een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: september 2022 Pagina 2 van 3

20 september: TOCH NOG ÉÉN Lezer van de maand – Enny Aalfs-Oosterhuis.

Het is mij een groot genoegen om vandaag toch nog een Lezer van de maand te mogen introduceren.
Zou eigenlijk wel, toen eigenlijk niet, maar gelukkig toch nog: hier is de bijdrage van Enny.

Hoe kennen wij elkaar?
Ada en ik delen de liefde voor zang. Ik heb wel eens mee gedaan aan een ad hoc koortje van Ada. En natuurlijk bezoek ik de blog “Waarde van de dag” regelmatig. Ada had al eerder gerekend op mijn bijdrage maar steeds ontbrak de moed/zin, mede door wat gezondheidsproblemen bij ons!

Waar en wanneer ben ik geboren.
In Ten Boer ben ik op 18 mei 1948 geboren als jongste kind van Jacobus en Hiske Oosterhuis, een gezin van 9 kinderen. De oudste in ons gezin was mijn broer Gerrit. Ik groeide op tussen 7 zussen. Ik kwam als laatste dochter  3 jaar achter Ibeltje (Ida) aan. Mijn ouders hadden niet op nog een kind gerekend en moe was 45!
Maar het was goed en ik denk dat ze hoopten dat het een jongen zou worden. Werd het weer een wicht. Ook al was ik een meisje, ik kreeg toch de naam van opa Enne van moeders kant en  de naam  van mijn vader Jacobus dus Ennechiena Jacoba het enige kind in het gezin  met twee namen. Een jongen kwam er niet meer.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
René Aalfs ontmoette ik … en getrouwd 3 fijne kinderen met onderhand een partner en we hebben 5 kleinkinderen. Gelukkig allemaal gezond.

In welke levensfase zit ik nu en waar breng ik mijn tijd mee door?
Zingen doe ik graag bij Opera koor Frizzare, lezen doe ik ook graag, binnenkort weer een cursus schilderen, naaien en handwerken was ook was ook een hobby!
Met schoondochter hebben we een hondje die dus hier regelmatig logeert.


Wat wil ik graag met de lezers delen?
Bij het overlijden van mijn broer en twee zussen heb ik ervaren hoe belangrijk het is om de betekenisvolle dingen in je leven te overdenken en te benoemen.
Dan herken je de rode draad en bij het afscheid van het leven is het fijn om dit met anderen te delen.

Trots op mijn vader: Mijn vader heette dus Jacobus net als drie neven!
Dat was wel eens lastig omdat alle jongens in hetzelfde dorp woonden. De ene werd lange Kobus genoemd, de andere dikke Kobus, en mijn vader was lutje Kobus!!
Toen ik nog heel klein en op de schouder van mijn broer een openluchtspel meemaakte in Norg en iemand op het toneel had het over lutje Kobus, riep ik heel hard (volgens de familie) DAS MIEN PAA! Ik was trots op mijn vader. Hij was handig en deed veel voor ons.

Gezellige vakanties: Vanaf dat ik klein was gingen we op vakantie naar Norg.
We sliepen in een soort huisje dat mijn vader in de werkplaats had gemaakt en dat uit elkaar werd gehaald. In de vakantie werd het huisje met de bode ‘Jannes de Jong’

….. voor het eerst in Kwiek……

naar Norg gebracht en daar weer in elkaar gezet. Het huisje kreeg de naam Tok Tok (veel kippen (meisjes)in het hok!) Na de vakantie haalde de bode het hok weer op. Mijn vader verkocht het toen als echt kippenhok. De volgende vakanties werden gevierd in een oude caravan met daaraan vast een groot zeil met strozakken waar de kinderen sliepen. De caravan heette Kwiek.
Toen ik 1 was (zie foto) ben ik voor het eerst in Kwiek geweest. Daarna maakte mijn vader een huisje ………dat werd Joy genoemd (foto) toen was ik 3 jaar, mijn broer zat toen al in dienst, maar was een dag op bezoek.
Wij gingen met de bode naar Norg, mijn vader kwam in het weekend op de brommer en drie grote zussen gingen met de fiets van Ten Boer naar Norg. De verkering van mijn broer  en zussen waren soms ook aanwezig, net als thuis in Ten Boer kon altijd alles! Op zondag gingen we in het begin naar een kerkdienst in Norg (gereformeerden in de hervormde kerk!) later open lucht of als het slecht weer was in een tent, georganiseerd door het IKR in Norg/Een. Met ons grote gezin met gitaren en aanhang met trompet zingend gingen we in optocht naar de kerkdienst toe; in mijn herinnering was het altijd mooi weer! In ons gezin werd altijd veel gezongen!

Mijn inventieve moeder: Voor we mee gingen met de bode, kregen we allemaal een doos en als die vol was, was die vol meer mocht je niet meenemen. Mijn moeder vulde die van mij ik was nog te klein. Er kwam wat mij betreft speelgoed (blokken, houten poppenmeubeltjes) in.
Mijn moe nam zelfs geweckt vlees mee. Ongelofelijk. Ze vroeg boeren in Norg of ze aardappelen mocht rooien en kocht daar ook groente!
Om de kleintjes bezig te houden verzon moe bv een wedstrijd: tuintjes maken. Wie de mooiste had mocht als eerste een ijsje kiezen.
En we gingen met haar kettingen rijgen  van wat we vonden in de bossen!
De eerste vakantie die ik me zelf herinner waren we voor het eerst in een groot huis (van een zaken relatie) dat Roeghoorn heette.
En  LUXE dat het was (wij woonden in een heel oud huis) er was zelfs een tennisbaan (foto met poes)!

Sociaal en muzikaal: Mijn moe en pa waren heel sociaal, pa was timmerman/aannemer en had moeite om geld voor werk of materialen te vragen als mensen het financieel moeilijk hadden. Het gevolg was dat wij het ook niet ruim hadden. Pa zat in het plaatselijk muziekkorps, moe hield van zingen en was heel creatief en maakte van niets de leukste dingen, bijvoorbeeld stoelen bekleden met zelf gebreide doeken. Ook heeft ze het plaatselijke muziekconcours mee helpen op richten. Op zondagavond vaste prik: zingen bij het orgel, om de beurt een lied kiezen vanaf de oudste, dus ik was altijd als laatste aan de beurt. Meestal van Johannes de Heer, met pa of een zus die dan speelde; vaak waren er vriendjes bij soms waren we wel met 18 personen!

Trio Erato

De zussen hadden een zanggroepje opgericht wat door mijn ouders gestimuleerd werd. In wisselende samenstelling meestal met z’n drieën, daarom werd het Trio Erato genoemd (zie foto) traden ze op bij bruiloften enzovoort. Eén ding zal ik nooit vergeten:  op paasmorgen, als wij nog in bed lagen, speelden pa en moe zong het bekende paaslied “De heer is waarlijk opgestaan”

Mijn naam kreeg ik mee van opa en mijn vader; het sociale en muzikale herken ik ook in hoe wij ons leven

met de kinderen hebben vorm gegeven.
Wat voelde ik me rijk toen de kinderen dit jaar terug kwamen van vakantie en ze allemaal voor 1 weekend de tenten bij ons in de tuin hebben opgezet.
“Camping Aalfs”, dat was echt geweldig en zo gezellig!

Groet Enny Aalfs-Oosterhuis

Reageren

19 september: Verkeerde feest…..

Afgelopen weekend waren we uitgenodigd voor een groot feest van Gerard z’n werk.
Het werd gehouden in de evenementenlocatie ‘DeFabrique’ in Utrecht.
Daar worden ook de ‘Boer Zoekt Vrouw-feesten’ gehouden, om maar eens wat te noemen.
Er was een kamer voor ons gereserveerd in het Van der Valk hotel in Utrecht en we zouden met bussen naar de feestlocatie worden vervoerd en teruggebracht.
Het feest zou duren van 18.00 – 01.30 uur.

Ik zag mezelf niet tot half twee ’s nachts op een feest zitten.
Om met Gerard Joling te spreken: daar heb ik de kracht niet meer voor.
We spraken met z’n tweeën af dat we niet met de bus zouden gaan; we gingen met eigen auto en ik zou die avond terugrijden naar het hotel.

Wij kwamen dus niet met de bus aan bij de evenementenlocatie.
We zetten de auto op aanwijzing van parkeerwachters op een grote parkeerplaats en liepen achter grote groepen feestgangers aan.
Eenmaal in de rij vonden we onszelf wel wat uit de toon vallen qua kleding.
De dresscode van ons feest was ‘ZOMERS’, wat wij om ons heen zagen was heel veel goud, glitter en glim.
Toen de rij de bocht om ging zagen we aan het eind van de loper dat iedereen op de foto werd gezet voor een groot bord.
ARAG 60 stond er op.
“Zitten we wel bij het goede feest?” vroeg ik aan Gerard.
Die keek om zich heen.
Zag helemaal  geen bekenden; dat was op zich niet raar, want 80% van de werknemers van het bedrijf waar Gerard werkt komt uit Brabant.
Onder het “Denk het niet!” van Gerard maakten wij rechtsomkeert.
Om de hoek zagen we een tweede ingang, waar het zomerse feestje al op gang kwam en meer bekende gezichten in de rij stonden.

We waren dan wel niet op het verkeerde feest, maar het was ook niet mijn soort feest.
Ja, er was lekker eten, er waren hapjes en drankjes en ik deed mijn best om een aantal van Gerards collega’s en hun partners te spreken.
Er speelde een bandje Zuid Amerikaanse muziek en het was tot een uur of 8 best gezellig.
Daarna gingen we met elkaar naar een andere zaal waar een cover-band speelde: er mocht gedanst worden!
Maar…..de muziek was zo hard dat je elkaar niet kon verstaan.
We schreeuwden nog wat tegen de mensen die om ons heen stonden, maar op den duur had ik een zere keel.
Om negen uur zat ik op de wc met die denderende muziek in mijn oren, voelde me een ontzettende 60-plusser en bedacht: “Dit gaat Aaltje niet meer doen.”
Tegen Gerard zei ik dat ik een ander zaaltje ging opzoeken; hij vond dat een goed idee en ging met me mee.
Zaten wij eerst met z’n tweeën in dat zaaltje, er kwamen al snel mensen bij ons zitten en toen werd het toch nog een leuk feestje: gezellig bijgepraat met deze en gene.

Om half één zochten wij onze auto op; laat genoeg.
De volgende morgen zaten we met z’n tweeën te genieten van het heerlijke ontbijt bij Van der Valk.
Wat mij betreft één van de leukste onderdelen van het feest.

Reageren

18 september: Een nieuw begin.

Vanmorgen was het in onze PKN-gemeente Startzondag.
Ieder jaar in september vieren we het begin van het nieuwe kerkenwerkseizoen.
Gisteren kookte ik al een grote pan ‘gruuntesoep met worst‘ voor de gezamenlijke lunch vanmiddag en vanmorgen om 09.40 uur stapten we in de auto. Het was al gezellig druk; bij binnenkomst liep ik tegen babymeisje Lyanna aan, die in haar doopjurkje in mama’s armen lag.
Wat een schatje! Altijd weer vertederend, zo’n klein mensje.

Het was een viering met een lach en een traan, want naast het dopen van Lyanna namen we als gemeente afscheid van Jannie, onze jeugdopbouwwerker. Een aderlating, zo mag ik het best noemen en dat werd vanmorgen ook wel duidelijk.
Het thema van de viering was ‘Wees niet bang, je kunt altijd opnieuw beginnen!’
Dit onderwerp kreeg een diepere laag door de achtergrond van de doopouders: moeder had al twee kinderen uit een eerdere relatie, de dopeling was het kindje van hen samen.
Het geluk spatte er vanaf vanmorgen; de beide families waren ruim vertegenwoordigd en we zagen alleen maar blije gezichten.

Het afscheid van Jannie zag er op het oog blij uit, maar er vloeiden ook tranen.
Ze heeft 2 jaar in onze gemeente gewerkt en in de twee jaar heeft ze veel tot stand gebracht.
De leden van het Jeugd Activiteiten Team bouwden samen met haar een band op met jonge gezinnen en het voelt voor hen alsof het nog niet af is.
Twee jaar is eigenlijk ook te kort.
En natuurlijk: er wordt een advertentie gezet voor een nieuwe jeugdwerker en er komt vast weer ondersteuning.
Maar we zijn in die twee jaar met elkaar erg gehecht geraakt aan Jannie met haar spontane ideeën, haar humor en haar grote hart: het valt niet mee om haar los te laten.

We kregen vanmorgen ook nog even een kijkje in de toekomst.
We zagen de predikanten Walter en Sijbrand elkaar als oude mannen ontmoeten.
Ze haalden in een hilarische sketch herinneringen op aan hun collega Jannie Boonstra,  “kort maar krachtig” konden ze zich vooral nog herinneren.
Daarna zongen ze voor haar met de hele zaal een heerlijk afscheidslied.

En toen was er koffie/thee en kon je een spel doen.
Eerlijk gezegd: geen spel gezien.
Veel mensen gesproken en bijgepraat, drie kommen soep gegeten en genoten van het samenzijn met in mijn achterhoofd nog de twee achter ons liggende coronajaren.

Lyanna is haar leven begonnen, Jannie begint opnieuw in haar nieuwe baan bij de landelijke organisatie van de PKN en wij zijn als gemeente ook weer begonnen!
Volgende week werken we als cantorij mee aan de viering en we kunnen als gemeenteleden het komende seizoen, naast het bezoeken van de vieringen, ook weer meedoen aan tal van activiteiten die worden aangeboden in het gidsje ‘Aan Tafel’, waarin je een overzicht vindt van het komende seizoen.
Benieuwd naar de inhoud? Hierbij een link naar het digitale gidsje.

 

Reageren

17 september: Gastblog – ABBA Voyage.

Vandaag tot mijn grote vreugde een gastblog van vriendin Sinet:

ABBA Voyage

Als je Zweden zegt dan denk je (vaak) gelijk aan ABBA: Agnetha, Bjorn, Benny en Annifrid.
ABBA gaat als een rode draad door het vriendin zijn tussen Marjan en mij.
Marjan ken ik zowat mijn hele leven al. In Rotterdam kwam ik bij haar in de klas op de kleuterschool.
Op woensdagmiddag speelden we de ene middag bij haar thuis en de andere middag bij mij thuis.
Het was heel stoer dat zij een oudere broer had die een platenspeler met koptelefoon had.
Bijna de hele middag draaiden we de platen van ABBA en zongen we met de koptelefoon op keihard mee.

Toen ik later (we zaten in de 4e klas) naar Drenthe migreerde is ons contact verwaterd en ging ieder haar eigen weg; we gingen werken en kregen elk ons gezin.
Heel wat jaren geleden was er een reünie van de lagere school; toen hebben we elkaar weer ontmoet en zijn we weer verder gegaan.
Toen kwam het bericht dat er een concert van ABBA zou plaatsvinden in Londen.
We hebben gewoon doorgeteld en kennen elkaar nu zo’n jaar of 50: reden om naar ABBA Voyage te gaan!

De kaartjes werden besteld, de Air-bnb besproken en 2 zitplaatsen in de Eurostar gereserveerd.
Dit alles hadden we al een hele tijd terug al geregeld.
In de laatste week voor vertrek kreeg ik dagelijks een appje van Marjan met het aantal dagen voor we zouden vertrekken.
En eindelijk was het zover.
We hadden afgesproken op Amsterdam Centraal.
Als je met een trein naar het buitenland reist dan is het net als op het vliegveld.
Het enige verschil is dat je je koffers bij je houdt en dat is wel een fijn gevoel na de ervaring van afgelopen zomer (vakantie zonder koffers).
Je gaat door de douane, eerst die van Nederland en daarna die van Engeland.
Dat was zo bekeken en begon het wachten op de trein. Je krijgt een coupé-nummer en stoelnummer; je koffer kan je in het rek kwijt.
We zaten eerste klas en we kregen een hapje en drankje en later een kleine maaltijd.
De reis duurde ruim 4 uur.

In Londen, op station St. Pancras, stapten we uit en gingen op zoek naar de trein die ons naar ons logeeradres zou brengen.
Wat we aantroffen was een gezellige eigenaresse en een ruime verdieping die alleen voor ons was.
Op zondagavond was het concert in de ABBA-arena.
Mensen wat een feest.
Waar we naar keken waren 4 hologrammen maar het was net of ze er echt stonden te zingen. Alleen tijdens een close-up zag je geen expressie op het gezicht maar een strakke huid. Maar….who cares?
We hebben een top-avond gehad met allemaal goede nummers.
Om een indruk te krijgen hierbij een link:  Abba Voyage.

Op het laatst kwamen de ABBA-leden op het podium zoals ze er nu uitzien (ze zijn alle vier de 70 gepasseerd); ook nu zaten we naar de hologrammen te kijken maar dat mocht de pret niet drukken.
Met een voldaan gevoel gingen we terug naar het logeeradres om de volgende dag weer naar huis te gaan.

ABBA, Thank you for the music!!!

Sinet was in 2019 al eens lezer van de maand. Haar bijdrage nog eens lezen? Hierbij een link.

Reageren

16 september: Een zwak.

Het is niet een erg spectaculaire ontboezeming en oplettende lezers weten het ook al wel: ik heb een zwak voor André van Duin.
Vanaf mijn dertiende al.
Dinsdagavond was Van Duin te gast bij Arjan Lubach.
De uitzending zelf heb ik niet gezien, maar ik zag op internet een kop voorbijkomen; gelijk opgezocht, woensdagavond even gekeken.

Bij Lubach aan tafel zit een 75-jarige man en ik vind het nog steeds leuk om naar hem te kijken.
Levendig en adrem. Volkomen naturel, alsof ze met z’n tweeën aan de keukentafel zitten, voeren ze een gesprek.
Met een klein verhaaltje weet hij dan weer de hele zaal te ontroeren.

Hij zat op een terrasje in Hilversum en de serveerster had hem een briefje gegeven.
Het was geschreven door een mevrouw die ook op dat terras zat.
‘Meneer Van Duin, ik zit hier met mijn moeder die inmiddels heel erg dement is en mij niet meer herkent.
Op het moment dat u het terras op kwam lopen zei ze: “Hé kijk, André van Duin!” Zo bekend bent u….’
Van Duin vertelde dat hij haar niet meer had kunnen spreken en wierp haar via de camera een kushandje toe.

Zijn agenda zit nog tjokvol: opnames voor Heel Holland bakt, dat programma met die modeltreinen en de volgende bootreis met Janny staat ook alweer gepland. En als we hem mogen geloven bruist Jan Slagter nog van nieuwe ideeën voor programma’s met hem.
Zelf zegt hij daar over: “Maar ik heb ook een nieuwe relatie, daar gaat ook veel tijd inzitten….”
Het blijft een fenomeen.
Wil je het stukje  Lubach/Van Duin even bekijken?
Hierbij een link naar een video op YouTube.

Eerdere blogs over André van Duin:
7 januari 2015 :  13 jaar en verliefd op Van Duin.
2 januari 2017 : Van Duin met Kees Hulst in de ‘The Sunshine Boys’
4 juni 2017 : een ontroerend lied van Van Duin over zijn vader.
22 november 2017: Hendrik & Evert uit ‘Hendrik Groen’.
31 juli 2019: Over de Dik voor Mekaar show uit de jaren ’70
6 mei 2021: De toespraak op De Dam op 4 mei.

Reageren

15 september: King Charles.

Weet je nog?

In 2013 kregen we in Nederland na 3 koninginnen een koning.
Prins Willem Alexander werd Koning Willem Alexander.
Wat moesten we daar aan wennen met elkaar!  Na vier jaar riep ik nog steeds Koninginnedag.

Gisteravond las ik dat de Engelsen zo lang Prince Charles gezegd hebben, dat ze King Charles amper uit kunnen spreken.
Charles zelf was ontroerd toen een volle kerk voor het eerst zong: ‘God save the King’.

Je kunt het Britse koningshuis niet vergelijken met het Nederlandse.
Wij hebben het wel eens schertsend over ‘de franje van Oranje’ maar die franje steekt maar bleekjes af bij wat we de laatste dagen vanuit Engeland voorgeschoteld krijgen.
Wát een tradities en wat een spektakel.
Wat een bijzondere beelden zien we van een volk in rouw.
Hoezo ‘stiff upperlip’……

Het is misschien raar zeggen, maar ik vind al het nieuws over het overlijden en de uitvaart van Queen Elizabeth een verademing als het gaat om het Journaal en de  nieuwsrubrieken.
Het ging vóór haar verscheiden alleen maar over de hoge brandstofkosten, de inflatie, de stikstofnormen, boze boeren, de dure boodschappen, hoge energieprijzen, de komende recessie, de woningnood en de regering die op alle fronten faalt. Nieuws met een glimlach, dat horen we toch haast niet meer?
Natuurlijk, het is verdrietig dat ze is overleden, maar als je 96 wordt zonder grote lichamelijke mankementen en zonder dat je dement wordt, dan is er heel veel om dankbaar voor te zijn.
Eigenlijk vond ik haar altijd een beetje zielig, juist omdat ze niet met pensioen mocht en vol plichtsbesef doorging.
In de Netflix-serie ‘The Crown’ zagen we dat Elizabeth doordrongen was van het besef dat ze meer was dan een koningin; ze vertegenwoordigde een glimp van de eeuwigheid .
Daarom was er voor haar geen keuze om te stoppen: dit was haar lot.
Beatrix heeft in mijn ogen een betere keuze gemaakt.
Vorig jaar las ik ergens dat artsen the Queen hadden geadviseerd om ’s avonds dat glaasje Martini niet meer te drinken.
Joh! Hoe oud wil je worden? En hoe wil je oud worden?
Mag een mens ook nog een beetje genieten op haar 95e?

Maandag, als de begrafenis is, moet ik werken.
En ik kan geen vrij nemen, want we kampen met ziekte en uitval op kantoor.
Maar maandagavond ga ik niet zwemmen: dan zit ik na het eten op de bank met de afstandsbediening.
Alles volgen, alles terugkijken.
Dinsdag ben ik vrij, maar dan is het al weer prinsjesdag en zien we Amalia voor het eerst uit een koets stappen.
Ik heb het er maar druk mee als royaltywatcher!

Reageren

14 september: Alles goed?

Wat is de waarde van je dag?
Vandaag was voor mij een werkdag, niks bijzonders eigenlijk.
Om 07.30 uur op de fiets; in de Onlanden fietste ik een oude kennis achterop. “Hé, gezellig, ik fiets even een stukje met je op,  hoe ist?”
Rond 08.20 uur was ik op kantoor. Toen ik de tas uit de fietstas haalde had mijn karnemelkbeker een beetje gelekt en een paar dingen in de tas hadden nu witte vlekken. Flut.

Hard gewerkt vandaag; we hebben nogal wat uitval/ziekte, dus ik werk wat extra de laatste tijd.
Toen ik wegging gaven collega en ik onszelf een complimentje: goed ons best gedaan, flink wat weggewerkt, alvast een goed weekend!
Op de terugweg zag ik in de Onlanden in de verte een zilverreiger die aan het vissen was.
Het witte stipje is de reiger. (klik op de afbeelding voor een vergroting).
Toen ik de foto maakte tikte er iemand op mijn schouder; het was collega Marja waar ik morgen mee werk.
Die had vandaag een vrije dag en maakte met haar man een wandeling door het prachtige gebied onder de stad Groningen.
We maakten een praatje en sloten af met ‘Tot morgen!’ en ik vervolgde mijn weg.

Heerlijk fietsweer, Radio 5 met Bert Kranenbarg op de oortjes.
Hij vertelde dat hij op de vraag ‘Alles goed?’ altijd antwoordde ‘Veel wel.’ want nooit is alles goed.
Daarna draaide hij in de rubriek ‘La chanson Francaise’ een nummer van George Moustaki: ‘Le temps de vivre’.
Wat een mooi nummer.
Ook even luisteren?
Hierbij een link naar het lied. 
Vandaag hoefde ik niet te koken: Gerard zorgde voor de warme maaltijd.

Eenmaal thuis om 17.00 uur schreef ik dit blog.
Was vandaag alles goed?
Veel wel.

Reageren

13 september: Elf jaar.

Vanmiddag bezocht ik een oude vriend in ‘de Hullen’, een zorgcentrum even verderop.
Hij zit in een rolstoel en is halfzijdig verlamd. Inmiddels is het elf jaar geleden dat hij getroffen werd door een herseninfarct dat hij maar amper overleefde.
Het lukte hem jammer genoeg niet om na de ingrijpende gebeurtenis het gewone leven weer op te pakken.
Eerst was er nog sprake van licht herstel, maar na een jaar of drie ‘met het snot voor de ogen’ revalideren moest hij zich er bij neerleggen: beter wordt het niet.
Hij bleef aan de rolstoel gekluisterd en kon niet meer thuis wonen.
Wat ik van hem heb geleerd is dat lichamelijk herstel één kant van het verhaal is, maar dat het mentale herstel een kant is die vele malen moeilijker is.
Het ontmoeten van andere mensen, mensen die hij vroeger had gekend, vond hij in het begin moeilijk.
Het oppakken van sociale dingen was lastig. Hij worstelde met zijn emoties en dat vond hij verschrikkelijk.
Hij zit met een gezonde geest in een gehandicapt lichaam en had moeite met de manier waarop hij door sommige mensen werd benaderd ‘alsof ik niet goed bij mijn hoofd ben’.

Maar hij zette door. Ging naar koffiebijeenkomsten, kon in het weekend naar huis, ging wekelijks zwemmen met z’n zoon, en ging zelfs af en toe naar het theater.
Als ik hem opzocht gingen we af en toe samen op de duofiets een stuk fietsen.
“Wat wil je?” vroeg ik hem eens toen ik wilde weten welke kant we op zouden fietsen.
“Het liefst zou ik zelf het stuur in handen hebben” was het onverwachte antwoord.
Daar hadden we destijds een heel gesprek over.
Dat hij het stuur over zijn hele leven uit handen had moeten geven en hoe moeilijk dat was.

Vanmiddag gingen we wandelen met de rolstoel.
Fietsen gaat namelijk niet meer, hij kan niet meer staan; dat heeft zijn bewegingsvrijheid behoorlijk ingeperkt.
Zwemmen, een autoritje, het behoort allemaal niet meer tot de mogelijkheden.
“Wil je wel even met mij naar het kerkhof of vind je dat vervelend?”
Nee, dat vind ik helemaal niet vervelend, het kerkhof in Roden is een prachtig park met veel schaduw waar je heerlijk kunt wandelen.
Hij wilde graag het graf van een overleden vriend bezoeken en van een emeritus predikant van onze gemeente.
Samen stonden we even te mijmeren bij de graven. Vlak daarnaast was de laatste rustplaats van een sopraan die we allebei kennen van het koor waar wij vroeger samen op zaten, hij zong bas, ik alt.
We hebben zelfs jaren in het bestuur gezeten: hij penningmeester, ik secretaresse.

Daarna dronken we een kop koffie/thee op het terras van de kinderboerderij; gezellig.
Eenmaal weer op zijn kamer waren we te laat: om 16.00 uur had hij bij de fysiotherapie moeten zijn.
Ik verdenk hem er van dat hij dat bewust niet aan mij verteld heeft, maar dit terzijde.
Met de belofte dat we de volgende keer een spelletje Triominos gaan doen namen we afscheid.

Eenmaal thuis ben ik moe.
Fysiek en mentaal.
Dan weet ik weer even hoeveel moed en doorzettingsvermogen het sommige mensen kost om in leven te zijn.
Stel je voor.
Al elf jaar.

Reageren

12 september: Geen water meer over Gods akker?

Zaterdag 10 september was het Open Monumentendag.
Het monument waar ik vrijwilliger ben was die dag natuurlijk ook open, dus die morgen om 11.00 uur verwelkomden wij de eerste gasten in de Catharina kerk op de Brink in Roden.
Op Open Monumentendag komt er ander publiek dan tijdens de openstellingen in juli en augustus in de zomer.

Sommige gasten hebben zich zo goed voorbereid, dat ze al met een aantal vragen de kerk binnenkomen.
Bijvoorbeeld waarom de kerk niet is bepleisterd zoals alle andere oude kerken in Drenthe.
“Loopt u maar even mee…” Ik nam ze mee naar het fotoboek van de oude Catharina en kon ze foto’s laten zien van voor 1930 toen de pleisterlaag er nog op zat.

….uniek….

Er zat destijds een schimmel/bacterie in die laag. De kerk kreeg in 1932 subsidie om de oude laag er af te bikken en een nieuwe aan te brengen, maar toen de laag er helemaal af was was de subsidie al haast op en toen stond men aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Het kwam er vervolgens niet meer van.
In de jaren ’80 is er nog tot in de gemeenteraad toe gediscussieerd of de witte stuclaag nog weer aangebracht moest worden, maar het bleef zoals het was.
Daarmee is de Catharinakerk uniek.

Deze keer hadden we gasten die meer wisten over onze kerk dan wij: er waren katholieke bezoekers die aan de ramen konden zien waar het Maria altaar en het Jozef altaar hadden gestaan.
Verder ontmoette ik weer erg leuke mensen die ik van alles mocht vertellen over Coenraad Wolter & Gesina, hun crypte, de sacramentsnis en het orgel.
Mensen hebben daarbij over van alles een mening en maken mij daarvan deelgenoot.
“Wie heeft in ’s hemelsnaam bedacht dat hier vloerverwarming in moest! Wat lelijk!”
“U staat hier nog redelijk blijmoedig te vertellen over de kerk, terwijl het zo slecht gaat met de kerken in Nederland….”
Op mijn vraag of ik een pepermuntje mag aanbieden: “Nee. Geen goede herinneringen.”
“Wat een prachtig orgel; en wat mooi dat het ook bespeeld wordt. Bach volgens mij.”
“Waarom zou je nou zo’n monumentaal middeleeuws doopvont niét gebruiken?”
Dan leg ik uit dat dat alles te maken heeft met democratische processen en dat we een moderne PKN-gemeente zijn.
Maar mijn uitleg neemt de vraagtekens boven de hoofden meestal niet weg.

Collega Coby vroeg aan het eind van onze dienst: ‘Waarom is dat gat aan de buitenmuur-kant van het piscina dichtgemetseld? Nu kan ik niet meer laten zien hoe men vroeger Gods water over Gods akker liet lopen.”
Ik meende me te herinneren dat daar vroeger inderdaad een soort pijpje zat waar water door naar buiten kon lopen, maar ik ben er ook niet zeker van.
“Dat ga ik voorleggen aan de kerkenraad” beloofde ik.
Er is vast wel iemand die het naadje van de kous weet.
Wordt vervolgd.

Vooreerst was dit weer de laatste vrijwilligersdienst.
Het was mij dit seizoen (na twee coronajaren zonder openstelling) een aangenaam genoegen.

Reageren

11 september: Onthutsend eerlijk, ook over de dood.

Els Rozenbroek is overleden.
Dat deed me meer dan ik op voorhand had gedacht.
Ik leerde haar kennen omdat ik begin dit jaar ging luisteren naar de ‘Saarpodcast – 50+ maar nog lang niet dood’ waarin drie dames ons bijpraten over alles waar je als 50+-vrouw tegenaan loopt. (zie  ‘Confronterend’ )
Over die podcast en over de maaksters Femke, Els en Barbara schreef ik in mei een blog onder de titel ‘Gooise vrouwen‘.
Ging het in de eerste maanden nog maar een paar minuten over ‘het kankertje’ van Els, de laatste weken was het naderende einde van Els het hoofdonderwerp geworden; in juli schreef ik daarover nog dit blog.

Toen ze heel ziek werd en opgenomen moest worden in een hospice dacht ik dat ze wel zouden stoppen, maar dat gebeurde niet.
Els liet de luisteraars er tot op het laatst bij.
Nog nooit vertoond.
Omdat ze onthutsend eerlijk was kreeg je een goed beeld van haar laatste maanden.
Alles kon besproken worden en alles kon gevraagd worden.

“Wat doe je eigenlijk met je telefoon?”
Die ging naar een vriendin die ze vertrouwde; die zou de laatste contacten nog onderhouden en de smartphone ‘leeghalen’,  daarna ging die naar een nichtje.
“En je laptop en je mailbox en zo?”
Die ging naar een collega, waarvan ze wist dat die discreet met haar digitale erfenis zou omgaan.
“Daar hoef ik me geen zorgen over te maken”.

Er kwam nog een groot interview met haar in de Volkskrant; ik heb er iedere letter er van gelezen.
Ze kreeg de Mercur d’Or, een prestigieuze prijs in de bladenwereld.
In de podcast werd ze daarmee gefeliciteerd door Barbara en Femke; zelf vond ze dat ze die prijs rijkelijk laat kreeg.
“Misschien krijg ik die nu wel omdat ik dood ga. Een ex van me zat altijd in die jury,  het is me nooit gegund.”
Ik schreef het al; onthutsend eerlijk.

Soms zat ik met kromme tenen.
Els was uitgesproken, scherp en vilein.
Ze werden een keer vanuit de tuin van het hospice naar binnen gestuurd, omdat ze te veel lawaai hadden.
“Mensen kunnen anders niet rustig sterven” schamperde ze daarover.
In de laatste uitzending waarin ze aan het woord kwam, werd haar gevraagd of ze vond dat er iets van haar begrafenis op de podcast moest.
“Je moet de begrafenis gewoon helemaal uitzenden! Dat zorgt voor het grootste commerciële succes…..”
Met de podcast ging het inderdaad heel goed, ik las er ergens dat ze al meer dan 100.000 luisteraars hebben.

In de podcast van afgelopen zaterdag ging het over de begrafenis van Els.
We hoorden de toespraak van vriendin/collega Femke en de toespraak van haar broer Roland.
De podcast werd afgesloten met het lied ‘Niemand weet hoe laat het is’ van Youp van het Hek.

Want we hebben gedanst en we hebben gevreeën,
we hebben gelachen en gespeeld met het vuur.
God verbood wat we allemaal deden
leef toch je leven als je allerlaatste uur!

Els gaf in het licht van dit lied het goede voorbeeld.

Benieuwd naar de podcast?
Je kunt alle afleveringen terugluisteren; hierbij een link Saarpodcast

Reageren

Pagina 2 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén