een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Koken & bakken Pagina 15 van 18

5 september: Rode bieten. “Bij mien moe….”

Vandaag een oer-hollandse groente: twee manieren om rode bieten te bereiden.
Bij ons thuis aten we vroeger de rode bieten altijd warm.
Mijn moeder deed dat als volgt:
De bieten werden eerst gewassen, in de schil gaar gekookt en vervolgens gepeld en geraspt. Daarna bakte ze een uitje en dat roerde ze door de bietenrasp.
Voor binden van het geheel loste ze een theelepel maizena op in een eetlepel azijn en tijdens het opwarmen van de bieten roerde ze dat er door.

Ik weet nog dat ik voor eerst bieten maakte, naar een recept uit het kookboek dat ik bij ons huwelijk had gekregen. Maar het smaakte heel anders dan thuis…..toch maar even met m’n moeder gebeld. Azijn en maizena. Volgens mij kon dat haast niet lekker zijn, maar toen ik dat had gebruikt smaakten de rode bieten weer zoals ik gewend was: “Net zo as bij mien moe”.

Het recept voor koude, zoet-zure bietjes heb ik van mijn schoonmoeder:
bieten wassen en in ruim water aan de kook brengen.
30-40 minuten laten koken, afgieten en laten afkoelen.
Als ze zijn afgekoeld de buitenste schil eraf pellen.
Dan ga je als volgt te werk:
In een platte schaal begin je met een laagje heel fijn gesneden/geschaafde bietjes (ongeveer een kwart van de bietjes)
Daarop strooi je 1/3e fijn gesnipperde ui, een schepje suiker en een beetje azijn.(1 eetlepel).
Dan weer een laagje van een kwart van de bieten, met weer een 1/3e van de  ui, suiker en azijn. Dan nog weer een laagje van een kwart van de bieten, met de laatste 1/3e van de ui, suiker en azijn. Afsluiten met een laagje van de laatste kwart van de bieten.
Nu dit alles een uur laten ‘intrekken’ en dan alles goed door elkaar husselen.
Dan smaakt het dus ‘net zo as bij zien moe.”

Het hangt heel erg van je smaak af hoeveel suiker, ui en azijn erbij moet.
Even uitproberen dus.rode biet
Gerard verbouwt zelf bieten in de tuin.
’s Zomers eten we ze altijd koud, zoals bij HEM thuis.
Wat we niet opeten gaat geraspt de diepvries in.
Want ’s winters eten we ze graag warm, zoals bij MIJ thuis.
De gulden middenweg.

Reageren

24 augustus: Italiaanse taart met kip

Vorige donderdag had ik ‘de handwerksters’ van de Catharinacantorij op de koffie.
Eén van hen had ooit gezegd dat ze eens voor ons zou koken nu Gerard ziek is.
Ze had de daad bij het woord gevoegd en kwam binnen met een mand vol wol, katoen, haak- en breinaalden én een hartige taart. “Hoef je een keer niet te koken!”

Maar dat kwam goed uit! We gingen immers het weekend naar de Noordzee en dan is zo’n hartige taart heel gemakkelijk mee te nemen en erg lekker.
Toen de dames ’s avonds weg waren schonken we ons een glaasje wijn in en keken naar een opgenomen aflevering van ‘de slimste mens’.
En ondertussen stond die taart daar maar te geuren op het aanrecht.
We konden de verleiding niet weerstaan.

“Allebei ien klein puntie….”
Het werd iets meer. Maar hij was dan ook werkelijk overheerlijk!
De rest van de taart heb ik onmiddellijk in stukken gesneden, in folie verpakt en in een vershouddoos in de koelkast gezet.
Je moet de kat per slot van rekening niet op het spek binden.

Na het weekend heb ik de gulle gever bedankt voor het lekkers en gevraagd naar het recept.
Ik meende ook citroen te proeven en inderdaad: dat zat er dus ook in. Een heel bijzondere combi.
Het recept is uit de Allerhande staat gewoon op internet: hierbij een link naar Italiaanse taart met kip >>>.

Reageren

6 augustus: Trijn & Trijn

Gisteren had ik een mini familiedag. In de zomervakantie breng ik altijd een dag door met de zus van mijn vader, mijn tante Trijn. Op mijn verzoek bezochten we Dedemsvaart, de plaats waar mijn overgrootouders gewoond hebben. Mijn overgrootvader heb ik nog gekend, we zochten hem regelmatig op. Hij had twee kinderen: zoon Andries (mijn opa) en dochter Trijntje.
We hadden gisteren afgesproken om koffie te drinken bij de dochter van die zus, die (om de zaak eenvoudiger te maken) ook Trijn heet en ‘an de vaort’ in Dedemsvaart woont.

Trijn en Trijn zijn dus nichten en zijn naar dezelfde oma genoemd. Eerst zochten we het huis op waar mijn overgrootouders gewoond hadden, waarbij de nichten herinneringen ophaalden aan logeerpartijen (en kattekwaad) bij hun opa en oma. Vervolgens gingen we naar het kerkhof, waar we oude graven opzochten. Toen kwamen de herinneringen boven aan begrafenissen in 1956 (van de vader van nicht Trijn) en in 1958 (van de oma van de beide nichten). “Wij gingen naar het kerkhof in koetsjes. Je had toen immers nog geen auto’s. We vonden dat eng en spannend. Weet je nog dat wij toen samen in een koetsje zaten?” Wat ook uit de gesprekken naar voren kwam was dat er met kinderen helemaal NIET over de dood werd gepraat. De destijds tienjarige nicht Trijn had nota bene haar vader verloren en er is naderhand nooit meer over gesproken. “Zo was het toen. Het waren andere tijden”.

Het zijn deze gesprekken die deze mini familiedag voor mij zo bijzonder maken. Ze geven me een inkijkje in mijn familiegeschiedenis. Ik kan vragen stellen als: “Konden jullie moeders het als schoonzussen ook goed met elkaar vinden? Vierden jullie vroeger verjaardagen samen?”

Op een terras aan de vaart in Dedemsvaart bestelden we koffie en thee met arretjescake. (uitleg en recept zie >>>).
Daar zaten we uitgebreid te beppen over familie, over lastige Vrieswijk-karaktertrekken, stoppen met roken en lekker eten. Toen was de dag nog lang niet voorbij. Maar de belevenissen van deze dag passen niet in één blog. Wordt één dezer dagen vervolgd. (zie 9 augustus >>>)

Reageren

2 augustus: Zalm, kruidenboter en knoflooksaus

Mooi weer gisteren. Halverwege de week vroeg Gerard: “Hebt wij al wat zaoterdagaomnd?” We hadden nog niks. We vroegen een bevriend echtpaar om te komen barbecuen, want dat was Gerards onderliggende vraag.

De omstandigheden waren ideaal. Een mooie zomeravond, aangename gesprekken met de vrienden, biertje/wijntje erbij en lekker eten. Natuurlijk eet je tijdens een bbq teveel vlees. Daar doen we anders een hele week over! En natuurlijk komt de relatie met mijn Pal (zie 22 juli >>>) op zo’n dag onder druk te staan. Maar o, wat genieten we er altijd van.

Gisteren hadden we o.a. zalm. Dat kun je grillen in zo’n roosterklem, maar ik vind zalm altijd lekker als het is gekruid en ingepakt in aluminiumfolie. De kruidenboter en de knoflooksaus had ik gisteravond zelf gemaakt. Dat is erg eenvoudig en erg lekker.

Hierbij de recepten voor de zalm, de boter en de saus:

Zalm in aluminium folie

Zalm:
– de zalm in repen van ongeveer 100 gram snijden en kruiden met viskruiden
– aluminiumfolie 25 x 25 cm afsnijden
– midden op het vierkante stuk folie een stukje invetten met olijfolie.
– op het olijfolie stukje de huid van de zalm leggen
– nu de zalm als een kadootje inpakken, 10-15 minuten op de bbq, dan het kadootje weer uitpakken.

Boter:
– 100 gram margarine of roomboter vermengen met een teentje knoflook (uit de pers) een halve theelepel zout en een theelepel bieslook.

Saus:
-2 eetlepels mayonaise vermengen met 1 eetlepel melk, 2 uitgeperste teentjes knoflook en een halve eetlepel peterselie.

Vandaag rustig aan. Groentensoep. Met stokbrood en een beetje overgebleven kruidenboter…….

Reageren

25 juli: Neie eerappels

Afgelopen week aten we voor het eerst nieuwe aardappels uit eigen tuin. Ieder jaar is het weer een spannend moment als Gerard de hooivork te voorschijn haalt en de eerste stam aardappels uit de tuin rooit. Eén stam leverde deze week anderhalve kilo aardappels op.
Van die eerste stam maken we altijd onze eigen feestje.
Daar eten we dan sla en speklappen bij.
En geen jus, maar spekvet.
Slecht!
Maar lekker….!
Eén keer per jaar doen we dat.
Na de maaltijd zegt Gerard dan altijd : Nou ku’w mooi met de vette bek hen buut’n kiek’n.
Waninge grapje.

Bij de eerste keer nieuwe aardappels schrap en kook ik een dubbele portie aardappels.
Want dan eten we de volgende dag gebakken nieuwe

gebakken aardappels met zalm en sla

aardappels.
Deze keer met een zalmmoot uit de oven (ovenschaal met olie invetten, zalm kruiden met viskruiden nog wat olie over de vis en ongeveer een kwartiertje in de oven op 180 graden) en sla met mosterd-honing-dressing en komkommer. Voor ons zijn de eerste ‘neie eerappels’ ieder jaar weer een culinair hoogtepunt in de zomer.
Het zou qua restaurantsterren nog niet één ster scoren.
Maar voor ons zowat het lekkerste dat er is.

Reageren

17 juli: Sla met …..

We eten deze zomer weer volop uit onze eigen moestuin.
In juni hadden we verse aardbeien en dikke kroppen sla.
Sla uit eigen moestuin is altijd lekkerder dan uit de winkel, het is lekker zacht.
Het grote nadeel van een eigen moestuin is dat er wel eens ongedierte in je groente zit.
Een spin. Of een slak. Of hele kleine groene luisjes.
En er zit ook altijd zand aan, vooral als het net geregend heeft.
Toen Gerard en ik trouwden was ik helemaal niet gewend aan een moestuin.
Mijn vader had een tuin om in te zitten. niet om in te werken en de groenten kochten we bij de groenteboer of we haalden wat uit de polder.
Maar bij Gerard thuis op de boerderij was een hele grote moestuin en werd er van alles verbouwd.
Maar inmiddels ben ik er helemaal aan gewend en sta ik met liefde wat langer in de keuken om de groenten goed schoon te maken en een keer extra te spoelen.
Als ik de sla in de slacentrifuge doe, moet ik altijd even denken aan Harriët, die toen ze vier jaar was bij mij bij het aanrecht stond te kijken hoe ik de sla schoonmaakte en waste.
In het eerste spoelwater zat veel zand, er dreef een slakje in en heel veel kleine groene luisjes.
“Wat is dat?” vroeg ze. “Dat zijn piepkleine luisjes” legde ik uit, “maar die willen we liever niet opeten, dus die was ik er af.”
In het volgende spoelwater zaten nog maar een paar luizen en na nog twee spoelbeurten was het water helemaal schoon.
Maar ze was er kennelijk niet helemaal gerust op.
Toen we met elkaar aan tafel zaten met allemaal een bord aardappels met sla voor ons vroeg ze zorgelijk: “Poepen luizen?”
In haar kinderbrein was het verhaal van de luisjes een geheel eigen leven gaan leiden…..
In het begin van ons huwelijk was er nog enige onduidelijkheid over hoe je sla eigenlijk eet.
“Gewoon met azien en suuker” dacht Gerard. Dat dacht ik niet.
Bij ons thuis werd de sla bereid met een prutje van slasaus, een halve gesnipperde ui, augurkjes , zilveruitjes en een theelepel kerrie. Met een gekookt ei.
Zo gingen wij het ook doen. “Ook lekker!” vond Gerard.
Later heeft Gerard de Waninge-versie van sla nog wel eens gehad, maar toen smaakte het hem toch minder lekker dan vroeger.
Daarentegen eten we andere dingen weer wel op de Waninge-manier: rababer, appelmoes en appeltaart.

 

Reageren

20 juni: Grieks eten zonder witte bonen

ZWOAl een aantal jaren is Gerard voorzitter van de werkgroep ZWO van onze kerkelijke gemeente. De letters ZWO staan voor Zending, Werelddiaconaat en Ontwikkelingssamenwerking. Ben je benieuwd wat ze zoal doen? Hierbij een link >>> naar hun eigen pagina op onze website.

In juni sluiten zij het seizoen altijd af met een gezamenlijk etentje. Dit jaar was dat afgelopen donderdag en geheel in de stijl van de werkgroep gebeurt dat niet in een duur restaurant, maar bij iemand thuis onder het motto: “Door elkaar, voor elkaar”.
Dat betekent dat iedereen thuis een deel van het menu klaar maakt. Iedereen neemt het resultaat van zijn kookkunsten mee en dat wordt gezamenlijk opgegeten.
Ieder jaar wordt er een land uitgekozen en worden er gerechten voorgesteld uit dat land die je zou kunnen maken.
Dit jaar was het thema ‘Griekenland’ en Gerard zou een ovenschotel met witte bonen kunnen maken.

Bij dit afsluitende etentje is ‘de aanhang’ van de werkgroepleden ook altijd welkom. In ons geval zorgt ‘de aanhang’ ook voor het mee te brengen gerecht en deze aanhang houdt niet van witte bonen. Zo’n gerecht ga ik dan ook niet maken. Op internet zocht ik op ‘Grieks eten’ en ik vond een Griekse spinazietaart met feta en filodeeg: Spanakopita >>> . Dat vond ik een prima alternatief.

Het etentje was een groot succes. Er was een koude Gazpacho (soep) met zelfbakken brood en Tzatzikisaus als voorgerecht en als hoofdgerecht kon je kiezen uit Moussaka, Kip met groente, Spinazietaart of Pastasalade met rauwkost en féta. Het toetje bestond uit twee delen: baklava én griekse yoghurt met honing en walnoten.
Gelardeerd met vruchtensap c.q. wijn, geserveerd op een bedje van goede gesprekken.

We hebben de witte bonen niet gemist.

Reageren

13 juni: Hartige taart

Vanmorgen fietste ik van Roden naar Een, op weg naar de kapper. Dat is een prachtige fietstocht, bij Roderesch langs, door een bos, langs het hunebed, door Steenbergen, langs weilanden met koeien, schapen en paarden. Nu de bomen zo vol in het blad zitten is het puur genieten op de fiets. Het bos rook lekker, de vogels floten uitbundig, het hunebed lag in de zon te blikkeren: Drenthe op z’n mooist.

Het was een rommeldag vandaag: na de kapper niets op het programma. Vanavond gaan we naar vrienden voor een borrel en goed gesprek. En een boom klaverjassen. Vandaag aten we één van mijn lievelingsgerechten: hartige groentetaart. Ik heb het van een MAVO-vriendin. Toen wij een aantal jaren geleden bij haar waren met ons mini-reünieclubje (zie 9 mei >>>) had haar dochter deze heerlijke taart voor ons gemaakt. Ze gebruikte hier voor geen pakje van Koopmans of zo, het waren allemaal vrij eenvoudige ingrediënten. Ze mailde me later het recept:

Benodigdheden voor twee personen:
– 8 plakjes bladerdeeg voor hartige taart
– 4 eieren
– 100 gram geraspte kaas
– bakje champignons
– 2 uien
– 1 prei
– 1 paprika
– 125 gram gerookte spekreepjes
– 200 cc houdbare kookroom

Verwarm de oven voor op ca. 200 graden.
Bedek de bodem van een springvorm met bladerdeeg. Spekjes bakken.
Groenten schoonmaken en in stukjes snijden, 10 minuten smoren met een beetje olijfolie.

Spekjes door de groente roeren en vervolgens in de springvorm doen.
De helft van de geraspte kaas hier overheen strooien.

Roer de eieren door de room. Giet dit mengsel over de groente in de vorm (indien gewenst op smaak brengen met peper en zout).
Strooi de rest van de geraspte kaas over de taart.
Bak de taart in ca. 30 minuten gaar.

Reageren

26 mei: Drentse rabarber

We hebben weer verse rabarber in de tuin!
Vanavond aten we spinazie (voor het eerst uit eigen tuin dit jaar) en daar hoort dan ook een schaaltje rabarbermoes bij, een favoriet gerecht in de familie Waninge.
De meningen zijn sterk verdeeld over dit Drentse bijgerecht.

Dit recept kreeg ik van mijn schoonmoeder. Onze kinderen vinden het heerlijk, maar het is hen dan ook ‘met de paplepel ingegoten’, net als hun vader. Zelf ben ik er niet zo gek op, bij ons thuis waren we niet zo van de liflafjes bij het eten. Toen de dochters allemaal nog thuis woonden, kon ik een schaal vers gekookte rabarber eigenlijk niet op het aanrecht laten afkoelen. Als het kon lepelden ze het namelijk zo uit de schaal. Evenals hun vader.

Benodigdheden:
– Drie grote stengels rabarber
– 75 gram suiker (mag ook meer of minder, hangt van je smaak af….)
– 1 theelepel maizena + klein beetje water

Werkwijze:
– Haal het blad van de stengel en snij de witte onderkant van de stengel er af.
– Was de rabarberstengel (met een oude afwasborstel gaat dit prima)
– Snij de rabarber in stukjes van 1 cm en was die stukjes in warm water
– Haal de rabarber uit het water en doe het met aanhangend vocht in een pan
– Voeg de suiker toe en breng het geheel aan de kook
– Als het kookt op een zacht pitje zetten en de rabarber langzaam uit elkaar laten vallen.
– Regelmatig roeren.
– Rababer niet helemaal gaar koken, het lekkerst is als er nog stukjes in zitten.
– 1 eetlepel water in een kommetje, hierin 1 theelepel maizena oplossen
– Als de rabarber voldoende gekookt is het maïzenamengsel heel langzaam onder regelmatig roeren toevoegen (anders krijg je ‘kloet’n).
– Nu laten afkoelen in een schaaltje.

Dit noem ik een Drents recept omdat het van mijn oer-Drentse schoonmoeder komt. Het smaakt natuurlijk ook heerlijk in andere provincies van Nederland!

Reageren

19 mei: Jachtschotel, recept uit 1948

kankerDeze week ondergaat Gerard het tweede deel van de derde chemokuur.
Vanmiddag dus een injectie en een infuus en vrijdagmiddag vooreerst de laatste injectie.
Eigenlijk zouden we morgenmiddag een afspraak hebben met de hematoloog, maar die was verzet naar vanmiddag, zodat we rond half vijf, na het infuus, al meer te weten kwamen over ‘hoe nu verder’?
We weten nu dat er in de komende maanden een stamceltransplantatie volgt. De afspraken daarvoor moeten nog worden gemaakt, want er moeten eerst nog andere onderzoeken plaats vinden. Onderzoeken die moeten uitwijzen of het lichaam helemaal vrij is van infecties.
Dus brengt Gerard de komende tijd o.a. een bezoek aan de kaakchirurg, aan de longarts, aan de KNO-arts en wie weet welke dokters nog meer. “Het worden drukke weken, ga daar maar van uit.” Het voortraject én de stamcelbehandeling worden uitgevoerd door het UMCG. Het wachten is dus nu op de oproepen voor bovengenoemde onderzoeken. Volgende week dus een rustige week en verder is het dus een kwestie van afwachten.Kookboek

Om half zes waren we thuis. Gisteravond had ik al een jachtschotel gemaakt, naar een recept uit ‘het Nieuwe Kookboek” van Henderson, Toors en Ebbelink. Ik heb een dertiende druk uit 1981, maar de eerste druk is uit 1948. Het boek kreeg ik op onze trouwdag, ik denk van iemand die niet veel vertrouwen had in mijn kookkunsten.
Het boek valt uit elkaar. Op pagina 231, waar de jachtschotel beschreven staat, zitten ettelijke vlekken. De jachtschotel is namelijk zo lekker dat ik die al talloze keren gemaakt heb.
Succes verzekerd. Hierbij het recept:
De beschrijving is voor 2 personen. Dat is de Waninge-maat, je houdt waarschijnlijk dus wel wat over als je niet zo’n grote eter bent.

Voor de aardappelpuree:
600 – 700 gram aardappels
200 cc melk, klontje boter, beetje nootmuskaat

Aardappels schillen en koken.
Daarvan puree maken:
200 cc melk met klontje boter en beetje nootmuskaat aan de kook brengen.
Even goed roeren en daarna mixen met de gekookte aardappels zodat een gladde puree ontstaat.

Voor de hachee:
250 gram rundvlees
3 uien
2 zoetzure appels
Kruidnagel en peper.

Rundvlees kruiden met zout en vleeskruiden.
Het vlees ongeveer een uur goed gaar braden en uit de jus halen.
Het vlees in kleine stukjes snijden en weer terug doen in de jus.
Uien en appels schillen en in stukjes snijden en ook bij de jus doen.
Beetje kruidnagel en peper er overheen en onder af en toe roeren een half uren laten stoven.

Hoge ovenschaal invetten.
Eerste laag: een derde van de puree
Tweede laag: de helft van de hachee
Derde laag: een derde van de puree
Vierde laag: de andere helft van de hachee
Vijfde laag: de laatste derde van de puree.
Bestrooien met paneermeel en besprenkelen met een beetje olie.

30 minuten in de oven op 200 graden.

Reageren

Pagina 15 van 18

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén