De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

19 september: Mamma mia.

Mamma mia, de musical gebaseerd op de muziek van ABBA,  heb ik nooit gezien en ook de musicalfilm was in 2008 volledig aan mij voorbij gegaan, evenals het vervolg in 2018.

De eerste avond in ons ruil-vakantiehuis in Baarn, donderdag 3 september,  zagen we in de gids dat de  film uit 2008 werd uitgezonden. “Heb jij daar wel eens wat van gezien?” vroeg ik Gerard.  Nee man. Dat gingen we alsnog doen.  Je moet in het begin wel even wennen; op de meest onverwachte momenten beginnen de actrices/acteurs te zingen.  Maar de liedjes ken je allemaal al,  want die zijn van ABBA. En die  liedjes passen allemaal precies bij het gedeelte van het verhaal waar we naar zitten te kijken.  Soms dacht ik “O, zingen ze dat”. Dan kende ik het liedje wel,  maar dan had ik me nooit in de tekst verdiept. Bij  “Slipping through my fingers” bijvoorbeeld, over de periode dat je kind puber is en dat je eigenlijk nooit de tijd hebt gevonden om daar van te genieten en dingen samen te doen. Er was altijd wel iets wat je aandacht opeiste en na jaren kom je tot de conclusie dat de tijd met je kind tussen je vingers door is geglipt. Herkenbaar.

Donderdagavond 10 september,  onze laatste avond in Baarn, werd deel 2, ‘Mamma mia here we go again’, uitgezonden; dat wilden we  niet missen.

Eerlijk is eerlijk: het is niet een heel sterk verhaal en in dit tweede deel wordt het gegeven van 1 dochter en 3 mogelijke vaders nog eens weer uitgemolken. Maar de acteurs zijn geweldig, leven zich in in hun rol en maken er door het plezier dat ze uitstalen een geloofwaardig verhaal  van.  Er zit humor in beide films. ABBA-leden Benny  en Björn komen in beide films even als muzikant in beeld, de vriendinnen van moeder Donna zetten mooie karikaturen neer en de vaders, die in deel 2 ook door jonge acteurs worden gespeeld,  lieten ons regelmatig glimlachen door hun haantjesgedrag.
Jammer dat op het laatst Cher nog in stelling werd gebracht als excentrieke moeder van Donna.  Dat voegde wat mij betreft niets toe aan het verhaal en ze kwam ook beslist niet geloofwaardig over.  Een mismatch vond ik.

Af en toe kromden mijn tenen vanwege slecht acteerwerk of abominabele zang,  maar voor het grootste deel was het toch vooral genieten, met name van de mooie muziek.
Wat een breed oeuvre had ABBA eigenlijk.  Triest, vrolijk, beschouwend… maar het klonk ons steeds erg vertrouwd in de oren.

Heerlijke feel-good films.
Af en toe kan ik me er onbekommerd aan overgeven; tranen met tuiten bij een happy end, of  het nu een bruiloft of een doopfeest is.
Deze twee films blijven voor mij verbonden met onze fijne vakantie in Baarn: met een glaasje port en mijn breiwerkje op de chaise-longue van onze vriendin.

Reageren

18 september: Geborduurde onderzetters

In februari 2016 schreef ik een blog  over plexiglas onderzettertjes waar je een borduurwerkje in kon doen. Meer informatie hierover?
Lees dan ‘Tweelingonderzetters en sokkenwol uit Leek’. 
Na de liedboekomslag  wilde ik even wat kleins borduren.
In 2016 had ik een aantal van die plexiglasonderzettertjes gekocht, maar na ‘de tweeling in roodtinten’ had ik er even weer genoeg van. Eind mei zocht ik een restje borduurlinnen op en borduurde drie onderzetters naast elkaar. De eerste was een experiment; ik wilde geen vierkanten of driehoeken maar iets ronds borduren. Dat werd de grote rode bal die op een Pokeball leek.
De andere twee borduurde ik volgens beproefd recept: in het midden beginnen, naar buiten toe werken en verfijnen met zilverdraad. (klik op de foto voor een vergroting).

Eerlijk is eerlijk: die met de rode bal vind ik niet zo mooi.
Hij zit wel in een doorzichtig onderzettertje, maar hij past niet echt bij de anderen.
Die andere twee zijn ook een tweeling geworden: ‘de tweeling in rood en grijs’.
Daarvoor gebruikte ik hetzelfde patroon, maar de kleuren donkergrijs en rood wisselde ik om. Mooi effect geeft het.

Inmiddels ben ik met een nieuw borduurproject begonnen: een omslag waar alle benodigdheden voor een potje klaverjassen in kunnen, zoals daar zijn een scorebloc, een spel kaarten, een pen/potlood en de befaamde ‘Opa-Vrieswijk-Klaverjas-dobbelsteen’. Als de omslag klaar is leg ik op dat blog wel uit waar die dobbelsteen voor is, want bij klaverjassen heb je normaal gesproken geen dobbelsteen nodig.

Reageren

17 september: FEEST!!! Oh nee……. toch niet.

Gisteravond keken we naar het journaal van 20.00 uur.
De weersvoorspelling voor de komende dagen was heel mooi: zonnig en droog, rond de twintig graden.
In menig huiskamer in Noord Drenthe zal gezegd zijn: “Aans hadden ze mooi weer had met de Roonermaark”.

Geen Rodermarkt.
Het dorp doet z’n best om er nog iets van te maken; er zijn kleine initiatieven.
De oriënteringstocht gaat wel door, er is wel kermis (met voldoende afstand zegt men) en in de streekbladen worden herinneringen opgehaald aan vorige Rodermarktparades en wordt er wordt een stukje optocht-geschiedenis verteld.
In de Jumbo liggen de Roner krentenbollen uitnodigend klaar, maar ‘Bert van de groente’ hoefde geen extra snert-soepgroente-pakketten te bestellen.

Ook het versieren van straten gaat dit jaar gewoon door.
Geen feest, wel vlaggetjes.
De Boskamp doet altijd uitbundig mee aan de straatversiering; gisteravond werden de borden en vlaggen gebracht.
Dit jaar is het thema ‘Hollandse Tegeltjeswijsheid in coronatijd’.
De teksten die op de borden staan zijn humoristisch en hebben weinig met wijsheid te maken. De buurvrouw voor wier huis het bord op de foto staat vroeg zich af waarom dit bord nou uitgerekend voor hun deur stond. Dat wist niemand.
Mocht je denken: “Waarom nou weer de vrouwen?”, maak je daar niet druk om, de mannen komen ook heus aan de beurt.
Als je op de foto van de straat klikt kun je de tekst op het bordje van onze overburen lezen.
Wij begrepen de tekst op ons bordje niet; er staat alleen maar ‘1 juli’ op.
Toen we gisteravond nog even aansloten bij de buurtborrel ter gelegenheid van het aanbrengen van de straatversiering vroegen we of iemand wist wat 1 juli betekende.
“Op 1 juli 2020 mochten de kroegen weer open!”
Wij stelden onszelf dezelfde vraag als bovengenoemde buurvrouw en de overburen waarschijnlijk ook.
Ben je benieuwd naar wat er op de andere bordjes staat? Maak dan even een wandeling door de Boskamp; ’s avonds is het ook nog mooi verlicht.

Toen we gisteravond in bed lagen zei ik tegen Gerard: “Dan hebben we het komende weekend dus ook niet iedere nacht die pokkeherrie vanuit de feesttent!”
Met Cruijff zeggen wij: “Elluk nadeel hep se foordeel”.
Die tegeltjeswijsheid had wel op ons bordje gekund.

Even terug in de tijd?
Straatversiering in 2017
Straatversiering in 2018

Reageren

16 september: A normal day…(2)

Dinsdagavond cantorij. In januari had ik dit bij iedere week op de kalender gezet: tot en met Pinksteren lag vast wat ik op dinsdagavond zou gaan doen.
Op de afbeelding zie je week 18 op onze weekkalender.
19.30 u Cantorij.
Het stond er wel, maar ik ging niet.
Maanden niet, niemand ging.

Twee weken geleden begonnen de repetities weer voor wie dat wilde en durfde; had ik net vakantie! Maar ik liet mijn vakantie er wel om door gaan; zo erg was de ‘cantorij-heimwee’ nou ook weer niet…
Gisteravond was dus voor mij weer de eerste koorrepetitie: anders dan anders maar toch vertrouwd.
Anders was dat we kruislings én anderhalve meter van elkaar zaten, zo hadden we wel heel veel ruimte om ons heen.
Nadeel voor ons en voordeel voor cantor Karel is dat we zo niet zo gemakkelijk met elkaar praten tussendoor.
Maar we komen om te zingen tenslotte en dat was gisteravond weer heel fijn.

Het begin was al leuk want: canon.
Ben ik dol op.  ‘Dabadabada, doem doem etc…’.
Hierbij een link naar een uitgeschreven versie van die versie van die canon .
Wat geniet ik dan al weer.
Maar zelfs bij het inzingen vindt onze dirigent nog dat het allemaal perfect moet.
‘Dat bas-loopje doem doem moet ontspannen gezongen worden’. Ter illustratie nam hij een denkbeeldige bas ter hand en liet ons zien wat hij bedoelde: wij moesten zingen zoals hij stond te spelen. Jammer dat daar geen foto’s van zijn, maar wij begrepen wel wat hij bedoelde.
Ontspannen doem.

Verder bezigde hij een mooie omschrijving voor iets luider zingen: “Bij het eind van de 2e regel, daar mag je gepast bij groeien.”
Bij één lied ontdekte iemand een fout in het liedboek. Er bleken twee versies te zijn; in het ene boek stond ‘Geeft Gij uw woord’ en in het andere ‘Gij geeft uw woord’. Maar we moeten als koor natuurlijk wel dezelfde tekst zingen. Er werd wat gekissebisd over welke woorden en wie en waarom tussen een aantal koorleden. De cantor bemoeide zich er niet mee, maar speelde op de piano heel subtiel de melodie van ‘Vrede op aarde’.

We zeggen dan wel niet veel tegen elkaar tijdens de repetitie, maar soms vang je wel een opmerking op.
We zongen het lied: ‘Wat te kiezen, leven,  dood’ en we kregen aanwijzingen over het langer aanhouden van de noot bij dood.
“Moeten we in ‘dood’ blijven hangen?” hoorde ik achter mij.
Dan is het jammer dat we zo ver uit elkaar zitten, anders hadden we al weer ‘stille lol’ op de achterste rij gehad.
Maar stille lol of niet: we hebben weer heerlijk gezongen gisteravond.
Tot mijn grote vreugde zingen we van één lied zelfs een paar coupletten in een zetting van J.S. Bach.

Tot zover mijn eerste normale dinsdag nadat corona ons overviel in maart.
A normal day is a lucky day.

Reageren

15 september: A normal day…..(1)

Mijn laatste werkdag voor de vakantie was 27 augustus.
Vandaag was mijn eerste werkdag na de vakantie.
Eerlijk gezegd: het had van mij nog niet gehoeven.

De afgelopen twee weken hebben Gerard en ik heerlijk rondgedobberd; vooral de ochtenden zonder wekker bevielen heel goed.
Verder is het deze week nog heerlijk weer en ik heb mijn boek nog niet uit….

Genoeg gezeurd.
Vanmorgen om 07.00 u stapte ik op de fiets en op weg naar Groningen zag ik dit.

Op het moment dat ik dit schrijf is het einde middag en zit de eerste werkdag er al weer op.
Het was leuk om iedereen weer even te spreken, het eerste werkoverleg is alweer geweest  en na het wegwerken van de volle mailbox was het na een paar uur net alsof ik helemaal niet weg was geweest.
Back to normal.
En wie roept altijd ‘A normal day is a lucky day’?
Precies. Aaltje.
Tel uw zegeningen.

Reageren

14 september: Vergeving.

Na onze vakantie zaten we gistermorgen weer in onze eigen kerk.
Het onderwerp was ‘vergeving’ en voorganger Walter Meijles gaf bij het begin van de overdenking aan dat hij lang niet alle aspecten van dit moeilijke thema kon bespreken; hij vroeg op voorhand al om vergeving….
Tijdens zijn verhaal werd het dilemma ook duidelijk.
Vergeven is een lastig iets; in de overdenking zaten zoveel zinnen waarbij ik dacht ‘dit moet ik onthouden’ dat ik het spoor bijster raakte. Iets met hypotheek op de toekomst?
Vergeven versus vergeten? En rattengif?
Vanmiddag ben ik er even voor gaan zitten en heb de overdenking opnieuw beluisterd.
Dit zijn de zinnen die ik wilde onthouden:

– Vergeven betekent niet dat je onrecht onder de mat veegt.
– Vergeven betekent ook niet het onrecht bagataliseren,  een excuus gedachteloos afraffelen of het gemakkelijke ‘vergeten & vergeven’. Vergeten lukt bijna nooit.
– Vergeven is wel: de pijn er van loslaten, zodat jij weer verder kunt en die ander waarschijnlijk ook.
– Vergeving kan het startpunt zijn, waarna verzoening plaats kan vinden.
– De ander vergeven verlost jou van de last van steeds maar in het verleden rond te blijven dolen.
– Blijven hangen in wrok en bitterheid bederft je eigen ziel. Iemand haten is net zo zinvol als dat je zelf iedere dag een slokje rattengif neemt in de hoop dat die rat nou eindelijk een keer het loodje legt. Haat leidt alleen maar tot geweld en maakt jezelf tot dader. Als je de haat los kunt laten wordt je zelf bevrijd.
– Vergeven betekent jezelf bevrijden, maar ook die ander bevrijden van die last zodat iedereen weer door kan. Dat dat wat misging in het verleden niet als een hypotheek blijft liggen op de toekomst, zodat je schuldenvrij bent.

Soms komt een preek precies op het goede moment.
In de afgelopen periode ben ik op enig moment erg gekwetst; het voelde als een klap in mijn gezicht en ik was er behoorlijk boos en verdrietig over. Het risico dat je daarin blijft hangen is erg groot.  De bovengenoemde zinnen van de dominee hielden mij voor dat het vooral aan mijn eigen houding ligt hoe het voor mij verdergaat. Advies: niet blijven hangen in wrok en bitterheid, accepteren en met opgeheven hoofd verder. Alles wat je aandacht geeft groeit en dit moet zo klein mogelijk blijven. Vallen, maar ook weer opstaan en verdergaan.

Omdat het zo’n breed thema is en veel onbesproken bleef nodigde predikant Walter Meijles ons uit om a.s. donderdagmiddag 17 september om 15.30 uur in Op de Helte na te praten over dit onderwerp.
Gespreksstof genoeg!

Reageren

13 september: Vesting Naarden.

Toen Gerard in 2014 de gasten van de uitwisseling met Moldavië van Roden naar Huizen bracht, was er tijdens die ontmoetingsdag een fietstocht georganiseerd. Ze waren toen langs Vesting Naarden gefietst en even afgestapt.
“Daar moeten we een keer met z’n tweeën heen” vertelde hij toen hij thuis kwam na die dag.  Als je een week in Baarn woont kun je op een zondagmiddag ‘even’ naar Naarden, dus zondagmiddag 6 september parkeerden we onze auto binnen de vestingwallen en kochten bij de VVV een foldertje getiteld ‘Wandeling & Vestingstad’.
We begonnen bij de Utrechtse poort,  onderdeel van de stadsmuur. Vroeger lag er een ophaalbrug voor die opgeklapt kon worden als de vijand de vesting wilde binnendringen.

De vesting is nog helemaal intact met een dubbele grachtengordel en dubbele omwalling, aangelegd in een 6-puntige  stervorm met op iedere punt een bastion. De wandeling leidde ons langs een 13-tal bezienswaardigheden met o.a. kazerne’s, bastions, panden voor wapenopslag, de haven en de oude Sint  Vituskerk.

Zo’n wandeling kan mij niet lang genoeg duren. Het voert te ver om alles te benoemen wat we hebben gezien,  maar één ding wil ik graag apart vermelden: het Spaanse huis.
Het was niet zozeer een bijzonder huis,  maar het bijbehorende verhaal wel.
In 1572 was het huis in gebruik als stadhuis.  Tijdens het begin van de Tachtigjarige Oorlog hadden de geuzen in naam van de Prins van Oranje Naarden ingenomen, maar de Spaanse koning heroverde de stad; de burgers werden gedwongen om zich over te geven. Toen ze dat hadden gedaan, werd de bevolking van Naarden met voorbedachte rade uitgenodigd om naar het stadshuis te komen voor een maaltijd. Toen zich daar 500 mensen verzameld hadden, drongen Spaanse soldaten het pand binnen en vermoordden iedereen die zich binnen die muren bevond. Op deze slachtpartij volgde een plundering, waarna het stadje systematisch in brand werd gestoken. Ook dit gebouw brandde daarbij af. De herinnering aan de ramp wordt levend gehouden door een drietal gevelstenen die bij het herstel van het gebouw in 1615 werden aangebracht en die nog steeds in de voorgevel aanwezig zijn. (klik op de afbeelding voor een vergroting).

Wat er nog is aan oude gebouwen in Naarden wordt niet alleen maar in de benen gehouden om hun historische waarde, maar ze hebben ook een nieuwe bestemming  gekregen. Een paar voorbeelden: een kazerne, gedeeltelijk onder de vestingwal, werd een hotel en congrescentrum. De prachtige, Utrechtse poort herbergt het VVV-kantoor, in het bovengenoemde Spaanse huis zit ‘het Weegschaal museum’ en in het grote  wapenarsenaal vind je het bedrijf van Jan de Bouverie.

VVV in Utrechtse poort

Een middag wandelen in de geschiedenis; we keerden weer terug in het heden met een heerlijk bolletje yoghurtijs.
We zaten samen in de zon  op een bankje voor de Utrechtse poort met een hoofd vol beelden uit oorlogen tegen de Spanjaarden,  Fransen en Duitsers.

Dit jaar vieren we 75 jaar bevrijding.
How lucky we are.

Reageren

12 september: Zelf bakken?

Wij gaan nooit uit eten bij een pannenkoekenrestaurant. Zelf bak ik namelijk errug lekkere pannenkoeken, ik vond dat ik daarvoor niet naar een speciaal restaurant hoefde.  Ik bak ze met spek,  kaas, ui of naturel,  met drie pannen tegelijk en ik heb nooit gebrek aan afnemers. Ik mag zelfs een Engelsman tot mijn vaste cliëntele rekenen: hij rijdt met liefde een paar kilometers om voor ‘pannenkoeken van mama’.

Met opzet schreef ik in bovenstaande alinea ‘vond’; inmiddels heb ik mijn mening moeten herzien. Tijdens onze vakantie in Baarn gingen we een middag fietsen richting Lage Vuursche. Boekenvriendin Jeanette appte: “Een tip: Lage Vuursche, om het paleis,  (Drakenstein, wat je niet ziet)  heen fietsen.  Koninklijk graf en vooral veel keus in pannenkoeken.

Dat deden we.  Het koninklijke graf van prins Friso is indrukwekkend  in zijn eenvoud.  De omgeving is prachtig en Lage Vuursche heeft minstens 3 pannenkoeken restaurants; we vonden een plekje op het terras van “het Vuursche Bos‘. Ik bestelde een exemplaar met Ardenner spek en kaas.  Toen vond ik het nog jammer  dat er geen keuze voor ui bij zat maar toen ik één hap geproefd had miste ik de ui niet: verrukkelijk. De kaas zat onder de pannenkoek en had een lichtbruin korstje. De pannenkoek zelf  was knapperig,  heerlijk gaar en de spek goed doorbakken.

Gerard had een versie met rozijnen, appel en suiker.  Net als bij de pizzeria wisselden we een punt uit; mensen die mij kennen weten dat ik altijd kies voor hartig in plaats van  zoet,  maar zelfs deze zoete variant vond ik lekker, al at ik mijn eigen bord natuurlijk met groot plezier leeg.  Aan het meisje bij wie ik betaalde vroeg ik of ze de kok een groot compliment wilde geven. Ze vertelde dat de kok in kwestie daar blij mee zou zijn,  omdat dat niet heel vaak gebeurde. We vinden het kennelijk niet de moeite waard om een compliment te geven voor een ‘gewone’ pannenkoek, maar ik weet dat het ook bij pannenkoeken bakken  aankomt op een goede verhouding van de ingrediënten van het beslag en op handigheid en ervaring.

Daarom schrijf ik dit blog speciaal voor de kok van zaterdagmiddag 5 september: hij bepaalde die middag met zijn baksel de waarde van mijn dag. En neem van mij aan: je denkt ‘die ku’j zölf wa bakken’ (en dat is ook zo), maar zo lekker als deze heb ik ze nog niet geproefd.

Reageren

11 september: Vorstelijk Baarn.

Een vriendin van ons woont in Baarn. Zij was op zoek naar iemand in het noorden die met haar voor een week van woning wilde ruilen en wij hadden daar wel oren naar. Donderdag 3 september kwam ze bij ons lunchen en overhandigden wij de sleutels aan elkaar.

Dus wij woonden een week in Baarn!  Van te voren was ons al verteld dat het een mooie omgeving was en dat kunnen we alleen maar beamen. Het was maar goed dat Gerard de fietsknooppunten app op zijn telefoon heeft, want ik zag geen bordjes en geen kaarten;  ik zag alleen maar landgoederen met kasten van kasteelachtige huizen,  paleizen en lanen met eeuwenoude bomen. ‘Vorstelijk Baarn’ is de slogan die de plaatselijke VVV gebruikt. Na een dag fietsen zat ik al te speuren op internet naar de achtergrond van al die rijkdom; de weelderige panden zijn bijna allemaal ontstaan als buitenhuis voor rijke Amsterdammers. Die verdienden in de 17e eeuw goudgeld en belegden dat in exclusieve panden. De oude adel haalde eigenlijk de neus op voor deze ‘nouveau riche’ van die tijd;  ze kwamen uit een lagere sociale klasse en misten meestal de omgangsvormen van de sociale laag waarbij ze op grond van hun bezit meenden te behoren.

We fietsten langs landgoederen met klinkende namen als Groeneveld (zie foto links),  De Hoge Vuursche, Pijnenburg en Eykenstein. Met enorme parken en waterpartijen en prachtige borders. Maar de omgeving van Baarn bestaat natuurlijk niet louter en alleen uit luxueuze huizen.  We kwamen bijvoorbeeld ook door plaatsen als Eembrugge (130 inwoners maar wel met stadsrechten!) en Maartensdijk, een voormalig lintdorp dat één van de eerste ontginningsassen van het oorspronkelijke veengebied was. Met een gewone mengeling van huizen: nieuw,   oud,  modern en authentiek.

Wonen in Baarn betekent niet automatisch dat je in een paleis woont.  Wij woonden deze week niet in een kasteel, maar wel in een rijksmonument. Het huizenblok staat zelfs beschreven op Wikipedia! Het hofje  is in 1858 gebouwd door de eigenaar van het landgoed Schoonoord en was bedoeld voor het gepensioneerde personeel van de jonkheer.

Wij vierden echt vakantie: op maandagmorgen 7 september bijvoorbeeld had ik geen ‘witte tornadodag’ maar zat ik anderhalf uur in de zon te borduren met de Arbeidsvitaminen op de oortjes. Wat een zaligheid.

Vonden wij Baarn al spectaculair op huizengebied, toen we na een stadswandeling in Naarden terugreden via Huizen, Blaricum en Laren reden we met ogen op stokjes langs de uitgestrekte villawijken.

Wel een heel hoog ‘hoge hekken gehalte’…..meer over deze nouveau riche in een volgend blog.

Reageren

10 september: AVRO’s Toppop

Twee weken geleden was mijn broer een morgen bij ons: hij hielp bij de installatie van een nieuw ding in onze computer.
Radio 5 stond aan en we hoorden Willeke Alberti met ‘Morgen ben ik de bruid’.
Ik hoorde mijn broer grinniken en ik wist waarom.
Dat kwam van het programma ‘de Dik voor Mekaar-show-  waar wij in de jaren ’70 elke zaterdag naar luisterden. 
Willeke kwam dan optreden in de show en op het moment dat de bruidsklokken luidden in het lied hoorde je een overspannen klokkenluider het hele lied overstemmen, wat weer geschreeuw opleverde van Dik. Wij beleven zo’n lied allebei op dezelfde manier en hebben dan samen even grote pret.

Later aan de koffie haalden we herinneringen op aan vroeger.
“Deze week keek ik naar oude beelden van AVRO’s Toppop” vertelde hij.
“Mijn dochter (19) zat met de wenkbrauwen tot in de haargrens mee te kijken. “Wat is dit!?! Keken jullie hier naar?!?”
Iedere week, verzekerde ik haar, het was het enige popprogramma op de Nederlandse televisie, dat wilde je niet missen.”
Ik had die hele beelden niet gezien; het was steeds veel te mooi weer.
Naast het Journaal en de Slimste mensen zagen we niets; we zaten buiten bij kaarslicht.
We gaan het nog wel even terugkijken.

Later in de week spraken we dochter Harriët; zij had TopPop ook gezien.
Ze was afgehaakt bij ‘Vanessa’ met ‘Upside down’; dat kon ze niet meer aanzien.
Wij vertelden haar hetzelfde wat mijn broer aan zijn dochter had verteld.
Gerard had nog een mooi verhaal over zijn oudere broer Henk.
“Op het tijdstip dat TopPop in die jaren op de televisie kwam, was er bij ons op de boerderij nog veel werk te doen. Mijn ouders waren altijd druk en wij moesten helpen.
Henk wilde persé toch naar TopPop kijken. Hij was met het paard op het land aan het werk; toen het tijd was voor TopPop bond hij het paard vast aan het hek en ging televisie kijken. Vader Waninge trof tot zijn stomme verbazing het paard vastgebonden aan en vond Henk ten langen leste voor de televisie.
” ’t Wordt eem wat later…..ik wil dit eerst eem zien.”

Onze ouders begrepen destijds net zo weinig van onze fascinatie voor TopPop als onze kinderen nu.
De generatiekloof kent veel verschillende verschijningsvormen.

Reageren

Pagina 185 van 395

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén