een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 6 van 262

8 augustus: Holy Stitch – zomereditie.

In de zomer hebben we op de eerste dinsdag van de maand geen Holy Stitch-bijeenkomst.
Soms gaat er een groepje fietsen of naar een museum/tentoonstelling, maar soms wordt er ook niks georganiseerd.
Ook wij zijn in de zomer vaak op vakantie, maar dit jaar niet in augustus, dus ik dacht: ‘Ik nodig de steeksters die niet op vakantie zijn op de 1e dinsdag in augustus uit bij mij thuis voor iets gezelligs.’

Dinsdag 6 augustus zijn jullie op de Holy Stitchtijd (14.00 u) welkom op Waninge Plaza.
Ik zorg voor koffie, thee en iets lekkers.
We gaan niet fietsen, maar een beetje ontspannen bewegen: ‘ 50+ bewegen op muziek’  bij ons achter het huis, trek dus gemakkelijke kleren aan.  Verder praten we even bij, zingen misschien nog een lied én ik lees een verhaal voor in de streektaal. Welkom!

Bewegen op muziek: goed idee, doen we niet.
Het was 29 graden bij ons achter het huis; we waren al blij dat we niks hoefden.
Ik zette een kring stoelen in de schaduw, zette wat schaaltjes met lekkers neer en bedacht die morgen nog dat ik de workshop ‘Zingen voor de lol’ wel kon aanbieden, die had ik nog liggen van ‘ooit’ met mijn collega’s.
We zongen canons, we leerden de ‘walkman-cantate’ en genoten van het samen zingen van liedjes uit de musical ‘The sound of music’: Edelweiss, Do-re-mi, je kent het vast wel. Het verhaal is de streektaal is ook gelukt.

Helemaal niet ‘gestitchd’!
Alhoewel…….. wel met garen in de weer geweest.
Geke had twee tassen vol handwerkspul meegenomen, die ze had gekregen van de erven van een een mevrouw die graag handwerkte.
Alles werd bij ons op het gazon uitgestald en een ieder kon meenemen wat zij beliefde.
We schreven nog een kaartje voor een lid van onze kring dat aan het revalideren is, bespraken het idee om ‘iets voor het goede doel’ te maken en er was nog een grote verrassing voor mij.

Sjoukje nam het woord en vertelde dat ze blij was met mijn initiatieven en dat ze nu eens iets voor mij had gemaakt.
In het pakje zat een zelfgemaakte, stevige stoffen tas.
Met een voering, met een vakje aan de binnenkant én een sleutelhanger.
Verder had ze aan de buitenkant toepasselijk borduurwerk* aangebracht.
WAT MOOI!
Vereerd voel ik me.
Dat iemand de moeite neemt om zoiets moois voor je te maken dat zoveel tijd kost, want reken maar dat daar wat uurtjes in zitten.
Een unieke tas, die ik ga gebruiken als ‘cantorij-en-muziek’-tas.

Zelfgemaakt.
Mijn moeder vond het armoedig.
Waarom ze dat vond lees je in het blog ‘Levensboek voor mijn moeder‘.
Eén generatie verder kijken we er heel anders tegenaan en vinden we het persoonlijk, hip en origineel.
Sjoukje: bedankt!

Al eerder schreef ik over Sjoukjes geborduurde tassen: toen ging het over een tas met een labrador.

Reageren

7 augustus: Getrouwd!

Weet je nog dat ik vorig jaar in september een blog schreef over heerlijk eten dat we kregen van een collega van Gerard?
Het blog kreeg de titel ‘Vraag even wat het is.’; het eten kwam van Yousuf, een jonge collega van Gerard die oorspronkelijk uit Irak komt.
Hij trakteerde zo uitbundig omdat hij zich die week had verloofd met zijn geliefde Salma.

Inmiddels is Salma al een paar maanden in Nederland en begin juli zijn ze getrouwd: we kregen een bijzondere trouwkaart.
Ook heel bijzonder: Gerard was gevraagd om getuige te zijn bij het burgerlijk huwelijk dat op een woensdag plaatsvond in Winsum.
Yousuf woont nu ongeveer 12 jaar in Nederland; hij kwam hier destijds met zijn ouders naar toe.
In ons land heeft hij een nieuwe start gemaakt: hij heeft hard gewerkt en heeft hier een leven opgebouwd.

….getuige….

Voor een relatie was hij op zoek naar een moslimmeisje en hij vond haar in Salma. Gerard: “Het is bijzonder om dat van zo dichtbij mee te maken; om te zien hoe spannend én hoe belangrijk het voor Yousuf was. En hoe bijzonder is het dan dat je daar op zo’n officieel moment getuige bij mag zijn!”

Wij gingen in de week voor hun huwelijk op bezoek bij Yousuf om kennis te maken met Salma.
Hij spreekt al goed Nederlands, maar zij natuurlijk nog niet.
Maar wij zijn wel wat gewend (denk aan onze avonturen met schoonzoon Jon), dus de voertaal was Engels.
Salma is docente Engels, dus die redt zich daar prima mee.
We zochten met Google-maps de stad in Algerije op waar ze vandaan komt en we zagen foto’s van het religieuze bruiloftsfeest dat daar aan het begin van de zomer al had plaatsgevonden: daar was haar hele familie bij.
En daar zat ook gelijk de emotie: Salma’s ouders en haar familie konden niet bij het huwelijksfeest in Nederland zijn.

Maar op de zaterdag van hun huwelijksfeest was daar niet veel van te merken: stralend zat het bruidspaar op het podium dat prachtig versierd was met goud en wit.
De gasten waren kleurig gekleed met lange gewaden versierd met edelsteentjes en borduursels en bijpassende hoofddoeken in één kleur.
Toen het bruidspaar binnenkwam eerst in hun traditionele bruidskleding, werden ze verwelkomd door de vrouwelijke gasten met luid, hoog geroep; je hebt het vast wel eens gehoord, het klinkt zo ongeveer als “ululululululu”. In het Arabisch heet het ‘zarg oetoe’.
Ik denk dat wij ons als collega’s (een groepje van 8 Nederlanders) op dit feest net zo voelden als een paar moslims op een westers feest: een beetje ontheemd.
Het bruidspaar werd uitbundig gefeliciteerd door iedereen en daarna werd de bruidstaart aangesneden, wat een officieel moment was. Daarna was er dans en muziek.
Toen verliet het bruidspaar de zaal om zich om te kleden. Helaas moesten wij toen weg, want wij hadden ’s avonds nog een feestje.
Later kregen wij de foto hiernaast van het bruidspaar in hun feestkleding; let daarbij vooral op de kanten sluier van Salma. Handgemaakt! (Klik op de foto voor een vergroting)

Bij onze kennismaking kreeg ik Salma’s telefoonnummer en we spraken af dat we elkaar in het Nederlands gaan appen.
Het eerste appje was ‘Moi!’
Belangrijk woord als je in het Noorden woont.
De rest komt vanzelf.

Reageren

6 augustus: Kerstin aan Zee.

Het laatste weekend van juli genoten we van het cadeau dat ik dit jaar aan Gerard gaf voor zijn verjaardag: een weekendje Noordzeestrand.
We hadden dat al geboekt toen we in april in Den Bosch waren: er was nog ruimte in Kerstins Bed & Breakfast in Egmond aan Zee.
Het huis bevindt zich in een na-oorlogse wijk in Egmond aan Zee.
Vrijdagmiddag rond drie uur maakten we kennis met Kerstin die ons hartelijk welkom heette en een kop koffie en thee voor ons maakte.
We bespraken de gang van zaken in haar B&B, kregen een sleutel, gaven ons nummerbord door voor de parkeervergunning en een half uur later zaten we op de fiets: naar de Noordzee.

Het ontbijt werd door Kerstin geserveerd in haar woonkeuken; het was prima verzorgd, er was iedere morgen vers zelfgebakken brood.
Eitje, hammetje, yoghurtje, fruit en als iets op was mocht je vragen om meer.
Onze gastvrouw had een onmiskenbare, Duitse tongval en met de Duitse gasten waarmee we zondagmorgen aan het ontbijt zaten ontstond een gezellig gesprek over waar ze vandaan kwamen, Duitse kerstmarkten, Noord Hollandse nuchterheid en de streektaal.
De kamer was van alle gemakken voorzien, maar was wel wat krap: de spelonderdelen van het spel Catan dat we zaterdagavond deden pasten niet helemaal op het opklaptafeltje.
Maar dat was ook het enige nadeel: we hebben er prima geslapen, we hadden een wc/douche op onze kamer en er was kastruimte genoeg.
Op de overloop stond een koelkast waar we onze yoghurtjes, kaas en droge worst konden bewaren. Grootste voordeel van dit B&B: het was maar 5 minuten lopen naar het strand.
Ook een keer bij Kerstin logeren? Hierbij een link naar haar website.

We hadden dat weekend fantastisch weer; we hebben veelvuldig gewandeld langs de vloedlijn en genoten van het strandgedoe om ons heen.
Gerard: “Bert Haanstra zou hier zo weer een film van kunnen maken!”
Dat bracht mij op het idee om thuis die film even op te zoeken.
Hij heet ‘Alleman’ en is uit 1963; je ziet hoe het er aan toe ging in Nederlandse in die jaren: hierbij een link.
60 jaar geleden! Kijk dan vooral eens naar de beelden op het strand: je weet niet wat je ziet.
Alleen de Noordzee ziet er nog hetzelfde uit; trouwens…. toen had je nog geen windmolens aan de horizon.

Zaterdag gingen we fietsen door de duinen: Bergen aan Zee, Groet en Schoorl.
Weet je nog dat ik in 2017 schreef over het spookhotel Monsmarem in Bergen?
Daarover schreef ik toen het blog ‘Spookgebouwen‘, daarop zie je een foto van hoe het er toen uit zag.
Ik was wel benieuwd hoe het er nu uit zou zien, dus wij zochten het even weer op.
Er stond een compleet nieuw gebouw en het heette ‘Residentie Monsmarem’.

En verder?
Boek uit en heerlijk uitgerust.
De foto hiernaast spreekt boekdelen.

Reageren

5 augustus: Nadenken.

De zomer zit nog stevig in het zadel, maar mijn zomer-reces is voorbij.
Fotoboek is naar de drukker, mooi voorraadje blogs opgebouwd en drie boeken uitgelezen.

Vandaag een blog ‘om er even weer in te komen’.
Ik deel een drietal uitspraken met jullie, die ik de afgelopen weken las op onze geluksscheurkalender.
Het waren zinnen, die ik vaker dan één keer las en waar ik over na moest denken.

‘Actie leidt vaker tot inspiratie dan inspiratie leidt tot actie’.
‘Gewoon begunnen’ zei mijn vader vroeger al als ik wachtte op inspiratie om mijn huiswerk te maken.

‘Een boom die zo hard wil groeien dat hij zijn wortels uit de aarde trekt, zweeft niet ten hemel, maar valt om.’
Daniël Lohues zegt het anders maar bedoelt hetzelfde: ‘A’j niet weten waor a’j vot komt, wee’j ok niet waor a’j hen gaot.’

Studeer alsof je eeuwig leeft.
Leef alsof je morgen sterft.
Ik moest daarbij gelijk denken aan ‘Niemand weet hoe laat het is’ van Youp van ’t Hek.
‘Want tijd is toch geld en het leven is duur…..’

Drie nadenk dingen.
Morgen weer een verhaaltje van Aaltje.
Over Kerstin, een Duitse Nederlandse in Egmond aan Zee.

Reageren

1 augustus: Gastblog van Willem – Draank.

Het fotoboek is nog niet af en er zijn best veel leuke dingen in deze tijd, dus een blog van mij laat nog even op zich wachten, maar…… gisteravond kreeg ik een mail van Willem, Drent-in-Gelderland en vaste lezer van dit blog.
Willem was ook al eens gastschrijver in de rubriek ‘Lezer van de maand’ in 2022.

Dit schreef hij in zijn mail:

Moi Ada, 

Ik hoop daj een schiere vekaansie hebt. Het weer hej in ieder geval met, al begunt de locht in Zevenaar een beetie te betrekken.
In de bijlage een vekaansieverhaaltie wat misschien wat is as gastblog. Bekiek het maor even. ’t Is schreven in mien Midden-Drèents, dus geschikt veur een beparkte groep, maor mien ervaring is ok dat de Drèentse spelling arg toegankelijk is veur iederien wel het Nederlands beheerst. Vernuver je nog met je vrije tied ! Willem 

Veur mien lezers: vernuver je met understaond verhaol van Willem!

Draank

Het is underhaand al weer meer as vieftig jaor leden dat vrouw Helana, -roepnaam Sis-, en ik met zien beiden met vekaansie waren in ’t Duutse Limburg an der Lahn. Wij haarn argens eten en kuierden wat langs ’t riviertie wel de naam an ’t stadtie geven hef. An dat riviertie stun ok een kleine ‘Kneipe’ wel oes wal geschikt leek um wat te drinken.
’t Eerste waw zagen toen wij binnen waren was een beer van een vent achter de tap wel deur de vaste gasten ‘Onkel Hermann’ nuumt weur. Wieder zat ‘am Stammtisch’ een groepie wat anscheuten jongelui wel wal veul kabaal maakten, maor nog niet echt lastig waren.
Ze zagen metien in oes beiden een slachtoffer veur kennelijk heur vaste een woordgrappie: “Kennen sie ein Wort ohne K?” en veurdat de vraog echt tot oes deurdrungen was, kregen wij ‘t antwoord al: “Nein?….. Alohol”

Ikzölf wit nooit goed hoe op zuks te reageren. Ik red mij nuver in ’t Duuts, maor ken ’t niet goed genog um in dit soort gevallen adrem op reageren. Boetendes, de ‘grap’ is misschien wal aordig aj zölf ok een beetie anscheuten bent, maor ja, dan is “het is wit en staat in een vaasje op tafel”. “Een bosje ijsberen“ ok een daverende grap, maor aj nog broodnuchter bent is ‘t hoogoet goed veur een flauwe glimlach.
Gelukkig dat Sis der bij was, want die prat het Duuts asof ze ’t zölf oetvunden hef en de grap wel ze der overhen maakte ontgunk het halfdronken volkie, en mij ok, maor vanachter de bar kwam een buldernde lach van Onkel Hermann. Hij har ’t wal begrepen.

Later zat ik mij of te vraogen hoe het kwam da’k in dat soort situaoties mij nooit echt op mien gemak vuul en ik kwam oet bij de verkoop van vee. Niet arg logisch op ’t eerste gezicht maor toch minder onlogisch as ’t lek.
In mien olderlijk hoes, en dus ok in mien opvoeding, hef draank nooit een rol speult, niet negatief of positief.
Mien mamme drunk bij een verjaordag of wat vergeliekbaars, wal ies een ‘schilletje’. Da’s citroenbraandewien wel in een fles zat met een lange citroenschel op ’t etiket en mien pappe was een vurig anhanger van ZAP (Zuiver Alcoholvrij Product).
Toch haw altied wal jenever in hoes, want aj vee of zo verkochten dan was ‘t traditie dat de koop beklunken weur met een borrel.
Mien pappe, met zien veurkeur veur ZAP har daor een geweldige hekel an, maor ja, de traditie hè. . . . .

Het ritueel was veur oes as kind ok bekend genog.
Mien mamme pakte twee glassies en de vraog an de veekoopman “Ie een schiere, Harm?” weur altied met ja beantwoord en tegen mien pappe ”Ie wilt der zeker suker in, Geert?”
Ze wachtte het antwoord nooit of want ze was meer as bekend met de drinkgewoontes van mien pappe, en dee een paar flinke scheppen suker in ‘t glassie en daorop kwam net zoeveul jenever dat de suker nat weur. Lepeldie der bij en tegen de tied dat de veekoopman zien glassie leeg har, was mien pappe, as ’t met zat, net zowied dat e ’t eerste scheppie suker op stark water wegwarkt har. Dat was hum ok meer as zat.

As de glassies leeg waren, in dit geval allent ’t glassie van de veekoper, was de koop officieel en nam mien mamme ze weer met hen de keuken.
Ie begriept da’k nooit met mien pappe ‘gezellig’ een borrelie drunken heb, maor heb ‘t ok nooit mist.
Starke draank speult nog aal, gien rol in mien leven; het weur in mien opvoeding niet anmoedigd, maor ok niet ontmoedigd.
Het ienige waw niet doen mussen was dronken in huus kommen. Dan kunden ie, bij wieze van spreken, in ’t heui slaopen.

Wa’k mij jaoren later wal ofvraogt heb is wat mien mamme met’ glassie van mien pappe dee. Zul ze dat gewoon vortgooid hebben, of toch stiekem zölf oplepeld hebben?
Op die vraog za’k nooit meer antwoord kriegen.

Reageren

23 juli: Zomer-reces.

De maand juli is al weer drie-kwart om: de vakanties zijn begonnen.
Biden gooit het bijltje er bij neer en dat doe ik ook.
Voor de Amerikaanse president is het na zijn regeerperiode een definitief afscheid van de politiek, maar ik ben van plan om de pen/het toetsenbord over niet al te lange tijd weer op te pakken.
Net als voorgaande jaren neem ik een zomer-time-out van mijn dagelijkse blog: ik ga een fotoboek maken van het afgelopen half jaar en ik ga weer wat blogs schrijven voor mijn voorraad, want daar ben ik bijna doorheen.
Dat betekent: minstens een week geen dagelijks blog van mijn hand.

Maar een blog van een andere hand is altijd welkom!
Wil je de leegte de komende dagen een keer vullen?
Hobby’s, mooie verhalen, recepten, streektaal, ontroerende muziek, een brei- of haakpatroon, jouw familiegeschiedenis of zomaar IETS LEUKS: stuur maar op! Maak gebruik van ‘het podium’ dat ik je bied: een blog van ongeveer 500 woorden.

Hoe komt jouw blog bij mij?
Als je deel uitmaakt van mijn netwerk heb je mijn emailadres en/of telefoonnummer.
Zo niet, plaats dan een reactie via de knop ‘Reageren’ die onder ieder blog op mijn website staat.
Voordat je je reactie intypt moet je de getallen die er in letters staan in het onderstaande vak typen in cijfers.
Dus als er ’twee vier zeven’ staat moet je  ‘2 4 7’ intypen.
(Dit is om te voorkomen dat er computerrobots gaan reageren, waardoor mijn mailbox helemaal volloopt met spam)
Daarna typ je in het volgende vak je reactie.
Die komt binnen via mijn email; die publiceer ik dan niet bij de reacties in de rechterkantlijn, maar ik neem contact met je op zodat je je blog naar mij kunt mailen.  Ik ben benieuwd!

In ieder geval duik ik nu eerst onder tot de eerste week van augustus; tot dan!

Reageren

22 juli: Naar de tweeling.

Vorige week zaterdag ging de column van Daniël Lohues in het Dagblad van het Noorden over hunebedden.
Zo begon zijn verhaal:

In gedachten sta ik er zo. Waar ik ook ben. De twee hunebedden bij Valthe. Ze liggen in het veld, net buiten het dorp. Al 5000 jaar. De tweeling. In de officiële hunebednummering heten ze D36 en D37. Toen Jezus werd geboren, lagen ze er al 3000 jaar. Dat is langer dan van Jezus’ geboorte tot aan nu. Als je bij deze hunebedden staat, voel je dezelfde heiligheid als in een oude kathedraal. Dat er iets speciaals is met die plek. Die twee bij Valthe zijn het mooist als de zon net opkomt. Of net ondergaat. Of als het sneeuwt. Laat staan bij volle maan.

Wil je de hele column lezen?
Hierbij een link naar een PDF: Hunebedden – Daniel Lohues

Ik zat bij het aanrecht met de krant voor me en dacht: “Valthe? Liggen daar dan ook hunebedden? Daar moet ik dan nog eens naar toe!”
De gelegenheid deed zich afgelopen weekend al voor.
Neef Cor, zoon van mijn broer, was dit weekend bij ons te logeren.
We hadden hem uitgenodigd en gevraagd wat hij nog graag eens wilde bezoeken.
Hij studeert geschiedenis in Groningen; hij vroeg om een bezoek aan Burcht Bentheim en om een bezoekje aan Oldenzaal.
Bentheim omdat het zo’n mooie, oude burcht is met een rijke geschiedenis en Oldenzaal omdat zich daar een stukje familiegeschiedenis afspeelde. Over beide onderwerpen zal ik de komende maanden een blog publiceren; vandaag houd ik het bij de hunebedden. Ik zag namelijk mijn kans schoon: op weg naar Bentheim kwamen we bijna langs Valthe, we hoefden er amper voor om te rijden.

We lieten ons door Google Maps naar het hunebed leiden; midden in Valthe moesten we rechts een zandpad op. Met grote gaten, waar water in stond. Het gras en het onkruid stond naast en onder onze auto minstens een halve meter hoog, kortom: een avontuurlijke reis. Maar het was zeer de moeite waard: net als Lohues ervaar ik bij deze graven uit de oudheid de heilige sfeer, al is dat beslist anders als je er met zo’n jonge, enthousiaste student omheen loopt die honderduit praat en vragen stelt.

Links een afbeelding van hoe de twee hunebedden tussen de bomen liggen.
Rechts zie je een selfie met Cor op de achtergrond die ook een selfie maakt.
Meer informatie over deze stenen tweeling vind je op deze pagina van de website ‘Hunebedden info’

Reageren

21 juli: Samen een kerkdienst samenstellen.

“Ik ga nog even Johannes de Heer halen” zei ik tegen een paar kerkgangers die vanmorgen verbaasd opkeken toen ik om 09.45 uur bij de kerk wegreed.
Kerkganger Koop reageerde snedig als altijd: “O. Heeft Johannes zelf geen vervoer?”
Bedoeld werd natuurlijk de bundel met liederen van Johannes de Heer, die organist Erwin nog in de andere kerk had liggen.
We zongen vanmorgen uit die bundel een tweetal liederen ‘op verzoek’.

Net als vorig jaar organiseerden Gerard en ik een zangdienst, waarvoor we van tevoren gemeenteleden hadden gevraagd om hun lievelingslied in te sturen, het liefst vergezeld van een verhaal waarom het lied veel voor hen betekent.
In zo’n viering is geen predikant en dus ook geen preek; de inhoud komt van de persoonlijke verhalen van mensen.
De diversiteit was groot vanmorgen.
Uit het gewone liedboek zongen we op verzoek van Zwanny ‘De vreugde voert ons naar dit huis’.
Zij vertelde het verhaal over het belang van de gewone, zondagse kerkgang, die in dit lied zo mooi naar voren komt.
Dea nam ons mee naar het kamertje uit haar jeugd, waar ze toerloos luisterde naar Nana Mouskouri, die ‘Morning has broken’ zo mooi zong. Wij zongen daarna de vertaling die in ons liedboek is opgenomen: ‘Dit is een morgen…”

Annie had mij verteld over het ‘versje’ dat we vroeger op de lagere school op maandagmorgen moesten opzeggen. Als je het zong kreeg je een 10! Als herinnering daaraan zongen we ‘Heer, ik hoor van rijke zegen’ en Elly vertelde ons het verhaal van haar grootvader, die altijd zijn keel schraapte voor hij begon te zingen; voor haar zongen we ‘Mijn herder is de Here God’ en lazen we als schriftlezing psalm 23.
Tineke vertelde ons over het water van de rivier de Waal dat in het leven van haar en haar ouders een grote rol had gespeeld; daar hoorde lied 642 uit de Opwekkingsbundel bij: ‘De rivier’.
Mijn verhaal ging vanmorgen over het zeelied. Ken je het niet? Lees dan dit blog nog eens: Lied gemist.
Erwin Wiersinga vertelde ons over zijn relatie met het Hinzsorgel in onze Catharinakerk: hij bespeelt het orgel al 50 jaar!*

Daarna kwam er een bijzonder orgelstuk dat we bij mijn weten nog nooit in de kerk gezongen hebben: Corrie Graanstra vertelde over die keer dat ze D.C. Lewis live had horen optreden in Apeldoorn en zongen we met elkaar ‘Mijn gebed’.
Edith liet ons luisteren naar het lied ‘Naast je lopen‘ en vertelde welke gevoelens ze daarbij had.
‘Een parel in Gods hand’ zongen we op verzoek van Sijcolien en Alie nam ons mee naar Taizé, waar zij in de jaren ’80 een spirituele ervaring had gehad. Daarbij zongen we ‘Als alles duister is’.
Dea tenslotte haalde namens haar moeder herinneringen op aan de zondagavonden dat er met hele gezin gezongen werd bij het orgel.
Vader koos dan het laatste lied en dat was altijd ‘k Wil u, o God, mijn dank betalen’.

Iedereen die aan deze zangdienst heeft meegewerkt: dank!

* Wil je het hele verhaal (met leuke anekdotes) horen dat Erwin vertelde en het fantastische stuk dat hij daarna speelde?
Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

20 juli: Sint Margriet

Vandaag is het twintig juli: het begin van de hondsdagen.
Het is de naam van de warmste periode van het jaar in ons land. De naam komt van het sterrenbeeld Grote Hond.

Vanuit mijn jeugd weet ik dat mijn moeder altijd zei dat etenswaren in deze periode minder lang goed te houden waren: toen er nog geen koelkast in huize Vrieswijk was, ging een pan soep die op zaterdag was gekookt voor de zondag naar de vloer van de koele kelder.
“Aans giet de soep mij mij kapot” zei mijn moeder dan.
De soep is mij één keer kapot gegaan, ook tijdens de hondsdagen.
Gewoon op het gasstel laten staan (het zal zo’n vaart toch niet lopen…?) , de volgende was de soep gaan schiften.

20 juli is dus de eerste dag van de hondsdagen, een belangrijke dag in de volksweerkunde.
Naar verluidt is het weer op deze dag bepalend voor het weer in de zes weken die daarop volgen.
Vandaag is de naamdag van Sint Margriet (Margaretha van Antiochië), die ook wel bekend staat als ‘pisgriet’.
Dat komt van een oude legende, waarin wordt verteld dat Margriet een goede daad had gedaan en dat zij als beloning datgene waar zij mee zou beginnen, zes weken ononderbroken vol zou kunnen houden, zonder ook maar een moment moe te worden.
Ze had bedacht dat ze zou gaan spinnen, dat zou veel wol opleveren.
Maar voor ze begon, wilde ze nog even haar blaas legen……en vervolgens bleef ze zes weken plassen.

Een greep uit de weerspreuken die uit deze legende zijn ontstaan:

  • Als de eerste peer komt met St. Margriet,
    dan men overal de oogst beginnen ziet.
  • Als Margriet pist in het riet,
    zes hele weken boerenverdriet.
  • Geeft Margriet geen zonneschijn,
    het hooi zal licht bedorven zijn.
  • Geeft Margriet geen zonneschijn dan zal het een natte zomer zijn.
  • Regen op St. Margriet, dan hebben we zes weken boerenverdriet.

Als we deze oude weerspreuken mogen geloven krijgen we nu dus 6 weken prachtig mooi weer.
Maar de grafieken van Buienradar laten iets anders zien….

PS
Vandaag ook een nieuwe header: een foto van onze zomertuin.

Reageren

18 juli: Wollegras & meester Kooi.

Op de lagere school in Hoogersmilde kregen we in de zesde klas, ons laatste jaar, les van meester Kooi.
Dat was niet zo’n aardige meester.
Hij was streng en onberekenbaar.
Als hij vond dat je je vak niet netjes had opgeruimd werd de inhoud daarvan zonder pardon onder het bord uitgestort en moest je het uitzoeken en je vak weer netjes inrichten.
Ik was een sloddervos; zo noemde meester mij soms ook.
Geknoei in mijn schriften, ezelsoren in mijn boeken en inktvlekken op mijn handen.
Zucht.
De inhoud van mijn vak lag regelmatig verspreid onder het bord en op mijn rapport had ik nooit een 8 voor netheid; een 7 was het hoogst haalbare.

Maar het was niet allemaal kommer en kwel, hoor.
Meester Kooi hield van muziek en ik mocht mijn gitaar meenemen naar school om met de klas te zingen.
Geschiedenis was mijn lievelingsvak en hij kon mooi vertellen.
En hij hield van aanschouwelijk onderwijs, dus wij liepen soms de natuur in om bladeren, boomvruchten, bloemen en onkruid te plukken, waarvan we dan eenmaal terug in de klas de naam van probeerden op te zoeken.
Zo weet ik nog steeds hoe Blauwe Hondsdraf er uit ziet. En de Smalle en de Breede Weegbree.

Afbeelding: Wikipedia

Wat ik ook nog weet is wat hij vertelde over wollegras.
Dat was een plantje dat niet veel voorkwam, dat groeide alleen maar in moerasachtige gebieden.
Bij een vennetje in het bos in Hoogersmilde ontdekten we met de hele klas van die witte pluimpjes en meester vertelde dat dat wollegras was. Wordt ook veenpluis genoemd.
Dat wollegras zeldzaam was in Nederland en dat de mensen vroeger dachten dat het dwaallichtjes waren, kleine witte wieven.

Toen we tijdens onze ‘Happen en Trappen‘ dag bij Gasteren door een veenachtig gebied fietsten zag ik ineens een heleboel wollegras!
Dan moet ik even van de fiets af.
En heb ik meester Kooi weer in mijn hoofd met zijn aanschouwelijk onderwijs.

Het plantje heeft eigenlijk Eriophorum, een geslacht uit de cypergrassenfamilie en het komt alleen maar voor op het het noordelijk halfrond.
De naam is afgeleid van het Grieks: erion=wol en pherein= dragen, dus het is een woldragende plant.

Reageren

Pagina 6 van 262

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén