een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: november 2022

10 november: Zou het dan dit jaar….?

Kerst en zingen zijn voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden; twee coronajaren werd dat tot een minimum beperkt.
Vorig jaar was ik hoopvol begonnen met het bij elkaar roepen van een ad-hoc carols-koortje van onze PKN-kerk.
We zouden zingen op de Roder Weihnachtsmarkt, maar we zijn niet eens bij elkaar gekomen voor de eerste repetitie: half november werd de Weihnachtsmarkt al afgeblazen.
Dit schreef ik toen aan de deelnemers:
Het behoeft vast geen nadere uitleg dat me dit heel erg spijt.
Er waren zulke enthousiaste, blije reacties, dus ik verwacht dat het ook voor jullie erg teleurstellend is.
Maar het idee blijft overeind: volgend jaar hopen we bij de Roder Weihnachtsmarkt carols te zingen.
Houdt moed.

En daar stonden we dan gisteravond in zaaltje 4 in Op de Helte: meer dan 25 zangeressen en zangers met hun geprinte Carols-partituren.
“ZINNAN!” stond in de tekstwolkjes boven hun hoofd te lezen.
Een groot deel van hen zong de vorige keer (in 2019) ook al mee, maar ook een aantal niet.
Halverwege de middag werd ik wat nerveus, want het is toch altijd weer spannend.
Komt iedereen?
Krijgen we de partijen een beetje ‘onder elkaar’?
Zo’n eerste bijeenkomst is voor mij een soort uitprobeer-repetitie.
Er staan zeven liederen op het programma; aan iedere carol besteed ik tien minuten.
Wat zit er al in?
Waar moeten we extra aandacht aan besteden?
We beginnen steeds met de sopraanpartij en ik vraag de andere stemmen dan alvast ter oriëntatie mee te neuriën.
De bassen hadden kennelijk flink geoefend, want die humden in hun enthousiasme al boven de sopranen uit.
Iedereen mag zich er mee bemoeien.
“Bij dat glohoria moeten we niet de sopranen mee” merkte een alt op.
De sopranen waren het nog niet eens over hoe dat ‘gloria’ gezongen zou worden….

We werken nog niet aan ‘zachter en luider’, niet aan de uitspraak en ook niet aan solo’s o.i.d.: eerst maar eens zien dat de afzonderlijke stemmen er goed in zitten.
Het resultaat van deze eerste repetitie kan ik ‘geruststellend’ noemen.
“Silent night’ en ‘Joy to the world’ stonden in 2019 ook op ons repertoire; werden gewoon vierstemmig gezongen.
Op de andere liederen moeten we wat meer ons best doen: de koorleden hebben beloofd dat ze hun huiswerk gaan doen.

Van te voren is het altijd best een gedoe, zo’n koor.
Leden bij elkaar sprokkelen, mailgroepen maken, liederen mailen aan iedereen, zaaltje regelen, je snapt het wel.
In zo’n proces komt er dan altijd wel een moment waarop ik met de voornoemde zenuwen in mijn lijf denk: “Waarom doe ik dit eigenlijk.”
Op het moment dat we gisteravond aan het eind van de repetitie ‘Joy to the world’ zongen weet ik het weer.
Dan zijn de zenuwen weer tot bedaren gekomen en krijg ik kippenvel  bij het vierstemmig zingen met allemaal mensen die er ook van genieten.
Daar doe ik het voor; dat bepaalt de waarde van mijn dag.

En natuurlijk sta ik er niet alleen voor.
Jelle heeft van alle liederen oefen-files gemaakt voor alle afzonderlijke stemmen (het huiswerk) en alle deelnemers zijn zeer gemotiveerd om er iets moois van te maken.
Wat zal het heerlijk zijn als we dit jaar in de kerstperiode weer naar hartenlust en uit volle borst mogen zingen!

Reageren

9 november: Grachtengordel gedoe.

Maandagavond ging ik vroeg naar bed: intensief weekend, lange werkdag, moe.
Dan vind ik het heerlijk om nog even naar muziek te luisteren, of naar een podcast.
De laatste aflevering van de Saar podcast*  (50+ maar nog lang niet dood) had ik het weekend nog niet beluisterd, daar ging ik voor zitten. Liggen dus.

Na het overlijden van Els Rozenbroek moesten Barbara van Erp en Femke Sterken heel erg zoeken naar een nieuwe vorm.
De podcast ging tot en met week 28 alleen maar over de ziekte en het overlijden van Els, vind dan maar eens de juiste toon om een doorstart te maken.
De dames nodigen nu steeds een gast uit die een uur lang met hen meepraat.
De laatste aflevering, nr. 36, had als titel ‘Wat is dit voor grachtengordel gedoe…?  en te gast was Miriam Mars.
Zij is journalist, schrijft voor Saar en andere bladen en komt uit Brabant.
Wat een verademing.
Miriam vertegenwoordigde alle mensen uit ‘de provincie’ en wees de dames er onomwonden op dat hun podcast inderdaad ‘grachtengordel-gedoe’ was.
“Bij ons in Brabant zeggen we:  doe maar gewoon, dan doede al gek genoeg” uitgesproken met een zachte g en een Brabants accent.
Ze stelt vragen die ik ook zou stellen, zoals ‘Wat is een über’?
‘Huh? Ik doe even een gorillas?’
Een uber is een taxidienst en gorillas blijkt een bezorgservice te zijn.

Barbara en Femke kirren: “Gaat het dan echt zo veel over de grachtengordel?!?
“Nee! Echt!?
Ja.
Het gaat niet over de grachtengordel, maar zij maken deel uit van die wereld en daarom ademt die podcast de sfeer van het hippe leven in Amsterdam.
Net zoals de hele bladenwereld en de andere media zich vooral richten op wat er in dat deel van Nederland speelt.
Al dat geblaat over de Hazessen, de Meijlandjes en het gewauwel van Johan Derksen: wie interesseert dat?
En wie het met wie doet en waarom?
Die wereld van zien en gezien worden, botox & haarlak, modetrends en opgehypte nieuwtjes: het leeft gewoon wat minder ‘in de provincie’.

Daniel Lohues heeft in 2017 over dit onderwerp een prachtige column geschreven onder de titel ‘De rest’, waarin hij het heeft over ‘de verstikkende monocultuur van hun grootstedelijke bubbel’. Hierbij een link naar het blog dat ik daarover schreef, van daaruit kun je linken naar zijn verhaal.

Niet meer luisteren dus?
Tuurlijk wel.
Ik hoef me niet te identificeren met Barbara en Femke om te kunnen genieten van hun podcast.
En daarbij denk ik soms: ‘verbaast u niet, verwondert u slechts…’

*Meer blogs lezen over de Saar Podcast?
mei 2022: Gooise vrouwen.
juli 2022: Els vertelt over haar naderende dood.
september 2022: Onthutsend eerlijk, ook over de dood.

Reageren

8 november: BBB.

BBB is een app-groep op mijn telefoon.
De meisjesnaam van mijn moeder is Boelen.
Toen we begin 2019 afscheid namen van mijn moeders broer, onze oom Henk zei ik tegen neef René: “We zien elkaar alleen maar in zulke verdrietige omstandigheden; we moeten nodig íets voor de familie organiseren met bitterballen!”
De organisatie daarvan zou ik op me nemen.
Door Gerard’s stamceltraject en de coronapandemie kwam dat er steeds niet van en in december 2021 overleden oom Albert en tante Lammie drie weken na elkaar.
“We moeten nu toch eens serieus werk gaan maken van die bitterballen” zeiden we toen tegen elkaar.
Halverwege dit jaar inventariseerde ik wie er allemaal mee wilden doen, sprokkelde de telefoonnummers bij elkaar en maakte de app-groep BBB aan: Boelen Bitterbal Bijeenkomst.
Daarna gooide ik twee data in de groep: begin oktober en begin november. Op zondag 6 november kreeg ik de meeste deelnemers, dus nodigde ik het spul uit bij ons thuis om 14.00 uur.

Vrijdagmorgen deed ik boodschappen; ik kocht 2 familiezakken bitterballen en stuurde een foto daarvan naar de BBB: Tadaaaah!
Het wakkerde de voorpret behoorlijk aan; er werden zelfs al wat oude foto’s uitgewisseld.
Zondagmiddag ontmoetten we elkaar in familieverband: wat heerlijk om iedereen weer even te spreken.
We hadden in ons huis overal zithoekjes gemaakt zodat er ruimte was voor het bekijken van elkaars foto’s en het ophalen van familieherinneringen.
Waar ik dan op voorhand altijd wat onzeker ben ‘of ik wel genoeg in huis heb aan drinken en hapjes’ en ‘of het wel gezellig wordt’: ik had me voor niets zorgen gemaakt.
Supergezellig!
Ik had nog een oude filmopname uit 1971 (gemaakt door mijn vader met een super 8-camera) van het 50-jarig huwelijksfeest van opa en oma Boelen.
We zagen onszelf, maar dan 50 jaar jonger. De jongere garde stond er helemaal niet op: die waren er toen nog niet!
(Op de afbeelding: het gezin Boelen op dat feest in 1971, 5 broers en vijf zussen).

Je hoeft verder niets te organiseren zo’n middag.
“Hoe is het met jullie kinderen? Ben jij nog aan het werk? Waar wonen jullie nu dan?”
En af en toe een smeuïg familieverhaal of over logeren bij tante Triena en oom Eize.
Of over de legendarische bruiloften van vroeger.
Of over een tienertoer eind jaren ’80 met bezoekjes aan de hele familie in Drenthe.
Er kwamen heel wat afbeeldingen op telefoons voorbij: “Kijk, dit zijn onze kleinkinderen!”
De bitterballen vielen zeer in de smaak en de tijd vloog voorbij.

Om 17.30 uur hadden we een grote tafel gereserveerd bij Jasmijn Garden in Assen, waar we de BBB afsloten met een ontspannen etentje.
We hieven gezamenlijk een glas op de familie ‘hier beneden en daarboven’ en spraken af dat we dit nog een keer weer gaan doen.
René en José wierpen zich op als organisatoren voor een volgende keer.
De app-groep helpt bij het uitwisselen van wel en wee: bij bijzonderheden zullen we elkaar op de hoogte houden.

Zondagavond zat ik wat unheimisch aan de keukentafel.
Lichtelijk doofgetoeterd door de enthousiaste gesprekken en een beetje katterig omdat het alweer voorbij was.
De tied vlög a’j ’t naor de zin hebt.
En omdat de tijd vliegt moet je af en toe even tijd maken voor een gezamenlijke bitterbal.

Reageren

7 november: Een protestants ritueel.

In de nacht na mijn bezoek aan de Inspiratiebeurs die ik gisteren beschreef droomde ik over begrafenissen, grafheuvels en routes naar kerkhoven.
Inspiratie genoeg opgedaan.
Gistermorgen bleven we nog even in dezelfde sfeer. Het was gedachteniszondag: dan herdenken we alle gemeenteleden die dit jaar overleden zijn.
Onze cantorij werkte mee aan deze viering, dus om 08.45 uur stond ik naast Saakje en Klaas in te zingen.

Zulke vieringen zijn altijd beladen.
De kerk zit vol familieleden die de naam horen van hun dierbare voor wie een kaars wordt aangestoken; het verdriet is voelbaar in deze viering.
We hoorden vanmorgen de gelijkenis van de zaaier, die handenvol graan zaait, maar het graan komt niet altijd goed terecht.
In de overdenking hoorden we een diepere laag in dit verhaal: in een mensenleven zijn er verschillende periodes.
Zit je leven in de fase van ‘de goede aarde’, dan kun je tot bloei komen en van grote waarde zijn voor de mensen die aan jou zijn toevertrouwd.
Maar er zijn ook moeilijke tijden: als verdriet over je heen valt en je voedingsbodem rots blijkt te zijn.
Of als je levensomstandigheden beroerd zijn en je het gevoel hebt dat je wordt overwoekerd door onkruid.
Of als je je buitengesloten voelt en je leeft alsof je naast de akker bent gezaaid.

Wat weer een bijzondere kijk op dit overbekende verhaal.
Troostrijk vond ik.
Vooral omdat de voorganger benadrukte dat we niet te veel moeten stilstaan bij het graan, maar vooral moeten kijken naar de zaaier, die met gulle hand en brede gebaren het graan overal strooit.

Het leven wordt niet bepaald door wat nuttig is of wat functioneel is, het leven word bepaald door de eindeloze gulheid en grootheid van de zaaier.
Die oogst wanneer het tijd is en waar opnieuw  gezaaid kan worden in opengescheurde grond.
Lieve mensen: ontvang dan wat er opkomen kan in uw leven.

Het is voor mij altijd lastig om na zo’n verhaal gelijk weer ‘aan te staan’ voor het volgende lied, waarvan wij als cantorij het eerste couplet zongen.
Hoe ging die melodie ook maar weer?
Dat gold ook voor het lied ‘Vrienden die zijn overleden’ dat we a capella zongen.
Dan is er geen voorspel van de organist, je krijgt alleen een begintoon.
Het duurde even voordat ik er helemaal in zat;  gelukkig zijn er meer alten die het goed oppakten.

Er was een heel mooi, ingetogen bloemstuk gemaakt bij deze viering.
Je ziet het op de afbeelding hiernaast: een bloemenhart met in het midden de veldkeitjes waar de namen van de overledenen op staan.
Op de achtergrond de kaarsen die één voor één worden aangestoken bij het noemen van de namen.
Een mooie viering.
En een protestants ritueel dat naadloos aan zou sluiten bij de Inspiratiebeurs van zaterdagmiddag.

Reageren

6 november: Een brug te ver.

“Zaterdag sta ik de hele dag in de Martinikerk in Groningen op de Mensenlinq Inspiratiedag; een beurs over rouw waar je kennis kunt maken met wat er zoal leeft in de wereld van de uitvaartbranche”.  Dat zei Carlijn eind deze week; of ik zin had om een kijkje te komen nemen.
Ik zou zaterdag op bezoek in het UMCG bij Bert, (PKN-gemeentelid) die al meer dan drie weken in het ziekenhuis ligt, dus dat kon ik mooi combineren.
Die middag maakte ik kennis met de drie collega’s van Carlijn die (allemaal toevallig in het groen) de stand van Lotus vulden.
“Wij hebben zo’n leuk vak” vertelde één van hen “ik moet er gewoon om denken dat ik niet alsmaar aan het vertellen ben over de dood en begrafenissen, want daar heeft niet iedereen altijd zin in….”

Carlijn vroeg of ik met haar even een rondje langs de stands wilde doen.
“Dan kan ik ondertussen gelijk een beetje netwerken.”
Zij heeft inmiddels al bekenden in die wereld.
Een leverancier van kisten bijvoorbeeld die haar herkent van die keer dat ze een kist kwam halen. Enthousiast wijst hij de kist aan: “Kijk, deze was het” en ze hebben het er vervolgens nog even over hoe blij de familie daar destijds mee was.
Een mevrouw van een natuurbegraafplaats waar zij al eens een uitvaart begeleidde.
De jonge uitvaartonderneemster die een VW-busje heeft omgetoverd tot de Rouw VW.
Geanimeerd stonden Carlijn en zij even later te praten over een inspiratieboekje dat Carlijn had gemaakt en waar de Rouw VW in werd genoemd.
Twee jonge vrouwen, die opvallen in de uitvaartwereld vanwege hun leeftijd.

Wat is er inmiddels veel mogelijk op het gebied van afscheid nemen, rouwen en herinneren.
In de Martinikerk zag ik nieuwe trends en ontwikkelingen in de uitvaartbranche.
Een kleine greep uit het assortiment:

  • Nieuwe vormen van uitvaartkisten: de gevlochten manden van de Wilgenstudio  (zie afbeelding rechts onder) of de unieke handgemaakte kisten van de Kistemakker
    Op de afbeelding links zie je op het deksel  van de tweede kist in de rij een heuse sjoelbak….
  • het Hospice Gasthuis in Groningen waar iedereen op zijn eigen manier zijn laatste levensfase kan doorbrengen. Carlijn is daar in het verleden vrijwilliger geweest.
  • Natuurbegraafplaatsen die al een tijdje bestaan, zoals De Velden in de kop van Drenthe, maar ook een nieuwe zoals Laude in Westerwolde (bij Sellingen).
  • Voor als je na de begrafenis een huis moet ontruimen: de Regelwichter. Zij helpen bij het opruimen van een huis, het uitzoeken van spullen tot de eindschoonmaak aan toe.
  • Rouwfotografen, audiovisuele bedrijven die een begrafenis kunnen filmen, kunstenaars die gedenkstenen en gedenkbeelden maken.
  • Een textielkunstenaar  die unieke handgemaakte wollen waden en opbaardekens maakt.

Zie je me lopen tijdens het rondje? Ik sta er bij en ik kijk er naar, af en toe met verwondering.
De echtgenoot van een kunstenares wilde mij al warm maken voor een mooi beeld op een graf.
Maar nee.
Ik had al een kaartje van een Natuurbegraafplaats in mijn jaszak.
Er over nadenken is goed. maar alvast uitzoeken?
Een brug te ver.

Reageren

5 november: De val van Stone.

Soms kan ik mij als een kind verheugen op iets leuks.
Donderdag was dat het geval: die avond zou ik het boek ‘De val van Stone’ uitlezen.
Woensdagavond wou ik dat eigenlijk al; toen was ik op pagina 626 , het boek heeft er 701.
De letters en zinnen dansten voor mijn ogen.
Hoe spannend het boek ook was en hoe graag ik ook wilde weten hoe het afliep: ik moest naar bed.

Het dikke boek had ik meegenomen uit Casa Grada in Westerbork.
Het stond daar in de boekenkast, achtergelaten door een bezoeker.
Ik pakte het uit de kast met de gedachte: “Wat is dit eigenlijk voor boek?” en na 1 bladzijde was ik er al in begonnen.
De schrijfstijl en het soort boek doet denken aan mijn favoriete schrijver Robert Goddard.
De auteur Iain Pears is kunsthistoricus en journalist en houdt van geschiedenis.

Het verhaal wordt verteld in omgekeerde volgorde. Het begint met het overlijden van Elizabeth, de weduwe van John Stone, in 1953 in Parijs.
Daarna stappen we in het verhaal in Londen in 1909, als Stone net is overleden; hij was  een rijke industrieel, scheepsbouwer en wapenhandelaar en hij is op raadselachtige wijze uit een raam gevallen. Zijn weduwe zit met het probleem dat een deel van de erfenis wordt toegewezen aan een kind van Stone dat hij nooit erkend heeft. Het echtpaar heeft zelf geen kinderen. Dit deel van het verhaal wordt verteld door Matthew Braddock, de journalist die Elizabeth in de arm heeft genomen om uit te zoeken wie en waar dat kind is. Verder wil ze weten hoe Stone om het leven is gekomen. Was het moord? Of zelfmoord? Of een ongeluk? Braddock doet nauwkeurig onderzoek naar het leven van John Stone onder het mom van het schrijven van een biografie over hem.
Hij komt erachter dat hij zich in een wespennest heeft gestoken. Hij wordt geconfronteerd met spionage, intriges, financiële malversaties en handel in wapens en oorlogsschepen.

Op pagina 289 begint het volgende deel, dat zich afspeelt in Parijs in 1890. Henry Cort, die als een van de eersten ter plaatste was bij de dood van Stone en mogelijk essentieel bewijs heeft achtergehouden of vernietigd, treedt hierin op de voorgrond. We horen meer over de afkomst van Elizabeth en hoe John Stone en zij elkaar hebben ontmoet: Elizabeth was namelijk een heel stuk jonger dan haar man.

Het laatste deel neemt je mee naar het Venetië van 1867. Nu komt John Stone aan het woord en horen we zijn levensverhaal.
In dit laatste deel kom je achter de waarheid van Stone’s dood, die in zijn leven vooral geld heeft verdiend door mensen te manipuleren en te bedriegen.
De uiteindelijke ontknoping lees je pas op bladzijde 698. Verbijsterd zat ik met het boek in mijn handen.
HÈ? HOE? O?!?
Toen ik het uit had heb ik nog weer stukjes teruggelezen.

Het was een ingewikkeld en geen gemakkelijk boek; de passages over de financiële verwikkelingen duurden me te lang.
Pears is goed, maar Goddard is in mijn optiek beter.
Maar wat heb ik er van genoten!

Reageren

4 november: Traybake.

“Wat eten jullie vanavond”?  vroeg ik mijn collega een paar weken geleden.
Zelf had ik van te voren al wat klaar gemaakt en vroeg haar of ze op lange werkdagen ook ‘iets makkelijks’ deed.
“Wij hebben vanavond een traybake: dan gooi ik allemaal groentes enzo op een bakplaat met kruiden en olie en na een half uur in de oven is het dan klaar.”
Kennelijk heb ik onder een steen geleefd, want ik had het hele begrip ’traybake’ nog niet meegekregen.
In de weken daarna ging ik het onderzoeken; Gerard en ik zijn per slot van rekening Drenten, dus wij kijken eerst de kat uit de boom.

In mijn omgeving waren niet zoveel mensen die dat al eens gemaakt hadden, dus ik zocht wat op internet, maar het was net allemaal niet wat ik wou.
Aan mijn dochters vroeg ik wat voor kruiden ik er het beste op kon doen.
“Net waar je zin in hebt! Een beetje van dit en een beetje van dat. Met wat olie erbij en dan in de oven.”
Bedankt voor de info.
Met andere woorden: bekijk het even lekker zelf.

Ik kocht een zakje krieltjes, een kipfilet, een klein zakje broccoli en een zakje champignon-roerbak en verwarmde de oven voor op 200 graden.
De krieltjes deed ik in een kom met 5 eetlepels olie en Marinadekruiden van Verstegen en daardoorheen snipperde ik een ui.
Daarna knipte ik de kip in kleine stukjes en kruidde die met kipkruiden.
De broccoli sneed ik in kleine stukjes en bestrooide die met een beetje nootmuskaat.

Op mijn ovenbakplaat legde ik een stuk bakpapier en ik begon met de krieltjes/ui over de plaat te verdelen.
Daarna strooide ik de broccoli er over, daarna de champignon-wokgroente en als laatste verdeelde ik de stukjes kip er overheen.
Toen zette ik het geheel 30 minuten in de oven.

Het zag er zo uit.
We hebben er heerlijk van gegeten.
Volgende keer roer ik alles door de olie/marinade, niet alleen de ui en de krieltjes.
Gerard: “Dit mag je nog wel eens maken!”
Een Drents compliment.

Traybake naar eigen inzicht.
Eigenlijk vertik ik het om een Engels woord te gebruiken.
We kunnen er toch wel een mooi Nederlands woord voor verzinnen?
Bakplaat-ratatouille?
O nee, dat is Frans.
Oven-groentebakplaat?
Oven-AVG’tje?
Iemand nog een ander idee?

Reageren

3 november: Steken & draden.

“Dames, wie wil er koffie?”
Koster Gerard had de vraag net zo goed aan de tafels en stoelen kunnen stellen, want  niemand luisterde.
Op de 1e dinsdag in november zaten we met een hele groep vrouwen in een grote kring in de hal van Op de Helte: Holy Stitch.
Van onwennigheid is inmiddels helemaal geen sprake meer: men komt binnen, zoekt een plekje, de brei-, haak- en borduurwerkjes worden opgepakt en al gauw is net zo gezellig als op een verjaardag bij de familie Waninge; er zijn alleen geen mannen.

Maar we kunnen niet steeds maar doorkleppen en beppen: een vast onderdeel van een Holy Stitch-middag is ‘het rondje’.
Je noemt je naam en vertelt waar je op dit moment mee bezig bent.
Of je vertelt waar je naar op zoek bent: dinsdagmiddag zocht iemand breipatroontjes voor barbiekleertjes voor haar achterkleindochter!
Dan is er wel weer iemand die zegt: “O, daar heb ik nog genoeg van liggen” en worden er afspraken gemaakt voor de uitwisseling.
Er stonden een aantal dikke truien op de pennen (nr. 7!) voor de koude wintermaanden, er werden sokken gebreid, iemand haakte een pannenlap, er werden borduurwerkjes geshowd en ondertussen genoten we van de chocoladepepernoten die op tafel stonden. “Ik moet er gewoon niet aan beginnen” zei iemand gedecideerd “want dan eet ik aan één stuk door!”
Hoe herkenbaar.

“Heeft iemand nog een patroon voor een spencer voor een kindje van 3? Mijn dochter wil graag dat ik die brei voor haar dochtertje, zodat de verwarming niet zo hoog meer hoeft.”
“Wat is een spencer?’ vroeg iemand. Het bleek een trui te zijn zonder armen.
“O, dat noemden wij vroeger een borstrok!”
Tuurlijk. Dat konden sommigen zich nog goed herinneren……

Corry liet ons in stappen zien hoe ‘iris-vouwen’ in zijn werk gaat; in de eerste helft van 2023 zullen we dit met elkaar een middag gaan doen.
Verder spraken we af dat we de 1e dinsdag in december gezamenlijk wat kleine kerst-dingetjes gaan maken: engeltjes, sterren, klokjes.
Voor wie dat wil dan hè? Je kunt ook gewoon verder gaan met je eigen handwerkje.
Even voor vieren sloten we de bijeenkomst af met een gedicht.
Gerry had een heel oud schriftje mee dat nog van haar moeder was geweest.
(zie afbeelding links).
Daar had moeder in de loop van de jaren gedichtjes en teksten in verzameld, “ik denk uit de Elizabethbode” vertelde Gerry.
Het ademde de sfeer van de jaren ’70; het heette ‘De gouden draad’, geschreven door M. Koffeman-Zijl.
Wil je het oude gedicht graag lezen?
Hierbij een link naar een pdf De Gouden Draad

Leuke opsteker: één van de dames vertelde dat ze over ons ‘Holy Stitch-clubje’ had verteld aan haar schoonzus.
Die vond het zo’n leuk idee, dat ze iets dergelijks in haar woonplaats Winsum ook gaat proberen op te zetten.
Misschien doen we als dat lukt in de toekomst wel eens een uitwisseling…..

Reageren

2 november: Wat voor dieet?

Deze week is het ‘Nationale Klimaatweek’; als je de media een beetje volgt kan je dat bijna niet ontgaan zijn.
Gistermorgen was Gerrit Hiemstra te gast bij ‘Goeiedag Haandrikman’ en hij had een duidelijk verhaal: we moeten stoppen met het gebruiken van fossiele brandstoffen.
Tips: warmtepomp, zonnepanelen, windenergie, geen vlees en zuivel meer eten (MOEILIJK!) , niet meer vliegen.
Hart onder de riem: kijk niet naar wat je niet kunt, maar probeer te veranderen wat wel binnen je bereik ligt.

Maandag 31 oktober hoorde ik bij ‘Bert op 5’ een gesprekje met drie vers aangestelde ‘klimaatburgemeesters’.
Wil je de interviewtjes ook even horen? Hierbij een link naar het geluidsfragment. 
Bert Kranenbarg vroeg aan hen of zij nog goede tips hadden en één van hen zou aandacht gaan besteden aan het ‘geen-nieuwe-spullen-dieet’.
Daar had ik nog nooit van gehoord.
Op internet is het wel te vinden, maar niet met Nederlandse woorden; daar heet het ’the-buy-nothing-new-challenge’.
Ik voel me soms te gast in mijn eigen land, waar een uitdaging kennelijk een challenge is geworden.
Bij deze uitdaging gaat het er om dat je geen nieuwe spullen meer koopt om het milieu te ontzien.
En áls je iets moet kopen, kijk dan of dat kan met een duurzame variant.
Kijk bijvoorbeeld eens bij een kringloopwinkel naar een tweedehands artikel, dat vaak net zo goed, veel minder duur en niet nieuw is.

Verder is het bij dit ‘dieet’ de bedoeling dat je je bewust wordt van je koopgedrag.
Dat je je gaat afvragen: wat koop ik nieuw? Waarom?  Is ’t neudig?

Een sympathiek idee.
Als een echte Drent kijk ik eerst maar eens hoe het bevalt en waar ik dan tegenaanloop.
Een uitdaging is goed, maar ik hoef niet roomser dan de paus te worden.

Ben je benieuwd hoe het is als je voor de verwarming van je huis van het gas af *wilt?
Wij doen mee aan ‘de Duurzame huizenroute’ en a.s. zaterdag 5 november ben je ’s morgens of ’s middags van harte welkom om te komen kijken. Gerard vertelt je dan graag hoe het bij ons is gerealiseerd.
Je kunt je opgeven via deze link van de duurzame huizenroute.
Op die website kun je je postcode invullen en in een straal van bijv. 25 kilometer een woning zoeken die het beste past bij jouw woning om te vergelijken.
Wil je specifiek bij ons kijken? Roden heeft postcode 9301.

En over die roomse paus: we zijn er nog lang niet, we doen ons best.

* Heb je niet meegekregen dat wij in 2018 van het gas af zijn gegaan?
Gerard heeft daar destijds een blogserie over geschreven onder de titel ‘Van gas los.’ 

Hieronder een overzicht van alle delen van deze blogserie:

1. Als er één schaap over de dam is…>>>
over hoe het besluit ‘Van gas los’  tot uitvoering werd gebracht.
2. Kan dat zo maar dan? >>>
over de voorwaarden en de eisen die gesteld worden aan je huis voor ‘Van gas los’.
3. Een DUURzame investering >>>
de CV-ketel eruit, de warmtepomp er in.
4. Back stage >>>
een blik achter de schermen: werkers over de vloer.
5. Zonnepanelen – mooier wordt het niet >>>
over het plaatsen van de zonnepanelen en alle achtergrondinformatie.
6. Van gasstel naar inductiekookplaat >>>
Een geheel andere manier van koken.

Reageren

1 november: Grammieterig.

“O man, dan wo’k toch zo grammieterig in de hoed!”
Een uutspraak van mien va.
Elke Drent begrep hoe mien va zöch dan vuulde.
Deur Roelof (van Harm) weur die zin ooit vertaald as “grammijterig in de huid”.

Grammieterig is een Nedersaksisch woord.
Het hef te maken met ‘gramschap’, een woord dat in het Nederlands niet meer gebruukt wordt; allent in de biebel komp het nog veur.
Bijveurbeeld in Psalm 138: “….maar ziet van ver met gramschap aan, de eigenwaan van trotse zielen…”
Het betiekent: kwaod, woedend.

Zundag kreeg ik een foto van Frea die het woord ‘grammieterig’ in beeld brengt.
Zij en Jon waren verhuusd naor heur neie woning.
Heur twee katten Sam en Tobi waren zo lang meugelijk in het olle huus bleem; alle meubels en aandere spullegies waren al vort, allent de kattebak en de twee katten waren d’r nog.
Toen ze weer bij het olle huus kwamen um tenslotte de katten op te halen zagen ze dit.
“Ze waren boos…” appte Frea.
Ze waren grammieterig in de hoed.
Klik op de foto, dan krie’j hum wat groter in beeld.

 

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén