een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: oktober 2018 Pagina 1 van 4

31 oktober: Waorum vuult het zo?

Toen Carlijn in groep 3 zat begon ik weer met betaald werk: eerst één dag in de week, later twee en sinds 2008 drie dagen in de week.  Management-assistent ben ik: agendavoering,  planning,  notuleren, kortom: het ondersteunen van twee managers op secretarieel gebied. Leuk, afwisselend werk.

Nooit gedacht dat dat eens zou stoppen, maar de laatste maanden is men op de afdeling waar ik werk met een rigoureuze reorganisatie bezig, waarbij zich nu langzaam aftekent dat ons secretariaat zal verdwijnen; onze ene manager (Algemene Zaken)  is vertrokken naar een andere werkgever en zij is met het oog op de komende veranderingen niet vervangen.  Toen ik na 3 maanden terug kwam op het werk na mijn revalidatie traject was zij al weg. De andere manager (Inhoudelijke Zaken) gaat deel uit maken van de directie van de afdeling waarmee wij gaan fuseren en daar is al een secretariaat.

Omdat wij het al een maand of wat erg rustig hadden (we hoeven nu ook geen planning meer te maken van alle overlegvormen voor 2019) hebben duo-baan collega Jacquelien en ik onze diensten aangeboden aan een manager die sinds kort zonder secretariële ondersteuning zat; hij is blij met wat we voor hem kunnen doen en wij zijn blij dat we weer wat hebben te doen.

Maar het voelt gek, mensen. Tien jaren hebben we een afdeling ondersteund op allerlei gebied en in drie tot vier maanden zakt waar we mee bezig zijn geweest in elkaar en staan we met lege handen toe te kijken hoe anderen over gaan nemen wat wij zorgvuldig hebben opgebouwd.

Natuurlijk gaat men met ons kijken naar wat er op het gebied van managementsondersteuning voor ons mogelijk is.
En natuurlijk ligt het niet aan onze capaciteiten; het is een reorganisatie en waar gehakt wordt vallen spaanders.
Maar toen ik dinsdagavond na  ‘het gesprek’ met onze manager eerder die dag op de bank zat moest ik denken aan een lied van Daniël  Lohues. “Waorum vuult het zo, as het niet zo is?” Lohues bezingt het gevoel bij een vertroebelde relatie tussen twee mensen.  Luister hier>>> naar dit lied.

Ik kan het allemaal prima beredeneren en relativeren, maar ergens voelt het niet goed.
“Ie zegg’n van nie, maor waorom vuult het zo?”

Reageren

30 oktober: Nederlands maar dan anders (8)

Er zijn weer een paar leuke versprekingen geconstateerd de afgelopen maand.
Een vriendin van Carlijn noemt kleingeld steevast losgeld.
Schoonzoon Cees vond dat eigenlijk niet heel raar.
“Ik noem een portemonnee vol muntjes lös géld.”
Blijft een feit dat losgeld iets anders is dan lös géld…..

Een familielid vertelde dat zij én haar dochter allebei hetzelfde idee hadden gehad: “Het was twee gedachten op één buik!”

Jeroen van Inkel wilde zeggen dat een bedrijf het financieel moeilijk had.
“De firma is in slecht weer terecht gekomen.”

Na de voetbalwedstrijd tegen Willem II waren er NAC -supporters tekeergegaan tegen de politie. Een woordvoerder van de voetbalclub zei tijdens een interview: “Dit gedrag moet met de kop ingedrukt worden.

Op het online condoleanceregister voor Wim Kok maakte iemand één woord van achtergrond en afkomst: hij heeft zijn afgrond nooit verloochend.
Op de radio moest iemand iets moeilijks doen: “Ik heb de schoenen aangetrokken en ben er naar toe gegaan”. Als je niks zegt over de aard van die schoenen mist er toch iets in de zin……  Of iemand die zegt: “Die is tegen de lamp aan gelopen.” Net één woordje teveel.

Koos Alberts is overleden. Corry Konings zei daarover in RTL-boulevard: “Ik wist wel dat hij iets onder de ledematen had.”

Dochter Carlijn had het over haar ratjes met een vriendin, die moesten medicijnen toegediend krijgen met een pipetje. Vriendin vertelde over een cliënt wiens kat dat ook moest: “Ja, en dan moet hij zo’n toupetje in zijn nek!”

Frea heeft nog wel wat last van Engelse vormen in het Nederlands.
‘Toen turnde ik me om’.
Ze hoopt dat iets op tijd wordt bezorgd. ‘Hoopfulluk komt het in time’.
“Mevrouw was erg helpvol.” (helpfull).

Samen met haar is schoonzoon Jon nu dik twee maanden in Nederland.
Hij spreekt al behoorlijk Nederlands, maar het feit dat Gerard en ik onderling Drents spreken maakt het voor hem niet gemakkelijker.
Dochter Carlijn vertelde dat één van de leden van het koor ‘Bathroom scenario’ (waar Carlijn en Jon beiden op zitten) had gezegd: “Je moet je ouders er toch eens op aanspreken, Carlijn. Jon spreekt weliswaar goed Nederlands, maar hij heeft een Drents accent!”
Dat is natuurlijk niet raar. Frea zit doordeweek in Amsterdam en Jon hoort als hij thuis is dan vooral onze streektaal om zich heen, ook al spreken we met hem (net als met onze dochters) altijd Nederlands. “Ik kom niet thuus” zei hij laatst.
Het mooiste voorbeeld van de taalverwarring deed zich voor tijdens een potje klaverjassen. Gerard en Frea wonnen een pot en Gerard zei: “Dat was meer geluk dan wijsheid!”
Jon wilde dat vertalen en het Engelse spreekwoord met dezelfde betekenis gebruiken.
“That ’s more luck than……than…….nou……mien taal is kwiet!”

Samen kwamen ze er wel uit.
That’s more luck than judgement!

Taal is communicatie en ook al gaat het niet allemaal vlekkeloos: we begrijpen elkaar volkomen!

Klik hier >>> voor het blog Nederlands maar dan anders deel 7, daar vind je ook linken naar de delen 1 tm 6. En vergeet ook niet om af te toe te kijken op het instagram-account Treintaal. Er staan weer prachtige combinaties op. De mooiste? Je bent mijn blok in de branding!

Reageren

29 oktober: Accordeonnen.

Morgen ga ik weer aan het werk. Wat een heerlijke herfstvakantie had ik: alle tijd voor leuke dingen, o.a. zingen en musiceren. Met Saakje heb ik gestudeerd op de cantate van Bach voor het projectkoor van Wim Opgelder, samen oefenden we de altpartij.
Verder heb ik bijna iedere dag accordeon gespeeld.
De meeste mensen weten wel dat ik gitaar speel; regelmatig sta er ik mee om mijn nek en doe ik mee met koortjes en kleine orkestjes.
Maar ik speel niet alleen gitaar, sinds een paar jaar heb ik zelf een accordeon.
Dat is best een duur instrument en voordat we die kochten heb ik daar ook wel even over nagedacht.

Naast de gitaar was de accordeon een instrument dat ik heel graag wilde leren bespelen. Dat komt van mijn ome Wim. Die had er één op zolder staan en als puber mocht ik die wel eens een paar weken lenen. Toen leerde ik mijzelf de liedjes die nog in mijn hoofd zaten van de mandolineclub van Marinus Boer (lees hierbij het blog Whispering Hope >>>) o.a. Droomland, in ’t groene dal en Whispering hope. Ik speelde alles uit mijn hoofd, want noten lezen kon ik niet.
Toen ik mijn eigen accordeon kreeg vond ik dat ik ook het notenschrift onder de knie moest krijgen, dus ik kocht de lesboeken Knop & Toets deel 1 en 2.
Al een aantal jaren ben ik stug bezig. Knop & Toets 3  en 4 ben ik inmiddels ook doorgekomen en verder is het vooral een kwestie van oefenen, oefenen en oefenen.
En ook nog oefenen.
Inmiddels heb ik een map aangelegd met liederen die ik kan spelen en het gaat na al die jaren steeds beter.
Met een accordeon heb je je eigen orkestje op schoot. Je speelt de melodie, soms tweestemmig en met de bassen geef je het ritme en ondersteun je de melodie met akkoorden. Na mijn hartoperatie kon ik een aantal maanden niet spelen; toen heb ik het echt gemist. Na al die jaren oefenen vond ik het eigenlijk wel tijd om iemand te zoeken om samen mee te spelen. Deze herfstvakantie leek me een geschikt moment, dus ik vroeg kwartet-collega Piety of ze zin had om een keer met mij accordeon te spelen. Woensdagmorgen kwam ze koffiedrinken mét haar accordeon.
Wat was het leuk. En spannend en moeilijk.
Want samen spelen is weer heel iets anders dan in je eentje.

We hebben twee liedjes uitgezocht die we gaan instuderen en over een maand gaan we weer samen koffiedrinken en een uurtje spelen.
Mandoline-club van twee dames.
Leuk!

Reageren

28 oktober: De grote help.

De cantorij Roden werkte vanmorgen mee aan de viering in Roderwolde; ik hou van vieringen met veel zang en muziek, dus rond kwart over 9 zaten we in de Jacobskerk.  De cantorij vulde het hele gedeelte onder de preekstoel. Sinds de Catharina cantorij niet meer bestaat bekijk ik met weemoed de groep gemeenteleden die ‘de lofzang gaande houdt’. Ik mis het zingen als alt en het zingen van kerkelijke liederen en geniet dus van zo’n viering als vanmorgen,  waarbij we veel zongen en de cantorij af en toe flink uitpakte met o.a. een bovenstem van de sopranen over de gemeentezang heen.

De blinde Bartimeus stond centraal in viering. Voorganger Astrid Mekes vertelde dat dit verhaal voor haar een bijzondere betekenis had. Zij las haar zoontje vroeger altijd voor uit ‘de Kijkbijbel’ en liet vanaf de preekstoel het plaatje zien dat bij dit verhaal hoorde. Astrids zoontje was als tweejarige diep onder de indruk van het plaatje van Bartimeus. Hij noemde het ‘ de grote help!’
(Afbeelding: Bartimeus uit de Kijkbijbel >>>)

We kennen allemaal het verhaal: Bartimeus wordt door Jezus opgemerkt en kan aan het einde van het verhaal weer zien. Na de overdenking speelde organist Lykle de melodie van “Hij die de blinden weer deed zien”, lied 534. Ik zocht de tekst erbij en vond dat de tekst een samenvatting was de preek.  Goed gekozen! Benieuwd naar dat lied? Hierbij een link >>> naar “Nederland Zingt” van de EO, waar je naast het beluisteren van het lied ook de tekst erbij kunt lezen.

Tijdens de collecte speelde Lykle een ander bekend lied waarbij de gemeente blijmoedig begon mee te hummen. Het leek op ‘Zachtkens en teder roept Jezus de zijnen’  (zie blog Softly and tenderly >>>>)  maar dat was het niet.  “Wat is dit nou voor lied” vroeg ik achter en naast mij. Mijn achterbuurman die het hardst meeneuriede fluisterde: “Weet ik eigenlijk niet…” Buurvrouw,  oorspronkelijk uit Canada wist de Engelse titel wel : Faith of our fathers. Maar toen wisten we het nog niet……wie het weet mag het zeggen.

Er was,  in tegenstelling tot wat er in Kerknieuws stond,  geen koffiedrinken na de viering.  Jammer ja. Dan had ik de cantorijleden nog even kunnen complimenteren met hun bijdrage aan de viering; het was beslist van toegevoegde waarde voor mijn dag.

Reageren

27 oktober: Van gas los (6) – Van gasstel naar inductiekookplaat.

Vandaag weer een gas(t)blog van Gerard over de ontwikkelingen op het gebied van ons gas-loze huis.

Koken zonder gas(6)

Op vrijdag 26 oktober is de gaskookplaat verwijderd en de elektra aansluiting voor inductie koken aangelegd. Dat was nog even spannend, want ooit heb ik bedacht dat ik onder de begane grond vloer geen kruipruimte meer wilde. In het verleden heb ik genoeg rond gekropen onder vloeren en dat is voor een 50plusser geen uitdaging meer. In 2011, het verbouwjaar, heb ik die beslissing genomen. De begane grond vloeren bestonden uit hout, rode baksteen en beton op zand gestort, allemaal niet geïsoleerd. Destijds heb ik het allemaal verwijderd en is er zo`n 35 cm. schuimbeton voor terug gekomen. Al het leidingwerk is aan één stuk in of onder de betonvloer aangelegd. In 2011 hadden we direct moeten kiezen voor een inductiekookplaat. Helaas, dat is niet gebeurd, maar gelukkig kan het nu ook nog.  Afgelopen week vroeg ik Mebatherm om langs te komen en te onderzoeken hoe we een nieuwe elektra groep in de meterkast en een kabel zouden moeten aanleggen naar de kookplaat, zonder kruipruimte en mantelbuis. Willem kwam en

“Hoe is de gasleiding aangelegd?”

had al snel een geweldig idee. “Hoe is de gasleiding aangelegd?” vroeg hij. “Als daar geen haakse bochten in zitten dan trekken we, nadat we het gas er af halen, de kabel door de gasleiding naar de kookplaat.”
Briljant idee vond ik. Ik heb foto`s van de aanleg van de gasleiding en die lieten zien dat het zou moeten lukken.

Gistermorgen kwam Sebastiaan, een monteur van Mebatherm en we waren beiden erg benieuwd of het zou gaan lukken. En ja hoor, zonder trekveer drukte hij de kabel in één keer door de gasleiding. Het gas eraf en de stroom erop!! En omdat er eerst nog een grotere sparing in het aanrecht gemaakt moet worden en wij daarom nog even moeten wachten tot we de inductie kookplaat kunnen gebruiken, had Mebatherm twee elektrische kookplaatjes meegeven. Herald Noot vond het een beetje sneu als we het hele weekend uiteten moesten.
Goede service en erg handig, hoewel….. een keertje naar de snackbar is voor ons ook geen straf.

Op zaterdag 3 en 10 november doen we mee aan de Nationale Duurzame Huizen Route. Ik ben er trots op dat we het zo ver hebben geschopt om van het gas los te komen en dat wil ik graag verder vertellen.
Afgelopen week vroeg iemand mij: “Wat zijn je hobby’s,  Gerard?”
Van alles noemde ik op: zingen, tuinieren, ooit volleyballen en op

Als er één schaap over de dam is…..

het laatst zei ik: “Eigenlijk is het voor mij een grote hobby geworden om zuinig met energie om te gaan en zelf zo veel mogelijk duurzaam op te wekken. Ik ben er een beetje mee besmet geraakt en dit virus geef ik graag door. LET WEL:  dit virus kan geen kwaad, want als er één schaap over de dam is………

Bij Mebaterm gaat het hard, zo lijkt het.

De schapen die afgelopen zomer her en der  in Roden wat grasveldjes leeggraasden liepen op een zeker moment over de dam bij de firma… lachen toch!!
Toevallig of niet: Herald Noot legde het tafereeltje vast en nu fungeert de foto als letterlijke uitbeelding van het toepasselijke oer-Hollandse spreekwoord!

Hieronder een overzicht van alle delen van deze blogserie:

1. Als er één schaap over de dam is…>>>
over hoe het besluit ‘Van gas los’  tot uitvoering werd gebracht.
2. Kan dat zo maar dan? >>>
over de voorwaarden en de eisen die gesteld worden aan je huis voor ‘Van gas los’.
3. Een DUURzame investering >>>
de CV-ketel eruit, de warmtepomp er in.
4. Back stage >>>
een blik achter de schermen: werkers over de vloer.
5. Zonnepanelen – mooier wordt het niet >>>
over het plaatsen van de zonnepanelen en alle achtergrondinformatie.
6. Van gasstel naar inductiekookplaat >>>
Een geheel andere manier van koken.

Reageren

26 oktober: Ze draagt hem!

Dinsdag was ik in Klazienaveen bij tante Trijn op de koffie. Normaal een werkdag,  nu een vakantiedag die ik gebruikt heb om in haar gezelschap door te brengen.  Geen moment zitten we op zo’n  dag om gespreksstof  verlegen. Eén van de onderwerpen was natuurlijk ons koningshuis; die dag brachten koning Willem Alexander en koningin Maxima een staatsbezoek aan het Verenigd Koninkrijk. We blikten al even vooruit en verkneukelden ons vooraf op de beelden die we die avond en woensdag in de samenvatting en het journaal zouden zien.

Zou zij de Stuart-diamant gaan dragen? Zou hij wat gaan zeggen over Brexit? Wie zouden we te zien krijgen van het Engelse koningshuis? Wat zou Maxima aan hebben?  Dinsdagavond om 22.00 uur kreeg ik een enthousiast appje uit Zuid-Oost Drenthe: ‘Maxima draagt hem!’

foto: www.blauwbloed.nl

Woensdagavond zag ik de samenvatting.  Wat een pracht en praal,  wat een stijlvol gebeuren en wat veel protocol. Maar ook: wat fijn dat Beatrix al meer dan vijf jaar geniet van haar pensioen. Queen Elisabeth is inmiddels een instituut geworden, maar als je het broze mensje ziet gun je haar toch ook een haardvuur,  een breiwerkje en een glaasje port?

Maar dat is absoluut niet aan de orde; Elisabeth heeft een ijzeren plichtsbesef. Gelukkig staan de jongere generaties haar bij en zagen we Charles & Camilla, Edward & Sophie en William & Kate. Smullen voor royaltywatchers zoals tante Trijn  en ik. We zijn het over het algemeen roerend eens:  ze doen het goed. Willem Alexander moest zijn moeder opvolgen die een bijna perfect koningschap had neergezet, probeer dat maar eens goed over te nemen. Hij is daar,  tegen de verwachting van velen in,  tot nu toe goed in geslaagd. Niet door haar na te doen, maar door het op zijn eigen manier te doen.

In de aanloop naar het staatsbezoek mocht de Britse pers de koning interviewen. Overtuigd van de suprematie van hun eigen Engelse koningshuis vroegen ze hem of zijn drie dochters een voorbeeld gingen nemen aan ‘hun Meghan’ die het zo fantastisch doet. Het antwoord was even nuchter als duidelijk: “Nee, dat denk ik niet.  Wij vinden het vooral belangrijk dat ze dichtbij zichzelf blijven. Als je iemand nadoet,  hou je dat op den duur niet vol. ”

Willem Alexander en Maxima zijn misschien niet zo stijlvol en protocollair als de Windsors, maar wel even koninklijk. In ieder geval lachen ze meer en stralen ze uit dat ze plezier hebben in waar ze mee bezig zijn: de Nederlanders vertegenwoordigen, verbinden en aanmoedigen. Soms in een oranje T-shirt op een tribune,  soms in een overall met een schilderskwast bij NL Doet en soms in een smoking en een jurk van Taminiau met een historisch juweel in het diadeem. (Tiara mag niet van Martijn…..zie 25 mei: Tiara of diadeem >>> )

Reageren

25 oktober: Foto van vroeger.

Vorige week kwam Rob de Nijs weer eens voorbij op Radio 5 met ‘Foto van vroeger’.
Je kent het vast wel:  ‘Hier heb ik nog een foto van heel lang geleden maar als ik blijf kijken dan wordt het weer heden gemaakt op de ochtend van mijn vijfde verjaardag.. ..

Vandaag ben ik 58 geworden.  In mijn fotoboeken zitten honderden foto’s van vroeger. De essentie van het lied van De Nijs is voor mij de zin: “Alleen zijn of eenzaam, hoe kon ik dat kennen,  ik hoefde alleen maar naar huis toe te rennen,  met een gat in mijn kop en een broek vol met scheuren, mijn  moeder was thuis,  dus wat kon me gebeuren!

Waar moet ik nou op drukken?

De veilige basis thuis.
Een beschermde jeugd.
Niet alleen maar rozegeur en maneschijn, maar ouders die van je houden, een daarbij horende familie die je regelmatig ziet en een vertrouwde buurt waarin iedereen elkaar kent en waar men een beetje op elkaar let.
“Is dat niet dat kleintie van Vreeswiek? Wat döt die daor nou bij die bouwputte…”
Dat kleintie was ik, als drie-jarige in een nieuwe nieuwbouw woonomgeving op avontuur en verdwaald in een huis in aanbouw.
Een oplettende buurtbewoner vond me en bracht me weer thuis.
Bij ‘foto van vroeger’ moet ik altijd aan bovenstaand kleuteravontuur denken. Hoe waardevol mijn beschermde jeugd in Hoogersmilde was besefte ik pas veel later.

‘Foto van vroeger’ is een hertaling van Joost Nuisl van het lied ‘Damals  wollt’ich erwachsen  sein’ van Udo Jürgens. Toen wilde ik volwassen zijn; als kind kan het je immers niet snel genoeg gaan: later als ik groot ben!
In de tekst van Jürgens staat een prachtige zin: ‘Von den Träumen sind mir nur die Schranken geblieben’; van die dromen zijn alleen de kasten overgebleven…..

Maar die kast, de omlijsting van die dromen, is er nog wel.
Wat een mooie beeldspraak.
58 jaar.
Al lang groot.
Oud? Welnee! Ik ben blij dat ik het ben geworden!

Voor de liefhebbers hierbij een link naar Foto van vroeger >>> en één naar Damals wollt’ich erwachsen sein >>>.
Benieuwd naar de teksten? Hierbij een link Foto van vroeger naar een PDF met de Duitse en de Nederlandse tekst naast elkaar.

Reageren

24 oktober: Waldorf & Statler?

Zondagmorgen had Gerard dienst als ouderling, dus ik zocht alleen voor mezelf een plekje in de kerk; ik schoof aan naast een jarige Dick (Lezer van de maand!) en Janny.
Altijd gespreksstof genoeg.
Eerst liet ik hem even het lied ‘O eeuw’ge Vader, sterk in macht’ zien dat ik achter in mijn liedboek heb geplakt. Het lied waarvan we het zo jammer vonden dat het niet in het nieuwe liedboek staat (zie ‘Lied gemist’ van 14 augustus 2016 >>>).

Voor de kinderen vertelde voorganger Walter Meyles het verhaal van Jean Claude le Dieu die tijdens een zware storm geen afstand kon doen van het prachtige marmeren beeld van Maria dat hij had gemaakt en vervolgens mét het schip én het beeld ten prooi viel aan de zee. Een legende volgens de dominee; een legende die ik niet op internet heb kunnen vinden, zelfs niet met de zoekterm ‘La pointe du sculpturist’, zoals de plek waar het schip verging sindsdien door de Fransen wordt genoemd. Maar de herkomst van het verhaal is in dit geval niet belangrijk, dat was juist de essentie van de legende: wij mensen kunnen maar moeilijk iets loslaten.

‘Waar heb jij je hoop op gevestigd in deze wereld?’ was de vraag die ons zondagmorgen werd voorgelegd. Die vraag hoorde bij de opmerking van Jezus dat het gemakkelijker is voor een kameel om door het oog van de naald te gaan, dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.
Spaargeld? Auto? Baan? Wat is het belangrijkst voor je?
Wie ben je zonder huis, geld en aanzien van de mensen?
Kun jij alles loslaten op het moment dat het er op aan komt?
Of ga je, net als Jean Claude, mét je prachtige beeld ten onder in de golven…..

We kregen vanmorgen geen antwoord. Sterker nog, de predikant nam ons mee in zijn eigen beleving van dingen loslaten en vertelde dat hij zich niet kon voorstellen dat de discipelen zelfs hun kinderen hadden achtergelaten om Jezus te volgen. Dat zag hij zichzelf nog niet doen. Een ander voorbeeld was dat je soms als gelovige moet toezien dat iemand die zich van God noch gebod ooit iets heeft aangetrokken aan het eind van zijn leven tot geloof komt. Kijkend naar ons eigen leven dat van kinds af aan in het teken van kerk en geloof heeft gestaan vinden we dat oneerlijk. In ónze beleving. Maar wij hebben niks te vinden, we zijn allemaal afhankelijk van Gods genade, er bestaat niet zo iets als ‘recht hebben op’ in geloofzaken.

Ons slotlied was zondagmorgen “O Heer, die onze Vader zijt” , net zo’n prachtige Engelse hymne als het lied uit de eerste alinea.
“Maar” bromden Dick en ik voor het zingen tegen elkaar “ze hebben het op een andere melodie gezet. Zonde!”
En inderdaad, het was niet meer de oude vertrouwde melodie die we zongen.
Maar het was ook niet heel verkeerd.
Best mooi eigenlijk.
We leken een beetje op die twee oude mannetjes op het balkon van de Muppetshow (Waldorf & Statler) die altijd alles afkraken en dat wil je niet….. dus we zongen de nieuwe melodie van harte mee op de één na achterste rij!

Reageren

23 oktober: Anders was ze nu….

Anders was ze nu 87 geworden.
Vorige week had ik het al over de sterfdag van mijn moeder, vandaag is haar geboortedag.
Het doet me meer dan ik vooraf had bedacht.
Mijn moeders leven was voltooid en ik had er vrede mee dat ze overleed.

Maar toch.
We hebben nu een jaar gehad en van alles een ‘eerste keer zonder ma/oma’.
Dat hadden we al drie keer eerder gehad bij mijn schoonouders en mijn vader en elke keer heb ik het ook anders beleefd.
Deze keer is het de laatste ouder.
Definitief.

Het levensboek dat ik voor haar maakte hebben we feestelijk aangeboden op haar 85e verjaardag; ze heeft er nog heel erg van genoten. Haar 86e verjaardag heeft ze net niet meer gehaald, wat was ik blij dat dat boek nog klaar was toen ze er nog zoveel plezier aan kon beleven. Met het boek had ik mijn moeders leven in kaart gebracht. Het lag op haar salontafel en iedereen moest er even in kijken. Zelf zag ze steeds haar hele leven in foto’s en teksten voorbij komen en daarmee realiseerde ze zich telkens weer even dat ze een rijk en vol leven had gehad.

“Wat was je vroeger een mooie vrouw, vrouw Vrieswijk!”
“Zo! Wat een mooie trouwjurk!”
Ze wentelde zich in de aandacht die het boek genereerde.
Ook de zusters van Icare die de laatste dagen van mijn moeder veel aanwezig waren gebruikten het levensboek als aanknopingspunt voor een gesprekje.
Altijd leefde ze weer even op als er gevraagd werd naar haar kinderen en kleinkinderen.

Anders was ze nu 87 geworden, maar haar ‘levensboek’ is al een jaar dicht.
Wat blijft zijn de vele goede herinneringen.
Gelukkig hebben we de foto’s nog.

Reageren

22 oktober: Lezer van de maand – Dick de Jong

Hoe kennen wij elkaar?
Ada en ik kennen elkaar van enkele bezoekjes in het verleden, blog lezen, reageren en de kerk .
Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben geboren in Vianen, op 21 oktober 1945.
Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Getrouwd met Janny in 1970, twee dochters van 45 (tweeling) en één zoon van 39.
In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen? 
Sinds mei 2005 gepensioneerd. Drie jaar huisman, daarna samen met Janny pensioen.
Wat wil je graag met de lezers delen?
Ik wil een verhaal vertellen uit het leven.

Indruk

Er komen momenten of gebeurtenissen langs in het leven, die diepe indruk op je maken. Bijvoorbeeld de dood is zoiets. Nee, dit wordt heus niet een macaber stukje. Gewoon verder lezen.
Onlangs las ik een boek, getiteld De Boekendief, waarin de verteller van een oorlogsverhaal De Dood zelf is. Nooit eerder las ik zo’n boek. Zit ik eenmaal gevangen in een verhaal dan kan het zomaar gebeuren, dat de zakdoek er aan te pas komt. Het raakt me dan niet alleen, het laat ook een onuitwisbare indruk achter. Dat gebeurde ook bij dit boek.

In een TV-programma werd door Eric Scherder, neuropsycholoog, uitgelegd dat m.n. indrukwekkende dingen het langst in je brein worden opgeslagen. Niet uitsluitend de heftige zaken, ook erg mooie gebeurtenissen vinden zo een levenslange opbergplank in je herinneringenkast. Het is maar net wàt het is, wàt gezegd wordt, wàt op je levenspad komt.

Eind 70-er jaren van de vorige eeuw preekte de oudste broer van mijn vrouw in het dorp waar we woonden. Hij was rector in het voortgezet onderwijs in het westen, had theologie gestudeerd en hij had een preekconsent. Niet omdat hij mijn zwager was (en is), ik vond dat hij prachtig beeldend kon preken. Als oorspronkelijk leraar Nederlands beschikte hij over meer dan voldoende verbale kracht èn hij wist die erg goed uit te dragen. Waarover zijn preek ging, weet ik niet meer. Wat me erg helder is bijgebleven, is het gedicht dat hij in zijn preek declameerde.
Het heet ‘Gebed van een neger’, van Zack Gilbert, zelf een negerdichter. Misschien is het woord ‘neger’ tegenwoordig beladen, toch moet het deze keer. Het gedicht luidt als volgt:

Als ik in Uw glorie kom, Heer Jezus, geeft ’t niet
of U me een kruk geeft, of een gouden stoel,
of U me een broek geeft, of een lang gewaad,
Heer God, als U mijn ziel maar redden wilt.

 Maar, Heer Jehova, voor ’t geval  –
ja voor ’t geval, dat ze ook dààr . . .
Heer God Almachtig – om secuur te zijn
geef mij dan zacht sluik haar
en ’n mager wit gezicht.

 Ik ben best tevreden met mijn zwarte snuit
heel best tevreden met mijn krullekop.
Maar als ik naar de hemel ga, Heer Jezus,
om héél secuur te zijn,
geef mij dan zacht sluik haar
en ’n mager wit gezicht.

 Twee keer de hel is wel een beetje veel,
dat zou je zelfs geen hond aan kunnen doen.
Dus als ik in Uw glorie kom, Heer Jezus,
enkel om secuur te zijn,
geef mij dan zacht sluik haar
en ’n mager wit gezicht. 

Als ik nu op TV een donkere voetballer zie die zijn haar heeft laten blonderen, moet ik vrijwel altijd aan dit gedicht denken.
Zoveel indruk heeft het op me gemaakt.
Het zou zomaar kunnen, dat het u ook raakt.

Dick de Jong

Reageren

Pagina 1 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén