een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Geschiedenis Pagina 21 van 23

21 maart: Zwemmen (1)

Op 25 februari >>> schreef ik over ‘bewegen’.
Er is één vorm van bewegen die ik al m’n leven lang graag doe en dat is zwemmen.
Ik leerde al heel jong zwemmen van mijn vader. Hij was zelf op een schip geboren en vond het uitermate belangrijk dat een kind weet wat het moet doen als het in het water valt.
Dat had hij zelf ook al op heel jonge leeftijd geleerd en dat deed hij bij mij dus ook.

In mijn jeugd had Hoogersmilde een eigen zwembad waar we graag naar toe gingen. Bij mooi weer namen we de ‘badtas’ (zo’n driehoekige) mee naar school en fietsten we na schooltijd naar het zwembad om tot vijf uur nog even te zwemmen. Al mijn vriendinnen hadden een mooi plaatje op hun bikini of zwempak met A-diploma of B- diploma erop. Ik niet. Mijn vader vond dat ik niet op zwemles hoefde. Ik kon immers al zwemmen en duiken. Iedere zomer was er weer gezeur over. Dan mocht ik van de badmeester niet in het diepe omdat ik niet zo’n plaatje had. Moest ik voorzwemmen. “Je hebt een ‘schaarslag’.”
Ja. Maar ik verdronk niet. Op een gegeven moment vonden mijn ouders dat ik dan toch ieder geval dat A-diploma moest halen, dan waren ze van het gezeur af. Ik ging een zomer op zwemles, maar de schaarslag (mijn versie van de schoolslag) leerde ik niet af. Op de dag dat het diplomazwemmen was trouwde de zus van mijn vader en mocht ik bruidsmeisje zijn.
Had ik dus nog geen zwemdiploma!
Die zomer daarop begon de badmeester weer moeilijk te doen.
Toen is mijn vader hoogstpersoonlijk naar de badmeester toegegaan.
Daarna mocht ik altijd in het diepe.
Zonder plaatje op mijn zwempak.

Toen ik al 50 was meende iemand die mij zag zwemmen mij er op te moeten wijzen dat ik met een schaarslag zwom. Dan doemt in mijn hoofd even die badmeester uit de jaren ’60 weer op. Daarna denk ik: “Gebemoei.”
Ik verdrink immers niet…….

Reageren

17 maart: Cro Magnon

Cro magnon

Frea introduceerde jaren geleden in ons gezin het spel ‘Cro Magnon’: een partyspel voor holbewoners. De bedoeling van het spel is dat je communiceert met de andere spelers.
Maar dat communiceren mag alleen zoals de eerste Homo Sapiëns (de zogenaamde Cro Magnon mens) dat deed zo’n 40.000 jaar geleden. Echt iets voor mij als liefhebber van geschiedenis dus. Misschien leuk om iets meer te weten over die eerste mensensoort, hierbij een link met meer informatie >>>.

Het spel bestaat uit vier fases. In het eerste gedeelte mag je alleen maar gebaren maken, in de tweede fase moet je iets boetseren uit een klomp klei, in het derde deel mag je alleen gebruik maken van een bepaald aantal vastgestelde woorden en in het laatste deel mag je tekenen met houtskool.
Het is een hilarisch spel. Er wordt tegenwoordig heel wat af-gecommuniceerd via allerlei schermen, maar met dit spel weet je even weer waar we als mens vandaan komen op het gebied van communicatie….
Afgelopen zaterdag waren twee van de drie meiden thuis en één ‘aanhanger’. Het verdrietige nieuws werd besproken, maar daarna vonden we het tijd voor een borrel en een spel. Klaverjassen was geen optie, want we waren met z’n vijven.
Cro Magnon werd het dus en dat was een goede keuze. Want even goed lachen met zo’n idioot spel is goed voor de geest. Iemand deed een kip na, maar als je er geen geluiden bij mag maken kan het ook door gaan voor heeeel veel andere dieren.
“Hoe maak je nou biceps van klei!” Het zag er uit als een slak met een huisje op z’n rug…..
We besloten onze spelavond met een paar rondes poker. Daar kan ik nou zo van genieten. Sommigen van ons denken namelijk dat ze een pokerface hebben.

Reageren

12 maart: Veenterpen

Gisteren vertelde ik dat ik weer voor het eerst dit jaar door de Onlanden ben gefietst. Onland betekent in de boerenfamilie waar Gerard uit komt zoiets als land waar je eigenlijk niks mee kunt. Woeste grond, moerasland, niet geschikt voor bouwland.

Toch is daar in de Middeleeuwen bewoning geweest. Mensen woonden toen, behalve in de winters, op zogenaamde veenterpen. Dat weet ik, omdat er op 1 april 2011 een open dag werd georganiseerd met het thema Archeologie in de Onlanden. Daar had ik wel oren naar. Maar ik trok wel even na of het niet een 1 aprilgrap was……Samen met Carlijn toog ik naar het Total tankstation waar in een ad hoc kantoor-unit een kleine tentoonstelling was ingericht.

Daarna werden we met een trekker tram naar de onderzoekstenten gebracht waar we met eigen ogen de werkzaamheden mochten bekijken. Op dat soort momenten heb ik altijd het gevoel dat het beroep management assistent toch minder goed bij mij past. Men liet zien hoe de afgegraven grond werd gezeefd, hoe men de fragmenten dateerde en hoe je aan de verschillende kleuren van de aardlagen al een heleboel kunt afzien. Fascinerend!

Fietsend door het gebied probeer ik me wel eens voor te stellen hoe het geweest moet zijn om toen op zo’n terp te wonen. Van de archeologen begrepen we dat het een hard leven geweest moet zijn. Voor wie meer wil weten over deze veenterpen, hierbij een link naar een pdf-bestand met meer informatie >>>.

Reageren

5 maart: Meester Scheepstra gevlogen…..

Gisteren hadden we een collega-dag. Normaal gesproken ga je een keer per jaar met de afdeling een dagje uit, maar wij horen niet bij een afdeling. Twee managers, twee management assistenten en een beleidsmedewerker. That s all. Onze collega-dag organiseren we zelf. Dit jaar was ik aan de beurt.

En ja, dan is het eigenlijk altijd iets met geschiedenis. De geschiedenis van Roden in dit geval. We maakten met de auto een ’tour historique’ langs het hunebed bij Steenbergen, het brinkdorpje Langelo en de dikke boom bij het Lieverse Diepje. We maakten een wandeling langs de Mensinge en vervolgens over de oude Brink met de eeuwenoude kerk, het beeldje van Ot en Sien en de Winsinghof.
Ook had ik het beeld van Meester Scheepstra in mijn wandeling opgenomen. Maar vanuit de verte meende ik al te zien dat meester Scheepstra er niet was. Er lag een vierkant blok beton met vier schroeven waar meester had gestaan. Met een plaquette met de namen van de sponsors. Ook niet best als je naam bij zo’n lege sokkel staat.

Meester Scheepstra

Maar meester Scheepstra hoort net zo bij de geschiedenis van Roden als de Mensinge en de kerk. Deze rôner Hindericus Scheepstra was onderwijzer, pedagoog en schrijver van kinderboeken voor het leesonderwijs. Hij bedacht onder andere de twee bekende buurkinderen Ot en Sien.

De oude dorpsschool op de Brink met zijn naam herbergt tegenwoordig het Scheepstrakabinet >>>, een kleinschalig museum dat o.a. het gedachtengoed van Hindericus levend houdt. Beslist de moeite waard om eens een bezoek te brengen. En het beeld: komt vast wel weer terug. Gelukkig hebben we de foto’s nog.

Natuurlijk hebben we niet alleen maar ‘geschiedenis’ gedaan gisteren. We hebben lekker geluncht (champignonsoep, stokbrood en hartige taart), we hebben een kunsttentoonstelling bezocht in de oude basisschool van mijn kinderen (‘de Haven”), die nu door Kunstencentrum K38>>> is omgetoverd tot een prachtige tenstoonstellingsruimte en we vertelden elkaar wat over onze eigen geschiedenis. Geschiedenis kan zo leuk zijn!

 

Reageren

27 februari: Mien va

Op 27 februari 2008 overleed mijn vader plotseling aan een infarct. Hart of hersenen, we weten het niet precies. Hij is 75 jaar geworden.

‘s Morgens om 09.00 uur zat ik nog nota’s uit te typen op kantoor, s middags zaten we met een folder voor onze neus een kist uit te zoeken.

Op dat moment stond mijn wereld even stil. Er zijn natuurlijk dingen die relatief gezien veel erger zijn, maar dat speelt op zo’n moment geen rol. Zijn plotselinge overlijden maakte veel los in zijn omgeving. Voor mijn moeder was het dramatisch. Over haar verwerking van die rouwperiode heb ik een kort verhaal geschreven voor een themadienst van onze kerk. Dat zal ik morgen op mijn blog zetten.

Wat ik vooral miste was mijn praatpaal. 
We konden oeverloos kleppen over de meest uiteenlopende dingen, mijn vader had een brede belangstelling en wist veel.
Hij ligt begraven op het kerkhof in Hoogersmilde. Af en toe ga ik er eens heen. Maar voor mij is hij daar niet. Hij is er in een streekmuseum in Noord Duitsland bij een tentoonstelling van archeologische vondsten van de Nedersaksische cultuur.
Hij is aanwezig in het lied “Junge, komm bald wieder” van Freddy Quinn.
Hij is er als we in zijn caravan een bepaald schroefdopje zoeken en we dat vinden in een zak vol met niet te benoemen rotzooi. Hij gooide namelijk bijna nooit iets weg “Ie wit nooit hoe het nog ies van pas komt”. Hij had per slot van rekening de oorlog nog meegemaakt.
Hij is er als mijn dochters herinneringen aan hun geweldige opa (die nog bij de Indianen had gewoond) ophalen en hij is er als ik met zijn zus in Coevorden de plekjes opzoek waar ze lagen met het schip en waar ze later woonden.

Na verloop van jaren heeft het gemis een plek gekregen. Nu overheerst vooral dankbaarheid voor een rijk leven en een pijnloze dood zonder Alzheimer en zonder een lang ziekbed. Maar dat kon ik op 27 februari 2008 nog niet bedenken.

Reageren

19 februari: Malle Pietje

Mijn kinderen weten niet wie Malle Pietje is. Dat is niet zo gek, want Malle Pietje hoorde bij Swiebertje en dat was een serie uit mijn kindertijd. Dus als ik zeg: “Als een soort ‘Malle Pietje’ bewaar ik kerst-bakjes-spulletjes” dan snappen ze wel wat ik bedoel, maar ze hebben hem niet op hun netvlies. Gerard kan soms ontzettend in z’n schuur zitten te rommelen op zoek naar een bepaald voorwerp en ondertussen roept ie dan: “Waor hep ik soks toch gelate!” Die keek dus ook naar Swiebertje vroeger.

Ik was wel eens benieuwd naar zo’n oude aflevering van Swiebertje. Was het echt zo leuk? Mijn broer en ik misten geen aflevering. We vonden Swiebertjes taalgebruik fantastisch (overal die rare n achter “een kopjen koffie bij juffrouw Saartjen”) en die uber-formele Bromsnor: voor kinderen van die tijd ‘helemaal te gek’!
Op You Tube heb ik gezocht naar wat oude opnames en ik heb er één gevonden. Deze aflevering >>> is uit 1973, toen was ik 12. De aflevering duurt ongeveer drie kwartier en heet: “Steek je handen uit je mouwen, Swiebelmans!” Als je tijd hebt moet je voor de aardigheid die drie kwartier er voor uit trekken. Meer dan veertig jaar geleden. Wat stak de maatschappij toen anders in elkaar.
Eigenlijk ben ik wel benieuwd wat een kind van tegenwoordig er van zou vinden.
Heb je geen tijd? Kijk dan in ieder geval naar het tijdstip 20.00 tot 22.00 (2 minuten).
Daarin komt Swiebertje in de winkel van Malle Pietje. Let vooral op die vogel Sjako. Die scheurt de hele rol inpakpapier aan gort. En als Swiebertje weggaat draait Sjako als een malle op z’n stokje rond. Als Swiebertje en Malle Pietje buiten staan zie je aan de rechterkant het decor heel licht bewegen: dat waren gewoon stukken linnen……! Als Piet vervolgens weer naar binnen stormt hoor je hem struikelen over de rotzooi. Onze generatie hoef ik niks uit te leggen. “Waor hep ik soks toch gelate…!”

Reageren

7 februari: Konaintje!

Gisteren had ik het over mijn broertje. Toen hij drie was en wij samen de Donald Duck lazen mocht ik dat zeggen. Maar nu is hij grote broer geworden. ‘Broertje’ dekt de lading niet meer, zeg maar.

Dwergkonijntje in de handen van mijn schoonzus.

Zijn vrouw, mijn schoonzus, is een trouwe volger van mijn blog en tot mijn grote genoegen heeft zij een eigen website mét blog in het leven geroepen.
Zij heeft als hobby namelijk het fokken van dwergkonijntjes met een Hollandertekening.
Wie het gezin waarin mijn broer en ik zijn opgegroeid een beetje kent weet dat wij ‘anti-dier’ zijn opgevoed. Katten, honden, konijnen, cavia’s: mijn ouders hadden er een gruwelijke hekel aan. Wij stonden vroeger het liefst op campings waar huisdieren niet waren toegestaan.

Mijn broer en ik zijn allebei getrouwd met uitgesproken dierenliefhebbers. Bij ons is het beperkt gebleven tot een paar konijntjes in het begin van ons huwelijk en cavia’s voor onze dochters. En af en toe passen we op het konijn van Harry. Onze buurman.
Toen mijn broer verkering kreeg met mijn schoonzus had zij twee katten. Toen ze gingen samenwonen bleek hij daar allergisch voor. Wat jammer nou…..de poezen moesten weg.

Inmiddels zijn ze al jaren getrouwd en ze hebben vissen, cavia’s en die dwergkonijntjes dus. Mijn broer bemoeit zich daar niet mee. Schoonzus heeft de volledige regie over de dieren. Maar die website, daar heeft mijn broer zich wel mee bemoeid. Hij is per slot van rekening ict-er.

Schoenmaker, blijf bij je leest. Als we nou gewoon allemaal doen waar we goed in zijn komen er prachtige dingen tot stand. Klik hier voor de website www.dwergplaneet.nl >>>

De website is nog niet helemaal klaar, maar het begin is er!

Reageren

31 januari: Beatrix

Prinses Beatrix viert vandaag haar 77 e verjaardag. Voor mij blijft ze koningin. Wat een sterke vrouw. Twee jaar geleden kwam ze op 28 januari op de televisie met de mededeling dat ze afstand ging doen van de troon. Die avond was ik in ´de Deel´ bij de kerk om te helpen bij de administratie van de teruggebrachte kerkbalansenveloppen. De koster kwam ons om 19.55 u allemaal roepen: we konden bij hem in de woonkamer de toespraak van de koningin bekijken. Het was vol in de kamer en ik stond achteraan.
Maar goed ook. Toen onze vorstin klaar was met haar toespraak had ik de tranen in de ogen. Ik vond het een historisch moment. Ik was oprecht blij voor haar dat ze het wat rustiger aan ging doen.

Voor een koningshuis liefhebber als ik (zie 4 oktober >>>) waren het gouden tijden. De ene na de andere documentaire van het koninklijk huis verscheen op de tv en in de aanloop naar de inhuldiging van Willem Alexander heb ik geen programma over dat onderwerp gemist. Wat een feest! Genoten heb ik van de franje van oranje die periode.

Maar even terug naar Beatrix. Wat heeft ze de lat hoog gelegd. Ik heb haar altijd bewonderd om haar standvastigheid. Want wat heeft ze het soms lastig gehad.
Een vader waar ze zielsveel van hield en die ondertussen heel verkeerde dingen had gedaan.
Claus die te vroeg overleed.
En in haar laatste regeringsjaar het ski ongeluk van Friso. Altijd stond ze er weer. Betrokken. Alle dossiers gelezen.
Een ambassadrice van Nederland met enorme klasse en uitstraling.
Maar ook altijd waren daar weer bakken vol kritiek van de pers.
Toen bekend was dat ze ging aftreden was Nederland het ineens roerend eens: Beatrix was een goede koningin en ze heeft het prima gedaan. Waar ze in het begin werd afgebrand omdat ze zakelijk en afstandelijk was, nu werd gezegd dat ze het koningschap weer allure had gegeven en dat ze standvastig was.
Voor haar vond ik het fijn dat ze uiteindelijk toch de waardering van de Nederlanders kreeg.

Willem Alexander en Maxima doen het anders.
Minder afstand. Minder kunst. Meer handel.
De tijd zal vast uitwijzen dat ook Alexander op het goede moment de goede veranderingen heeft aangebracht.
Ik geniet van de zwier en de charme waarmee hij en Maxima de zaken aanpakken.
Maar ja, ik ben bevooroordeeld.
Vanavond om 19.30 u weer Blauw Bloed!

Reageren

24 januari:Toet-Anch-Amon

Van de week kwam hij een paar keer voorbij in het nieuws: Toet-Anch-Amon >>>.
De ‘baard’ van zijn dodenmasker zou hebben losgelaten en die zou er met sneldrogende hars weer aangelijmd zijn, waardoor er nu een gelige laag tussen baard en masker zat.

Met gespitste oren luister ik naar zulke berichten. Het woord ‘Toet-Anch-Amon’ doet bij mij alle lampjes branden en bellen rinkelen. Dat komt omdat ik als puber het verhaal “Een god in een gouden sarcofaag” las in een boekje dat ik van mijn vader te lezen kreeg.
Het boekje heette “Speurtocht door 100.000 jaar” en de schrijver was Heinz Sponsel. Het was een uitgave uit 1959 en bij het voorwoord stond: voor jongens en meisjes van 12-18 jaar.
Het boekje staat nog steeds bij mij in de boekenkast. Het valt van ellende uit elkaar. Stukgelezen heet zoiets. Voor een meisje van 14 een geweldig boek. Ademloos las ik de verhalen over de ontdekking van Pompeï, over de heilige bron van Chichen Itza, de schat van Troje, de ontdekking van de dode zee rollen. En het summum: het verhaal van Howard Carter (gesponsord door Lord Carnavon) die de mummie van Toetachnamon ontdekt. Het was ook zo meeslepend beschreven. Net een spannend jongensboek. Maar dan ook voor meisjes. Het waren geen Indiana Jones verhalen, maar de sfeer komt er wel dichtbij. Mijn vader vond het zelf ‘wat geromantiseerd’, maar die hoorde toen natuurlijk ook al lang niet meer bij de doelgroep.

Toen ik het er later eens met mijn broer over had wist hij precies welk boekje ik bedoelde, ook hij had het verslonden. Het boekje heeft onze liefde voor geschiedenis wél aangewakkerd. Alle geschiedenislessen op school ten spijt heeft dit boekje de meeste indruk gemaakt. Ik weet niet of ‘de speurtocht’ van Heinz Sponsel helemaal historisch verantwoord is, maar ik heb er wel heel veel van geleerd. Het is beetje zoals de franse schrijver Anatole France ooit zei: “Als een geschiedenisboek geen leugens bevat is het een vervelend boek.”

Reageren

15 januari: Trouwdag van mijn ouders.

Echtpaar Vrieswijk-BoelenOp 15 januari 1960 trouwden mijn ouders. Ze hadden toen bijna 10 jaar verkering gehad: op hun 17e kwamen ze al bij elkaar. Mijn ouders woonden destijds in Oldenzaal. Mijn vader was bevriend met de broer van mijn moeder. Zij gingen samen naar de kermis en die broer nam z’n jongere zusje mee. Klaor was ’t.

Ze moesten zo lang wachten met trouwen, omdat er in die tijd chronische woningnood was. Ze wilden beslist niet bij de ouders in wonen, dus moest er gewacht worden. Lang. Glimlachend constateerde ik vele jaren later dat ik 9 maanden en 10 dagen na hun trouwdag ben geboren op 25 oktober 1960. Het wachten had lang genoeg geduurd…..

In onze familie wordt altijd alles gevierd en ook de trouwdag van mijn ouders werd ieder jaar herdacht. We gingen met ons gezin uit eten. Eén keer in de vijf jaar was het feest wat uitgebreider en werden hun broers en zussen ook uitgenodigd. Dan deden we vaak wat mijn ouders het liefste deden: een middag kegelen en tot besluit een lekker diner.

In 2008 hebben we hun trouwdag voor het laatst gevierd: we zaten met de hele ‘Cornelis-clan’ (opmerking van mijn vader: “As wij in Schotland woond hadden was dit nou de Cornelis-clan west…)  bij Van der Valk in Assen. Een maand na hun 48e trouwdag overleed mijn vader plotseling aan een infarct.
Ieder jaar op 15 januari bel ik even met mijn moeder en hebben we het er even over.
55 jaar geleden vandaag.

Toen mijn vader in de jaren vijftig in dienst lag in ’t Harde had hij een grote foto van mijn moeder aan de binnenkant van de deur van zijn kledingkast hangen.
Tijdens een reunie, jaren later, vroeg een dienstkameraad: “Kees, die mooie meid die jij altied in de kast had hangen: bi’j daor ok met trouwd?

Ja man. Op 15 januari 1960.
(zie ook 15 januari 2016 >>>)

Reageren

Pagina 21 van 23

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén