De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

10 maart: Een kleine hoge thee.

Onze drie dochters kwamen gistermiddag rond theetijd langs.
Even bijpraten, gezinsdingen bespreken, gezellig.
Om deze gezinsontmoeting een beetje op te leuken organiseerde ik een mini-high tea.
Een kleine hoge thee.

8 boerenbont-theekopjes vulde ik met met kleine hapjes.
– een appel-pencee van de Jumb0 sneed ik in partjes.
– een chocolademuffin onderging het zelfde lot
– evenals twee roomboterstroopwafels
– en een La Place-frambozenmeringue.
– Kabelspekken van Frisia knipte ik in kleine stukjes
– ik had nog kleine, verpakte Tony Chocolonely chocolaadjes,
– een zakje kaas-creme-blokjes
– en drie soorten paaseitjes.

De theepot in het midden staat er alleen maar voor de sier: omdat het een theepot is en omdat hij zo mooi bij de boerenbontkopjes past.
Thee drinken we namelijk al jaren uit grote glazen met gekookt water, waar ieder voor zich een favoriet theezakje in hangt.
De gele vlekjes zijn paaskuikentjes, die ik er ter opluistering van het geheel bij had gelegd.
Tegenwoordig wordt ‘de thee-zak-vraag-van-de-dag’ uitvoerig besproken, dus het gesprek ging van favoriete kleding naar mooiste vakanties.
Het was heerlijk om de dames even weer allemaal thuis te hebben en uitgebreid tijd voor elkaar te hebben.

Vandaag kregen we neef Jan en zijn vrouw Janny op bezoek.
Voor de kleine hoge thee van gisteren had ik niet alle koekjes en ander lekkers gebruikt, dus ik serveerde bij de thee een verkorte versie van wat ik gistermiddag op tafel zette: 5 kopjes deze keer.

Mocht je nou denken: wat ligt daar nou onder die theekopjes? Paasonderzetters.
Loensende kippen en haasjes, zelf gemaakt. Meer weten? Hierbij een link naar het blog dat ik in april 2023 daarover schreef onder de titel ‘Het haasje‘.

Janny vertelde dat ze voor wat betreft haar baan met de laatste loodjes bezig is: voor de zomervakantie heeft ze haar laatste werkdag, daarna gaat ze met pensioen.
“Gek idee dat je dan ’s morgens de wekker niet meer hoeft te zetten en er niet meer ‘ergens op je gerekend wordt’.”
Ook Jan is langzaam aan het afbouwen. Janny en ik zijn even oud; zelf ben ik nog niet heel erg bezig met mijn pensioen (2027), maar steeds meer mensen van mijn leeftijd stoppen eerder en dat maakt het onderwerp in ieder geval bespreekbaar.
Wij houden het voorlopig bij de Drentse variant: wij kiek’n wel eem.

In onze woonkeuken staat nu een prachtige bos bijzondere tulpen die onze gasten uit Epe meenamen: de wit-groene parkiettulp.
Kijk nou, wat een mooie variant van deze oer-Nederlandse bloem!

 

Reageren

9 maart: Voor de kost.

“Wat doet jouw Gerard eigenlijk?”
Die vraag stelde vorige week iemand op mijn werk.
Dat was naar aanleiding van mijn blog over de verkiezing van het meest duurzame huis in Drenthe.
We zijn het overigens niet geworden; het huis van de winnaar staat in Peize.
Bert & Gea: gefeliciteerd!

‘Mijn Gerard’ werkt bij BBC Bouwmanagement in Groningen.
Tot vorig jaar was hij daar ‘Teamleider bouwkundig versterken’, maar sinds januari heeft hij een nieuwe functie en is hij Manager Business Development.

?
Een functie met een Engelse naam die mooi klinkt maar mij niets zegt.
Gerard moet er zelf ook wel om lachen.
“Ja, ik zeg er zelf vaak bij “In goed Gronings: Manager Business Development”.
Manager Bedrijfsontwikkeling dus.
Hij draagt zorg voor de ontwikkeling en de groei van het onderdeel Bouwadvies: voert gesprekken met vastgoedpartijen en probeert de goede mensen binnen te halen om de klussen te doen. In goed Gronings: “Dat boudel goud lopt: genog arbaaid en gouie mènsken. ”
Laat dat maar aan mijn Drent over.

Deze week lanceerde BBC een nieuwe website en bij het onderdeel ‘Bouwadvies’ wordt Gerard geïnterviewd over dat onderdeel van het bedrijf. Onderaan die pagina vind je een video waarin hij vertelt wat het bedrijf zoal doet. Hierbij een rechtstreekse link naar het filmpje.

Dat doet mijn Gerard dus voor de kost.
Maar als je hem vraagt wat hij het liefste doet zal hij vast zeggen: werken in de tuin en kleine timmerklusjes.
Schuurtjes bouwen en ideetjes uitwerken over duurzaamheid enzo.
In en om huis scharrelen in oude kleren.
Sinds januari is daar gelukkig wat meer tijd voor, want de nieuwe functie is voor 32 uur per week.
Eén dag minder colbertjasje.

Reageren

8 maart: Nuttig en onaangenaam.

Vanmorgen liep ik in de prille (en kille) voorjaarszon te wandelen: een tommetje*.
Ik verenigde het nuttige met het onaangename: om 10.50 uur had ik een afspraak met de tandarts.
Nou is die tandarts best een aangename man, maar wat hij doet is altijd heel vervelend.
Drie bevallingen en een open hartoperatie heb ik gehad, maar de tandarts blijft een afspraak waar ik tegenop zie.
Hij haalt mij op uit de wachtkamer.
“Mevrouw Waninge”.
“Meneer Van Baren”.

In mijn linkeronderkaak zit een kies met een gaatje en mijn snijtanden krijgen na het beugeltraject een opknapbeurt: er worden een paar vlekjes weggewerkt.
“Wilt u een verdoving?”
Maar natuurlijk.
“Mag ik mijn eigen muziek op mijn oortjes?”
Maar natuurlijk.
We voeren nog even een gesprekje over muziek (Muse, Metallica) en de assistente heeft gelijk: “Ik denk niet dat mevrouw die muziek van jou leuk vindt…..”
Hoeft ook niet. Mevrouw vindt Mozart mooi. 
Een bariton begint ‘Deh! Vieni alla finestra’ in mijn oor te zingen en ik geef me over aan het prachtige stuk uit Don Giovanni.

Achteraf duurde de behandeling ongeveer 30 minuten, maar achterover liggend in de tandarts stoel voelde het langer.
Je mond wordt opengehouden met een lippenspreider, je krijgt na een minuut of tien een soort kramp in je kaken en ondertussen boort, spettert en schuurt meneer Van Baren aan mijn gebit en praat door ‘Soave sia il vento‘ (uit Cosi fan tutte) heen. Niet erg natuurlijk, soms moet er toch even gecommuniceerd worden.
Af en toe slik ik schichtig wat vocht/water weg, krijg nog last van een kleine kriebelhoest, maar geniet ondertussen van Lucia Popp ‘Deh! Vieni non tadar‘ uit Le nozze di Figaro.
Oeh, wat mooi.
Het is fijn als ik in vervelende omstandigheden kan luisteren naar zulke heerlijke muziek, het helpt me om te ontspannen en me te concentreren op mijn ademhaling.
Bij het ‘Alma Dei creatoris’ is het klaar.
Ik krijg een spiegel om te bekijken hoe mooi mijn voortanden er nu uit zien: opgeknapt!
Wat een kunstenaar.

“U houdt nog wel even last van de verdoving. En op uw wang zit een klein wit vlekje, dat komt doordat de verdoving de bloedtoevoer in uw wang stillegt.”
Het maakt me niet zoveel uit; ik mompel met mijn verdoofde lippen dat ik toch al verkering heb en we wensen elkaar een goed weekend.
De wandeling naar huis is heerlijk; eenmaal thuis drink ik wat met een rietje en het eten stel ik even uit.
En ja, die verdoving zit er nog even in, maakt het eten/drinken lastig en het prikt en tintelt als het bijna is uitgewerkt, maar mevrouw Waninge ondergaat geen behandelingen meer zonder verdoving. Mozart alleen is niet genoeg.

* een ommetje naar de tandarts. Leuke woordspeling: de voornaam van meneer Van Baren is Tom 😉

Reageren

7 maart: Een week….!

Gisteravond zou ik iets mogen vertellen over de streektaol op de raadsvergadering van de gemeente Noordenveld samen met Tea en Henny.
Daarom had ik een ovenschotel gemaakt, dan had ik geen drukte met het eten; ik moest er om 19.00 uur al zijn.
Toen de schotel al in de oven stond, kreeg ik een telefoontje van Tea: “Raodsvergaodering giet niet deur! Ze hebt gedoe met de apparatuur in ’t gemientehoes.”
Jammer ja.
Maar niet onoverkomelijk hoor; de week was ook zonder de raadsvergadering vol zat.

De schotel in de oven was er één zonder vlees en dat had ook een reden: het is deze week (4 tm 10 maart) de Nationale Week zonder Vlees & Zuivel.
Gistermorgen voerde Bert Haandrikman op Radio 5 een gesprekje met één van de initiatiefnemers.
Wat de luisteraars daar van vonden werd luid en duidelijk door Bert verwoord; Radio 5 publiek is over het algemeen wat ouder en de bereidheid om dingen te veranderen neemt dan doorgaans wat af.
Bert vond het wel lang: een hele week! Geen vlees én geen zuivel, dat is toch bijna niet te doen.

De mevrouw van de nationale week begreep dat ook wel.
Zij vertelde dat het vooral gaat om bewustwording.
Nadenken bij wat je eet en drinkt.
Moet je iedere dag vlees en zuivel?
Kun je ook eens een alternatief nemen?

Gisteren hadden wij een vleesloze dag; ik had een vegetarische ovenschotel met witlof, ui, kaas en puree gemaakt.

Dit heb je nodig voor 2 personen:
–  500 gram aardappels
– 4 witlofstronken
– 1 ui
– 4 plakken kaas en een beetje geraspte kaas
– nootmuskaat
– maggi
– zout
– 150 cc melk (voor het maken van puree)
– ovenschotel
– Panko

Dit moet je doen:
– aardappels schillen en koken met een beetje zout
– ui pellen, in stukjes snijden en een beetje aanbakken
– harde kern uit de witlof snijden en in stukjes snijden.
– de gesneden witlof bij de uien in doen en 10 minuten meebakken/stoven.
– witlof/ui kruiden met een paar scheutjes maggi en nootmuskaat.
– bodem van de ovenschotel bedekken met de ui/witlof-massa
– 4 plakken kaas verdelen over de laag witlof/ui
– puree maken van de aardappel (met de melk en klontje boter)  en die verdelen over het laagje kaas
– puree bedekken met een dun laagje Panko en daar over de geraspte kaas strooien.

35 minuten in de oven op 200 graden.

Wij vonden het heerlijk.
Vleesloze dag; goed bezig.
Nu de zuivel nog…..

Reageren

6 maart: Verstopt.

De vorige twee keren in december en februari had ik gemist op de eerste dinsdag van de maand, maar gistermiddag was ik er weer bij: Holy Stitch. We kwamen al helemaal in de sfeer van Pasen, want er stonden gehaakte kipjes, eieren enzo op tafel. Verder stonden er twee schaaltjes op tafel vol kuikentjes, dat was een actie van Zwanny die voor iedereen zo’n kuikentje had gemaakt als paasdecoratie. Als je er één pakte bleek iets lekkers in te zitten. Wat een leuke verrassing!

Iedereen in de kring vertelde waar ze mee bezig was. Trijnie schoot niet erg op, zei ze, want ze kon thuis niet breien. Daar hingen haar katten steeds in haar breipennen…..
Wat inmiddels al heel gewoon is geworden op deze middagen, dat er onderling advies wordt ingewonnen en gegeven.
“Ik denk, ik neem dit even mee hier naar toe, Sjoukje weet vast wel hoe dat moet met die bies”.
Sijcolien zat zich te verheugen op zaterdag, want dan ging ze met haar dochters naar het CreaWeekend in Hardenberg (van 8 tm 10 maart).
Had ik nog nooit van gehoord, maar ze vertelde er enthousiast over. Er is daar ook een handwerkplein en je kunt er kennis maken met de meest uiteenlopende  nieuwe hobbys.
Klik maar eens op deze link, dan kom je op de website van het Crea Weekend; wát veel! En wát leuk allemaal!
Maar ja, ik heb dit weekend al zoveel andere dingen. Oók leuk allemaal…..

Geke vertelde dat ze mocht exposeren met een verzameling van haar schilderijen in Koffie- en theetuin Zunneschien in Veenhuizen.
Haar tentoonstelling gaan ‘Doodgewoon’ heten; het gaat hierbij om veelal kleine schilderijtjes die ze heeft gemaakt van dode diertjes: een egeltje of  een vogeltje ofzo. “Daar maak ik dan eerst een foto van en vervolgens teken ik het na.”
Dus als je in die omgeving op de fiets zit wip dan even binnen bij Zunneschien en bekijk Geke’s impressie van de overleden diertjes.

We kunnen ook zelf ook nog aan de slag want Judith Oosterhuis organiseert op zaterdag 13 april een workshop tekenen met materialen als grafiet-, aquarel- en pastelpotlood, stiften en pen. Met de schepping als inspiratie ga je natekenen. (klik op de afbeelding voor een vergroting)

Dit blog sluit ik af met een verhaal van Kikker.
Zwanny was namelijk aan het breien aan een klein kikkertje en ze vertelde dat ze daarbij was geïnspireerd door het prentenboek ‘Kikker is Kikker’ van Max Velthuijs.
Kikker probeert om te vliegen, een taart te bakken, om te lezen, maar hij kan het allemaal niet.
Aan het eind komt hij tot de conclusie dat hij goed is zoals hij is.
“Iedereen is anders, niemand is als jij.”
Hierbij een link naar een video waar het boekje wordt voorgelezen.

Jij bent goed zoals je bent.
Ik hoef niet zo’n moeilijk borduurwerk te maken als Marijke en Alice hoeft niet een ingewikkelde ster-pannenonderzetter te haken. We doen allemaal waar we goed in zijn, delen onze kennis, verlenen elkaar onze hulp, maar hebben allemaal onze eigen specifieke kwaliteiten.
Het leven is immers geen wedstrijd.

Reageren

5 maart: Heppie.

Vanmorgen had ik al op tijd een afspraak bij de huisarts.
De griep is wel al weer weg, maar ik bleef maar last houden van mijn longen en ben snel moe.
Dan haal ik me van alles in mijn hoofd; als het maar niet dit is. Of dat. Je kent het vast wel.
Andere mensen om me heen kwamen ook nog met suggesties wat het zou kunnen zijn en vertelden verhalen over long covid en fatale longontstekingen. Brrrr. Het zal toch niet?
Gisteren was het maandag en zat ik aan het eind van de werkdag met hoog rode konen in de auto; pffffff….. eem zitten.
En dan werk ik nog niet eens in de bouw, hé?

De huisarts stelde me gerust.
Ontstekingswaarden in mijn bloed waren onder de 5, longen schoon, oren schoon, keel niks aan de hand.
Het is gewoon een griep met een lange staart.
Put je niet uit, neem voldoende rust, maar pak de dingen wel weer op, zodat je weer conditie opbouwt.
“En zwemmen?”
Gewoon doen, maar dan eerst niet met je hoofd onder water.

Met de griep-staart onder de arm liep ik weer naar huis.
Opgelucht.
Gelukkig niks ernstigs.
Daar kun je dan zo blij van worden.
Deed me denken aan een gedichtje van Joke van Leeuwen.

Ozo heppie

Ik voel me ozo heppie
zo heppie deze dag.
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?

Reageren

4 maart: Tempel.

Eigenlijk hou ik niet zo van mannenkoren.
In mijn jeugd dweepte mijn vader met de Mastreechter Staar en ook op de Duitse televisie waar we destijds veel naar keken stond regelmatig een podium vol zingende mannen “O Du, mein Weeserland!”
Nee.

Gistermorgen werkte het Christelijk Mannenkoor Leek mee aan de viering in onze PKN-gemeente.
En warempel: ik vond het aangenaam.
Ze zongen mooie liederen die goed bij de rest van de viering pasten; verder was het repertoire afwisselend en fijn om naar te luisteren.
Bekend en onbekend.
Oud en nieuw.
Ze verrasten mij met het lied ‘Zoals ik ben’ dat ik ken in de uitvoering van Truus Simons; een lied dat in onze gemeente nooit gezongen wordt en dat bij mij ontroering teweeg bracht. Een gedateerde tekst, maar zo’n prachtige melodie en verbonden met talloze mooie herinneringen aan kerkdiensten van vroeger.
Dat gold eigenlijk ook voor het lied ’the Elephantsong’ dat we allemaal kennen in de uitvoering van Kamahl uit 1975: waar hoor je ze nog!

Een mannenkoor heeft een totaal andere klank dan een gemengd koor. Wat mij opviel was dat er heel veel stemmen waren uit de lagere regionen: bassen en baritons. Ik miste de hoge klank van met name de hoge tenoren; van Klaas, (cantorijbas) begreep ik tijdens de koffie dat daar gewoon niet zo veel van zijn. Wat hebben wij als cantorij dan een geluk met Jelle en Jan Willem, die van cantor Karel soms te horen krijgen ‘dat het wel iets zachter mag…” Koesteren die mannen. Voor je het weet ben je ze kwijt aan een mannenkoor!

Dominee Walter Meijles verraste ons gistermorgen met een preek over het lichaam als tempel van de ziel.
Alle vezels van ons lichaam bevatten een stukje God, daarmee is het heilig materiaal.
Ontheilig je lichaam/die tempel niet en zet je met alles wat je in je hebt in voor de goede zaak.
Met je hele handel en wandel.
Zorg er voor dat je wegblijft van tafels die door Jezus worden omgegooid als hij in woede ontsteekt  over wat we toch in Gods naam hebben gedaan met Gods wereld. Net als op het tempelplein, waarover Johannes ons gistermorgen vertelde.

In de 500 woorden die in dit blog tot mijn beschikking staan kan ik niet tot uitdrukking brengen wat deze viering bij mij heeft teweeggebracht.
Mijn advies is dan ook: luister deze kerkdienst terug via Kerkomroep of het YouTubekanaal van de kerk.
Laat je verrassen door de inspirerende overdenking van de predikant en beluister alle prachtige muziek die voor ons werd gezongen door de mannen uit Leek.
Op de afbeelding hiernaast zie je het mannenkoor.
Tijdens de dienst had ik al een foto gemaakt, maar dat was te ver weg en ik kreeg de pianiste er niet op.
Na afloop heb ik de mannen gevraagd of ze voor mij wilden poseren en dat leverde dit prachtige plaatje op!
Als je op de afbeelding klikt, krijg je een vergroting.

Reageren

3 maart: Jamaicaballen van bakker Punter.

Het stond al een tijdje vast: zaterdag 3 maart zag ik het clubje Mavo vriendinnen uit de jaren 1973-1977 weer.*
Deze keer waren we te gast  bij Annie, zij woont in Joure.  Het is verbazingwekkend hoe genoeglijk je uren bijpraat nadat je elkaar anderhalf jaar niet hebt gezien. Koffie, taartje,  lunch: het was maar zo 14.00 uur.

“Zullen we nog even een stuk wandelen?” stelde Annie voor.
Nou,  dat was beslist geen straf,  het was gisteren immers prachtig weer.  We liepen naar het centrum van Joure en bezochten eerst de katholieke kerk waar Annie pastor is en we namen een kijkje in haar werkkamer.
Daarna wandelden we door de Midstraat, de belangrijkste winkelstraat in Joure.
Joure is geen stad, maar wel te groot om een dorp te worden genoemd. Naar Oud-Friese traditie wordt zo’n plaats een flecke genoemd.
We liepen met z’n vijven in het voorjaarszonnetje te genieten van het mooie weer!
We wipten even naar binnen bij de Wereldwinkel én we bezochten ook de het kruidenierswinkeltje ‘de Witte Os’ van Douwe Egberts, wat nu een museumwinkel is geworden. (zie afbeelding hiernaast).  Daar kon je naast thee ook koffie en snuiftabak kopen. En ouderwetse snoepjes.
Ik vond een zakje ‘sneeuwcaramels’: witte, poederachterige bollen.
“Zouden die net zo smaken als die Jamaicaballen die we destijds kochten bij bakker Punter?”
Punter en zijn vrouw hadden een banketbakkerij naast de MAVO in de jaren ’70 en in hun winkeltje was het vooral altijd heel druk tijdens de schoolpauzes.
“Daar kom je maar op één manier achter” zei Gea kordaat en zij kocht zo’n zakje.
Even laten stonden we op de stoep van het winkeltje met elkaar de sneeuwcaramels te proeven.
“Lekker!”
“Ja!”
“Maar niet dezelfde als de Jamaicaballen van Punter” en we deelden onze smaak herinneringen: die waren groter, die binnenkant was hard en smaakte zoeter, die plakten zo vast aan je gebit……”
Toen kregen we het ook nog even over die heerlijke, zoete puddingbroodjes. En die warme broodjes met een pennywafel er tussen.
“Ik zou het denk ik nu niet eens meer zo lekker vinden” merkte iemand op.
Nee, die pennywafel misschien niet, maar zo’n puddingbroodje……..
50 jaar geleden al; je kunt het je amper voorstellen.

Halverwege de wandeling ging de jas open en de knoopte ik mijn sjaal los; het was gewoon te warm.
Er waren al wat terrasjes open, overal stonden krokussen te bloeien en mensen waren al bezig in hun tuin.
Voorjaar.
Na de thee spraken we af dat we elkaar de volgende keer bij mij ontmoeten. “In de zomer van 2025 stuur ik een groepsapp, dan plannen we een datum!”
IJs en weder (en corona) dienende.

*meer weten? Klik hier voor het verslag van oktober 2022, van daaruit kun je doorklikken naar voorgaande edities.

Reageren

2 maart: Eitjes van een vlieg.

Toen ik ziek was had ik tijd om te lezen. Er lagen nog twee ongelezen exemplaren van één van mijn favoriete schrijvers Peter Robinson en ik koos voor ‘Zondeval’, een ‘Inspector Banks detective’.
In de boeken die ik al in die serie had gelezen was Banks gescheiden van zijn vrouw en beleefde hij van alles op amoureus gebied, maar in dit boek is hij nog gelukkig getrouwd. Je leest wel dat hij helemaal op gaat in zijn werk en bijna geen tijd heeft voor zijn gezin; een voorbode.

Het begint al weer super-griezelig met de vondst van een lichaam dat er al even ligt: ‘.….het was net of het bewoog; het vlees golfde letterlijk op en neer…” 
Later blijkt dat men aan de hand van dat golvende vlees kan achterhalen hoe lang het lichaam daar al ligt: men weet namelijk hoe lang het duurt voor de eitjes van een dikke zwarte vlieg er over doen om dikke maden te worden.
Brrrrrr.
Het duurt dan ook wel even voor men er achter is wie het slachtoffer is.
Het is Bernard Allen, een vroegere dorpsbewoner van Swainshead, die naar Canada is geëmigreerd, maar die even terug was voor een korte vakantie. Als lezer heb je dan al weer meer vragen dan antwoorden.
Wat weten die twee rijke broers Collier die het geïsoleerde dorp domineren en gebruik én misbruik maken van hun positie?
En waar is eigenlijk die Anne Ralston die vijf jaar geleden zomaar verdween?
Verder heb je intens medelijden met de simpele en wereldvreemde Katie, die door haar supergelovige grootmoeder is opgevoed en nergens van kan genieten omdat dat ‘zondig’ is.  Ze wordt gekoeioneerd door haar man en is in haar onschuld toch iemand die meer weet van de misdrijven, maar uit angst niks zegt.

De oplossing van dit mysterie ligt in Canada.
Banks gaat daar dus ook naar toe voor onderzoek.
Schrijver Robinson woonde daar vanaf zijn studie: hij laat Banks naar Toronto vliegen.
Voor mij herkenbaar: toen wij in 2017 onze vakantie doorbrachten in Canada hebben we die stad ook bezocht en ik herkende de toeristische hoogtepunten die Banks ziet.
Verder is het leuk om te lezen hoe de door en door Britse inspecteur eerst op zoek gaat naar een kop thee. An Englishman in Canada.

Natuurlijk wordt de misdaad opgelost, maar niet nadat er nóg een dode is gevallen.
In dit boek schemert op de achtergrond het eeuwenoude en wereldwijde probleem: rijkeluiskindjes komen overal mee weg.
Tenminste, dat denken ze.
Maar soms zegeviert het recht.
Tenminste, in boeken.
Tevreden sloeg ik de laatste bladzijde om met de opwekkende gedachte dat er nóg een boek van Robinson op mij ligt te wachten.

Benieuwd naar de andere boeken ik al heb gelezen in deze serie?
Hierbij drie links:

Verdronken verleden  2015

Slachthuisblues  2022

Nasleep  2023

Reageren

1 maart: Afscheid.

Vanmiddag was de afscheidsplechtigheid van Ger Vrieling, het PKN-gemeentelid dat ik regelmatig opzocht in de Hullen.
In 2010 werd hij getroffen door een herseninfarct; vanaf toen was hij aan de rolstoel gekluisterd.
Wat ik van hem heb geleerd is dat lichamelijk herstel één kant van het verhaal is, maar dat het mentale herstel een kant is die vele malen moeilijker is.
Het ontmoeten van andere mensen, mensen die hij vroeger had gekend, vond hij in het begin moeilijk.
Het oppakken van sociale dingen was lastig. Hij worstelde met zijn emoties en dat vond hij verschrikkelijk.
Hij zat met een gezonde geest in een gehandicapt lichaam en had moeite met de manier waarop hij door sommige mensen werd benaderd ‘alsof ik niet goed bij mijn hoofd ben’.
Maar hij zette door. Ging naar gespreksavonden, koffiebijeenkomsten, kon in het weekend naar huis, ging wekelijks zwemmen met z’n zoon, en ging zelfs af en toe naar het theater.

Als ik hem opzocht gingen we in het begin meestal even weg: eindje wandelen of fietsen en ergens een terrasje pakken
Verder deden we vaak een spelletje Triominos.
Toen hij nog zelfstandig kon staan gingen we af en toe samen op de duofiets een stuk fietsen.
“Wat wil je?” vroeg ik hem eens toen ik wilde weten welke kant we op zouden fietsen.
“Het liefst zou ik zelf het stuur in handen hebben” was het onverwachte antwoord.
Daar hadden we destijds een heel gesprek over.
Dat hij het stuur over zijn hele leven uit handen had moeten geven en hoe moeilijk dat was.

Na Gerda’s overlijden heb ik hem nog twee keer bezocht.
“Mijn hoofd zit nog zo vol verdriet…” zei hij en dat straalde hij ook uit.
We deden nog wel een spelletje, maar bij hem was de concentratie er niet meer.

Als iemand wordt opgenomen in een instelling, dan voelt dat als ‘worden opgesloten’.
Wat dan helpt is dat de samenleving waar iemand deel van uitmaakte die persoon blijft bezoeken.
Ophalen.
Meenemen.
Samen dingen doen.
Ger’s gezin, familie, vrienden, buren en ook gemeenteleden bleven hem trouw bezoeken.
Het doet er toe; daardoor blijft iemand onderdeel van de maatschappij en hoort hij/zij er bij.
Ger heeft laten zien dat het echt niet meevalt om als minder valide door het leven te gaan, maar dat het de moeite loont om te revalideren en te rehabiliteren. De omgeving is daarbij ontzettend belangrijk

Hoe belangrijk bleek vorige week woensdag, een paar dagen voor zijn overlijden, toen hij al twee dagen op bed lag: hij wilde eigenlijk nog wel graag naar het koffiedrinken van de kerk.

Vanmiddag stond ik bij zijn graf en heb ik afscheid genomen van Gerrit Albert Vrieling.
Met respect en bewondering zal ik blijven terugdenken aan mijn vriendschap met deze doorzetter die mij zo veel heeft geleerd over acceptatie, veerkracht, trouw en doorzettingsvermogen.

Reageren

Pagina 19 van 352

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén