een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juni 2018

10 juni: Aardbeiengebak.

Gisteravond zaten we op ons terras aan de koffie met onze vriendengroep. We hebben op dit moment een heleboel aardbeien in de tuin en daarmee maakte ik met eierkoeken en verse slagroom een lekker gebakje.
Met een scherp mesje sneed ik de bovenkant van de eierkoek open zodat ik hem kon openklappen.
Op de binnenkant deed ik twee eetlepels slagroom en twee eetlepels gesuikerde aardbeien.
Daarna vouwde ik de eierkoek weer dicht en bestrooide hem met poedersuiker.
Toen ik mijn eigen gebakje al op had, bedacht ik pas dat ik hier een mooi blog over zou kunnen schrijven, dus toen gebruikte ik het taartje van Sinet voor twee foto’s. Of ik dat er wel even bij wilde zetten; bij deze.

Na de koffie buiten gingen we toch maar naar binnen,  we zijn tenslotte al op leeftijd.  We weten nog hoe onze ouders van te voren al riepen “Wij gaot toch niet buut’n zitt’n, hè?” onder het opwerpen van allerlei bezwaren: te koud,  te veel wind,  te warm,  tocht, vliegen en wespen.
Gisteravond was het geen discussie: de kaarsjes waaiden uit en iemand in een korte broek had kippenvel op zijn benen….

Toen we iedereen uitzwaaiden stonden de data voor de volgende verjaardagen al weer gepland tot en met januari 2019. Dit jaar ben ik in september al jarig. Verder moeten we eigenlijk het Hemelvaartsetentje nog eens overdoen omdat we toen niet compleet waren.  Als er geen reden is voor iets leuks bedenken we  gewoon iets… .

Reageren

9 juni: Omslagdoek wordt vest. Voor kantoor.

Eliza

Op 24 april schreef ik over de cadeautjesmand die ik kreeg van mijn collega’s. Twee bollen Scheepjeswol Eliza zaten er in van collega Jacquelien.
Ik bedacht dat ik daar wel een omslagdoek van zou kunnen haken,  maar dan heb je aan twee bollen niet genoeg.

Eva

Bij de Wibra kocht ik twee bollen Eva in een constrasterende kleur en wisselende de bollen af. De driehoekige doek haakte ik zoals wordt voorgedaan in een video die ik vond op You Tube, de link staat in de PDF onderaan dit blog.

De omslagdoek zou ik op kantoor in een la van mijn bureau leggen.  Ik deel een kamer met twee heren en een dame en soms ben ik de enige die het koud heeft.
In dat soort situaties leek mij een omslagdoek handig.
Maar in de praktijk blijft een omslagdoek niet zitten.

“Als ik die punten om mijn polsen draai ontstaan er mouwen” bedacht ik. Met de doek om mijn schouders probeerde ik wat uit.  Op de foto hiernaast zie je dat de doek om mijn linkerarm al een mouw heeft, om de rechterarm markeer ik met mijn vingers het punt waar de doek aan elkaar gezet moet worden om de mouwen te creëren.

Experiment geslaagd.
Een kantoor-omslagdoek-vest.
Hierbij de link naar een PDF Omslagdoek wordt vest met alle informatie hoe de doek is gehaakt, foto’s van de transformatie van doek naar vest en het eindresultaat.

Reageren

8 juni: We noemen het anders.

Op een informatiebijeenkomst voor hartpatiënten sprak ik na afloop één van de organisatoren. Tijdens de power-point-presentatie zagen we bij het onderwerp ‘ontspanning’ wat plaatjes van iemand die aan het vissen was en van fietsers.
“We hadden hier eerst wat yoga-plaatjes op deze plaats, maar daar kregen we nogal wat commentaar op. Yoga spreekt onze patiënten kennelijk niet zo aan.”

Daar was ik het niet mee eens en dat meld ik dan ook.
“Weet je wel hoe goed yogaoefeningen zijn?”
Ja, dat wisten ze wel, maar yoga heeft gewoon geen goede naam.
Dank je wel Youp van het Hek en andere prominente Nederlanders die je belachelijk maken als je aan yoga doet.

Afgelopen dinsdag, na het revalidatie-sportuur, vroeg ik aan de fysiotherapeuten die ons begeleiden of ik mijn dagelijkse yoga-oefeningen aan de anderen mocht laten zien in de vorm van een proefles. Vonden ze een goed idee.
Vanmorgen kregen we dus na het half uur fietsen allemaal een mat en deed iedereen mee met mijn oefeningen. Het lijkt redelijk eenvoudig, maar dat was het voor de meesten niet.
Zelf werd ik er ook heel moe van, omdat ik naast het doen van oefeningen ook aan de anderen uitlegde wat ze moesten doen.
Niet iedereen kon alle oefeningen meedoen; hoefde ook niet. Ik wilde graag laten zien hoe eenvoudig het is om iedere morgen in een minuut of 12 je hele lichaam op te warmen en alle onderdelen  even te activeren. Even, want je doet alle oefeningen maar kort. En natuurlijk hoef je het geen yoga te noemen: Gerard doet iedere morgen rek- en strekoefeningen maar doet hetzelfde als ik.

‘Zwait’n dokter” riep één van de mannen. “Dust doe dit alle mörgens? Bliksem!”
Bij de koffie vertelde één van hen dat het hem niet was meegevallen; hij vond zelf dat hij erg stijf was, gelijk bij de eerste oefening kon hij al niet met z’n handen bij z’n voeten komen. “En eigenlijk beweeg ik wel heel veel, ik loop wel 10.000 stappen per dag, maar dat is maar één soort beweging.

Iedereen was het er over eens dat yoga iedere morgen heel verstandig zou zijn.
Maar ook bijna iedereen dacht dat hij dat niet ging doen. “Dat gaat me niet lukken, dat hou ik toch niet vol.” Jammer. Want als je boven de vijftig komt wordt je lichaam strammer en dit is een goede manier om je lijf wat soepel te houden.
Iedere dag 12 minuten.
12.
Van de 1440 minuten die je iedere dag tot je beschikking hebt.
Wil je weten welke oefeningen ik ’s morgens doe?
Kijk dan op het blog  Yogaclinic in Bakkeveen >>>.
Daar vind je een link naar een PDF met een beschrijving van de oefeningen.
En bedenk: je hoeft niet gelijk alles te doen; drie of vier is ook al goed.

De fysiotherapeuten hadden ook een eigen matje en deden alle oefeningen mee.
Zij waren enthousiast. “Nu hebben we ook eens een paar leuke oefeningen met een mat, hier gaan we beslist wat mee doen.”
Soms vind ik mezelf een yoga-Jehova; ik loop nog net niet met foldertjes langs de deuren.
Maar net als bij de échte Jehova’s: het is voor een goede zaak.
Roept uit aan alle stranden, verbreidt van oord tot oord…..

Reageren

7 juni: Soms valt het tegen, soms…

…valt het mee. Na Pinksteren schreef ik over de terugslag in het revalidatieproces die me overviel. De huisarts vertelde me dat dat de spreekwoordelijke man met de hamer was geweest. Veel patiënten die een hartoperatie hebben ondergaan ontmoeten die man.  Ik kan hem inmiddels na 14 jaar hartproblemen tot mijn vaste kennissenkring rekenen,  maar dit terzijde.

Een week duurde het voordat ik weer wat vooruitgang bespeurde. Nu ben ik gedurende de dag bezig om ‘actief’ en ‘passief’ af te wisselen en om gezellige dingen over de week heen te doseren. Het mooie weer helpt natuurlijk  ook mee; het is geen straf om nu met een handwerkje buiten te zitten.

En toen was ik vanmorgen dik een uur voor de wekker aan wakker. Echt wakker, voor het eerst sinds de tien weken die het herstel nu duurt. Ik had goede zin om de dag te beginnen, deed m’n yogaoefeningen, pakte de vaatwasser uit en maakte ontbijt. Om 08.30 uur was ik op mijn fiets bij de Jumbo en deed ik voor het eerst weer als vanouds de wekelijkse boodschappen. Vanmiddag had ik een afspraak bij de kapper in Een, daar kon ik heerlijk op de fiets naar toe. De vorige afspraak was 7 weken geleden. Toen was het ook prachtig weer, maar toen mocht ik nog niet fietsen. En ook niet autorijden, dus Gerard was toen mee als chauffeur .

Wat een zaligheid. Ik genoot van de fietstocht en van mijn herwonnen vrijheid. Voor de rest van de dag deed ik het weer rustig aan. Blog schrijven op mijn tablet in de schaduw,  kopje thee,  perenijsje,  haakwerkje.  Zo langzamerhand voel ik dat het beter met me gaat.  De schrijnende pijn aan mijn borstbeen is weg,  de  wond is goed genezen en steeds minder gevoelig en de verlammende vermoeidheid bepaalt steeds minder vaak mijn dag.  Gisteren liep ik gedachteloos de trap op en realiseerde me pas een minuut later dat ik niet happend naar adem de laatste trede had genomen.

Dit alles geeft de burger moed. Drie stappen vooruit en niet twee stappen maar één stap achteruit; de Waninge-variant van de Echternachse processie.
Nu het allemaal niet meer zo pijnlijk en moeizaam gaat heb ik me voorgenomen van het laatste deel van de revalidatie te genieten.
Vandaag lukte dat in ieder geval al prima!

Reageren

6 juni: Met de schoonzussen in Roden.

In het begin van mijn revalidatieperiode nam ik de organisatie van de schoonzusjesdag op mij. (zie Een complexe afspraak >>>).

Toen leek 6 juni nog heel ver weg en nu is het al weer achter de rug.
Met z’n zevenen zaten we vanmorgen in onze tuin in de schaduw aan de koffie met tante-Lammie-kwarktaart. Schoonzus Lammie verkeerde in de aanloop naar deze dag even in de veronderstelling dat zij die taart moest maken, maar dat was een misverstand.
De taart was gemaakt door mij naar het recept uit de jaren ’70 van mijn tante Lammie.
(Klik hier >>> voor het recept).

Wat heerlijk om elkaar weer te spreken. Door ziekte en andere redenen was het al heel lang geleden dat we compleet waren, dus de eerste twee uren van deze dag waren al gevuld met bijpraten, de wifi-code van ons internet instellen op de mobiele telefoons en het laten zien van wat foto’s van de laatste tijd.
Na de koffie wandelden we naar de Brink voor een lunch in Brink 15, daar hadden ze op het terras, ook weer in de schaduw, een tafel voor ons gereserveerd.
Je zou zeggen dat ik in mijn woonplaats bekenden tegen het lijf zou lopen, maar Lammie spande wat dat betreft de kroon: zij ontmoette zelfs een mevrouw die ze in Polen had ontmoet…….
Met z’n zevenen hebben we behoorlijk wat lawaai en met z’n zevenen afrekenen veroorzaakte een kleine file bij de kassa. “Nee, ik hoor niet bij hen!” riep een mevrouw in die file die er van werd verdacht ook bij onze tafel te hebben gezeten.  Je kon ons horen denken: ‘Dat mocht ze willen!’ We maakten een mooie wandeling langs de kerk en ‘de Mensinge’, bewonderden kuikentjes van meerkoeten en eenden én de kuikens van de ooievaars.

Eigenlijk had ik daarna naar het Scheepstrakabinet gewild, maar daar hadden ze vanmiddag een groep van 24 mantelzorgers op bezoek, dus daar konden we niet terecht. Dus bedachten we iets anders: we gingen met elkaar een kijkje nemen in kringloopwinkel Het Goed. Net iets voor ons; de dames scharrelden langs de schappen op zoek naar eierdopjes en borden, rommelden in CD/DVD-bakken en probeerden enkele meubels uit. Niet omdat ze die wilden kopen, maar om uit te rusten….
In het kleine koffiebar gedeelte (waar 4 tafels en 8 stoelen staan) zetten wij alle stoelen rondom één tafel en vulden gelijk de hele ruimte; ons gesnater trok regelmatig de aandacht van derden.

We sloten de dag af met een ijsje op het terras van de Italiaanse ijssalon. 
Het duurde even voordat we daar met z’n zevenen zaten: eentje moest nog naar het postkantoor en twee waren onderweg blijven hangen in een leuke kledingwinkel en waren druk aan het zoeken en passen gegaan.
Toen ze zich bij ons op het terras voegden moest de aankoop natuurlijk wel uitgebreid geshowd worden!

Schoonzussendag.
Wat doe je nou eigenlijk helemaal?
Eigenlijk niks bijzonders.
Maar wat een bijzondere dag!

Reageren

5 juni: Wierdenland in Ezinge

Op 2 juni vertelde ik al dat ik met nicht Coby naar Groningen was geweest. Ze bleef een nachtje slapen en de volgende dag stond Ezinge op het programma. Niet echt een flitsende locatie om met een meisje van 17 naar toe te gaan,  maar dat had een reden.  Het ligt in de bedoeling dat zij volgend jaar,  na het behalen van haar VWO-examen, archeologie gaat studeren in Groningen. Zoekend op internet naar ‘iets met archeologie’ kwam ik terecht op de website van museum Wierdenland in Ezinge.

Het was een schot in de roos; samen met Coby ontdekte ik een stukje vaderlandse geschiedenis dat ik nog niet kende.  De wierden in Groningen (en de terpen in Friesland ) werden al bewoond in 600 voor Christus. Professor van Giffen,  die alle hunebedden in kaart heeft gebracht deed van 1923 tot 1934 onderzoek op de Groninger wierde Ezinge.

Op deze website ga ik het niet allemaal uitleggen. Op internet vond ik een heel duidelijk informatief filmpje van drie minuten over de opgravingen van Van Giffen. Het heet “Goed bewaarde geheimen van Ezinge”, hierbij een link >>> naar dat filmpje.

In het museum Wierdenland zie je de resultaten van die opgravingen. Op de foto links zie je tegen de achterwand een dwarsdoorsnede van de aardlagen in de wierde en op de voorgrond liet men zien hoe een muur van zo’n boerderij er dan uitzag . Er was een mooie film en in vitrines liggen allerlei objecten die destijds zijn gevonden. Verder ligt een deel van de skeletten die zijn gevonden tentoongesteld in de ruime zalen. Je zag, mooi vormgegeven in een tijdlijn, de ontwikkeling van het wierdedorp Ezinge van 600 voor Christus tot het eind van de vorige eeuw. Bijzonder is dat pas rond de 13e eeuw een stenen kerk werd gebouwd bovenop de wierde: daarvóór was het Christendom nog niet zo prominent aanwezig in het noordelijke deel van ons land en was er midden op de wierde een groot waterbekken. Mét het Christendom kwamen de kloosters op en daarmee ook het grootgrondbezit, het begin van het kapitalisme. Zo had ik het nog nooit bekeken.

Coby en ik keken ons de ogen uit.
Het museum is beslist een aanrader; ga er eens heen, geschiedenis kan zo leuk zijn!
Aangename bijkomstigheid: het is daar prachtig. Het dorpje Ezinge ligt verstild in het Groningse landschap en is ook een bezoekje waard. Knoop de fietsen maar eens achter op de auto en breng een dagje door op het Groningerland. Ook daar zijn namelijk fietsknooppunten. Dan wel een dag uitkiezen met niet zoveel wind……

Hierbij een link >>> naar de website van Museum Wierdenland.

Reageren

4 juni: Een koor!

Voicemail

Gistermorgen was er iets bijzonders in de viering van de PKN-gemeente in Op de Helte.
Er zong een koor! Nou zingt er wel vaker een koor, maar een koor zoals dit zien we niet vaak bij ons in de vieringen. Het ging om ‘Voicemail’>>> uit Veenhuizen.
Een aantal van de zangers/zangeressen kenden wij al van onze medewerking aan de IKR-tentdiensten in Norg, dus vanmorgen was het andersom: zij zongen voor ons.

Voicemail zong een aantal Engelstalige liederen en één Russisch gebed.
We hebben er van genoten; ze zongen o.a. een mooie bewerking van het lied ‘Another day in paradise’ van Phil Collins. Het is altijd bijzonder hoe zo’n lied, dat meestal als geluidsbehang aan je voorbij trekt, ineens een andere betekenis krijgt als de tekst vertaald wordt.

We hoorden vanmorgen dat Jezus en zijn discipelen aren plukken op sabbat en daarop worden aangesproken door de Farizeeën. Wat mag wel en wat mag niet op zondag?
Voor de kinderen vertelde de voorganger een toepasselijk verhaaltje van Winnie de Poeh en Knorretje die op bezoek gaan bij Konijn en niet alleen de kinderen moesten lachen om de stemmetjes die de dominee opzette.

De zondag in vroegere tijden werd bepaald door regeltjes en wetjes voor van alles en nog wat. Niet fietsen, niet zwemmen, geen ijsjes kopen….. iedereen kan zich dit nog wel herinneren. Even stipte de predikant nog aan dat dat vooral een Gereformeerde aangelegenheid was, de Hervormden stonden er van oudsher wat liberaler in.
Gegniffel alom; ja, daar herkenden we ons wel in.
Wij maakten daar in onze jeugd al grappen over “Kan dit wel door de N.C.R.V.-beugel?”
De strekking van de overdenking was dat we vaak heel goed zelf wel weten wat wel en niet kan. Soms moet je kunnen afwijken van de wetten en regels. Als voorbeeld noemde de voorganger een echtpaar dat een uitgeprocedeerde Afghaanse asielzoeker in huis had opgenomen en zich had ingespannen om alsnog een verblijfsvergunning voor hem te verkrijgen. Het tonen van Gods liefde in deze wereld overstijgt alle regels en beperkingen;  er is maar 1 gebod waar wij ons aan moeten houden: God liefhebben met heel ons hart, onze kracht, ons verstand en onze ziel en onze naaste liefhebben als onszelf.

Ben je benieuwd naar het koor, het verhaal van Winnie de Poeh en het verhaal over de zondagsrust? Luister dan de viering terug op Kerkomroep >>> (3 juni, Op de Helte, 09.30 uur.)

Reageren

3 juni: Wat….!

Vorige week schreef ik dat er koolmeesjes in ons nestkastje zaten.  Af en toe zaten de ouders tetterend in de jasmijnstruik naast ons huis.  Dat betekent: onraad!  Als ik dan ging kijken zat er meestal een kat onder het huisje te staren.

Eén keer was het een kabaal van jewelste in de buurt van het huisje. Drie eksters zaten schreeuwend in de jasmijn ruzie te maken en naast het huisje zat een kat op de schutting.  Ik veronderstelde dat die eksters de kat met hun lawaai wilden wegjagen ter bescherming van de kleine meesjes in het huisje (vogels onder elkaar dacht ik), maar Gerard hielp me uit de droom. Eksters verschalken ook graag een koolmeesje. O.

Vanaf maandag was het spanning en sensatie naast ons keukenraam.  We zagen steeds een klein mezenkopje voor het gat verschijnen en als de ouders aan kwamen vliegen met een lekker hapje zat er altijd al een open snaveltje te wachten. (klik op de foto’s voor een vergroting)
Zaterdag was het plotsklaps gedaan met de vogelactiviteit.  De jongen waren uitgevlogen zonder dat wij het gezien hadden; er  klonk geen gepiep meer uit het huisje. Aan het eind  van de zaterdagmiddag keek Gerard even in het kastje en inderdaad: het nestje was verlaten.

Rond zes uur zaten we aan de koffie en ontwaarden toch weer beweging rondom het nestkastje: een loerende buurtkat.
Die zag ons en bleef stoïcijns zitten.
Wij zagen het tekstballonnetje boven zijn kop: “Wat…. ! Ik zit hier gewoon; kiek nie zo! ”

Te laat. Gelukkig maar.

Reageren

2 juni: Gramschap.

Vorig jaar, eind augustus, kwam neef Cor een paar dagen bij ons logeren.
We gingen naar DoeZoo in Leens, naar de zeehondenopvang in Pieterburen en we gingen naar het Universiteitsmuseum in Groningen. (zie Griezelen in een museum >>>)

…. ratjes bekijken…..

Toen mijn broer twee dagen daarna zijn verjaardag vierde, nodigde ik nicht Coby (toen 16) uit om ook eens één of twee dagen bij ons te komen, dan zouden we samen een ‘dagje Stad’ doen. Vrijdagmiddag haalde ik haar uit school en gingen we eerst naar Wim en Carlijn om hun huisje én natuurlijk de ratjes te bekijken.
Net als haar broer wilde Coby ook graag naar het Universiteitsmuseum, dus daarna ging ik met haar én Carlijn de stad in.

Op de begane grond bekeken we de tentoonstelling “Healthy aging/ Gelukkig gezond!”.
Een mooi, divers overzicht van hoe er in de loop van de eeuwen over gezondheid is gedacht. Het begint met een paar portretten van mensen die in de 16e en 17e eeuw al honderd jaar werden. Eén van hen was Anton Haeseck, overleden in 1586 op vermoedelijk 125 jarige leeftijd. Hij had een opmerkelijke reden voor zijn hoge leeftijd: “Ick heb mij altijd verre gehouden van vrouwen, drank en gramschap.” Bij mij komt dan de gedachte op: maar heb je dan ook leuk leven gehad?
Bij de dames kwam een andere gedachte op. “Wat is gramschap?” Volgens mij is het een woord dat in de bijbel voorkomt, ik ken het van een regel uit Psalm 138 die we nog wel eens zingen: ‘Maar ziet van ver met gramschap aan, de eigenwaan van trotse zielen’.
Maar de jongere generatie heeft het woord kennelijk al niet meer meegekregen; in het woordenboek staat: boosheid, toorn, verontwaardiging, wrevel.

Boven in het museum is het rariteitenkabinet wat het museum zo bijzonder maakt.
Er waren geen audio-tours meer, maar je kon wel een app downloaden waarop 21 items met een podcast werden toegelicht. Erg  leuk! Zo liepen we het museum door met de bijbehorende verhaaltjes op de achtergrond.

Ook eens naar Groningen? De Van Rossems gingen je voor. Hierbij een link naar de pagina ‘De Van Rossems in het Universiteitsmuseum’>>>> Hierop vind je een kort verslagje van het bezoek en kun je twee korte video-fragmenten bekijken.

Reageren

1 juni: Sporten.

De waarde van de dag is vandaag een noodzakelijk kwaad.
Om 08.15 uur moest ik mij melden bij de afdeling fysiotherapie van het Martiniziekenhuis in Groningen voor de hartrevalidatie. Woensdagmiddag 30 mei had ik een intakegesprek met een fysiotherapeut die kennelijk heel veel haast had, want hij raffelde een vragenlijst af, typte de verkregen informatie ondertussen in en stelde de volgende vraag al door mijn antwoord heen.
“Vrijdagmorgen 1 juni kunt u beginnen!”

Het tempo lag vanmorgen beduidend lager.
Met vier lotgenoten (weer allemaal heren, net als de vorige keer in 2009) begon ik met plakkers op mijn borst op een hometrainer. Fietsen, ongeveer een half uur lang, de hartslag mocht niet boven de 139 komen. Iedereen heeft een eigen programma en je wordt goed in de gaten gehouden. Na het fietsen gingen we nog een half uur oefeningen doen en daarna mocht ik douchen en koffiedrinken.

Mannen zijn altijd competitief. Of het er nou om gaat wie het snelst een parcours aflegt, of wie de bal het hoogst gooit of wie de meeste soorten medicijnen slikt: wie scoort het hoogst? Ik doe er niet aan mee. Kon ook niet trouwens, want ik was na drie kwartier al behoorlijk moe. Alle anderen hebben een stent gekregen, ik herstel van een operatie en dat is een ander verhaal. Al ontelbare keren heb ik de laatste tijd te horen gekregen dat ik het rustig aan moet doen en ook vanmorgen was dat weer de boodschap. “U moet er van uit gaan dat het ongeveer 9 maanden duurt voor u volledig hersteld bent!” vertelde de fysiotherapeut. Waarvan ik er nu dik twee heb gehad.
Na de terugval van vorige week ben ik een gewaarschuwd mens en doe ik braaf.

Twee keer in de week word ik in de sportzaal van het Martini verwacht.
En mensen: wat heb ik een hekel aan dit soort sporten.
Zwemmen, fietsen, wandelen: ik geniet er van. Zelfs de huishoudelijke klussen doe ik met liefde. Maar hardlopen in een zaaltje, ballen gooien, gezamenlijk oefeningen doen: verschrikkelijk. Voor mijn geestesoog verschijnen beelden van de gymzalen waar ik als kind diep ongelukkig was.
Maar gedeelde smart is halve smart; met het groepje hadden we samen lol en niemand is heel goed in sporten. We slaan ons er wel doorheen.

Overigens: ik denk dat ik win met de meeste soorten medicijnen.
“Hest doe den ook van dei dikke blaauw’n? En ook dei je oplössen moen in wotter?”

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén