De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

20 april: Lezer van de maand – Johan Boer

Hoe kennen wij elkaar?
We kennen elkaar uit de plaats Hoogersmilde.
We zaten bij elkaar op de lagere school en we behoren al meer dan 42 jaar tot de dezelfde vriendengroep.

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben op 06-04-1962 geboren aan de Beilervaart in Beilen.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Ik ben 34 jaar geleden getrouwd met Nelly.
Wij hebben 4 kinderen Jurjen (29), Reinate(27), Martina(27) en Matthijs(22).
Jurjen, Reinate en Martina wonen samen.
Matthijs woont op kamers.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
33 jaar heb ik voor de klas gestaan op een basisschool in Hollandscheveld.
Vanaf 2017 doe ik veel vrijwilligerswerk in Beilen en Assen.

In Beilen ben ik voorzitter van voetbalvereniging CVV Fit Boys. Ik ben actief in twee sportfora: Sportief Beilen en Sportvereniging 2.0.
Verder ben ik initiatiefnemer en voorzitter van de Stichting Midden Drenthe Zomercup, een gemeente-breed voetbaltoernooi voor alle 11 voetbalclubs in de gemeente Midden Drenthe.
Ook zit ik in de Taakgroep Vorming en Toerusting bij PG Beilen-Hijken –Hooghalen.
In Assen ben ik gastheer buitendienst van Wilhelmina Ziekenhuis Assen.

Daarnaast heb ik een kleine baan bij Saar aan huis.
Dit is betaalde mantelzorg.

Wij hebben een B&B

Wat wil je graag met de lezers delen?
Mijn bezigheden als gastheer buitendienst bij het WZA op de golfkar.

De golfkar: meer dan een ‘golfbeweging’.

Sinds 1 mei 2017 is de golfkar -die op het ziekenhuisterrein zijn rondjes maakt – onderdeel van het dienstenpakket van het WZA. De vrijwilligers die hiervoor zorgdragen doen dit met veel enthousiasme. Van maandagochtend tot vrijdagmiddag zijn ze te vinden voor de ingang van het ziekenhuis.

Wat begon als een tijdelijke dienstverlening om bezoekers te halen en brengen van parkeerplaats naar hoofdingang,  is uitgegroeid naar nog steeds het vervoeren van bezoekers. Spontaan zijn hierbij andere diensten ontstaan: het verlenen van rolstoelservice van buiten naar de hal, vraagbaak zijn voor bezoekers, vaak het eerste aanspreekpunt zijn en bezoekers wegwijs maken.

Wat ik vooral ook belangrijk vind is het sociale aspect van onze aanwezigheid. Veel mensen komen met spanning en onzekerheden naar het ziekenhuis. Vaak nemen we in het eerste contact in de golfkar, in de rolstoel, in de loop naar de hal veel spanning weg. Mensen vertellen je soms in dat korte ritje veel over hun spanning over hun aandoening of ziekte. Ze kunnen het “kwijt”. De geruststelling of een simpel hart onder de riem wordt vaak in dank afgenomen. Hier krijg ik  veel voldoening van.

Door COVID kwam hier abrupt een eind in maart.
We konden niet meer rijden.
De golfkar stond stil.
De beweging stokte.
Het hele leven stond stil.
Helaas geen ritjes, geen korte gesprekken, geen ‘hart onder de riem’.
Dat heb ik gemist.

Half september konden we weer beginnen met onze werkzaamheden: we mochten weer!
Niet elke vrijwilliger durft het op dit moment aan om weer te beginnen. Begrijpelijk.
Het is anders: 1,5 meter beperkt de rolstoelservice, beperkt de capaciteit in de golfkar.
Er is minder ‘aanbod’. Tóch ér is weer ‘beweging’.

Bezoekers spreken ons weer aan, vragen weer om hulp, vertellen ons weer hun “ding’, zijn dankbaar.

Ze hebben het gemist.
Ik heb het gemist.
Opmerking van een bezoeker eind september “Bliede daj d’r weer bint”.

De ‘golfbeweging’ werkt weer…………

Reageren

19 april: Sandra, Shanning en een liedje.

Tweede Paasdag stond al een tijdje vast in onze agenda’s: kinderen komen.
Het was een zonnige dag, we konden heerlijk buiten zitten en samen genieten van het goede leven.
Het tweede deel van de paasdag was anders dan anders: we gingen met elkaar naar de bioscoop.
De reden daarvoor lag in het verleden.
Gerard had voor zijn 60e verjaardag van de kinderen als cadeau een ‘belevenis’ gekregen: met z’n achten naar James Bond daarna een borrel met iets lekkers.
Maar vanwege de lockdowns duurde het een eeuwigheid voor James Bond uit kwam en daarna lukte het bijna niet om een datum te vinden met z’n achten.
Vier weken geleden riep Gerard: “Straks draait Bond niet meer, ik ga nu, want ik wil hem persé in de bioscoop zien.”
Dit vanwege het spectaculaire aspect van de Bond-films. Gerard is een fan, ik absoluut niet, dus vier van ons  konden die dag ook en gingen die film zien.

Maar dat was niet de bedoeling van het 60-cadeau.
Toen men terugkwam van Bond was de oplossing voor dat probleem ook al gevonden; in het voorprogramma was er een trailer geweest van ‘The Lost City’,  een komische avonturenfilm met Sandra Bullock en Shanning Tatum. “Dat vinden we allemaal leuk, laten we daar dan met elkaar heen gaan”.
Toen was het puzzeltje gauw gelegd: 2e Paasdag kunnen we allemaal, de film draait dan ook en we vonden ook nog een kroeg in de buurt voor die borrel: Singelier.

Wat een leuk cadeau om te krijgen!
En wat een leuke film!
Een mengvorm van Miss Congeniality en Raiders of the lost ark.
Met een hilarische Brad Pitt met lange blonde manen en met Daniel Radcliff die heel charmant en doortrapt gemeen de rijke slechterik speelde.
Met Bullock en Tatum die overduidelijk een klik hadden en die zelfs in zo’n ongelofelijk verhaal ons er van wisten te overtuigen dat ze een heel spannend avontuur beleefden.
Na de film vroeg één van de dochters: “Wat was je favoriete moment?”
Hoefde ik niet lang over na te denken.
Dat ze met z’n tweeën worden opgesloten in een stenen grafkist bij twee geraamtes en zij zegt: “Ik lig niet goed, het dijbeen van de oude koningin prikt in mijn zij…..o wacht eens, het is een breekijzer!”
Helemaal over de top, maar erg onderhoudend en érg grappig.

Maar er was nog iets anders: een prachtig liedje dat werd gezongen door een zangeres.
Het deed me denken aan de Buena Vista Social club met Ibrahim Ferrer uit Cuba.
Vanmorgen zocht ik het op.
Het stond ook al op Spotify.
Het heet ‘Lagrimas Sin Fin’, uitgevoerd door Cheche Alara & Pinar Toprak.
Hierbij een link naar video op YouTube

Bij Singelier hadden ze een heerlijk glaasje rode port.
En een goed gevulde plank met lekkers.
Het laatste onderdeel van het cadeau was dat we na deze belevenis werden thuisgebracht.
Ik weet al wat ik vraag voor mijn 62e.

Reageren

18 april: Een loei van een koei.

In het blog over ‘de club‘ schreef ik het al: binnenkort weer een feestje in Beilen.
Zaterdagavond zagen we elkaar weer.
En wie weet….nog wat oude koeien? opperde ik aan het einde van dat blog.
Nou, dat is gelukt hoor.
Een loei van een oude koei.

Even een klein stukje geschiedenis van Hoogersmilde.
Het was maar een klein dorp, waar kinderen uit hetzelfde gezin vaak bleven wonen.
Zo hadden we de transportondernemers ‘gebroeders Koers’; die woonden naast elkaar bij hun bedrijf en noemden allebei hun oudste zoon naar hun vader: Klaas Koers.
De jongens scheelden een jaar en dat betekende dat ze op ons kleine dorpsschooltje om het jaar bij elkaar in hetzelfde lokaal zaten.
Heel onhandig.
De meesters en juffen bedachten iets om de twee Klazen uit elkaar te houden: grote Klaas en kleine Klaas.
Precies zo ging het met de zonen van de gebroeders Boer, landbouwers die aan Beilervaart woonden, die hun oudste zoon allebei Johan noemden.
Grote Johan en kleine Johan.

En dan hadden we nog twee jongetjes die bij elkaar in de klas zaten en allebei Jan Visscher heetten.
Groot en klein was hier niet aan de de orde, dus werd er iets anders bedacht.
De ene vader was koster en andere werkte bij de gemeente, dus om ze te onderscheiden werden de jongens Jan G. en Jan K. genoemd.
In onze generatie zijn we die bijnamen altijd blijven gebruiken om aan te geven wie er bedoeld werd en je begrijpt het al: één Johan en één Jan horen bij onze vriendenclub.

Zaterdagavond werd het allemaal even weer benoemd omdat de dochter van Jan K. verkering had met …..ik zal verder niet in details treden, maar dan snap je even hoe zo’n oude koe uit haar sloot komt. Wát een lol kun je dan hebben om zo’n verhaal.
Maar niet alleen om dat verhaal.
Iemand vertelde over een verkeersongeluk dat ze vroeger had gehad omdat ze een briefje van 50 gulden zocht in de auto.
“En toen stak ineens die lantaarnpaal over…….”

Het was weer als vanouds; er kwam weer van alles voorbij.
Wat vinden we van de serie over Pim Fortuyn? Iemand had met terugwerkende kracht medelijden met Pim Fortuyn. Iemand anders had dat juist met Ad Melkert.
Het ‘Verhaal van Nederland’ maakte de tongen ook los, met name het laatste deel over de Tweede Wereldoorlog.
“Met plaatsvervangende schaamte heb ik zitten kijken….”
De kerk.
Een reis naar Portugal,
De kinderen.
Een nieuwe baan, waarbij de nieuwe werkneemster haar auto niet meer kon vinden in de parkeergarage in Groningen en om de klip klap haar collega’s belde waar ze dan toch langs moest…

Zo’n avond vliegt voorbij.
Op het laatst wilden we haast nog de agenda’s trekken om alvast wat verjaardagen vast te leggen, maar één van de mannen sprak zijn VETO hierover uit.
“Nee, nou niet. Anders zit wij hier over een half uur nog.”
Hij kent ons.
Al heel lang.

Reageren

17 april: Met ons.

Toen we vanmorgen aan kwamen fietsen bij de kerk stond er een groepje koperblazers van ‘Oranje’ dat ons verwelkomde met paasmuziek.
Wat een feestelijk begin van de paasviering!

Aan het begin van de viering werd de nieuwe paaskaars binnengedragen.
Vrijdagavond was de oude gedoofd; daar maakte ik toen een foto van voor deze website.
De stomp van de oude kaars gaat altijd naar iemand in de gemeente die het het afgelopen jaar zwaar heeft gehad.
Op de nieuwe paarskaars staat dus het jaartal 2022; die zal dienst doen tot Goede Vrijdag in 2023.  (zie afbeelding).

In de overdenking vertelde voorganger Walter Meijles dat één van de namen van Jezus ‘Immanuel’ is.
‘God met ons’ betekent dat.
We allemaal geneigd om die woorden op onszelf te betrekken.
Met ons. Onze groep, ons land.
Maar God is met de Romeinen en met de farizeeën en schriftgeleerden.
Met Judas en met Petrus.
Met de Russen en met de Oekraïners.
God is mét ons tegen het kwaad; dat kwaad dat er altijd al is geweest en ook altijd zal blijven en dat alleen bestreden kan worden door het goede te doen.
Dat is de opdracht die ik meeneem uit de viering van vanmorgen.

Gerard was vanmorgen ouderling van dienst en gaf de dominee voor het eerst weer een hartelijke handdruk aan het begin van de viering.
De kerkzaal was goed gevuld en we mochten weer uit volle borst zingen.
Aan het eind zongen we ‘U zij de glorie!’; ik zag dat ik niet de enige was die het niet droog hield.
We kregen de zegen mee in nieuwe bewoordingen:

Moge jouw leven anderen tot zegen zijn
dat je ogen met mildheid kijken,
je handen open zijn om op te bouwen,
dat je luistert tot in het zwijgen 
en dat je woorden oprecht zijn en je in je hart en nieren bewogen bent om de mens op jouw weg.
Zo zegent God je levenspad en is je nabij zolang je leeft.

In het collectemandje bij de uitgang deed ik twee collectebonnen.
In de loop van de jaren was dat haast een routinegebaar geworden.
Vanmorgen deed ik de twee collectebonnen in de collecte die ik in maart 2020 in mijn tasje had gedaan.
Twee jaar geleden.
Niet dat we ondertussen niks gaven, we konden gewoon geld overmaken, maar die bonnen bepaalden me bij de onvrijheid van de laatste twee jaar.

Na de viering was er gezamenlijk koffiedrinken en ontmoette ik Matthijs, een basisschoolvriendje van Carlijn.
Ik moest wel drie keer kijken: hij is nu ook achter in de twintig en ‘mooi opdreugd’, zoals we dat in Drenthe zeggen.
Het was fijn om even met hem bij te praten: wat doe je nu, waar woon je nu en weet je nog…..

We hebben elkaar als gemeente de afgelopen dagen weer kunnen ontmoeten en de Stille Week en Pasen kunnen vieren zoals we dat voor COVID gewend waren te doen.
Samen zingen, bidden, luisteren en elkaar ontmoeten.
Dat is niet vanzelfsprekend; dat het voor de meeste mensen weer kan, daar ben ik dankbaar voor.

Reageren

16 april: Niet zeuren.

Het avondmaal dat we op Witte Donderdag vieren in de kerk is voor mij bijzonderder dan op een zondag.
Het is de viering waarin we het laatste avondmaal herdenken dat Jezus met zijn discipelen hield op de avond voordat hij gevangen werd genomen.
Donderdagvond voelde het nog specialer, omdat we de afgelopen twee jaar alleen digitaal de vieringen konden meebeleven.

Voor COVID dronken we om de beurt een slokje wijn uit de mooie, zilveren bekers van het avondmaalservies dat bij de Catharinakerk hoort.
Na iedere gebruiker werd de bekerrand afgeveegd met een doek.
Donderdagavond had men gekozen voor iets anders.
Er stonden dienbladen met hele kleine bekertjes met een beetje avondmaalswijn er in;  iedereen kon na het stukje brood zo’n klein bekertje nemen en een paar meter verderop op een dienblad wegzetten.
Natuurlijk begrijp ik het en het is een goede oplossing, maar voor mijn gevoel ontstaat er iets meer afstand: je drinkt niet meer uit één beker.
“Een kniesoor die daor op let!” zou mijn vaders tekst zijn in dit geval. Waar zeur je over? Wees blij dat je weer met elkaar live avondmaal mag vieren.

Nog iets om over te zeuren: de Cantorij Roden zong en ik stond er niet bij.
Dat had ik zelf zo geregeld en toch voelde het stom.
Een schrale troost was dat ik niet van toegevoegde waarde was geweest als ik had meegezongen, want ik ben nog steeds licht verkouden en mijn stem is nog niet weer op orde. Maar naast deze twee pietluttigheden was het een mooie en indringende viering, waarbij ik vooral genoot van het feit dat we dit weer samen met zoveel gemeenteleden  mochten beleven.

Gisteravond was de Goede Vrijdag viering; die staat in het teken van de kruisiging en de dood van Jezus.  Deze keer lazen we dat gedeelte uit Johannes met op de beamer afbeeldingen van de kruiswegstaties van Ted Felen.
Als we de passage lezen dat Jezus sterft wordt de paaskaars gedoofd,  gevolgd door stilte. Altijd een indrukwekkend moment.  Gisteravond nog versterkt door wat organist Arjan Schippers daarvoor speelde: het gedeelte uit de Mattheüs Passion bij die verzen,  gevolgd door het koraal ‘Wenn ich  einmal sol scheiden’. Mijn oren horen de noten van het overbekende recitatief en mijn hoofd zet daar onmiddellijk de woorden bij. Voor mij was het een ontroerend moment in de viering.

Daarna kregen we de gelegenheid om een witte  bloem te leggen bij een bloemstuk, opgebouwd rondom een kruis. (klik op de afbeelding voor een vergroting)
Het zijn de rituelen die je stil laten staan bij wat er vroeger gebeurd en de impact daarvan in onze tijd.  Toen ik mijn bloem legde was ik met mijn gedachten bij de toestand in Oekraïne: het onrecht dat mensen wordt aangedaan, de schijnprocessen tegen tegenstanders van Poetin,  het lijden dat mensen overkomt en de machteloosheid die je soms aanvliegt.

Met de melodie van het laatste lied in ons hoofd gingen we naar huis.
Nu valt de nacht.
Het is volbracht:
de Heer heeft heel zijn leven
voor het menselijk geslacht
in Gods hand gegeven.

Reageren

15 april: Van vroeger.

Op onze zolder staat een kartonnen doos waar ‘PASEN’ op staat.
Als de paasdagen er aan komen haal ik die doos van zolder en versier ons huis met spulletjes die ik in in het verleden heb verzameld.
Eigenlijk koop ik nooit iets op dat gebied. Wat in de dozen zit hebben we gekregen in bloemstukken en als cadeautjes; verder heb ik ook nog veel dingen bewaard die de kinderen vroeger op school hebben gemaakt.  Ook alle eieren die we in de loop van de jaren beschilderd hebben worden ieder jaar weer in hun eierdozen opgeborgen; er staat op dit moment een grote, glazen accubak vol eieren voor ons kamerraam.

Voor de grote ramen in de woonkeuken heb ik dit jaar drie hangers hangen, die onze dochters nog hebben gemaakt op de basisschool.
Twintig tot dertig jaar geleden.
De werkjes lagen onderin de doos, de laatste jaren hing ik ze niet meer op.
Nu ze er weer hangen doet het me erg aan vroeger denken.
Toen wilde ik bijvoorbeeld geen paastak in huis, ik vond de kerstboom 1x per jaar wel genoeg.
Waarom zou je met Pasen ook nog een boom in huis halen?
Op de donderdag voor het Paasweekend in 1991 kwam de vierjarige Frea opgetogen uit school: ze hadden allemaal een paastak van de juf gekregen!
De kuikentjes die er in hingen had ze zelf geprikt.
Zeg dan maar eens dat je zo’n paastak eigenlijk niks vindt…..
Eén zo’n geprikt kuikentje zit nog in de doos; als ik hem even oppak kan ik een glimlach niet onderdrukken.
Die paastak was nog maar het begin: ieder jaar werd de paasversiering bonter en uitbundiger, met dank aan de meesters en de juffen die steeds weer iets anders bedachten.
Ook die raamhangers dus!

Op dit blog zie je afbeeldingen van wat er voor het keukenraam hangt: een ovale ei-hanger met een gevouwen kuikentje er in, een hanger met een ei en een kuiken in opeenvolgende stadia en kartonnen hanen met eierschalen. De hanen zijn blauw en de eieren groen, maar dat kreeg ik door het licht niet goed op de foto.
Wat waren ze trots als ze met hun werkjes uit school kwamen: die kregen een ereplaatsje bij ons voor het raam!
Sweet memories.

Reageren

14 april: Het sneed van binnen.

Vanmiddag hoorde ik bij Bert op Vijf een liedje van Sting.
‘Shape of my heart’ heette het, het staat al tijden bij mijn favorieten op Spotify.
Het liedje gaat over speelkaarten: schoppen, klaver, ruiten en harten.
Op WikiPedia las ik dat Sting een verhaal over een kaartspeler wilde vertellen.
Een gokker, die niet gokt om te winnen, maar om ergens achter te komen.
Om te zien of er een soort mystieke logica in geluk of toeval zit; iets wetenschappelijks, bijna een religieuze wet.

Als je wel eens klaverjast of een ander kaartspel doet, dan weet je dat die mystieke logica waar die gokker naar zoekt er niet is.
Geluk of toeval: kaarten laten zich niet sturen.
Waarom krijgt de één drie jokers bij het jokeren en zit ander met de handen vol tweeën en drieën?
Waarom heb je af en toe bij het klaverjassen een avond ‘dat het niet wil’: geen mooie kaart, niet in de gelegenheid om te spelen, terwijl de tegenpartij 3 marsen noteert?
Waarom valt er in de ene boom amper roem en in de andere meer dan 600?
“Ik doe wel ontzettend mien best” roept dan altijd wel iemand.
Natuurlijk.
Je doet je best, maar de kaarten spelen hun eigen spel.

Dit liedje van Sting heeft geen diepere boodschap, maar heeft voor mij een bijzondere betekenis.
Het doet mij denken aan klaverjassen, het spel dat ik eindeloos met mijn ouders en mijn broer heb gespeeld.
Toen mijn vader ooit een hartoperatie moest ondergaan, had men in het ziekenhuis tegen hem gezegd dat hij bewust afscheid moest nemen van zijn naasten.
Het was een spannende operatie en je weet maar nooit.
Mijn broer en ik brachten hem destijds met mijn moeder naar Zwolle waar maandag de operatie zou plaats vinden.
Zondagavond was hij al helemaal voorbereid op de operatie en we zaten met z’n drieën om hem heen.
“Wij kunt nog wel eem een boom klaoverjassen!” zei mijn vader opgewekt en dat deden we.
Officieel afscheid nemen gebeurde die avond niet, die boom kaarten met z’n vieren was voor mijn vader genoeg.
Mijn vader kwam goed door de operatie heen en we hebben daarna nog ettelijke bomen gekaart, maar vanaf die tijd werd het klaverjassen met mijn ouders meer dan alleen maar een potje kaarten.

Toen mijn vader was overleden kreeg mijn moeder op haar oude dag nog een relatie.
Met Jan.
Die was destijds ook al dik in de 70 én …… hij kon ook klaverjassen!
Die relatie gunde ik haar van harte, ik kon mijn moeder best samen met Jan zien.
Maar ik weet nog hoe het sneed van binnen toen ik de eerste keer voor een potje klaverjassen aan tafel zat met Gerard, mijn moeder en Jan.
Ik zat tegenover hem en hij was mijn maat.
Wat kun je iemand dan missen.

I know that the spades are the swords of a soldier
I know that the clubs are weapons of war
I know that diamonds mean money for this art
But that’s not the shape of my heart.

Nummer ook even horen?
Hierbij een link naar een YouTube video. 

Reageren

13 april: Het Naarden van het Noorden.

In 2020 en 2021 hadden twee dochters en ik kaarten gereserveerd voor een uitvoering van de Matthäuspassion in Bolsward.
De man van MAVO-vriendin Annie zong bij dat koor.
Twee jaar op rij ging het niet door.
Dat was voor ons al vervelend, maar voor de koor- en orkestleden en de solisten moet het verschrikkelijk geweest zijn.

In het informatieboekje dat we gisteravond kregen stond dat het koor leden had verloren en door COVID niet optimaal had kunnen oefenen, maar dat men met man en macht geprobeerd had om de bezetting (o.a. met enkele gastzangers) voor de Matthäus van 2022 rond te krijgen.
En daar stond wat op dat podium!
Weten wie er allemaal stonden? Hierbij een link naar de website van de Oratorium Vereniging Bosward.

Toen het begon stond het kippenvel op m’n armen.
Die eerste noten van zo’n live-uitvoering, het doet iets met me.
Tot mijn grote genoegen werd de altpartij gezongen door een vrouw: die uitvoeringen moet je tegenwoordig met een lampje zoeken, want er wordt vaak gekozen voor een counter-tenor.
Volgens kenners hoort dat zo.
In de tijd van Bach kwamen er helemaal geen vrouwen aan te pas bij dit soort stukken.
De altpartijen werden gezongen door countertenoren en de sopraanpartijen door jonge jongens die nog heel hoog kunnen.
De alt van gisteravond was de mezzosopraan Netty Otter en ze stal mijn hart al bij de eerste aria  ‘Buss und Reu’.

Dit blog wordt geen recensie.
Op mijn plekje midden in de kerk heb ik een fantastische uitvoering van de Matthëuspassion gehoord.
Een paar keer kwamen er tranen van ontroering, maar de betovering van een prachtig stuk werd ook een keer doorbroken door een begeleidend muziekinstrument dat ‘er even uit’ was.
Als je altijd alleen maar perfect uitgevoerde versies via YouTube beluistert schrik je daar haast van, maar het is ook wel de charme van een uitvoering waar je live bij bent.

Toen ik de dochters uitnodigde voor deze uitvoering werd de vraag gesteld: “Bolsward? Is dat wel een beetje een goede uitvoering?”
Gisteravond in de pauze, op weg naar de koffie, hadden we het daar met z’n drieën over.
Dat het toch wel prachtig was en dat voor een kleine stad als Bolsward.
Een trotse Fries die achter ons liep vulde het gesprek even aan.
Als we niet bekend waren met deze uitvoering, moesten we wel weten dat dit ‘het Naarden van het Noorden’ werd genoemd.
Drenten roepen dan niet gelijk wat ze denken, maar ik dacht aan al die uitvoeringen in Groningen die ook stuk voor stuk prachtig zijn.
Met Daniël Lohues zeg ik: “Muziek is geen wedstrijd”.
Muziek is beleving en ik heb mijn hart opgehaald gisteravond.

Eigenlijk had ik nog iets meer willen weten van die prachtige oude Martinikerk, maar dat moet maar even een andere keer.
Ik moest namelijk ook bijpraten met Annie en haar man die achteraf toch niet mee zong.
Verder had ik die twee dochters ook al even niet meer gezien, dus geen tijd voor oude kerken en mooie geveltjes.
Bolsward komt op ons ‘dat-gaan-we-nog-een-keer-doen’-lijstje.

Reageren

12 april: Kortweg ‘De club’.

In de kantlijn aan de rechterkant zie je een overzicht van de meest recente blogs, daaronder vind je de reacties.
Willem reageert het vaakst en is de laatste tijd hofleverancier.
Zijn laatste reactie ging over de snoeprolletjes KING en FAAM naar aanleiding van mijn verhaal over tulpen en stophoest.
Hilarisch vind ik zo’n verhaal over de ‘apartheid’ tussen de hervormden en de gereformeerden van vroeger.
We maken er tegenwoordig grapjes over, maar toen was het echt bittere ernst.

In mijn jeugd in Hoogersmilde waren de verschillen ook nog groot, maar er was al wel enige vorm van samenwerking; de verenigingen van de ‘grote jeugd’ van 16 jaar en ouder werden in de jaren ’70 al samengevoegd onder de naam IKJ-club (Inter Kerkelijke Jeugd), voor ons kortweg ‘de club’.
De club is in mijn herinnering één van de leukste onderdelen van mijn jeugd in Hoogersmilde.
Op het hoogtepunt bestond de IKJ uit meer dan 60 leden en het was het toppunt van gezelligheid.
Voor ons dan hè? En in die tijd dan hè?
Kampeerweekenden naar een grote jeugdherberg, uitwisseling met andere, soortgelijke clubs waar je dan twee nachten logeerde bij mensen thuis, een grote uitvoering mét toneel*  één keer per jaar en natuurlijk de wekelijkse vrijdagavondbijeenkomst na de verplichte catechesatie.
Voor de pauze discussieerden we over van alles, dat was het serieuze gedeelte en na de pauze deden we spelletjes, quizen en weet ik wat al niet meer.
Bij de afbeelding: een stukje uit mijn fotoboek van 1981, corvee (nog in de nachtpon) tijdens het kampeerweekend in Schipborg.
(klik op de foto voor een vergroting).

Het zal je niet verbazen dat uit die IKJ heel wat verkeringen zijn voortgekomen.
Alle vier de stellen van onze oude vriendenclub uit Hoogersmilde zijn ontstaan op de club.
Allemaal langdurige relaties met allemaal dezelfde achtergrond, hetzij hervormd, hetzij gereformeerd.
Waar mijn ouders nog moesten vechten om als gereformeerde jongen met een hervormd meisje te mogen trouwen, was men in onze tijd al blij als hij of zij ‘van de kerk’ was.

Soms wordt er wat besmuikt gereageerd als ik vertel over mijn beschermde en ietwat oubollige jeugd in Hoogersmilde.
Dat kan mij niet zoveel schelen.
Mijn jeugd in Hoogersmilde en de grote rol die de kerk daarin speelde hebben mij gevormd tot wat ik nu ben en vormen de basis voor de verdere ontwikkeling in mijn leven.
Wat wij toen hadden als kerkelijke jeugd in Hoogersmilde is er tegenwoordig niet meer.
Niet meer in Roden, maar in Hoogersmilde ook niet meer.
Na veertig jaar koester ik de herinneringen en de ‘vriendschap van 8′ die daaruit is ontstaan.
Die houdt al meer dan veertig jaar stand.
Binnenkort weer een feestje in Beilen.
Bijpraten.
En wie weet….nog wat oude koeien?

* Meer weten over zo’n toneeluitvoering?
Lees dan het blog ‘Chinese theecelemonie‘ uit 2017.

TIP: Deze week is ‘de week van de Arbeidsvitaminen’ op Radio 5.
De hele dag alleen maar verzoekplaten; niet van bedrijven maar medewerkers van goede doelen.
Mis het niet!

Reageren

11 april: Vesper over de liefde.

Um kwart over vief gustermiddag pakten Gerard en ik de gitaar, de geluudsbox en de tassen met mappen, standers en snoeren in.
Niet meer ziek, nog wel verkolden en de stembanden niet in goeie conditie duurden wij het toch an um hen de streektaolvesper te gaon.
Dat ik kun ik netuurlijk ok niet missen….het was mien activiteit veur de PKN en mien Nedersaksische Af&Toe-koor; ik haar het echt verschrikkelijk vunnen as ik daor deur ziekte nie bij had kunnen wezen.
Nog niks over lezen? Op 31 meert schreef ik daorover: hierbij een link.

En wat heb ik d’r van geneuten.
Van de verschillende aspecten van het thema ‘Gods liefde hef gien einde en gien grenzen’ dat zo mooi belicht weur in schriftlezings en liederen.
Van het zingen met de koorleden die zo heur best deuden in een veur heurzölf soms onbekende streektaol.
Zölf stun ik bijveurbeeld Grunnings te zingen, wat best wel aans is veur een Drent, maor wij hadden zölfs zangers die niet iens uut het noorden komt….
Geneuten van het Twents, Drents en Grunnings dat deur de verschillende veurlezers praot weur: wat een diversiteit!
Van het gevuul dat het allemaol lukt is wat ik drie jaor leden bedacht haar.
En geneuten van de deelname van mensen die wij aans niet zo vake bij karkelijke activiteiten ziet, maor gisteraomnd een actieve rol speulden.

Nao de vesper was d’r koffie en thee op verzuuk van een aantal koorleden.
Van te veuren weur d’r al zegd: “Nao zu’n vesper giet iederiene geliek naor huus en dan giet het as een nachtkeersie uut. Wij vindt het fijn as wij dan nog eem wat naopraoten kunt; het is altied spannend zat!”
En wat was ’t nog eem gezellig.
Dan heur ie ok wat de meinsen in de karke d’r van vunnen.
En dan ku’j ’t ok nog eem hebben over wat d’r fout gung, want netuurlijk gung niet alles goed. Maor het mieste wel en ik was slim trots op oons ‘Nedersaksisch Af&Toe-koor’.

Misschien bi’j beneid hoe ’t was?
Ie kunt die viering truggeluusteren via kerkomroep: zundag 10 april, Op de Helte, 18.53 uur.
Ien ding wil op dit blog graag nog dielen en dat is een bekend gedicht, waorvan ik weet dat het hiel veul meinsen troost gef.
Dat gedicht is vertaold deur Sjoukje en in heur eigen Rôners gusteraomnd prachtig veurdraogen.

Mien dreum

Ik dreumde dat ik kuierde laangs ’t Zuudlaordermeer.
‘k Was d’r neit allennig, want naost mij leup de Heer.
Wij leupen deur ’t zaand en hadd’n ’t over ’t leev’m,

en op de grond waar’n duudelijk oonze voetofdrukken bleev’m.
Mor toen ik achterom keek, zag ik heul mien leev’mspad,
tied’n van bliedschap, tied’n van hoop, maor ik heb ’t ok stoer had.
Ik prakkezeerde hoe of dat wel kun
dat daor waor ik het ’t stoerste haar maor ein stel stappen stun!
Ik vreug toen: ‘Heer hoe kan dat nou bestaon,
dat toen ik joe het neudigst haar, mien aigen weg mus gaon?”
Vol van leifde keek Hij mij an en zee: “Zo heb ik ’t niet wilt,
mien kiend, toen jij het stoer hadd’n heb ik je optild”. 

Reageren

Pagina 86 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén