De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

30 mei: Boeskool en tranen.

In het Hemelvaartsweekend kwam ik er achter dat ik een Boeskoler ben.

Op onze fietstocht op Hemelvaartsdag kwamen we, net op het moment dat Gerard een lekke band kreeg, langs een boerenterras bij de Lutte. Er stond een partytent, wat statafels en een goed gevulde koelkast. De eigenaar heette ons van harte welkom.  We mochten drinken pakken, gebruik maken van de wc en hij presenteerde geen rekening: hij liet het aan onszelf over. “Vrije gift”
Gerard kon zijn band plakken, de fietspomp lenen en verder alle fietsplakspullen lenen die hij niet zelf in zijn bandenplakdoosje had.

Wat een man! Hij kwam er gezellig bij zitten, vroeg waar we vandaan kwamen en vertelde over zijn terras, zijn vakantie huisje ‘Erve Steiboer’  over de carnavalsvereniging en over de familiedag van gisteren.
We genoten van zijn Twentse gastvrijheid en prezen ons gelukkig dat we niet op het drukke terras bij het bospaviljoen bij de schreeuwende kinderen en de loeiharde muziek waren gaan zitten. Dit paste beter bij ons.

Boeskool = witte kool.

Er streken meer gasten neer.  Eén van hen kwam even bij ons staan en maakte een praatje.
Hij kwam uit Oldenzaal en daar was hij trots op. Toen ik  zei dat ik geboren ben in Oldenzaal lichtte hij helemaal op.  “Dan bi’j ok een Boeskoler! Ien keer een Boeskoler,  altied een Boeskoler!”
Hij hoorde me helemaal uit.
Wanneer? Waar? Waar werkte je vader dan?
Ik vertelde hem over mijn ouders die in de jaren 50 in Oldenzaal woonden,  dat mijn vader bij textielfabriek Gelderman werkte, waar we gewoond hadden en dat ik dit stukje Twente kende omdat we hier met mijn ouders nog regelmatig teruggekomen waren.  Ze hebben daar tot 1962 gewoond en waren altijd lyrisch over die streek.

Toen we verder fietsten had ik mijn hoofd vol met pa en ma.  Hun verhalen over deze omgeving echoden nog na; ze waren even heel dichtbij. In Denekamp stond de kerkdeur van de Sint Nicolaaskerk open. Daar wilde ik graag even binnen kijken. Toen ik de deur achter me sloot bevond ik me ineens in gewijde sfeer en hoorde ik het lied ‘Zo zal het zijn van’ Rob de Nijs dat uit de luidsprekers kwam.
Vanuit mijn binnenste golfde ineens helemaal onverwacht de emotie omhoog en moest ik vanwege de plotselinge tranen even op een van de achterste kerkbanken gaan zitten.
(lees hierbij het blog uit 2018 over dat lied van De Nijs, dan begrijp je waarom).
Zo kan verdriet je na jaren plotseling overvallen. Rationeel zeg je: mijn ouders overleden in 2008 en 2017, dat verdriet is al lang verwerkt en dat hoofdstuk is afgesloten. Maar dat wil niet zeggen dat het weg is.  Het is natuurlijk ook helemaal niet erg dat je even uit je evenwicht bent als je wordt overvallen door oud zeer.  Ik stak een kaarsje aan bij het altaar van Maria en stond nog even bewust stil bij pa en ma.
’t Is goed.

Nu weet ik dus dat ik een Boeskoler ben.
Een heel kleintje.
98% Drent 2% Twent.

Reageren

29 mei: Twenten, Drenten en Duitsers.

Het Hemelvaartsweekend werd helemaal gevuld met een minivakantie met onze vriendengroep  uit Hoogersmilde.
Met z’n achten hadden we twee huisjes gehuurd op camping Papillon bij Denekamp.
Woensdagavond checkten we om even over negen in, om vervolgens midden in de wedstrijd Feyenoord AS-Roma de anderen te begroeten.

De eerste twee dagen wordt er veel gepraat.  Er is voldoende tijd voor een gesprek over een nieuwe baan, het wel en wee van de kinderen en alles wat er zoal speelt bij een ieder.
Iedereen staat in de vakantiemodus,  dus we doen vooral kallem an. Koffie,  broodje en beslissen wat gaan we vandaag doen.  De eerste dag gingen we ’s middags fietsen en we reserveerden alvast een restaurant voor ’s avonds: met 8 man heb je zonder reservering niet zomaar een tafel in een restaurant op Hemelvaartsdag.
Tip: als je wilt fietsen in Twente, ga dan niet op Hemelvaartsdag.  Het is daar dan net zo druk als tijdens de Fiets 4 daagse bij ons in Drenthe.
Je komt lange  slierten fietsende  vrienden- en familiegroepen tegen; overal zitten mensen gezellig bij elkaar te drinken en te eten en de sfeer is opperbest. “Hoi! Moi! Halloooo!”
“Wat een Duutsers hier!”  riep ik onderweg tegen Jan.
Bleek dat we in Duitsland fietsten, net over de grens bij Nordhorn.

Op  Papillon waren trouwens wel heel veel Duitsers.
Toen we vrijdagmorgen op ons terras aan de koffie zaten kwam er iemand aan lopen om iets te vragen.
“Wie lange sind sie schon hier?””
In mijn beste Duits stond ik hem te woord en we voerden een gesprek, tot ik een vrouw iets in het Twents tegen de bewuste meneer hoorde zeggen.
“Staot wij hier nou as Twenten en Drenten Duuts met mekaar te praoten?!?”riep ik uit.
Ja dus.
Hij vond het erg komisch.

Terug naar Hemelvaartsdag: met z’n achten streken we rond 18.30 uur neer in Restaurant de Zoeke bij Denekamp.  Heerlijk om met de hele club aan tafel te zitten en samen te genieten van een heerlijk maal.  En ja, met z’n achten hebben we enorm veel plezier: een oude koe, een mop met een baard van veertig jaar waar nog hartelijk om gelachen wordt (omdat wij als ouderen allemaal de clou alweer vergeten zijn…) en een hilarisch verhaal over een huisarts in Smilde: hikkend van de lach zaten we aan ons toetje.

We gingen nog een dag fietsen, organiseerden een barbecue, deden nog een ‘ieder-z’n-ding’-dag en toen was het zomaar weer zondag.
Vanmorgen, toen iedereen al had ingepakt riep iemand: “We moeten nog een groepsfoto!”
Oja, dat is ieder jaar vaste prik; gehannes met de zelfontspanner, groepsopstelling en achtergrond.
Maar het lukte, in twee keer al.
Dachten we.
Toen we alweer uit elkaar liepen riep de fotomaker: “Welke …@#$… zet daar nou een dichtgeknoopte vuilniszak achter!”
Gedwee stelden we ons nog maar een keer op……

Zo’n heel weekend past niet in één blog.
De komende dagen zul je af en toe iets lezen over onze belevenissen in Denekamp.
Over Hansie Kiep, over een pop-up-terras in De Lutte, over boeskool & tranen, over pennen inpakken en over Pik an de lippe.
U bent gewaarschuwd.

Reageren

28 mei: Enne Jans Heerd – Maarhuizen.

“Wij hebben iets voor jou, een cadeautje.”
De dochters waren ergens geweest en hadden gedacht “Dat is iets voor mama! ”
Het was een klein, rechthoekig pakje: een boek.
Het ging over Enne Jans Heerd in Maarhuizen. Het was geschreven door Johan van Rhijn, de man van een lid van de naailesgroep van onze dochters en de zoon van die mensen woont nu in dat huis.

Binnen een week had ik het uit. Toen wist ik alles over Maarhuizen en het oude huis dat Enne Jans  Heerd heet.
Op Wikipedia vind je een artikel over Maarhuizen, klik hier,  daarop vind je de basis informatie over het gehucht en het huis.

Het boekje vertelt alles. Over de eerste bewoning rond het begin van de jaartelling, over de kloosters in dat gebied, over het ontstaan van de wierde en over de bewoners door de eeuwen heen. Op de wierde stond ooit een kerk,  maar die is afgebroken. Het oude  kerkhof daarentegen is er nog wel,  het oudste graf dateert uit 1636. Het boekje is rijkelijk voorzien van foto’s en afbeeldingen. Aan de hand van historische kaarten kun je de hele ontwikkeling van Maarhuizen volgen.

Je leest de geschiedenis van de mensen die in het huis gewoond hebben (heel veel Grietjes) en de verschillende verbouwingen die het huis maakten tot wat het nu is. Maar minstens zo interessant zijn de hoofdstukken over de ontwikkeling van dat deel van het Groningse land. Bijvoorbeeld hoe het kwam dat die Groningse boeren  zo rijk werden. En dat ze met hun rijkdom graag wilden aansluiten bij de elitaire bovenlaag van Groningen, maar dat die elite de ‘naar mest stinkende, ongemanierde’ boeren helemaal niet zag zitten.  Van een bezoek aan Verhildersum weet ik nog dat de Groningse elite op haar beurt heel graag wilde aansluiten bij de adel in andere delen van het land,  maar dat ze daar door hun accent en het achterlopen op modegebied nooit echt in slaagden.

Verder zijn er hoofdstukken over de wierde en waarom die gedeeltelijk is afgegraven, over leven en werken in het oude huis en over over de infrastructuur in dat deel van Groningen. In één van de laatste hoofdstukken maken we kennis met Duurt de Vries, de voorlaatste bewoner. Hij molk er tot 2001 zijn koeien en woonde er tot 2011.
De zoon van de schrijver die nu op de Enne Jans Heerd woont pakt de zaken groot aan.  Meer informatie daarover vind je hier: website van Enne Jans Heerd.

En nu wil ik natuurlijk maar één ding: daarheen!
Fietsen in die omgeving.
De wierde in het omringende land zien liggen.
Het oude kerkhofje bekijken.

Wordt vervolgd dus.

Reageren

27 mei: Wat muziek met je doet.

Vorige week kreeg ik een mailtje van Essina, in het verleden collega-alt bij de Catharinacantorij.
Ze had nog wat oude muziek liggen, of ik daar belang bij had.
Ja man!
Vrijdagmiddag 20 mei kwam ze met man Joop langs om het spul te brengen.
Een doos vol.
We dronken koffie; ik zette de doos midden op tafel en pakte alles uit.

Puur genieten was het.
En dan heb ik nog geen noot gespeeld…..
Oude bladmuziek van Eddy Christiani, ‘Kleine Greetje uit de polder’ bijvoorbeeld.
Het boek ‘Kun je nog zingen, zing dan mee’.
Krontjong muziek. “Kaa sian, si pa tooo ka an….”
Een boek met oude kerstliedjes.
(klik op de afbeelding voor een vergroting).
Met het uitpakken kwamen ook de verhalen.
Over het zingen bij haar thuis, het harmonium, het ‘galmen’ van Johannes de Heer-liederen en het samen musiceren.
Hoe muziek verbindt.
En hoe muziek emotioneert.
Hoe muziek verklonken is met herinneringen.

De doos staat inmiddels bij mijn accordeon naast de muziekstander en iedere dag haal ik er één ding uit om te spelen.
Ken ik het? Lukt het om het te spelen?

Vrijdagavond keken we naar deel 4 in de serie ‘Tweede Hans’ over een 60-plusser die verplicht met pensioen moest en daar nog niet aan toe was.
Hij worstelt met zijn vrije tijd en met zichzelf, tot hij ontdekt hoe leuk zingen bij een shantykoor is.
Bij het voorzingen tijdens de audiëntie zingt hij ‘Op de sluizen van IJmuiden’ van Max van Praag.
Angela Groothuizen, die de dirigente van het koor speelt, zingt er een tweede stem bij; ik zat met tranen in de ogen op de bank te genieten.
De serie laat zien hoe fijn zingen met elkaar is.
Zingen/musiceren met je hart.
Mozart of Eddy Christiani, Queen of Corry Konings: muziek doet iets met je.

Ook even genieten van de smartlap van Max van Praag?
Hierbij een link naar een video op YouTube.

Reageren

26 mei: Kroketten of een gebakken ei?

Bij mijn concepten stond nog één blog over onze vakantie eind april in Westerbork.
Schoonzus Ali attendeerde ons destijds op de uitgezette tulpenroutes in Drenthe.
Eén van die routes was een fietsroute van 34 kilometer die o. a.  langs Zwiggelte kwam.  Vanuit het Timmerholt fietsten we naar een ANWB-paddestoel op die tulpenroute; na drie er kwartier fietsen hadden we nog geen tulp gezien,  maar hadden we al wel door kleine dorpjes/gehuchten gefietst langs mooie boerenerven met oude huizen.

In Hijken wilden we lunchen.  Bij de brug over het Oranjekanaal vonden we een etablissement; eenmaal binnen werden we welkom geheten door een vriendelijke Drent, die ons gelijk al waarschuwde dat hij ons niet veel bijzonders kon voorzetten. “De vrouw is even naar de winkel. Een kroket kan ik nog wel bakken en een ei ook nog wel, maar dan houdt het wel op”. Wij hadden daar geen moeite mee. Aan de stamtafel naast de Telegraaf en het Dagblad van het Noorden aten we een lekker broodje met twee kroketten. Geen flitsende ober,  geen hippe rap op de achtergrond,  geen carpaccio en clubsandwiches, maar gewoon een tube mosterd op tafel.

Aan het Oranjekanaal vonden we het eerste tulpenveld.  Mooi!  Je waant je in Noord Holland.  Toen fietsten we al in de buurt van onze vroegere woonplaats Hoogersmilde. We zwaaiden naar het huis van zwager en schoonzus op de route,  we fietsten een oud-collega van Gerard achterop en zagen een tijdje de contouren van de good old televisietoren aan de horizon .

Halverwege de fietstocht  kwamen we bij ‘de Tulpenpluktuin Drenthe’ in Brunsting. Daar was het een drukte van belang. Best een rare gewaarwording, want je fietst tijdens deze tulpenroute langs verkeersluwe wegen en fietspaden.  Een enkele auto en een paar trekkers kruisten ons pad.  (klik op de foto voor een vergroting) . Wij lieten de tulpen mooi  in hun tuin staan, maakten foto’s van de uitgestrekte kleurige tulpenvelden en zochten Casa Grada weer op.  We zaten nog even in de zon aan het water en sloten onze april-vakantie af met een etentje in buffet restaurant Warrel in Westerbork.

“Morgen weer naar huis” verzuchtten we na het eten bij een kop cappuccino.
“Ja. En volgende week weer aan het werk. ”
Maar we bleven niet zuchten hoor.
De ervaring leert dat je de draad zo weer oppakt en dan ook wel weer geniet van ‘gewone’ dagen.
Immers : a normal day is a lucky day!

Naschrift: de tulpenroutes kon je rijden tot 6 mei.
Als je daar nu rijdt zijn de tulpen allemaal gekopt.
Maar volgend voorjaar zijn ze er weer.
Hierbij een link naar de website ‘Tulpenpluktuin Drenthe’, daar vind je alle benodigde informatie.

Reageren

25 mei: Ze weten niet wat ze doen.

Deze week was ik op zoek naar een specifiek liedje van Jules de Corte: ‘Kruip maar in je slakkenhuis’.
Daar hoorde ik een flard van in het zondagmorgenprogramma ‘Andermans veren’ op Radio 5.
Wat ik hoorde raakte me, maar we zaten in de auto en ik kon het niet helemaal goed volgen.
“Thuis zoek ik het wel even op” dacht ik.
Toen ik ging zoeken op internet zag ik dat ze die ochtend een eigen opname van iemand hadden gedraaid.
Niet te vinden op Spotify, niet te vinden op internet.
Hmm.
Op dit blog dus geen rechtstreekse link naar het lied, maar een link naar de uitzending van Andermans Veren op 15 mei.
Het bewuste nummer vind je op 26 en een halve minuut vanaf het begin.
Bij de afkondiging na ‘de flard’ zei presentator Kick van der Veer: “Wat een profetische blik had die man toch!”

Zoekend naar voornoemd nummer vond ik, zoals zo vaak, iets anders.
Het was een videoclip met beelden van deze tijd, gemonteerd bij het lied ‘Ze weten niet wat ze doen’ van Jules de Corte.
Het is een video die verwart en aan het denken zet.
Hiervan heb ik wel een rechtstreekse link: hierbij een link.

Reageren

24 mei: Ik pak eerder de krant….

Afgelopen zondag ging er een gastpredikant voor in onze kerk: Eelkje de Vries, vroeger lid van onze gemeente.  Fijn om haar weer even te zien, te spreken én  te horen.

Ze begon haar overdenking met een zin,  uitgesproken door een 90jarige man uit haar huidige gemeente. Met een schuldbewust lachje had hij gezegd: “Ik pak tegenwoordig eerder de krant dan de bijbel.” De voorganger vond dat heel herkenbaar. Onze leefomgeving en ons dagelijkse en zondagse leven zijn wel heel erg veranderd ten opzichte van vroeger. Ook ik pak eerder de krant; niet dat ik daar heel blij van wordt,  maar je kunt je ook niet onttrekken aan wat er allemaal in de wereld gebeurt.

Als je me  vraagt naar wat me bij zal blijven van deze zondagmorgen, dan zijn dat niet de mooie liederen die we zongen (waar ik overigens wel blij van werd)  en ook niet iets anders uit de kerkdienst, maar een gesprekje na de viering. Eigenlijk werd dat gesprekje pas gevoerd na het koffiedrinken met de fiets al aan de hand.  Ik kwam aan de praat met Margreet die vertelde over haar kleinkinderen. Die moeilijke vragen stelden.  “Als er zoveel eeuwen al mensen naar de kerk gaan, waarom zien we daar dan zo weinig van in de wereld?”
Als antwoord had Margeets man HarmJan een verhaal verteld; daarvan geef ik nu een verkorte versie. Wat gebeurt er als je een theezakje in een groot meer houdt?  Dan wordt het water er omheen een beetje bruin. Als je het zakje daarentegen in een theekopje met water houdt,  ontstaat er een geurig kopje thee.  Dus als je de zaken klein houdt heeft het meer effect.  Dat is de kracht van de kerk: de kracht van het kleine.

Even terug naar de viering.
Zondagmorgen waren er een aantal gemeenteleden in de kerk die we al heel lang niet meer hadden gezien.  Het was mooi om te zien hoe blij ze werden begroet door andere gemeenteleden: “Fijn dat jullie er weer bij zijn, we hebben jullie gemist!”
Over die verbondenheid ging het ook in de overdenking. Te midden van alle kwaad waarover we lezen in de krant, alle boosheid en machteloosheid zijn we als gemeente verbonden met elkaar, met God en met de geest; onze opdracht is heb lief, doe recht en behoud het goede.  In het licht van dit blog: zet kleine kopjes thee. Veel kopjes vormen samen een meer.

Reageren

23 mei: Iedereen heeft wat.

Het valt mezelf op dat in deze periode veel blogs gaan over dingen die twee jaar niet gekund hebben.
In coronatijd zagen we eigenlijk alleen onze ‘innercircle’, de bredere kringen van ons netwerk zagen we niet of nauwelijks.
“De Havenstappers’ is ook zo’n groepje.

De wagen ‘Ik heb een tante en een oom, die wonen in een eikenboom…’

Zo’n dertig jaar geleden bouwden wij met elkaar aan een praalwagen voor de Rodermarktparade waar de kinderen van groep 1 en 2 van basisschool ‘de Haven’ op zaten.
Een simpel rekensommetje leert dat die kinderen nu halverwege de dertig zijn.

De laatste keer dat we elkaar zagen in deze samenstelling was in november 2019; toen spraken we af dat we elkaar in november 2020 weer zouden spreken. Nettie en ik zouden het organiseren en we zouden een pubquiz doen.

De rest is geschiedenis, we zagen elkaar dus drie jaar niet; afgelopen zaterdag kon en mocht het weer.
Toen Nettie en ik bij elkaar zaten om te bespreken wat we zouden gaan doen kwamen we tot de conclusie dat het goed zou zijn om ruimte te maken voor het onderwerp ‘Hoe is het nu met iedereen’. Van te voren vroegen we de groepsleden of ze per echtpaar in de kring iets wilden vertellen over de gebeurtenissen in hun leven de afgelopen drie jaar; een ‘rondje’ dus, zoals je ook wel eens doet bij wijze van kennismaking in een groep van mensen die elkaar niet kennen.

Achteraf bezien was dat een heel goed idee.
Als iedereen in de kring zijn/haar verhaal vertelt, hoef je het niet 10 keer te vertellen in de afzonderlijke gesprekken.
We waren te gast bij Nettie en Harm aan de Brink. Voor mensen die in deze omgeving bekend zijn hoef ik niet uit te leggen hoe fijn wij daar met elkaar in de tuin zaten, maar even voor het beeld: je zit daar pal naast de middeleeuwse Catharinakerk, omringd door oude bomen. Aan de andere kant grenst hun tuin aan landgoed Mensinge.
We praatten zo weer met elkaar verder, alsof er geen drie jaar tussen zat.
Van de gastheer/vrouw kregen we een rondleiding door hun prachtig verbouwde huis; toen iedereen er was en een glas had begonnen we met het rondje.

Op onze leeftijd heeft iedereen wel wat.
We hoorden verhalen over ziekte en verdriet, maar ook over verbouwingen/verhuizingen, werk en/of pensioen, de zegen van het hebben van kleinkinderen en het genieten van vakanties en feesten.
Eén stel bijvoorbeeld was er zaterdagmiddag niet bij omdat hun dochter dit weekend trouwde in Italië.
Toen er 5 stellen nog niet aan het woord waren geweest moesten we al opbreken uit de tuin aan de Brink, want we hadden om 19.00 uur een buffet geregeld in het Wapen van Drenthe aan de overkant.
De rest van de verhalen hoorden we daar.
Wat heb ik er uit gefilterd?
Niemand komt ongeschonden door het leven, koester de momenten waarop het goed gaat.

De pubquiz bewaren we voor een volgende keer.

Als je meer wilt lezen over onze belevenissen met de ouders van basisschool ‘de Haven’: hierbij een aantal links naar voorgaande blogs.
De Rodermarktparade uit 2014
Hoe het begon:   Havenstappers  uit 2015.
Bezoek aan Verhildersum mei 2016.
Limmericks maken: ‘Het havenstapclubje uit Roden’ uit mei 2017
Een etentje bij ‘Kom maar binnen’: Twee-derde niet uit november 2018
Een blog over de begrafenis van Klaasje ‘Stil en verdrietig zijn we’   uit november 2019.
Een film in ‘het Rode hert’ Eye in the sky’ uit november 2019.
Bijpraten na Corona en een buffet in het Wapen van Drenthe ‘Iedereen heeft wat’  uit mei 2022.
Een stadswandeling in Groningen Filistijnen in de bus uit september 2023.
Familie bezoek aan Tante Til in Enumatil uit september 2024.

Reageren

22 mei: Bij ons in de tuin.

Af en toe kwamen op deze website verhalen voorbij van Frits, de kat van Carlijn en Wim.
Sinds 2019 woonde hij, naar volle tevredenheid van beide kanten, bij hen.
Afgelopen vrijdag ging het ineens heel slecht met Frits, hij had ernstige blaasproblemen.
Ze hebben er voor gekozen om hem te laten inslapen, maar hebben hem eerst nog een dag bij zich gehouden.
Nog even verwend, gekoesterd en gekriebeld, maar op het laatst wilde hij zelfs dat niet meer.
Toen Carlijn huilend opbelde om te vertellen dat ze Frits gingen verliezen vroeg ze of hij bij ons in de tuin begraven mocht worden.
Tuurlijk.
Daar liggen ook de cavia’s van vroeger (Frouwke, Pukkie en Alegro), de ratjes Amy en Lientje en miss Pickle Snitch Mc Nibbels, de hamster van Frea en Jon.

Je kunt zelf niks met katten hebben en toch samen met je kind erg verdrietig zijn om het verlies van hun kat.
Zaterdagmiddag kwamen ze met Frits in zijn mandje bij ons.  Hij lag er vredig bij; ze hadden wat gipskruid om hem heen gedrapeerd.
Carlijn vertelde dat het laatste spuitje niet eens nodig was geweest, na het roesje van de verdoving had het hartje al niet meer geklopt.
Frits ligt begraven tussen de perenboom en de appelboom. Carlijn had zijn naam in een klein, houten schijfje gebeiteld, dat ligt nu tussen wat steentjes in de zwarte aarde.

Ze zagen er tegenop om weer naar huis te gaan.
Het zal in het begin leeg zijn zonder de altijd aanwezige kat.  “Ontbijt zonder Frits! Ik kan het me gewoon niet voorstellen…”
Goed om zo afscheid te nemen van een geliefd huisdier.
Ze hadden Wims vader gevraagd om een mooie foto van Frits voor hen te printen, die krijgt een mooi plaatsje  in hun huis.
De tijd zal het gemis verminderen; Frits wordt een mooie,  gezamenlijke herinnering.

Hieronder vier links naar verhalen over Frits die eerder op deze website te lezen waren:
We maken kennis met Frits, een blog uit 2019.
Een link naar het blog ‘Kater’ ook uit 2019. Daarop vind je een leuk filmpje van Frits, verstopt in een keukenkastje.
Carlijn en Frea schreven in 2021 een duoblog over hun katten onder de titel ‘Frits, Sam & Tobi’
In de zomer van 2021 aasde Frits op de jonge bonenplantjes van Carlijn. Een blog onder de titel ‘Probeem, maatregelen,,,,,schaakmat uit 2021.

Reageren

21 mei: De schone zussen en de leesbril.

Gerard komt uit een gezin van 7 kinderen, dus aan de Waninge-kant heb ik 6 schoonzussen.
Het is de bedoeling dat we één keer per jaar een ‘schoonzussendag’ organiseren.
De laatste keer was in 2018.
Ziekte, overlijden van Jan, corona: we planden ieder jaar wel een dag, maar het kon steeds niet doorgaan.

Donderdagmiddag zagen we elkaar weer met z’n zevenen.
We zouden naar Dwingeloo om daar te wandelen en een terrasje te pakken en daarna zouden we gaan eten bij de Chinees aan de Dieverbrug.
Toen we nog bij schoonzus Ali in de tuin zaten aan de koffie/thee met haar onvolprezen aardbeien-monchou-taart begon het al te regenen.
“Wij kunt niet hen Dwingel” zoveel was wel duidelijk.
We namen alles mee naar binnen en zetten ons geteut voort; we zitten nooit verlegen om onderwerpen.

Wie onze familie een beetje kent weet dat we dol zijn op spelletjes; toen iemand opperde of we niet een spel konden doen kwam Ali met “Ik hou van Holland’ aanzetten.
O man, wat hadden we het leuk.
Het aangename bij zo’n spel is dat ik ondertussen gewoon kan breien.
Het voorlezen van de vragen viel niet altijd mee; kleine kaartjes, kleine lettertjes.
Ali had nog wel ergens een leesbril liggen, toen konden de vragen door iedereen voorgelezen worden.
Toen de dobbelsteen even onvindbaar was (lag achter een glas) werd al weer gevraagd: “Bril hebben?”

Bij het spel zit ook een CD. Soms moet je een Nederlands lied aanvullen, daarbij moet je dan een track van die CD laten horen.
“Hebben jullie wel een CD-speler?”
“Ja, een klein combiding, van moe nog.”
Er werd nog even gememoreerd dat mijn schoonmoeder daar indertijd helemaal niet handig mee was, maar even later bleek dat ook wij hem niet aan de praat kregen.
Er werd aan stekkers en kabels getrokken, op knopjes gedrukt, maar er gebeurde niks.
Andere schoonzus zei: “Laat mij eens kijken”. Die had de leesbril nodig om te kijken waar de knopjes voor waren, maar ook toen hoorden we alleen maar geruis.
Toen weer een andere schoonzus zich ermee bemoeide tetterde Tol Hanse ineens keihard door de kamer: “WAAR TER WERELD IK OOK KWAM, NERGENS TROF IK ZO EEN BENDE……”, waarop weer een andere schoonzus het hele lied voor ons zong. Maar daar verdiende ze geen punten mee. We moesten track 31 hebben.
Lang verhaal kort: track 31 hebben we niet gevonden; we lazen wel een vraag voor waar de CD niet bij nodig was.

Moeiteloos zou ik nog een blog kunnen vullen over deze middag, maar ‘what happened in Geeuwenbrug stays in Geeuwenbrug’ dus ook de rijstebrijbergen en de jeneverstokerijen in 1880.

….van alles proeven….

Toen we aan het eind van de middag bij de Chinees zaten hadden we geen leesbril meer nodig.
We hebben de menukaart niet eens gezien, want de ober stelde voor om een ’tafelbuffet’ te maken, zodat we van alles konden proeven.
Een prima afsluiting van een heerlijke schoonzussendag!

Hieronder vind je nog twee links naar blogs over voorgaande schoonzussendagen:
Juni 2018: Alle schoonzussen op bezoek in Roden.
Januari 2017 Een verslag van onze zelfgemaakte ‘de Boeren-Hightea’

Meer weten over het spel Ik hou van Holland?
Lees dan dit blog uit 2016 over een avond waarop we dit spel deden met de vrienden.

Reageren

Pagina 82 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén