een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 103 van 263

18 maart: Is dat fout dan?

Op mijn werk krijg ik af en toe een mail van Petra Broekhuizen van het bureau ‘Zakelijk Schrijfadvies’.
Dat is natuurlijk gewoon reclame, maar ik lees haar mails meestal wel, want er staat bijna altijd zinvolle informatie in.
Halverwege maart kreeg ik bijvoorbeeld dit ‘schrijfweetje’ over het gebruik van ME of MIJN.
Dit schreef ze er over.

Is het ‘me’ of  ‘mijn’?  Ai. Dit is helaas een taalfout in opkomst. Me huis, me auto, me baan.
Ja, het klopt dat bezittelijk voornaamwoorden zo kunnen klinken, als je ze snel (of slordig) uitspreekt.
Maar nee, het woord ‘me’ gebruik je nooit wanneer je het woord ‘mijn’ bedoelt.
Het is dus: mijn huis, mijn auto en mijn baan. Het gaat namelijk over jouw bezit.

Een taalfout in opkomst; tegenwoordig kom je die steeds meer tegen.
In ons maandblad ‘Kerknieuws’ schreef iemand ‘Wat je nog herinnert….’ terwijl bedoeld werd ‘Wat je je nog herinnert’.
Twee regels verderop stond ‘Ik besef me dat..’ terwijl dat moet zijn “Ik besef dat….”; beseffen is immers geen wederkerend werkwoord.
(Meer weten? Zie Wederkerend werkwoord.)
Wil je wél me gebruiken, dan moet je ‘Ik realiseer me’ gebruiken en dat is gelijk de reden waarom het zo vaak fout gaat.
Toen ik één van de dochters wees op de fout zei ze: “Is dat fout dan?”

Taalfouten in opkomst; zoals ‘het meisje die daar loopt’  i.p.v. het meisje dat daar loopt.
Hoe is het met jouw? Als jou niet wijst op bezit, is het zonder w. Ezelsbruggetje: vervang jou door u, dan weet je wanneer er een w achter jou moet.
Ik zal dat even uitprinten: een samenvoeging van uitdraaien en printen.
Twee museums, twee datums. Museum en datum zijn Latijnse woorden, meervoud is dan musea en data.
Bovenstaande voorbeelden worden zo vaak fout geschreven dat het inmiddels geaccepteerd is als gangbaar Nederlands.

Hoe groot is het belang van foutloos Nederlands voor de samenleving?
Steeds meer haalt men de schouders op over verkeerd gebruik van d’s, t’s en dt’s.
Steeds minder mensen ergeren zich aan het verhaspelen van ‘hen’ en ‘hun’, ‘dat’ en ‘wat’  en ‘kun’ en ‘kan’.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over al die Engelse termen die heel sneaky 😉 onze taal binnensluipen.

Het Nederlands is een levende taal en continu aan veranderingen onderhevig.
Daarover schreef ik ook al eens een blog onder de titel ‘Sale’, waarin ik ook de invloeden van het Frans en het Duits benoemd.
Ooit las ik eens ergens dat over vijftig jaar het Engels de voertaal zaal zijn in Nederland; het Nederlands zal dan een inheems dialect zijn, net als nu bijvoorbeeld het Drents.
Maar het gaat wel heel hard mensen.
Ik vraag me af of het nog vijftig jaar duurt…..

Reageren

17 maart: Ruinen 4 – Fietstocht Dwingelderveld

Op vrijdagmiddag 5 maart stapten wij ’s middags na onze aankomst in ‘de Beddestee’ op de fiets: we gingen een rondje ‘Dwingelderveld’ doen.
We maken tegenwoordig dankbaar gebruik van de ‘Fietsknooppunten-app’. We hebben nog een oude Fietsknooppuntenkaart van Groningen en Drenthe; met die kaart erbij stippelen we van te voren een route uit en voeren vervolgens de knooppunten in  de app. Dan weet je ongeveer hoeveel kilometer het is.
Deze tocht was ongeveer 35 kilometer, dat leek ons goed te doen. De ervaring leert dat de tocht altijd langer duurt, omdat we onderweg nog van alles willen bekijken en soms een stukje omfietsen om dat te bezoeken.

Het was die vrijdag prachtig weer, maar het was wel koud: 3-5 graden.
Daar hadden we rekening mee gehouden, dus met handen, oren en hoofd goed beschermd fietsten we door het natuurgebied.
Ook in deze weersomstandigheden is een bankje een fijne plek voor een mini-picknick, zie foto links. Als je op de foto klikt krijg je een vergroting, dan zie je goed hoe mooi het gebied is.
Halverwege de route passeerden we een camping waar al mensen druk bezig waren om de veldjes klaar te maken voor de zomer.
De Noordster heet die camping. “O? Zijn we hier zo dicht bij Dwingeloo?” Voor mijn gevoel fietsten we nog  in de bossen van Ruinen…..

Onderweg kwamen we de Dwingeloo Radiotelescoop tegen; die kun je ook niet missen, want hij staat nog geen 50 meter van het fietspad af.
Er stond heel veel informatie bij op grote borden, dus ook daar moesten we even van de fiets af. Het is een immens ding, dat eigenlijk helemaal niet past bij een Nationaal Park. De telescoop staat er vanaf 1956; zou dat gebied toen al nationaal park geweest zijn? Of is het park om de telescoop heen afgebakend? Kip of ei, ik weet het niet. Eén van de lezers misschien?
Wil je meer weten van deze kolos op de heide? Hierbij een link naar een folder met meer informatie.

We fietsten even een stukje om naar Pesse (blog komt nog, deel 5 in deze serie) en fietsten daarna weer naar Ruinen.
Toen we vlak bij Ruinen waren moesten we eigenlijk nog twee knooppunten ‘ophalen’, een klein driehoekje van ongeveer twee kilometer, maar daar hadden we geen zin meer in. Koud, stijf, zere kont: we wilden naar ons warme B&B.
De mevrouw van de knooppunten-app raakte in de war. “Klopt uw route nog?!?” riep ze bezorgd.
Ja, hoor, de andere punten doen we morgen wel
’s Avonds trakteerden we onszelf op een dinertje dat bij ons werd bezorgd door hotel Kuik.
Stoofpotje. Zalm.
Niks te vieren eigenlijk; we dronken een glas op de goede dingen in het leven.

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?
1. Van schaatsijs naar softijs.  
2. B&B ‘de Beddestee’
3. Wel honderd lammetjes!  
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 

Wat in het vat zit:

8. Van landgoed naar plaggenhut
9. Gehaakt lampionnetje

Reageren

16 maart: Een gewichtige zaak.

We horen bij de ‘risico-groep’, dus Gerard en ik hebben vandaag al gestemd voor de Tweede Kamer Verkiezingen.
In de ‘Ommetjes-competitie’ met ons gezin hebben we ontdekt dat je voor een ommetje dat je maakt vóór 9 uur ’s morgens een ‘vroege-vogel-bonus’ krijgt van twee punten, dus om half 9 negen vanmorgen liep ik al richting gemeentehuis.

Mondkapje, handen ontsmetten: we weten al niet anders meer.
Er zat een mevrouw achter de tafel die mij blij meedeelde dat ik de allereerste persoon was die zij ging helpen als vrijwilliger, ik voelde me vereerd.
Twee serieuze mannen stonden links en rechts van haar om haar te vertellen wat ze moest doen. Stemmen is een gewichtige zaak, dat voelde ik aan alles.
Ik kreeg het stemformulier en een rood potlood en mocht doorlopen naar het kiesho(e)kje.
Wat een ellenlang papier, wat een gefrommel om die vouwen weer goed te krijgen.
Het volgende punt op de zorgvuldig uitgestippelde route door het gemeentehuis was Roel die ik ken van de kerk.
“Moi! Lang niet gezien! Hoeist!” Zelfs je stem uitbrengen wordt een uitje, je spreekt weer eens iemand.
Bij Roel moest je het rode potlood weer inleveren (ik had gelezen dat we dat mochten houden, dus ik had hem al bijna in mijn zak gestoken…) en mocht je je stemformulier in een XL-melkbus doen.
Dat was ’t al weer.
Net als de wijzen uit het Oosten kreeg ik de opdracht ‘om via een andere route terug naar mijn huis’ te lopen.
Dat gold trouwens alleen tot de buitendeur, daarna mocht ik zelf mijn route weer bepalen.

Nu maar afwachten of mijn uitverkorene morgenavond een zetel krijgt in de tweede kamer.
Het spant er om.

Benieuwd naar mijn avonturen bij de vorige verkiezingen?
Lees dan ‘Die ouwe zuil….’ uit 2019.

Reageren

15 maart: Dagboek van een herdershond

Als je de naam Theo van Beijeren intikt bij de zoekfunctie van deze website vind je ongeveer 25 blogs waar zijn naam in voorkomt.
Toen ik begon met bloggen was Theo nog predikant van onze PKN-gemeente, we zitten samen in het ‘website-van-de-kerk’-clubje en ook als vrijwilligers voor de Catharinakerk komen we elkaar regelmatig tegen. Verder is hij mijn mentor bij het in de lucht houden van deze website.

Eigenlijk is zijn achternaam Van Beijeren Bergen en Henegouwen.  Door zijn kleindochtertje treffend weergegeven als Van Beijeren Bergen en….. Heen en weer.
Hoe ik dat weet?  Van zijn website ‘Dagboek van een herdershond’; daar schreef ik al eens over bij het beantwoorden van de vraag ‘Lees je ook blogs van anderen? .
Op zijn website was te lezen dat hij in januari 70 werd en dat hij door zijn echtgenote/kinderen werd verrast met een prachtig cadeau: een boek met zijn tot dan toe gepubliceerde blogs.

Inmiddels heb ik dat boek in mijn bezit. Eerlijk gezegd: ik ben een trouwe lezer van zijn blog,  dus ik heb alles al eens gelezen.  Maar dat heb ik natuurlijk niet allemaal onthouden! Vooral de verhalen in het begin van het boek lazen weer als nieuw; dan heeft ouder worden ook zijn voordelen.  Theo schrijft o.a. over zijn vak als predikant, over zijn grootouders,  zijn zwak voor pepernoten en appelmoes,  zijn liefde voor Bach en het jaarlijkse opzetten van de kerstboom met de bijbehorende kerststal.
Heel divers en heel onderhoudend.

Door het publiceren van blogs geef je stukjes van jezelf bloot; je laat de lezer een klein deel van jezelf zien dat bij de meeste mensen niet bekend was.
Door de blogs die Theo schrijft ben ik anders naar hem en het werk van een predikant gaan kijken.
Hij schrijft met humor over kerkdiensten ter gelegenheid van huwelijken en over begrafenissen.
Over het bezoeken van zieke gemeenteleden in het ziekenhuis en vieringen bij jubilea en/of zijn afscheid.  Maar dat is maar een deel van hem.
We lezen ook verhalen over zijn ervaringen als leerling op de Lagere school met het liniaaltje van juf Tinga en over de docent oude talen op het gymnasium, die bekend stond om zijn bloemrijk en humoristisch taalgebruik.
Over zijn opa die een visserman was. Die tegen hem had gezegd toen hij dominee werd: “Preek niet al te ingewikkeld. Vertel de mensen maar dat God liefde is.”
Fijn als je zulke grootouders hebt.

Onze blogs lijken wel wat op elkaar en eerlijk is eerlijk: Theo was eerst, hij schrijft al vanaf 2012.
Familiegeschiedenis, muziek, guilty pleasures, kerkdiensten, actualiteit en verbastering van de Nederlandse taal; het enige waar Theo niet over schrijft zijn brei- en haakwerkjes.
Hooguit over een vilten kerststal met een kameel waarvan zijn zoons denken dat die een bomgordel omheeft….
Blogs met een glimlach.

Benieuwd naar zijn blog en/of belangstelling voor zijn boek?
Hierbij een link naar zijn website: Dagboek van een herdershond.
Op het laatste blog in het boek van december 2020 vind je een foto van een jeugdige Theo op zijn brommer, een Batavus.
Niet te geloven dat die slungel op die foto nu al zeventig is….!

Reageren

14 maart: De pomp in Roden.

Vanmorgen stond in de viering die werd uitgezonden vanuit de Catharinakerk het verhaal centraal van de ontmoeting van Jezus met de Samariataanse vrouw bij de put.
Over de inhoud van de viering zou ik moeiteloos een blog kunnen vullen, maar deze keer kies ik voor een zijweggetje.
Aan het begin van de viering zagen we onze voorganger Walter Meijles in een zelfopgenomen video bij het Julianaplein in Roden.
Hij stond bij het zogenaamde ‘Pomp-monument’, aangeboden door de inwoners van de Limburgse gemeente Velden.

In januari/februari 1945 werden inwoners van grensgemeenten in Limburg door de Duitsers onder dwang geëvacueerd naar de drie noordelijke provincies.
Walter vertelde vanmorgen dat die mensen het hele stuk waren komen lopen, maar dat was niet het geval: de eerste 11 kilometer hadden ze inderdaad moeten lopen, maar van vanaf daar  werden ze met vee- en vrachtwagens vervoerd.
Over die gebeurtenissen heb ik twee interessante artikelen gevonden op internet:
– Een verhaal over de Limburgse evacuees naar Drenthe op de website Drenthe in de oorlog
– Het artikel Roden, monument op het Julianaplein  op de website van Nationaal Comité 4&5 mei.

Zo zag ons huis er uit in de zomer van 1989.

Wij hebben dit verhaal gehoord uit de mond van een Limburger die het zelf had meegemaakt.
Wij wonen vanaf 1989 in het huis aan de Boskamp waar vroeger Mans en Lammie Keun woonden.
In de oorlog stond op deze plek hun oude boerderij met landerijen er om heen. In 1950 verkochten ze een groot deel van hun land aan de gemeente en op het stukje dat ze zelf hielden bouwden ze in 1950 het huidige huis. Ze noemden het ‘Het Olle hof’, omdat het stond op de grond waar vroeger hun boomgaard was, hun ‘hof’.
Dat naambordje heeft tot 2011 op voorgevel van ons huis gezeten.

Op een zonnige zondagmorgen in de jaren ’90, wij zaten met ons gezin buiten koffie te drinken, werd er aangebeld.
Wildvreemde mensen, die schuchter vroegen of hier misschien de familie Keun woonde?
“Nee, maar die hebben hier wel gewoond; maar Mans en Lammie zijn inmiddels overleden. Kom eerst maar even binnen, we hebben koffie.”
Ze vertelden dat ze al een poosje voor het huis hadden gestaan en zich hadden afgevraagd of het wel het goede huis was.
We hadden het destijds al behoorlijk verbouwd: ramen eruit, erker uitgebouwd, garage eraan vast gemetseld en een groot achterhuis er aan gebouwd.
Het houten bordje ’t Olle Hof’ had de doorslag gegeven. “Dit moet het huis wel zijn, zo heette het toen ook….”

De man van het echtpaar had als kind bij Mans en Lammie in huis gewoond in de oorlog.
Dat was toen nog een boerderij en hij had het er fantastisch gehad; als kind beleef je de oorlog heel anders dan volwassenen, dat weet ik van mijn vader.
Na de oorlog hadden ze Mans en Lammie nog regelmatig opgezocht, ze waren ook nog een paar keer in het nieuwe huis geweest.
Ze wisten al dat Mans overleden was, maar de dood van Lammie hadden ze niet meegekregen, dat was in 1990 geweest.
Als ik langs ‘de pomp’ in Roden loop moet ik altijd even aan die vriendelijke Limburger denken die zulke goede herinneringen aan Drenthe had.

Weet je wat we trouwens vanmiddag tijdens ons dagelijkse ommetje zagen?
Rondom de Catharinakerk staan honderden krookjes!
Geplant door enthousiaste gemeenteleden tijdens de startzondag.
Wat een prachtig gezicht.
Het wordt lente mensen.

Reageren

13 maart: TBONTB 29 – Lezers & Cijfers (2) – reacties.

Van de ‘reactie-functie’ op mijn website wordt relatief weinig gebruik gemaakt.
Vanaf augustus 2015 heb ik ongeveer 900 reacties gehad, vanaf die tijd heb ik iets meer dan 2300 blogs geschreven.
Het krijgen van een reactie is bijna altijd leuk. Die krijg ik binnen via mijn mail en ik ben altijd benieuwd waar het over gaat. Zo’n reactie wordt niet zomaar gepubliceerd op mijn site, daar moet ik eerst toestemming voor geven. Dit is om te voorkomen dat er onverwacht schunnige of kwetsende reacties in de kantlijn van de website staan.
Dat is in al die jaren één keer gebeurd, dus dat valt mee.

Reacties zijn voor een blogger de krenten in de pap en soms brengt het iets extra’s: een vriendin van mijn MAVO-reünieclubje werd door een oude vriend teruggevonden via mijn blog omdat ik had geschreven over een bezoekje aan haar werkplek.
Verder reageerde iemand die iets wilde weten over die oude kaart van Drenthe die bij ons in huis hangt: of het oude riviertje ‘de Smelte’ daar ook op stond? Daar heb ik op een zondagmiddag mee getelefoneerd en al zijn vragen beantwoord.
Door een blog over een Drentse dichter werd ik gevraagd om af en toe een stukje te schrijven in de rubriek ‘Moi Noordenveld’ in De Krant en één lezer werd heel gelukkig van de link naar het aloude ‘Mamba-computerspelletje’. Letterlijk ‘sharing the joy’.

De leukste reactie kreeg ik van een mevrouw die de pannenlappen had gehaakt die ik had beschreven in het blog ‘Pannenlappen van oma Vrieswijk’ van 26 augustus 2014.
4 jaar later kreeg ik deze reactie:
Bedankt voor het patroon! Ik heb mijn moeder de pannenlap cadeau gedaan voor moederdag. Ze was er erg blij mee.”
Mijn oma is overleden in 1970 toen ik 9 was; ik vind het een fantastisch idee dat ik met het patroon van haar pannenlap iemand in 2018 blij heb gemaakt.

Verreweg de meeste lezers komen uit Nederland en het merendeel komt uit Noord Nederland.
Er zijn wel lezers in andere delen van de wereld, maar dat moeten haast wel Nederlandssprekenden zijn, anders is het immers niet te volgen; ik lees ook nooit Chinese blogs……
Ooit ontmoette ik iemand die ik niet kende, maar ze was trouwe lezer van ‘de Waarde van de dag’.
Ze was bij een kerkdienst waar wij zongen en ze zei: “Wat leuk om je nu eens in het echt te zien. Ik heb echt het gevoel dat je een bekende van me bent!”

Alle informatie die de lezer krijgt op mijn website is gratis.
Je hoeft geen lid te zijn en niet in te loggen met codes.
Het gaat mij niet om het verdienen van geld, het gaat mij om het delen van het plezier dat ik zelf beleef aan alle onderwerpen waar ik over schrijf.
Als ik dus een winkel noem, een merknaam, een museum of een restaurant dan is dat altijd omdat ik dat zelf de moeite waard vind en niet omdat ik als ‘influencer’ daar geld voor krijg.
Dat lezers dat waarderen, weet ik uit de reacties op het blog, maar ook van de mondelinge reacties uit mijn netwerken.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

12 maart: TBONTB 28 – Lezers & cijfers (1) – Statistieken

In het boek wijdde ik ook een hoofdstuk aan de lezers: wat haal ik uit de statistieken? Welke blogs zijn het populairst?  Wie reageren?

Toen ik begon met deze website in 2014 was ik helemaal niet bezig met wie het allemaal zouden lezen.
In eerste instantie ging ik er vanuit dat dat vooral familie en bekenden zouden zijn, die ik in het dagelijks leven ook wel eens tegenkom.
De eerste keer dat een onbekend iemand reageerde ging het om een patroon van een haakwerkje dat ik niet had uitgeschreven.
Die mevrouw vroeg: “Heb je dat patroontje voor mij?”
O gut. Dat patroontje was een morsig briefje waar iemand haastig even een paar aantekeningen had opgeschreven. Dat heb ik keurig uitgewerkt en toen als patroon bij het blog gevoegd.
Zo langzamerhand kwamen er meer reacties. Niet heel veel hoor, dat valt reuze mee.

Statistieken
Na een tijdje kwam ik er achter dat je de statistieken van je website kunt inzien; toen kreeg ik iets meer inzicht in wie mijn blog lezen en wat de meest populaire onderwerpen zijn.
Die statistieken vertellen mij hoeveel unieke bezoekers ik per maand heb (ongeveer 5.000), hoeveel bezoekers ik per dag heb (gemiddeld 325), welke blogs het vaakst worden gelezen en welke PDF’s (met patronen, recepten, teksten etc.)  het meest worden gedownload.

Het meest populair zijn de blogs over handwerkpatronen.
Deze blogs zijn tijdloos, omdat er geen gebeurtenis aan vast zit.
Verder hebben deze populaire blogs één ding gemeen: ze hebben allemaal als bijlage een PDF met door mij zelf vertaalde en uitgewerkte patronen vanuit het Engels.
Als ik zelf geen Nederlandstalig patroon kan vinden van een leuk handwerkje waar alleen maar een Engelstalig patroon van te vinden is op internet, dan maak ik daar een project van.
Patroon vertalen, handwerkje maken en daarna helemaal toer voor toer uitschrijven.
Een paar maanden na publicatie blijkt dan dat meer mensen op zoek zijn naar een Nederlandstalige versie; andere mensen linken dan naar mijn website op Pinterest en/of Facebook.
En dan gaat het hard.

Deze blogs worden het vaakst gelezen:
1. Gehaakt geurzakje voor lavendel – 3 augustus 2016.
Het is een combinatie van twee voorbeeldpatroontjes die ik zelf had uitgeschreven.
2. Een ‘chique’ vierkantje – 28 november 2018
Hierbij gaf ik het haakpatroon van een chique vierkantje, the victorian lattice square,  dat ik zelf had vertaald in het Nederlands; ook had ik er een teltekening bij gemaakt.
De laatste maanden staat dat blog bovenaan in de overzichten.
3. De tweede zus en Grieg – 17 maart 2020, op de voet gevolgd door Zus drie en de dikke koning – 29 mei 2020.
Deze twee blogs horen bij de blogserie over de Zeven-zussen reeks van Lucinda Riley.

Daarna wisselt het sterk. De meest recente blogs staan meestal een week of twee in de top 10 en zakken dan weg.
Eind november komt ‘Pieter’ altijd weer bovendrijven; hij speelt de hoofdrol in een Drents kerstverhaal dat ik ooit schreef en hij wordt rond kerst altijd weer even erg populair. Je vindt het op 25 december 2014.
Verder leven blogs soms even op omdat ze te maken hebben met de actualiteit.
Een goed voorbeeld daarvan is het blog over het kasteelhotel ‘Geulzicht’ in Limburg. In een documentaire over Jean Nelissen in de zomer van 2020 waren er opnames gemaakt in dat kasteel, in de dagen daarna kwam het blog weer in de statistieken naar boven.
Verder wordt mijn blog over de jaarlijkse Waninge-familiedag door de hele familie Waninge gelezen omdat dat vaak wordt doorgegeven via Facebook; dat veroorzaakt dan één week even een piek voor dat blog in de top 10 van die periode.

Morgen het tweede deel van dit hoofdstuk: Lezers en cijfers (2) – reacties.

Meer lezen over het boek 1960 -2020?
Hierbij een link naar de verzamelpagina van deze blogreeks ‘Te boek ….. of niet te boek’.

Reageren

10 maart: Nu nog?!? – 1 Waarom.

Gistermorgen had ik een afspraak bij de tandarts: een oude vulling vervangen.
‘Stabat Mater’ van Rheinberger op de oortjes, verdoving doet zijn werk.
Net bij het mooiste stukje van de muziek (als de vrouwen en mannen even tweestemmig zingen) begint het boren; IEIUWUWUWEUIW.
Het “zet u de kiezen maar even op elkaar” hoorde ik niet, Rheinberger deed z’n werk goed.

Na de behandeling moesten we het er over hebben.
Over de toekomst van mijn gebit.
Er zit een gat in mijn onderkaak waar ooit een kies uitgetrokken is.
Dat had eigenlijk opgevuld moeten worden met een brug of een implantaat, maar daar zag ik toen geen heil in. (lees: te duur).
Nu groeit de kies uit de bovenkaak in dat gat; als we dat niet stoppen gaat het op den duur niet goed en krijg ik er last van.
De tandarts adviseert om het nu grondig aan te pakken: een beugel voor volwassenen, tanden recht laten zetten en ‘iets’ doen aan het opvullen van het gat.
Zucht.
Twee jaar geleden gaf hij dat advies al en ik bleef er maar mee omdobberen.

Toen wij in 1989 vanuit Smilde in Roden kwamen wonen zei de nieuwe tandarts: “Nou, die tanden staan wel erg scheef. Zou je niet alsnog een beugel nemen?”
Begin dertig was ik toen en ik moest heel hard lachen. “Een beugel? Welnee man! Mijn gebit is inderdaad niet mooi, maar het is sterk en ik heb al verkering.”
Zo keek ik er eigenlijk aldoor naar. Als je je hele leven naar een scheve voortand en vooruitgeschoven hoektanden kijkt wen je daar aan. Iedereen heeft dat bij ons in de familie; mijn moeder noemde het een Vrieswijkengebit. In die zin is er dus niets veranderd. Ik heb nog steeds verkering, maar mijn gebit wordt er uit zichzelf niet beter op.
En de tandarts heeft gelijk: ik doe iedere dag ontzettend mijn best om mijn gebit goed te onderhouden door het gebruik van ragertjes, tandenstokers, flosdraad en poetsen met een elektrische tandenborstel, waarom zou je er dan niet het beste van willen maken?
Zelf ben ik er ook van overtuigd dat je zo lang mogelijk je eigen gebit moet zien te houden.
Mijn ouders hadden al voor hun vijftigste allebei een kunstgebit en met name mijn vader vond dat het eten (wat hij erg graag deed) er minder leuk van werd.

Dit weekend hakte ik de knoop door: het gaat door.
De eerste afspraak staat in april, dan wordt er een scan gemaakt van mijn gebit en gaat Martijn (de tandarts) kijken wat er moet gebeuren.
Aaltje, bouwjaar 1960, gaat aan de orthodontie; nu nog dus.
Wordt vervolgd.

Hierbij een overzicht van de gepubliceerde delen van deze blogserie ‘Nu nog?!?

1. Waarom?
2. In kaart brengen. 
3. We moeten praten
4. Geworstel met bitjes
5. Strippen
6. Nagels
7. ’t Gaat lekker …!
8. Wil je een pepermuntje?
9. Drie in één.
10. Vertraging? 
11. Roepende harten.
12. Een beetje wiebelig.
13. Een kink.
14. Opnieuw beginnen. 
15. Verzoening en ankylose.
16. Kortere gesprekjes
17. Hij komt niet mee
18. Wij? 
19. Nu al?
20. Tel uw zegeningen

Reageren

9 maart: Ruinen 3 – Wel honderd lammetjes…..!

Toen Ina ons alles had laten zien in haar B&B waar we afgelopen weekend logeerden, vroegen we haar: “Wat moeten we in ieder geval zien in Ruinen?”
Onmiddellijk kwam het antwoord: “De schaapskooi! Daar is het nu op zijn mooist; de afgelopen week zijn er wel honderd lammetjes geboren.”
Dat klonk mij als muziek in de oren.
Lammetjes.
Daar kan ik uren naar kijken.

Op de fiets zochten we de schaapkooi op; het was relatief rustig, we hadden alle ruimte om in de kraamkamers te kijken.
Kijk maar even mee:

 

Naast de schuur op de video was er nog zo’n schuur met moeders Schaap met kinderen.
De kudde bestaat uit schapen van een zeldzaam en inheems ras: het Drents heideschaap; het is het oudste schapenras van het vasteland van West Europa.
Alle informatie over de schaapskooi, de kudde, de herder en de hond vind je op hun website, hierbij een link. 

Naast de schaapskooi staat een uitkijktoren, als je daar bovenop staat kijk je uit over het Dwingelerveld.
Als rechtgeaarde Drent wist ik natuurlijk al dat we in een mooie provincie wonen; zaterdagmiddag bij de schaapskooi, kijkend over de onafzienbare heidevlakte werd het alleen maar bevestigd: Drenthe doet wat met je.

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?
1. Van schaatsijs naar softijs.  
2. B&B ‘de Beddestee’ 
4. Fietstocht Dwingelderveld
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 

Wat in het vat zit:

8. Van landgoed naar plaggenhut
9. Gehaakt lampionnetje

Reageren

8 maart: Ruinen 2 – B&B De Beddestee

Een nieuwe blogreeks: Ruinen.  Het eerste deel heb je waarschijnlijk al gelezen (niet? klik hier), dat ging over een wandeling met Harriët op het Dwingelerveld.
Toen wist ik nog niet dat dat het eerste deel werd van een serie.  Toen we die zondagmiddag terugreden naar Roden constateerden we dat het een omgeving was die we nog niet kenden, die wilden we nog een verkennen. Door corona is onze agenda in de weekenden helemaal leeg; toen het in het eerste weekend van maart goed weer leek te worden reserveerden we een kamer in B&B de Beddestee.

Vrijdagmiddag stapten we uit de auto op de oprit van het opgegeven adres en werden enthousiast begroet door Ina.
Op een bordje naast de deur van onze kamer werden we al hartelijk welkom geheten.
Toen ze ons alles had laten zien waren Ina en ik al druk met het bespreken van het haakpatroontje van die leuke lampionnetjes die overal rondom het huis hingen.
Binnenkort een blog met meer info.

Wijn & kruudkoek

Op de tafel in de kamer stond een bordje met twee plakken zelfgebakken Drentse kruudkoek, een stolpflesje pinda’s,  twee wijnglazen en een klein  flesje wijn: bij wijze van welkom.
Wat attent!  En wat lekker.
We hadden een ruime kamer met uitzicht op de weilanden rondom Ruinen. Het was gezellig ingericht, met oog voor detail; kussens,  lampen, kaarsjes, het oogde verzorgd.
Er was een grote tafel waaraan we een spelletje konden doen en genoeg kastruimte om onze spullen op te ruimen.  Ook onze fietsen konden in een schuurtje. Groot voordeel van dit B&B in coronatijd: er konden drie stellen logeren, maar we hadden allemaal onze eigen buitendeur.

We waanden ons in een mini-hotel: in de ruimte onder het B&B was een grote zaal waar ’s morgens een uitgebreid ontbijtbuffet klaarstond, waar we ook van mochten meenemen voor de lunch. Ook dit was helemaal coronaproof georganiseerd: als je je ontbijt ging halen deed je een streng lampjes aan dat op de trap hing. Zolang die lampjes brandden moest je wachten tot de andere gasten weer op hun kamer waren.
Niet gezellig, wel veilig.
Gedurende het weekend ontdekten we dat Ina gewoon erg geniet van haar rol als gastvrouw.
Ze geniet als haar gasten genieten en ze houdt voortdurend een oogje in het zeil.
Ze stuurde nog een foto van een ander haakwerkje, zorgde dat er steeds genoeg voorraad thee/koffie en toebehoren was,  nam de afwas mee en verwelkomde nieuwe gasten; stralend draaide ze zaterdagmiddag exact hetzelfde verhaal af als wat ze ons een dag eerder had verteld.

Twee dingen waren jammer:

-dat we vanwege corona niet in het gastenverblijf waar het ontbijt stond mochten blijven zitten  om het op te eten.  Daar was het zo gezellig ingericht,  daar kunnen ze in menig hotel nog een puntje aan zuigen.

-dat het geen zomer was.  Wat had ik graag op een zwoele zomeravond naast die gehaakte lampionnetjes ergens rondom het huis in de tuin gezeten. Overal stonden setjes stoelen waar ik ons al zag zitten.  Met de wijn en de pinda’s…..

Benieuwd naar dit Bed & Breakfast?

Hierbij een link naar hun website. 
Op Instagram vind je nog meer foto’s.

Benieuwd naar de andere delen uit de ‘Ruinen-blogreeks’?
1. Van schaatsijs naar softijs.  
3. Wel honderd lammetjes! 
4. Fietstocht Dwingelderveld
5. Allemaal familie
6. Ommetje met Bram de Ram
7. Coucangé 

Wat in het vat zit:

8. Van landgoed naar plaggenhut
9. Gehaakt lampionnetje

Reageren

Pagina 103 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén