een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Geschiedenis Pagina 19 van 22

7 mei: Als je van geschiedenis houdt….

In mijn jeugd in de jaren ’70 kwamen de Birckenstock-sandalen in zwang: sandalen met een voetbed en twee grote leren riemen over de voeten. Ik vond het helemaal te gek en schafte gelijk zo’n paar aan. Mijn broer noemde het spottend ‘Jezus-sandalen’.
Maar ze lopen lekker! Vanaf de jaren ’70 heb ik heel wat paren versleten en het laatste paar was zo afgetoffeld dat ze ze denk ik zelfs bij het Leger des Heils niet meer wilden hebben. Die moest ik dus weggooien.  Al een tijdje zocht ik naar nieuwe sandalen, maar ik vond ze maar steeds niet. Te veel glitters. Iets tussen je tenen. Bloemetjes. Kraaltjes. Saai.

Altijd was er wel iets wat me niet aanstond.
Maar dinsdag vond ik in Leek sandalen die voor mij gemaakt leken: Hadrianus-sandalen. Sandalen met zwart vlechtwerk en daarbovenop een romeinse munt met keizer Hadrianus erop. sandalenHadrianus was een Romeins keizer die leefde van 76 tot 138 na Christus. Hij was keizer vanaf 117. Hij staat bekend om het bouwen van de Muur van Hadrianus, die de noordelijke grens van Britannia aangaf. In Rome herbouwde hij het Pantheon en construeerde de Tempel van Venus en Roma. Naast een keizer was Hadrianus ook een humanist en een filhellenist (= liefhebber van de Griekse cultuur) in hart en nieren. Hij was de derde van de vijf adoptiefkeizers. Meer weten: hierbij een link naar meer informatie >>>

Sandalen met een Romeinse keizer erop: iemand anders vindt misschien glitters of bloemetjes leuk, als liefhebber van geschiedenis vind ik een romeinse munt wel wat hebben.

Reageren

5 mei: Bevrijdingsdag

Enkele weken geleden had ik het met iemand over tijdsbesef.
Hoe lang is iets geleden? Hoe lang lijkt iets geleden?
De geboorte van onze jongste bijvoorbeeld was dit jaar 21 jaar geleden. Toen ik werd geboren in 1960 was de oorlog nog maar 15 jaar geleden. Dat zou dus gerekend vanaf nu 2000 zijn geweest. Heel kort eigenlijk!

Mijn ouders, 12 en 13 jaar oud in april 1945, hadden allebei heel verschillende herinneringen aan de bevrijding.
Mijn moeder vertelde vaak hoe de meisjes die hadden geheuld met Duitse militairen werden kaalgeknipt. Dat vond ze zo verschrikkelijk voor die meisjes, dat ze zo’n vernedering publiekelijk moesten ondergaan.

Mijn vader herinnerde zich vooral het grote feest in de binnenstad van Coevorden. Hij had met zijn broertjes bovenop een Canadese tank gezeten en in een optocht door de stad gereden. De Canadezen hadden chocola en sigaretten. Na maandenlang gortepap en roggebrood kreeg hij van de bevrijders wittebrood met jam. Het had hem nooit meer zo lekker gesmaakt als toen. Voor hem was het de smaak van bevrijding.

Bovenstaande verhalen zijn niet spectaculair en hebben de boeken niet gehaald. Het zijn onze familieverhalen en we zullen ze doorgeven. Op 4 & 5 mei realiseren we ons even weer hoe vrijwe zijn.

Hondsdraf

Wij hadden vandaag ook allebei een vrije dag van ons werk. Wij hebben de vlag uitgestoken en we hebben van de vrijheid genoten. Even niks. Vanavond nog een heerlijke wandeling gemaakt. Ik vond een klein paars bloemetje. Hondsdraf heet het. ‘Onkruud’ volgens de geleerden. ‘We noemen iets onkruid als het groeit op een plaats waar wij het niet willen hebben.’ las ik laatst. Het is een prachtig bloemetje. Vandaag heb ik even onkruid voor het raam.

Reageren

2 mei: Deze dag in 1980

35 jaar geleden waren in Hoogersmilde de Bevrijdingsfeesten  in volle gang.
Om de vijf jaar werd de bevrijding uitbundig gevierd met een optocht van versierde wagens, een dorpszeskamp, een feestavond met toneel, (plus een grote verloting met een rad van avontuur en bal na) en  een popconcert in de schuur van de familie Bosma.
Daar ging iedereen onder de twintig heen.

Vriendin T. was dat weekend met haar ouders in Brabant en vriend J.  moest naar de bruiloft van een neef.
Van mijn clubje ging alleen vriend A. mee.
Hij zei van te voren: “Ik gao wel met joe hen, maor ik breng joe vanavond niet naor huus. Ik goa namelijk op de versiertoer!”
Vond ik geen probleem, ik kwam wel weer thuis.

Op het podium in de schuur stonden “the Wicked Ladies” en op de dansvloer stond de hele toenmalige IKJ (Interkerkelijke Jeugdclub) en zo is het gekomen.
Ook Gerard was kennelijk op de versiertoer….!
Hij bracht me naar huis, maar eerst kochten we samen nog één frikadel met mayonaise.
Meer geld was er niet over.
Romantisch he?

Dit jaar geen frikadel maar een pizza bij een Italiaans restaurantje in Roden.
De 5 mei feesten zijn in de loop der jaren gemuteerd naar Bevrijdingsfestivals. Gaan wij niet meer heen.
Ik zou trouwens ook niet meer weten wat ‘The Wicked ladies” eigenlijk zongen.
Was ook helemaal niet belangrijk……

Reageren

15 april: Zunde…

Vorige week hoorde ik berichten op de radio over IS (Islamitische Staat) die de archeologische resten van Nimrud hadden vernield. Want volgens hen waren de tempels en andere gebouwen gebaseerd op afgoderij.
Het heeft geen enkele zin om me daar kwaad om te maken, maar ik loop er al dagen mee rond. Wat zinloos en wat erg. Natuurlijk weet ik best dat mensenlevens vele malen belangrijker zijn dan ‘die ouwe troep’, zoals sommigen archeologische vondsten plachten te noemen, maar het gaat me echt aan het hart.

Nimrud lag tussen de Eufraat en de Tigris en wordt in de bijbel al genoemd met de naam Kalach. Het staat in Genesis 10: 11 en 12. Ik heb het even opgezocht.
Het hoofdstuk gaat over de nakomelingen van Noachs zonen.Kus was een zoon van Cham. Kus was de vader van Nimrod, die de eerste machthebber op aarde was. Hij was een geweldig jager, door niemand overtroffen. Vandaar het gezegde: Een jager zonder weerga, een tweede Nimrod. De kern van zijn rijk werd gevormd door Babel, Uruk, Akkad en Kalne in Sinear. Vanuit dat land trok hij naar Assyrië, waar hij Ninevé, Rechobot-Ir en Kalach bouwde en ook de grote stad Resen, tussen Ninevé en Kalach.
Voor de liefhebbers: meer informatie over Kalach/Kalhu/Nimrud vind je via deze link >>>

Het verhaal van de ontdekking van de stad las ik als tiener in het boekje “Speurtocht door 100.000 jaar”, zie 24 januari >>>. De ontdekker, A.H. Layard, dacht dat hij de stad Ninevé had gevonden, maar het bleek Kalach/Nimrud. De resten die hij opgroef stamden uit 835 voor Christus.
Layard was een Brit en heel veel van de losse spullen die hij had ‘gevonden’ heeft hij laten verschepen naar het British museum in Londen. Eigenlijk hadden ze dat weer terug moeten geven aan het land van herkomst Irak. Dat is nooit gebeurd. Wel fijn dat die stukken nu daar nog staan. Anders was er niets van de stad over geweest.
Het filmpje van de vernietiging staat ook op de link hierboven. Ik hoef het niet te zien.
Wat zunde.

 

Deze week hoeven we even niet naar het ziekenhuis voor een infuus en injecties. Gerard moet wel gewoon zijn dagelijkse medicijnen blijven slikken, maar voor de rest hebben we een weekje rust. Afgelopen maandag kreeg hij meer pijn aan z’n heupgewrichten. In overleg met de huisarts (die ook even contact zocht met de internist) is de dosering paracetamol verhoogd, zodat de pijn minder is en hij ‘gewoon’ kan bewegen. Het eten van volle, vette (en lekkere!) dingen bevalt hem heel goed. We hopen dat hiermee het gewicht wat op peil blijft. Eind deze week gaat hij zich weer wegen. Het voelt een beetje als in het sprookje Hans en Grietje.
“En jongetje? Bel je al genoeg gegroeid?”

Reageren

12 april: In een blauwgeruite kiel

Gisteravond gingen we samen naar de film. In de Wolff bioscoop in de Euroborg. We wilden al een tijdje naar ‘Michiel de Ruyter’.
Wat een spektakel: een lust voor het oog!
Mooie kostuums, oude stadsgezichten, spectaculaire oorlogsvoering op zee, ik heb er van genoten.
Natuurlijk vind ik geschiedenis sowieso een fantastisch onderwerp.
Ik ben dan ook altijd benieuwd of het ook echt zo gebeurd is. In het geval van Michiel de Ruyter: ja en nee. Qua jaartallen bijvoorbeeld: de periode tussen de zeeslagen in de film besloeg ongeveer 20 jaar, maar de kinderen werden geen jaar ouder. Toen De Ruyter stierf was hij achter in de zestig, maar wij zagen een viriele Frank Lammers met wapperende donkerbruine lokken wiens been werd afgeschoten.

Wat me bij zal blijven van deze film is de moord op de gebroeders De Witt. Gruwelijk. En ook het geruzie tussen de Orangisten en Staatsgezinden.
Het gekonkel, de intriges, de kwalijke rol van prins Willem III. Het is gewoon een wonder dat Nederland als land nog bestaat.
De Fransen, de Engelsen en later ook de Duitsers hebben altijd hun best gedaan om ons land onder hun bestuur te krijgen. Maar ‘we’ zijn er nog.

Het is goed om je zo af en toe te realiseren dat in de loop van de eeuwen erg veel mensen hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid.
Dat is een groot goed.
Op 4 & 5 mei is er weer gelegenheid om daar bij stil te staan.

Reageren

6 april: ‘Paosbuul’

Vandaag een klein stukje ‘gezinsgeschiedenis’.
Mijn broer en ik kregen vroeger met Pasen altijd een “Paosbuul”.
Dat was een gehaakt netje waarin allerlei lekkers werd gedaan, zoals noten, mandarijnen, suikereitjes en chocolade- eitjes.
Toen onze kinderen klein waren kregen ze dus ook zo’n “Paosbuul’.
Hieronder een foto, gemaakt tijdens de Paasdagen van 1991.
Gerard kijkt met Frea en Harriët wat er allemaal voor lekkers en moois in de buul zit.
Harriët heeft het al bekeken en steekt het eerste eitje al in haar mond….
Paosbuul
Het netje haak je net zo als het ‘knikkerbuulegie’ (zie 28 augustus >>>)

Dit weekend waren alle dochters even weer thuis.
Geen ‘Paosbuul’ meer, maar wel een schaal met chocolade-eitjes en walnoten en vanmorgen een heerlijke brunch.
Het was natuurlijk weer veel te kort…..

Reageren

26 maart: Trijn uut Smilde

Meertmaond Dialectmaond: de maand maart staat traditioneel in het teken van het dialect. Ik noem het liever streektaal. Daarom vandaag een verhaal in mijn eigen taal dat ik heb geschreven over onze legendarische buurvrouw in Smilde aan de Vaartweg. Veel leesplezier!

Trijn

Gerard en ik bint allebeide opgruid in Hoogersmilde, een klein dörpie an de Dreinse Heufdvaort, under de tillevisietoren. Wij trouwden in 1983, huurden eerst een poossie een woning in de neibouw en in 1985 kochten wij het huus van olle vrouw Juustenga an de Vaortweg, tussen Hoogersmilde en Middensmilde in. Wij waren toen twintigers en oonze komst gaf nogal wat reuring in de buurt.
Het waren veurnamelijk oldere meinsn, vieftigers, zestigers en naost oons woonde an de iene kant Lambert Vos met zien zeun Henkie en an de aander kant woonde Trijn Klok.

Trijn heul alles wat d’r op de Vaortweg gebeurde goed in ’t oog van achter de ‘bewegende geraniums’. Veurdat wij doadwarkelijk an de Vaortweg gungen wonen, mus het huus natuurlijk hielemoal opknapt word’n en Trijn was regelmaotig ‘toevallig’ op buut’n as ien van de harde warkers uut de deur stapte en dan kun ze mooi eem weer wat vroagen. Toen ze ien keer wus ‘waor as wij iene van waaren’ gung ze bij familie en kennissen te raode en nao een moand wus Trijn meer van oons dan wij in de gaten hadden. Toen wij d’r gung’n wonen, leuten wij heur het huus zien en vreug ze tussen neus en lippen deur: “Gao j’ nog op vekaansie? Naor Zeeland zeker…..” Ja dus.

Wij mussen in ’t begun wel barre wennen. Trijn wol altied wel eem een praotie maken en wij, allebei een voltied-baan, haar’n daor niet altied tied veur. Soms hung ik gauw de was eem op as ik heur weg zag fietsen, dat scheelde mij weer een hiel verhaal over ‘mien zuster in Den Helder’ bij de wasliende. Moar…..’t was een lief meinse. Wij können altied bij heur trecht as d’r wat was en dat was wederzieds. Zo af en toe drunken wij samen ies een kop koffie, wat d’r op neerkwam dat ik uutheurd weur over mien familie (of mien breur, die destieds samenwoonde, nou al ies trouwd was…).

Van Trijn kreeg ik echt meer te zien toen bij oons de eerste dochter geboren weur: Frea. De buurt was sowieso al arg betrökken bij de hiele zwangerschap, want een baby op de buurt, dat was al lange leden. Wij kregen zölfgemaakte truigies en kienderwagenovertrekkies en kruukezakkies en weet ik wat nog meer en….. arg veul andacht, veural van Trijn. Om de haverklap kwam ze kieken en minstens ien keer in de weke kwam ze ’t kiend in bad helpen doen. Ze heul mij scharp in de gaten. Ik was nou de hiele dag thuus dus Trijn haar ogen te kört. Wat arg mooi was, dat wij altied oppas hadden. Trijn wol altied wel oppassen (behalve natuurlijk as ze naor heur zuster in Den Helder gung). As wij een verjoardag hadden of zo, dan haalden wij heur vriendin, vrouw Kalsbeek uut Smilde op, en dan zaten de dames bij oons samen op te passen. As wij dan ’s oamnds weer thuus kwamen, mus vrouw Kalsbeek nog naor huus bracht worden en dan gung Trijn natuurlijk gezellig met. En maor commentaar geven: “Bint Piet en Hillie nog niet op bedde? Zit ze nou nog te tillevisie kieken? Jan en Geese hebt zeker nog feest van de voetbal. Bij Jantje is ’t locht al uut, die giet altied op tied hen berre” enzovoort enzovoort.

Maor Trijn geneut van oonze Frea. Zo’n kleintie in de buurt gef een boel ofleiding. In 1988 raakte ik weer in verwachting en nou was Trijn d’r nog veul meer bij betrokken. Stun ik de ramen te wassen op een trappie, stun Trijn kopschuddend veur ’t raam: “Niet doen wicht, straks val ie!” “Ben j’al weer hen dokter west?” “Hoe ist met de bloeddruk?” En toen ik dan eindelijk aan het bevalln was, zag Trijn de auto van dokter Batelaan veur ’t huus staon en leup ze onopholdelijk van en naor vrouw Jonkers, een paar huuzen verderop, want ze vun’t wel erg spannend allemaol. Toen de dokter weer weg was en wij met ’n beiden an ’t bijkomen waren van de geboorte van oonze tweede dochter Harriët, tikte Trijn an ’t raam: “He’j al wat?”
Ja Trijn, kom d’r mar even in………

Tot Trijns grote verdriet gungen wij vlak nao Harriëts geboorte verhuuzen. Naor Roden. Wat ja ’n einde vot. Het kostte mij al muite genog om uut de buurt weg te gaon, moar het begreutte mij nog meer van Trijn. Ze vun ’t verschrikkelijk. Wat zul ze de kinder gaon missen. En mij. En wie mus d’r nou bij oons oppassen. Ik zie heur nog staon. Een drentse kruudkoek in een puutie in de hand stun ze op de oprit. Afscheid nemen van de kiender, want die gungen tiedens de verhuuzing noar mien schoonmoeder. Wij kregen de kruudkoek en een dikke smok en de belofte: “Ik kom in Roden kieken as ’t daor allemoal klaor is. Hoe hiette de straot ok weer? O ja, dat kun ik ok wel onthollen, net as ’t crematorium in Assen…..”

Natuurlijk is ze nog ies west. En wij bent nog weer bij heur west. Wij hadden in Roden ok een oldere buurvrouw, maar dat was gien ‘Trijn’. Wat hebt wij heur mist in ’t begun. En heur praoties. Maor wij hadden een jong gezin en wij hadden ’t drok in Roden, dus de buurt uut Smilde raakte aal meer noar de achtergrond. Zo af toe belde ze nog ies: “En is je breur al trouwd?”

Ja, inmiddels wel. Moar dat hef Trijn niet meer metmaakt.

Reageren

25 maart: “Ja”

Vandaag is het onze trouwdag.
Op 25 maart 1983 trouwden we in het gemeentehuis in Smilde en in de Ned. Hervormde kerk in Hoogersmilde.
We hadden toen bijna 3 jaar verkering. Gerard was 21 en ik 22.

Het was een fantastische dag. We hadden familie & vrienden de hele dag uitgenodigd, inclusief de ooms en tante’s. Het totaal kwam op 70 man. Twee weken voor de bruiloft telden we zenuwachtig het aantal mensen dat op de lijst stond voor het eten. Wij kwamen op 70 personen en we hadden een maaltijd voor 72 personen: wie zagen we nou toch over het hoofd…… bleek dat we onszelf waren vergeten bij het tellen!

We hadden een geweldige dag. We lieten het maar gewoon gebeuren. Er waren zoveel gasten, die konden niet allemaal in de trouwzaal van het gemeentehuis. Op de foto’s zie je mensen opeengepakt zitten en langs de zijkanten staan. Na het jawoord mochten we elkaar zoenen, volgens de aanwezigen deden we dat iets enthousiaster dan de etiquette voorschreef.

Bij het maken van de foto’s (bij het Blauwe meer) was de chauffeur ook mee. Dat was zwager Harrie, die beslist van toegevoegde waarde was. Hij hield de paraplu’s vast en paste op ‘mijn bontje’, een witte stola die ik om de schouders had omdat het vreselijk koud was.

In de kerkdienst zong “Hosanna”, het jeugdkoor dat we destijds hadden. De grootste klier die altijd voor de meeste reuring zorgde op de repetities stond er nu voor: wat was hij zenuwachtig. Maar het ging prima. Alleen jammer dat de fotograaf vergat om een foto van het koor te maken: hij dacht dat ze nog een keer zouden zingen…..dat was het enige dat echt fout ging die dag.

’s Avonds vierden we een grote bruiloft waar alle mensen die toen een rol speelden in ons leven aanwezig waren: vrienden, familie, collega’s, zondagschoolleiders, jeugdkoorleden, buren, IKJ-leden. Het was een fantastisch feest. Er werden stukjes gedaan door de broers en zussen, door het jeugdkoor, door de vriendengroep en door de zondagsschoolleiding.
Ik weet nog dat ik de zaal inkeek waar ongeveer 200 mensen zaten en dacht: “Deze mensen ken ik allemaal!”

25 jaar later hebben we wel een feestje gevierd, maar een stuk minder uitgebreid.
Toen hadden we namelijk ook geld nodig voor de reis met onze dochters naar Rome!

Reageren

21 maart: Zwemmen (1)

Op 25 februari >>> schreef ik over ‘bewegen’.
Er is één vorm van bewegen die ik al m’n leven lang graag doe en dat is zwemmen.
Ik leerde al heel jong zwemmen van mijn vader. Hij was zelf op een schip geboren en vond het uitermate belangrijk dat een kind weet wat het moet doen als het in het water valt.
Dat had hij zelf ook al op heel jonge leeftijd geleerd en dat deed hij bij mij dus ook.

In mijn jeugd had Hoogersmilde een eigen zwembad waar we graag naar toe gingen. Bij mooi weer namen we de ‘badtas’ (zo’n driehoekige) mee naar school en fietsten we na schooltijd naar het zwembad om tot vijf uur nog even te zwemmen. Al mijn vriendinnen hadden een mooi plaatje op hun bikini of zwempak met A-diploma of B- diploma erop. Ik niet. Mijn vader vond dat ik niet op zwemles hoefde. Ik kon immers al zwemmen en duiken. Iedere zomer was er weer gezeur over. Dan mocht ik van de badmeester niet in het diepe omdat ik niet zo’n plaatje had. Moest ik voorzwemmen. “Je hebt een ‘schaarslag’.”
Ja. Maar ik verdronk niet. Op een gegeven moment vonden mijn ouders dat ik dan toch ieder geval dat A-diploma moest halen, dan waren ze van het gezeur af. Ik ging een zomer op zwemles, maar de schaarslag (mijn versie van de schoolslag) leerde ik niet af. Op de dag dat het diplomazwemmen was trouwde de zus van mijn vader en mocht ik bruidsmeisje zijn.
Had ik dus nog geen zwemdiploma!
Die zomer daarop begon de badmeester weer moeilijk te doen.
Toen is mijn vader hoogstpersoonlijk naar de badmeester toegegaan.
Daarna mocht ik altijd in het diepe.
Zonder plaatje op mijn zwempak.

Toen ik al 50 was meende iemand die mij zag zwemmen mij er op te moeten wijzen dat ik met een schaarslag zwom. Dan doemt in mijn hoofd even die badmeester uit de jaren ’60 weer op. Daarna denk ik: “Gebemoei.”
Ik verdrink immers niet…….

Reageren

17 maart: Cro Magnon

Cro magnon

Frea introduceerde jaren geleden in ons gezin het spel ‘Cro Magnon’: een partyspel voor holbewoners. De bedoeling van het spel is dat je communiceert met de andere spelers.
Maar dat communiceren mag alleen zoals de eerste Homo Sapiëns (de zogenaamde Cro Magnon mens) dat deed zo’n 40.000 jaar geleden. Echt iets voor mij als liefhebber van geschiedenis dus. Misschien leuk om iets meer te weten over die eerste mensensoort, hierbij een link met meer informatie >>>.

Het spel bestaat uit vier fases. In het eerste gedeelte mag je alleen maar gebaren maken, in de tweede fase moet je iets boetseren uit een klomp klei, in het derde deel mag je alleen gebruik maken van een bepaald aantal vastgestelde woorden en in het laatste deel mag je tekenen met houtskool.
Het is een hilarisch spel. Er wordt tegenwoordig heel wat af-gecommuniceerd via allerlei schermen, maar met dit spel weet je even weer waar we als mens vandaan komen op het gebied van communicatie….
Afgelopen zaterdag waren twee van de drie meiden thuis en één ‘aanhanger’. Het verdrietige nieuws werd besproken, maar daarna vonden we het tijd voor een borrel en een spel. Klaverjassen was geen optie, want we waren met z’n vijven.
Cro Magnon werd het dus en dat was een goede keuze. Want even goed lachen met zo’n idioot spel is goed voor de geest. Iemand deed een kip na, maar als je er geen geluiden bij mag maken kan het ook door gaan voor heeeel veel andere dieren.
“Hoe maak je nou biceps van klei!” Het zag er uit als een slak met een huisje op z’n rug…..
We besloten onze spelavond met een paar rondes poker. Daar kan ik nou zo van genieten. Sommigen van ons denken namelijk dat ze een pokerface hebben.

Reageren

Pagina 19 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén