De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

28 september: Nous sommes les mains du Christ.

TADAAAAH!
Een nieuwe computer en hij doet het.
Ik zal je niet vermoeien met ‘het gedoe’ dat hoort bij het installeren van een nieuwe computer, we gaan over tot de orde van de dag. De orde van gisteren eigenlijk.

Zondagmorgen stond er een Christusbeeld bij ons in de kerk.  Het was een bijzonder beeld,  want de handen konden er worden afgehaald. Dat deed voorganger Sijbrand van Dijk denken aan het verhaal dat zich afspeelt in een Frans kustplaatsje. In de 2e wereldoorlog was in de plaatselijke kerk een Christusbeeld beschadigd geraakt; de handen waren er af. Bij de restauratie van het gebouw besloot de gemeente het beeld niet te restaureren, maar zette boven het beeld de woorden ‘Nous sommes les mains du Christ’. Vertaling: wij zijn de handen van Christus.

Nou klaar, dacht ik.
Punt gemaakt, preken hoeft niet meer.
Dat was natuurlijk te kort door de bocht, maar het bleek wel de essentie van de hele viering, waarin twee mensen werden bevestigd in hun ambt: Janni Doeven als kerkelijk werker en Frans Caljouw als diaken. Wij zijn de handen van Christus. En de oren en nog veel meer. Paulus schets in één van zijn brieven een mooi beeld: wij vormen samen het lichaam van Christus en ieder draagt op zijn manier zijn steentje bij.

Onze cantorij werkte gistermorgen mee aan deze viering. We mogen niet met het hele koor zingen, er mag een afvaardiging van 10 personen op het podium staan met steeds anderhalve meter ruimte er tussen.  Net als op  de repetitie sta je dan behoorlijk ‘alenig’ te zingen, je hebt maar weinig steun van de andere stemmen; maar omdat je niet in een groep staat ben je ook supergeconcentreerd. Cantor Karel zette de puntjes tijdens het inzingen nog even stevig op de i, zodat we met genoeg zelfvertrouwen stonden te zingen.  Wat heerlijk dat ook dit weer kan,  al is met beperkingen. We houden ons hart vast of we de vieringen mogen blijven organiseren, corona houdt behoorlijk huis….

Na de viering kregen we het nog even over de afwezigheid van beelden in onze Protestantse kerk; naar aanleiding daarvan geef ik nog twee voorbeelden van wat het beeld opriep.

Op mijn plekje op de achterste altenrij stond ik achter de voorganger. Toen hij aan het einde van de preek zijn handen zegenend ophief stond hij als het ware naast Jezus die als beeld ook die houding had. Het was zo’n sterk beeld, het was alsof het gebaar meer zeggingskracht kreeg.

Eenmaal thuis kreeg ik een app van een bevriende kerkganger die thuis naar de viering had gekeken. “Wat prachtig om jou in de dienst de hele tijd aan de rechterhand van de Heer te zien staan. Betere plek was niet mogelijk.”

Zien is beleven.

Reageren

27 september: Computer says noooo…

Sinds donderdag zegt onze computer helemaal niks meer. Het beeld viel weg,  Radio 5 stopte met spelen en ik tikte nog wat op mijn toetsenbord maar er gebeurde helemaal niks meer.  Black & silent. Mijn broer gaf ons nog hoop dat het misschien aan de ‘voeding’ lag,  maar nader onderzoek leerde dat het moederbord naar zijn of haar grootje is. Haar denk ik,  gelet op het eerste deel van het woord.

De blogs van gisteren en eergisteren zaten nog in de pijpleiding maar voor vandaag had ik er nog niet één klaarstaan.  Natuurlijk kan ik een blog schrijven op mijn tablet, dat doe ik nu ook,  maar het handigt mij niet.  Gepruts is het en daar heb ik geen zin in; bloggen hoort leuk te zijn en geen ergernis. We zitten dus even zonder computer, tot ik weer on-line ben even geen dagelijkse ‘Waarde van de dag’.

Reageren

26 september: Een goede raad – J.K. Rowling

In 2013 verhuisden we met onze afdeling van de Laan Corpus den Hoorn naar het Heijmanscentrum. De inhoud van de kast van mijn toenmalige manager pakte ik in verhuisdozen; naast alle vakliteratuur en mappen vol notulen en memo’s vond ik het boek ‘Goede raad’ van J.K. Rowling. Die kende ik destijds alleen maar als schrijfster van de Harry Potter-reeks (die ik fantastisch vond) en ik vroeg haar: “Is het een leuk boek?”
Ja, volgens haar wel. “Je mag het wel lezen, neem maar mee.”

Bij het opruimen van mijn werkkast in augustus vorig jaar kwam ik het weer tegen en nam het mee naar huis. Tijdens onze vakantie ben ik er in begonnen en het pakte me direct door het begin. Barry Fairbrother gaat dood. In een detective-roman gaat het na de dood van iemand al snel over wie het gedaan heeft en waarom, maar Barry overlijdt aan een aneurysma. In het eerste hoofdstuk lees je nog wat hij zelf doet en denkt, maar daarna gaat het over wat de mensen in zijn naaste omgeving doen en denken.
Het boek doet helemaal niet denken aan Harry Potter en zijn toverkunsten.
Het legt de menselijke drijfveren genadeloos bloot; je zou eigenlijk beter drijfveer kunnen zeggen, want het is egoisme. “What’s in it for me.”

Het verhaal speelt zich af in een Engels dorpje. Het begint als een aflevering van Midsomer Murders en de schrijfstijl houdt het midden tussen Meave Binchy en Ruth Rendell.
De weduwe van Barry, zijn vrienden/collega’s, zijn mede-raadsleden, dorpsgenoten en de generatie onder hen (pubers van een jaar of 16) bevolken het boek; de lege plek die Barry achterlaat in de dorpsraad moet worden opgevuld en de verkiezingen storten het dorp in een nare strijd met veel roddel en achterklap, waarin zelfs de geest van Barry nog ten tonele verschijnt.
Op de achtergrond speelt het feit dat het dorp mee moet betalen voor een a-sociale wijk  van een nabijgelegen stad. Deze achterstandswijk wordt bewoond door werklozen, steuntrekkers, verslaafden en er staat een afkickcentrum. Barry Fairbrother, zelf afkomstig uit die wijk, zette zich in voor behoud van het afkickcentrum, maar er zijn ook tegenstanders, die vinden dat het alleen maar geld kost.

Er komt van alles aan de orde: de tegenstellingen tussen arm en rijk, het onderlinge onbegrip tussen de sociale klasses, problemen tussen pubers en hun ouders en onderlinge afgunst. Het verhaal kent geen happy end. Ik werd ongemakkelijk van de uitzichtloze situatie van de drugsverslaafde vrouw Terri en haar verwaarloosde, ongemanierde maar  moedige dochter Krystal; de hypocrisie en de schijnheiligheid van de bewoners van het dorp  worden door Rowling vilein beschreven.

Napoleon schijnt in zijn tijd al gezegd te hebben: “Er bestaan twee hefbomen om de mens in beweging te brengen: vrees en eigenbelang.”
Dit boek legt die menselijke neiging genadeloos bloot.

Reageren

25 september: Een Oldesmildeger met oale boekies.

Een collega-alt van de cantorij haar het slim drok had van ’t sommer.
Heur moe was nao een ziekbed overleden en daorna weur het huus verkocht en mus de huusraad opruumd worden. In 2017 zat ik zölf in die umstandigheden, dus ik weet hoe meu a’j dan weden kunt van alles.
“Ik heb nog wat koningshuisspul voor jou!”
O, altied goed, kom maor brengen.
Maar ’t was niet goed dizze keer; het waren namelijk gien boekies of bladen, maor koppies, bekers, trommelties en borden met Wilhelmina, Juliana, Beatrix en WA & Maxima.
Daor heb ik nou niks met. “Laot die deuze maor hier, ik moet toch nog hen ‘het Goed’, dan neem ik dit geliek met” zee ik tegen heur.

In de deuze zaten niet allent die ‘Oranje-memorabila’, maor ze haar d’r ok wat Drentse boekies en twee boekies over Smilde bij daon; heur familie kwam daorvot.
Boekies die ik nog niet kende.
“O, eem kieken…..”
Nou, dat eem weur een kwartier en toen kostte het nog meuite om de boekies weg te leggen. Diezölfde aomnd zat ik d’r met op de bank: de geschiedenis van ‘de Smilde’ en van de Koepelkarke.
Veul was al bekend, maor veul ok niet.

Op de leste pagina van het boekie kreeg ik antwoord op een vraoge waor ik as puber  al neisgierig naor was. An de Rieksweg, waor ik altied langes fietste hen de MAVO, stiet een mooi groot huus, waor het bedrief van Popken in zat.
Op het huus stun ‘Nieuw Salverdt’. Volgens mien va was het een olle marechausseekazerne. “Maor waorum het dat dan Nieuw Salverdt?”
Dit is het antwoord: Het huis Nieuw Salverdt heeft al vele heren gediend. Het is van oorsprong een boerderij geweest in eigendom van de familie Salverda, die in Franeker ‘een tichelwerk’, een steenfabriek exploiteerde. Deze tichelwerker is vermoedelijk naar Smilde gekomen, omdat hier brandstof, turf, te krijgen was voor zijn bedrijf.h
In latere jaren werd het verbouwd tot marechausseekazerne en zijn er nog twee zijvleugels aangebouwd. In de schuur van de vroegere boerderij waren paarden gestald.
(meer info? zie >>>).

As ex-Oldesmildiger is het prachtig um zukke boekies nog ies in te kieken en deur te lezen.
Ik vun bijveurbeeld nog een mooie, olle foto uut 1904 van de stienfebriek waor as mien va warkte en een foto van de melkfabriek ‘Nooit Gedacht’ uut 1915. (klik op de foto veur een vergroting).  Over dat pand schreef ik al ies een blog met de titel ‘Spookgebouwen‘. Daorop stiet een foto zoas het er uutzag in 2017; het is nou hielemaol niet meer um an te zien.

De boekies staot inmiddels bij oons in de kaste en ze gaot niet naor ‘het Goed’.
D’r komt nog al ies Smildigers bij oons over de vloer; dan ku’we ’t d’r nog ies over hebben.

Reageren

24 september: Amersfoort en een sudderplaatje.

Eigenlijk zouden we in de eerste week van september naar Zweden met jongste dochter Carlijn voor haar afstudeervakantie, maar voor de zomer kwamen we  al tot de conclusie dat dit in 2020 niet zo’n goed idee was. Maar de vrije dagen waren al wel opgenomen. “Kom dan een dag bij ons in Baarn,  gaan we iets gezellig doen” hadden we haar en haar vriend gevraagd en zo kwam het dat wij in ons ruilhuis een dag gasten hadden.  We namen ze mee naar Amersfoort, waarvan ik al wist dat het een mooie, oude stad is.  Met twee twintigers moet je geen historische stadswandeling doen, maar we namen ze wel even mee naar de Koppelpoort. Niet lang daarna zaten we overigens al prinsheerlijk op een terrasje midden in de stad dat ons door ons onze gasten werd aangeboden; lekker, dank! Ondertussen klepten we natuurlijk honderduit: over Frits, werk,  vakantie, vrienden én over stoofschotels en stoofperen.  Carlijn had namelijk voor het eerst van haar leven stoofperen (uit onze tuin, recept: zie ‘Stoofperen‘)  en Wim had een rundvleesstoofschotel gemaakt, maar ze misten op hun kooktoestel een knopje ‘heel zachtjes’.

“Dan moet je een vlamverdeler hebben” bedachten Gerard en ik; onderzoek op internet wees uit dat dat tegenwoordig een ‘sudderplaatje’ heet en dat die bij de Hema ter plaatse nog op voorraad  was.

Na het lekkers gingen we als stellen nog even apart de stad in; de jongelui gingen op jacht naar een sudderplaatje en Gerard en ik wilden nog graag naar de Sint Joris kerk. Mooie oude kerk,  met nog veel overblijfselen uit de tijd dat het nog een katholieke kerk was.  Daar heb je bijvoorbeeld nog een doxaal (zie afbeelding links), een soort wand die het koor  scheidt van het schip. Als je vroeger  in de kerk zat kon je dus het altaar,  waar de priester zijn handelingen uitvoerde,  niet zien.  Daarom zijn die doxalen  er in de loop van de eeuwen in de meeste kerken uitgehaald en zijn er nog maar een paar overgebleven. Verder werden we in de folder gewezen op het ‘hemelgat’ waar ‘Drie-eenheid’ omheen geschilderd was. Door dit gat werd op hemelvaartsdag een Christusbeeld omhoog gehesen. Een mooie afbeelding van dat gat en de schildering vind je op de website ‘Historie van de Sint-Joriskerk Amersfoort’, hierbij een link.

Na de kerk wandelden we nog even naar de Muurhuizen en de Kamperbinnenpoort en toen was het al weer tijd om te eten. We bestelden een heerlijke pizza en klonken op ‘elkaar, op de gezellige dag én op Zweden 2021’. Laten we hopen dat het dan allemaal door mag gaan.

Reageren

23 september: Spakenburg-Bunschoten

Twee dingen stonden op mijn vakantielijstje tijdens onze vakantie in Baarn: Naarden Vesting en Bunschoten-Spakenburg.  Bij de naam van dat dorp had ik associaties met klederdracht, vissersdorp en kerk; wat ik in mijn hoofd had klopte helemaal.  We zetten onze fietsen tegen een muur in de oude haven en mijn oog viel op een waterpeilbordje: zo hoog stond het water in 1916. O dus! Nu begreep ik ook wat ik op de foto’s op het informatie bord op de dijk had gezien, (zie blog gisteren)  dat de vissersboten tegen de huizen waren stukgeslagen. (links het bordje op de muur ten opzichte van de haven, rechts een uitsnede van het bordje).

Met de aanleg van de Afsluitdijk in 1932 verloren de havenplaatsen aan de Zuiderzee hun functie als zeehaven. Dat had nogal wat gevolgen voor de plaatselijke economie: anderhalf jaar na de sluiting van de Afsluitdijk was het zilte water helemaal zoet geworde en er waren maar weinig vissoorten die stand hielden in zoet water. In Spakenburg zijn tegenwoordig geen vissers meer, maar er is nog wel een scheepswerf  voor bruine botters.  Begin jaren ’80 was de werf bijna ter ziele, maar juist toen kwam er weer veel belangstelling voor oude bruine boten.  De werf heeft nog steeds genoeg werk,  omdat de bruine boten die er zijn voor onderhoud naar Spakenburg gaan.  Mooi verhaal.

Mooi stadje ook.  We zagen nog twee mevrouwen in de traditionele klederdracht met zo’n opvallende gesteven kraplap. Volgens Gerard leek het op een harnas.  Als je alles van deze klederdracht zou willen weten kon je terecht in het Klederdracht-en Visserijmuseum, maar het was erg mooi weer en wij kozen voor een gebakken visje met patat in het avondzonnetje bij de oude haven die vol lag met bruine boten. Wat een mooi gezicht!
En die kerken? Veel. Heel veel.

Reageren

22 september: Wie bedenkt nou zo’n naam!?

Tijdens ons verblijf in Baarn fietsten we op advies van de huiseigenares van onze ruilvakantiewoning over de Nijkerksedijk naar Bunschoten-Spakenburg. Dan fiets je langs het Eemmeer en het Nijkerkernauw, maar voor de drooglegging van Flevoland was dit het IJsselmeer en voor 1932 was dit de Zuiderzee.
Fascinerend idee.
Op een picknickbankje bij een pakje drinken bekeken we onze gedetailleerde fietskaart.  “Waar zitten we nou? Achter ons ligt Nijkerk, voor ons ligt het Nijkerkernauw en aan de andere kant van het water ligt de Flevopolder.  Hiertegenover heet het gebied Hulkensteinse Bos. Wie bedenkt nou zo’n naam in een nieuwe polder?”
Een retorische vraag, waarop je geen antwoord verwacht. We stapten weer op de fiets.
(Op de afbeelding zie je in de verte aan de andere kant van het water het Hulkensteinse Bos.)

Tot mijn grote verrassing kregen we twee kilometer verderop wel antwoord; er stond een informatiebord langs het fietspad. Gerard krijgt er soms een sik van,  maar ik kan zo’n bord niet voorbijkomen zonder het te lezen.  “Op de bodem van het water voor u liggen de fundamenten van het slot Hulckenstein dat hier heeft gestaan van 1427 tot 1543.”
Meer weten? Hierbij een link naar een artikel hierover op de website ‘Mijn Gelderland’.
Er zijn verhalen bekend van voor de aanleg van de Afsluitdijk dat bij erg laag water de muren van het voormalige kasteel zichtbaar werden.

Geloof het of niet: van zulke toevallige ontdekkingen word ik heel blij.
En daar bleef het die middag niet bij.
Op het fietspad kwamen we een paar keer een op het wegdek aangebrachte datum tegen: 13.01.1916. “Wat zou er met die datum zijn? ” riep ik naar Gerard. Het  antwoord op die vraag stond op informatiepaneel vlak voor Spakenburg-Bunschoten. Op de met de datum gemarkeerde plekken waren de dijken van de Zuiderzee doorgebroken, wat resulteerde in de watersnoodramp van 1916, waarbij veel delen van Nederland onder water kwamen te staan.   Naar aanleiding van die ramp is de Afsluitdijk aangelegd. Bij het verhaal stonden een paar sepia foto’s, o.a. van Spakenburg,  waar schepen vanuit de haven op woonhuizen waren geslagen en veel schade was geleden. (klik op de foto voor een vergroting).

Toen we al lang weer thuis waren vertelde ik dat ik een blog had geschreven over de naam Hulckenstein; toen stelde Gerard de vraag: “Maar waarom heette dat kasteel dan Hulckenstein?”
Wij kennen de hulk alleen maar van de TV-serie en de films, waarbij een meneer als hij kwaad is ineens groen en heel sterk wordt. Daar was dat kasteel vast niet naar genoemd.
Op Wikipedia vond ik de volgende uitleg bij het woord ‘hulk’:
Een hulk is een historisch type vrachtschip dat in de Middeleeuwen werd gebruikt voor transport over zee.

Zo. Alle vragen weer beantwoord.

Reageren

21 september: Kolonisten-mentaliteit.

Gistermorgen was ik aanwezig bij de viering met het thema: Groene Theologie. Na de kerkdienst was er een lezing van Trees van Montfoort met hetzelfde thema.
Dominee Sijbrand van Dijk legde in zijn overdenking de nadruk op het misverstand dat de bijbel alleen spreekt over de relatie van God met de mens; ook de dieren, bomen en planten worden nadrukkelijk genoemd. De mens is in zijn expansiedrang de andere schepselen en de natuur als zijn eigendom gaan beschouwen, maar dat is geenszins het geval. De mens is naast de andere schepselen geschapen en niet boven hen.

In het boek ‘Groene theologie’ pleit Trees van Montfoort voor een andere kijk op de natuur. God houdt niet alleen van de mens, maar van zijn hele schepping.
Het eerste deel van haar lezing stond helemaal in het teken van de ecologische crisis.
We zagen kaartjes en statistieken van hoe onze wereld er op dit moment aan toe is: de biodiversiteit loopt schrikbarend terug, de luchtkwaliteit boven verstedelijkte gebieden is abominabel en de gestelde klimaatdoelen, afgesproken op dure wereldleidersbijeenkomsten, worden helemaal niet nagestreefd. En dan heb ik nog maar een klein deel van het slechte nieuws genoemd.
Het moet anders, dat is wel duidelijk. Of beter gezegd: wij moeten het anders doen.

Het heeft alles te maken met hoe wij mensen naar de aarde kijken.
Alles wat de aarde te bieden heeft wordt aangewend om de mens te dienen.
Ineens dacht ik aan ‘Kolonisten van Catan’, een spel dat wij graag spelen.
Je verdient grondstoffen (hout, steen, erts),  gewassen (graan) en vee (schapen).
Daarmee bouw je steden, dorpen en wegen , zo koloniseer je het land (spelbord). Hoe meer steden en legers (ridders) je hebt, hoe sterker je wordt en hoe meer je verdient.
Het streven naar economische groei zit zo verweven in onze maatschappij en de onderliggende structuren, dat we er zelfs een spel van hebben gemaakt.
Heersen en naar onze hand zetten.
Dat is niet iets wat in de laatste honderd jaar is gebeurd, dat is van alle eeuwen voor ons en vanaf de vroege middeleeuwen met de bijbel in de hand.
Eigenlijk zou je bij ‘Kolonisten van Catan’ ook nog punten moeten kunnen verdienen met het brengen van het evangelie. “En dan sticht ik hier een kerk….”.

Ondertussen loopt het uit de hand en zitten we midden in een ecologische crisis, die op zich al voor verdeeldheid zorgt. Er zijn mensen die zich ernstig zorgen maken en er zijn crisis-ontkenners; niks aan de hand, mensen!
Daar komt bij dat in de discussie over deze crisis mensen elkaar onophoudelijk de maat nemen en met beschuldigende vingers naar elkaar wijzen.

Het probleem is veel te groot om op een zondagmorgen op te lossen.
Het was al goed om naar elkaar te luisteren en te horen dat je op je eigen vierkante meter  heel wat kunt doen.
Je bewust worden van je eigen ecologische voetafdruk  is al een goed begin.
Je kunt de viering en de lezing van Ds. van Montfoort terugluisteren op kerkomroep, zondag 20 september, 10.00 u, Op de Helte.

De bijeenkomst werd besloten met een ‘groene lunch’ met hartige taart, bietensalade, zelfgebakken brood en soep. “Dat zal wel kippensoep zijn” riep iemand die stond te wachten, wat bij een andere deelnemer een verschrikt  “Nee toch!” ontlokte.
Nee, courgettesoep.
Groen grapje.

Ontdekken over hoe je zelf kunt bijdragen aan een schonere en rechtvaardige wereld? Kom dan naar de 2 vervolgbijeenkomsten met dit onderwerp op de  donderdagen 24 september (o.l.v. Ds. Sijbrand van Dijk) en 1 oktober (o.l.v. Gerard Waninge en Marieke Pranger).
Meer info? Hierbij een link naar het Activiteitenboekje 2020/2021, scrollen naar pagina 9 en 10.

Reageren

20 september: Lezer van de maand – Wimmy Barf

Hoe kennen wij elkaar?
Ada en Gerard heb ik ontmoet via de kerk.
De ZWO. vroeg mensen om mee te werken aan de uitvoering van de jaarlijkse kalender met een schilderij. Dat jaar was het thema ‘vieren’ en dit thema sprak me erg aan want wij zijn behoorlijk van het ‘vieren’!
Elk jaar een weekend met ons gezin, met broers en zussen, met de hele familie, etc.
Op de afbeeldingen: Vieren met het gezin in ‘Corona-tijd’. (klik op de afbeeldingen voor een vergroting.)

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben in 1940 geboren in Drachten en opgegroeid in een warm gezin met 5 kinderen.
Na de middelbare school volgde ik een opleiding voor kleuterleidster in Leeuwarden, later aangevuld met tekenen/schilderen, handvaardigheid en textiele werkvormen, zoals dat toen heette. Na jaren werken met kleuters ben ik overgestapt naar cursussen geven aan  volwassenen op mijn vakgebied, vooral schilderen op zijde, vilten en aquarelleren .

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
In 1963 ben ik getrouwd met mijn vakantieliefde Arend (Ameland) en nog steeds gaan we regelmatig naar ‘ons’ eiland . We hebben 3 zonen, 3 schoondochters en 5 kleinkinderen en vormen samen een hecht gezin. Na Groningen (waar onze kinderen zijn geboren) en Leek zijn we, toen de kinderen de deur uit waren, in 1990 in Roden komen wonen.
Hier wonen we dus al 30 jaar, met heel veel plezier, in een klein boerderijtje aan de Roderweg.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Wat de kerk betreft ben ik nog actief in een wijkteam.
De laatste jaren geef ik geen cursussen meer en heb ik me gericht op het werken voor exposities en kunstmarkten.
De kunstmarkten, overal in Nederland, combineerden we met een vakantie met de caravan. Fietsen mee en de omgeving verkennen.
Samen met Arend heb ik daar veel plezier aan beleefd maar nu willen we het toch rustiger aan gaan doen. We stoppen met de kunstmarkten. Volgend voorjaar verhuizen we naar een appartement in Leek. (Op dit moment wordt dat gebouwd en het schiet al aardig op) We hebben net ons huis verkocht.
‘We fietsen graag en houden van musea, theater en zijn een ‘spelletjes gezin’.  Ook knutselen en lezen zijn  favoriet.

Wat wil je graag met de lezers delen?
Van de keuze voor mijn opleiding heb ik ontzettend veel plezier gehad. In ons gezin maar ook met de kleinkinderen.
Met enige verbazing kijk ik nu terug op hoe ik vroeger op school de bijbelverhalen heb verteld. Dat zou ik nu niet meer op die manier doen. Daarin ben ik erg veranderd.
De verandering in denken heeft ook te maken met een ernstige ziekte (borstkanker) die ik meemaakte. Mijn geloven verschoof van de hemel (in mijn jeugd) naar de aarde.
Hier moet het gebeuren. Ik denk na over wat het betekent ‘Een mens te zijn op aarde.
De prachtige film ‘As it is in Heaven’ heeft me veel gedaan en probeer ik in praktijk te brengen. Mijn motto is ‘Vier het leven …vandaag’ en ‘Niet morgen maar nu’, dit naar aanleiding van het boek met de gelijknamige titel van van Wayne W. Dyer.

We genieten (voor het laatste jaar) van onze grote tuin en hopen nog lang samen plezier te hebben van ons nieuwe appartement in Leek.
Onze hobby’s nemen we mee!
Wimmy Barf

Opmerking Ada: Het schilderij ‘Op het leven’ dat Wimmy benoemt in de eerste alinea hangt in onze woonkamer. Een afbeelding daarvan en het verhaal daarbij lees je hier.
Ook dit jaar staat er een werk van haar op de ZWO-kalender en wel bij de maand september. Hierbij een link naar de PKN-website waar in september een afbeelding van die zijdeschildering te zien is.

Reageren

Wat kleurt mijn dagen?

Geen dag is hetzelfde, altijd is er wel iets wat me opvalt of waar ik van geniet: de ene keer is dat een muziekstuk dat me heeft aangesproken, de andere keer een stukje geschiedenis dat ik heb ontdekt, een lekker recept, een mooie kerkdienst,  een spannend boek, een alledaagse gebeurtenis die me treft, een handwerkje dat ik heb gemaakt, kortom: wat kleurt mijn dag?
Dat wil ik graag met mijn lezers delen.

In augustus 2014 begon ik met alleen breien, haken en borduren als onderwerp, maar al snel groeide het aantal thema’s.
Er zijn gewoon heel veel leuke dingen!
Zelf zie ik ‘de Waarde de dag’ als een digitaal tijdschrift waarin bijna iedere dag een nieuw artikel te lezen is en waar je een hoop uit kunt halen.
Blog lezen? Klik op het tabblad ‘Home’, daarop verschijnt iedere dag om 19.00 uur een nieuw bericht.

Wat is een dag waard?
Daniël Lohues zong er een mooi lied over:
“Niks is meer weerd as vandage,
maor je moe’n ’t maor net eem zien.
Niks is meer weerd as vandage,
hoe ’t mörgen löp, dat wet gienien.”

Klik hier >>> om dit lied te beluisteren.

Om een idee te krijgen van wat zoal mijn dagen kleurt, heb ik vier blogs uit zes jaar blog-geschiedenis geselecteerd:

15 februari 2015: Nederland (en Ada) in beweging. 
Over dat we meer moeten bewegen, want dat is gezond. En hoeveel moeite mij dat kost.

7 maart 2018: Braai’n
Belevenissen in een wachtkamer op de afdeling Cardiologie in het Martiniziekenhuis.

16 juli 2018: 8 kleine prinsesjes in Potsdam
Keizerlijke, protserige pracht en praal bij oude paleizen in Duitsland. Mij bleven 8 ontwapenende prinsesjes op een kinderfeestje bij.

24 oktober 2019: Een ontroerende Spits
Frits Spits had een boek geschreven over zijn overleden vrouw; tranen bij het lezen van een interview met hem.

Reageren

Pagina 184 van 395

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén