweken rijgen zich zonder al te veel spannende gebeurtenissen aaneen en wij besloten dat we wel eens weer een weekendje weg konden gebruiken: vrijdagmorgen 30 april vertrokken we uit Roden richting Noord-Holland.
We kozen niet voor een onderkomen in de stad, maar vonden een adres in Venhuizen, zo’n 6 kilometer van Enkhuizen af.
Venhuizen vormt een duo-dorp met Hem; het is helemaal aan elkaar vastgegroeid.

We vonden twee nachten onderdak bij Bed & Breakfast La Fattoria.
Dat is Italiaans voor ‘boerderij’ en dat was het ook van oorsprong: een vervallen stolpboerderij uit 1901 die door de huidige bewoners helemaal is gerestaureerd.
Naast de oude boerderij bouwden zij eerst nog een pandje, waar ze tijdens de verbouwing zelf hebben geslapen: zo werd hun Bed&Breakfast geboren.
Nu wonen ze weer in hun naar hun eigen smaak verbouwde huis en ontvangen ze gasten in de aanbouw.
Een lekker bed, een heerlijk ontbijt, een ruime badkamer, twee luie stoelen, een tv én een tafel om een spelletje aan te doen: alles was er.
Er stond een flesje wijn klaar en er was gratis wifi: ons weekendje uit begon al goed.
Hierbij een link naar hun website: B&B La Fattoria.  Daarop vind je meer informatie en mooie foto’s van het interieur. 

Venhuizen ligt tussen Enkhuizen en Hoorn in en als je even doorfietst ben je binnen tien minuten bij de oude Zuiderzeedijk.
Maar Zuiderzee heet het al lang niet meer: vanaf 1932, na de aanleg van de Afsluitdijk, heette het IJsselmeer en na de aanleg van de dijk Enkhuizen -Lelystad heet dat deel het Markermeer.
Eigenlijk was het de bedoeling dat het hele zuidwestelijke gedeelte van het IJsselmeer zou worden ingepolderd en de naam Markerwaard zou krijgen; daar was die 26 kilometer lange dijk oorspronkelijk voor bedoeld, maar in 2003 is definitief besloten deze polder niet aan te leggen.

We gebruikten La Fattoria als uitvalsbasis: we fietsten naar Westwoud, Hem en Hoogkarspel, we keken in Medemblik en Andijk, we fietsten naar Hoorn en Blokker en maakten een historische stadswandeling in Enkhuizen.
En….. we waren zelfs in de gelegenheid om een terrasje te pikken.
Een cappuccino met appelgebak, gebracht door een opgetogen café-eigenaar die na twee dagen regen zielsgelukkig was dat er mensen op zijn terras kwamen zitten.
Met de jas aan weliswaar, want het was beslist nog niet warm, maar wij vonden dit al weer heel fijn.

Je raadt het al: dit was deel 1 van de nieuwe blogserie Enkhuizen.
In de volgende delen lees je o.a. over ons bezoek aan een kaasboerderij, de beelden van Jan Pieterszoon Coen en de Scheepsjongens van Bontekoe, de typische boerderijen in die streek, over The Beatles en ‘de wurrumen’ van Lutjebroek.
Wordt vervolgd.

Benieuwd naar de andere delen?
Hierbij een overzicht.

1. Niet in Enkhuizen  –  over B&B La fattoria in Venhuizen.
2. Medemblik – Oud stadje in de regen.
3. Boerenkaas – Kaasboerderij Koopman.
4. Hoorn – Bontekoe en Coen in een oude haven.
5. Beatles in Blokker
6. Rijkdom, verval en voorzichtig herstel.
7. Tulpen, stolpboerderijen en wurrumen.

Reageren

2 mei: Blogseries – een overzicht.

Als wij vakantie hebben gehad, dan verschijnt er in de weken daarna altijd een blogserie op deze website, waarin ik onze avonturen als ‘Drenten in de vrömde’ met de lezers deel.
Die  series waren de eerste jaren niet aan elkaar gekoppeld, later ben ik kleine overzichtjes gaan toevoegen en heb ik de afzonderlijke delen genummerd.

Het zijn niet alleen maar series over vakanties, je kunt ook lezen hoe we met ons huis ‘van het gas af gingen’ of hoe je als oudere leven toe kunt voegen aan je dagen. 

Vorige maand ben ik er eens voor gaan zitten en heb een speciale pagina aangemaakt met een overzicht van alle blogseries die tot nu toe in dit digitale tijdschrift zijn verschenen.
Hierbij een link naar die pagina: Blogseries op de Waarde van de dag.

 

Reageren

Pagina 3 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén