De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

16 april: Dat gaat naar Den Bosch toe (4) – Moorkop?

“Zo’n Bossche bol is toch gewoon een moorkop?”
Dat hoor je vaak zeggen als het over de Bossche bol gaat.
Dacht ik ook.
Is niet zo.
Als je een weekend in Den Bosch bent moet je in ieder geval zo’n inheems gebakje eten, dus wij gingen op zoek.
We hoefden niet eens lang te zoeken, want in de beschrijving van de stadswandeling die we kregen van  de VVV was de lekkernij als punt 3 opgenomen.
Voor de echte Bossche bol moesten we naar lunchroom Jan de Groot; dit stond er over in de folder:
Al voor 1900 is de Bossche bol, voor Bosschenaren ‘SJEKLADEBOL’, een populaire lekkernij. Hij wordt gemaakt van soezenbeslag, gevuld met slagroom met een buitenkant van geglazuurd chocoladefondant.  Over wat nu de échte Bossche bol is zijn de meningen verdeeld, volgens kenners is de chocoladebol van Jan de Groot de enige ware.”

Toen we Jan hadden gevonden geloofden we onze ogen niet: de lunchroom zat tjokvol en bij het verkoopraam stond een lange rij.
Een rij! Voor een taartje!
En zo’n ding kostte dan ook nog eens € 5,=
Dat gingen wij niet doen.
Bi’j nou wiezer.
Je kunt die dingen overal in de stad kopen, wij zochten wel een terrasje.
Op al die terrasborden stond dat de Bossche bol ook daar verkrijgbaar was.
Op één zo’n bord stond: Koffie met een Bossche bol. Jahaaaa! Van Jan de Groot.
Dat zegt toch wel wat over die meneer De Groot en met name over zijn bollen.

Maar ”wij zochten wel een terrasje” was die zaterdagmiddag gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Het was het mooiste weer van de wereld en het was ontzettend druk in de stad.
Toen er op een gegeven moment twee mensen op een vol terras opstonden die net betaald hadden, vroegen wij of die tafel beschikbaar was en ploften neer op de stoelen, blij dat we een plekje gevonden hadden.
“Hebben ze hier eigenlijk wel Bossche bollen?”
Hadden we eigenlijk niet van te voren bekeken, maar gelukkig: die hadden ze.
We bestelden er twee bij een koffie en een cappuccino.
Ze werden geserveerd met een mes en vork; ik had gelezen dat je zo’n soes met je handen eet, maar eerlijk gezegd was ik blij met het bestek.
Ik ken mijzelf.
Na het eten van zo’n bol met mijn handen zit ik van oor tot oor onder de slagroom en chocola en mijn kleren aan de voorkant ook, dus dat ging midden overdag met zoveel mensen om me heen echt niet gebeuren.
Wat heerlijk was het.
En wat ongezond en wat genieten!

Toen we later terugliepen naar het hotel vroeg ik aan Gerard: “Wat kostten ze hier nou?”
“€ 4,95.”
Hm.
Toen we er op gingen letten bleek dat overal in de stad dezelfde prijs gevraagd wordt.
Kartelvorming dus 😉
Maar we hadden de échte Bossche bol van Jan de Groot niet willen missen.
Je bent toerist en dat kost wat…….en zoals Janny al zei in haar reactie op het eerste blog in deze serie: “De échte Bossche bol is het omrijden wel  waard!”

Benieuwd naar onze andere avonturen in ’s Hertogenbosch?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht.

Reageren

15 april: Staakt het schuren.

Onze PKN-gemeente organiseert ieder jaar een ‘Preek van de leek’.
Niet bekend met dit fenomeen? Hierbij een link naar informatie over dit concept op de landelijke PKN-site.
Dit jaar verzorgde Rob Oudkerk deze viering: gistermorgen ging hij voor in de Catharinakerk in Roden.

Oudkerk is oud kamerlid, was wethouder voor de PvdA in de gemeente Amsterdam en voormalig huisarts.
De laatste tijd stond hij in de belangstelling door de tv-serie ‘De Joodse Raad.’
Die serie gaat over zijn grootvader David Cohen die voorzitter was van de Joodse Raad en zijn moeder Virrie Cohen die werkzaam was in de Joodse crèche en daar heel veel kinderen heeft kunnen redden van deportatie.
Als thema voor deze preek van de leek heeft Oudkerk ‘Vrijheid en Bevrijding’ gekozen. (Foto: Heleen Minderaa)

Wij waren niet in de gelegenheid om naar de kerk te gaan zondagmorgen, maar we hebben natuurlijk wel teruggekeken via Kerkomroep.
Aan het begin van de dienst benoemde Oudkerk de vele verschillende vormen van vrijheid en de mensen in de kerk werden in de gelegenheid gesteld om het met elkaar te hebben over de vraag: ‘Wat is vrijheid? Wat betekent vrijheid voor jou?’
Thuis aan de keukentafel dacht ik aan de Russen, die werden opgepakt omdat ze bloemen legden bij een monument bij de dood van Navalny.
En aan mijn moeders verhaal over haar 2e Wereldoorlog*
Onze generatie vindt vrijheid iets vanzelfsprekends, maar dat is het niet.

Het begrip ‘vrijheid en bevrijding’ werd gekoppeld aan ‘vergeving’.
Als je niet kunt vergeven, belemmert jou dat in het gevoel van bevrijding.
Verder trof me het beeld van het slachtofferschap.
“Niemand kan jou slachtoffer maken. Die keuze maak je zelf; welke rol speel je? De slachtoffer rol?
Daarbij gebruikte hij een prachtig voorbeeld: je kunt niet je hele leven in iemands schaduw blijven lopen en op het eind van je leven zeggen dat je geen zon hebt gezien.

Verder werd ik geraakt door wat hij zei over vrijheid van meningsuiting.
Zijn moeder was daar geen voorstander van; waarom moet je altijd maar roepen wat je vindt als je daarmee een ander krenkt?
Oudkerk was het daar vroeger niet mee eens, maar nu kijkt hij er toch anders naar.
Hij noemde ‘het onbelemmerd uiten van je mening’ een ziekte.
“Het mag schuren” wordt tegenwoordig vaak gezegd, maar moet dat ook?
Moet je hele bevolkingsgroepen wegzetten omdat jij iets vindt van hun huidskleur? Of hun religie?
Moet je mensen bewust kwetsen en beledigen omdat zij zich niet zo gedragen als jij?
Oudkerk vond dat het tijd was voor een ‘Staakt het schuren’.
Dat ben ik roerend met hem eens.

Ik was het niet met hem eens over de uitvoering van ‘Ne me quitte pas’.
Dan kies je toch niet voor Frank Lammers…..!
Deze viering terugkijken?
Dat kan op kerkomroep.

* Het verhaal van mijn moeder vind je in het blog ‘Hoe vrij ben je‘ uit 2022.

Benieuwd naar voorgaande ‘lekepreken’? Hierbij een overzicht met links naar blogs die ik daar destijds over schreef:
2021 Harm Dijkstra
2022 Anne Doornbos
2023 Daniël Rouwkema

Reageren

14 april: “Wat is dit groene pieletje dan?”

Gistermorgen had de werkgroep Groene Kerk een ‘Plantjesruilmarkt’ georganiseerd.
Je kon plantjes/stekjes meenemen uit je eigen tuin en materiaal van anderen weer mee naar huis nemen; daarbij kreeg je voorlichting over ‘Groen tuinieren’.
Gerard was al op tijd in onze tuin aan het steken: hij nam wat kattenstaarten mee, twee polletjes bieslook, twee polletjes lavas en nog iets waarvan ik naam niet weet.
Alle bakjes, doosjes en potjes die waren meegenomen werden op lange tafels gezet, zodat er enigszins overzicht was.
Het was niet altijd duidelijk wat er werd aangeboden, maar leve het internet: menigeen had de app Picture This op zijn telefoon.
Dat is een applicatie om planten te identificeren door middel van foto’s; alle mensen met groene vingers hebben zo’n app op hun telefoon geïnstalleerd.
“Wat is dit groene pieletje dan voor plant?”

Alpendistel

We zagen een stronkje met wat groene blaadjes.
“Wacht, ik maak even een foto”.
Foto werd geupload in DE APP.
“Het is een alpendistel. Kijk, zo ziet ie der uit.”
“O mooi! Die wil ik ook wel, die doet het altijd zo mooi in bloemstukjes.”
Maar er was maar één zo’n stronkje…..

Van het ruilmateriaal van Gerard haalden de lavas en de bieslook de uitstaltafel niet eens: dat werd gelijk overgepakt in een papieren tasje.
Iemand had zelf laurierbladen gedroogd en in kleine potjes gedaan, daar nam ik er één van mee.
Gerard nam venka mee en een framboosstekje.
Je kon van alles meenemen: struikjes, bloemen, maar ook groente en kruiden.

En zoals bijna altijd bij bijeenkomsten van de kerk: het was al weer snel gezellig. De plantjesruilmarkt is natuurlijk ook gewoon een ontmoetingsplaats. Er werden tips en adviezen uitgewisseld en ervaringen gedeeld. Maar ook even wat mooie plaatjes van een kleinkind bewonderd. En er werd tussendoor informatie ingewonnen over de drukploeg “Wat kost dat dan?”
En hoe is het met……
Ik hoorde…..
Kerkenwerk is mensenwerk.
De werkgroep Groene Kerk zet zich in voor een een duurzame en rechtvaardige samenleving, waarbij het accent ligt op bewustwording.
Deze plantjesruilmarkt is een mooi initiatief dat navolging verdient!

Reageren

13 april: Fruitkracht.

Onze werkgever, Lentis, vindt onze gezondheid belangrijk.
In juni 2022 stond dit op Lentisnet:

In coronatijd is eens te meer gebleken hoe belangrijk het is dat je gezond eet en leeft. Dat geldt thuis, maar ook op het werk. De Raad van Bestuur ondersteunt het idee van een gezond tussen­doortje op de werkplek en heeft besloten te starten met het aanbieden van fruit voor Dignis- en Lentis GGZ-medewerkers. In Fruitkracht heeft de Raad van Bestuur daarin een leverancier gevonden, die met passie een gezond tussendoortje wekelijks op de werkplek zal gaan bezorgen. De start­datum van fruit op de werkplek is dinsdag 5 juli.

En natuurlijk, zoals altijd bij dit soort nieuwigheden: iedereen vond er wat van.
“Wat een onzin, ik neem zelf wel fruit mee.”
“Hebben ze niks beters te doen ‘daar bovenin’?”
“Wat een gebemui!”
Maar het werd geïntroduceerd en na een aarzelend begin zijn we er helemaal aan gewend.
Iedere dinsdagmorgen wordt een kratje bezorgd op onze afdeling, dat staat op de hoek bij ons secretariaat.
Het wordt geleverd door Fruitkracht. Meer weten? Hierbij een link naar hun website.
Iedere week zit er weer iets anders in.
Appels, bananen, peren, mandarijnen, druiven, dadels, snacktomaatjes en – worteltjes, er komt van alles voorbij.
Lekker hoor!
Ook ik ben een klein wieltje in het raderwerk: iedere maandag om 16.00 uur breng ik het lege kratje naar de balie beneden, zodat het  dinsdag weer kan worden meegenomen.

Het zal je niet verbazen: de druiven en bananen zijn het eerst op.
Maar gedurende de week snaait deze en gene een stuk fruit mee en op maandag zit er meestal niet veel meer in.
Wat er over is leg ik naast het koffieapparaat en ook dat wordt meestal wel door iemand meegenomen.

Maar afgelopen maandag waren er maar liefst 5 appels over gebleven.
“Als die er woensdag nog liggen neem ik ze mee naar huis, dan maak ik er een appeltaart van.”
Ze lagen er nog woensdag, dus ik nam ze mee naar huis.
Heerlijke appeltaart gebakken naar schoonmoeders recept.
Met roomboter, suiker en rozijnen geweld in rum.
Ergens in mijn achterhoofd zit de gedachte dat dit niet helemaal de bedoeling is van mijn werkgever.
Maar op deze manier worden de appels niet weggegooid.
En Gerard en de visite die dit weekend kwam hadden helemaal geen bezwaar…….

Reageren

12 april: Dat gaat naar Den Bosch toe (3) – Onder de stad.

Bij Harry in de boot.

De titel van dit blog klinkt lichtelijk onheilspellend, maar het viel mee.
Voordat we naar ’s Hertogenbosch gingen hadden mensen ons al verteld dat we dan in ieder geval een boottocht op de Binnendieze moesten maken.
Toen we ons vrijdagmiddag meldden bij de VVV vertelde de dame ons dat we dan wel moesten reserveren, want het was hééél druk en zaterdag zat al bijna vol.
Wij wandelden naar de kaartverkoop, het was toen ongeveer 16.00 uur. Zaterdag zat inderdaad al bijna vol, maar op die vrijdagmiddag was nog ruimte……een kwartier later zaten we bij Harry in de boot.

De rivier De Binnendieze stroomde vroeger door de stad achter de huizen langs.
Het was een belangrijke handelsvaarroute en het water van het riviertje werd gebruikt als drinkwater, voor het productieproces van de ijzer- en lakenindustrie en als riool.
In de loop van de eeuwen waren er huizen en wegen over de rivier gebouwd, zodat er hele stukken van de Binnendieze onder de stad doorlopen.
Gids Harry nam ons in zijn fluisterboot mee naar de middeleeuwen, toen Den Bosch een bloeiend centrum van handel en kunst was.
We voeren langs oude huizen en muren, maar ook onder de huizen door.
En dan te bedenken dat het niet veel gescheeld had, of die hele Binnendieze was uit de binnenstad verdwenen! Eind jaren ’60 was het eigenlijk alleen nog een open riool; het water was vies en het wemelde van de ratten. Het leek  toen een goed plan om de rivier te dempen en zes grote straten aan te leggen. De algemene tendens was dat men blij was dat men van ‘die stinksloot’ verlost werd.
Maar in 1972 werd de binnenstad ‘Beschermd stadsgezicht’ en vanwege de grote cultuurhistorische waarde is de rivier niet gedempt, maar is de loop gerestaureerd.

…onder de oude stadsmuur door….

Harry had een lamp op zijn boot, die hij aan deed als we onder een gewelf doorvoeren, want op sommige stukken zit je zo lang in een gewelf dat het echt aardedonker is.
Hij vertelde ons van alles: hoe oud sommige huizen en muren waren en wat de functie was geweest.
Halverwege de route voeren we zelfs onder de oude stadsmuur door en zagen we het restant van de vestingmuren: in de 80-jarige oorlog was ’s Hertogenbosch een belangrijke vestingstad.
Het was een schilderachtige boottocht.
We kwamen ook onder het stadhuis langs; daarover vertelde onze gids dat je in hun stad letterlijk in het huwelijksbootje kon stappen.
Je stapt dan in een speciale bruidsboot en vaart naar een trap onder het gemeentehuis. Je gaat via de trap naar boven, daar wordt dan een luik voor je geopend en kom je uit in de trouwzaal!

Harry zal vol verhalen en wij hingen aan zijn lippen.
Hij vertelde dat het varen op de Binnendieze dreef op vrijwilligers: er werd van hen verwacht dat ze van april tot november  2 dagdelen in de week beschikbaar waren voor een dienst.
De vrijwilligers die wij die middag zagen waren allemaal 60-plusser en stonden beslist hun mannetje met het aan- en afmeren van de boten.
Respect en bewondering!

Reageren

11 april: Vroege vogels.

Woensdagavond hadden Gerard en ik het aan tafel over de Onlanden.
Tegenwoordig ga ik zo veel mogelijk op de fiets naar het werk (wát een file-gedoe met die afsluiting van Ring Zuid in Groningen!) en dan kom ik door dat prachtige natuurgebied. Maandag was het ongewoon druk op het fietspad, vooral ’s middags: verrekijkers, telelenzen en mega-camera’s. Waarschijnlijk was er weer een bijzonder dier gespot dat ik niet zie omdat ik er te weinig verstand van heb.
(Naschrift: vanavond kreeg ik een app van vriendin Bea. ‘Vanmiddag las ik op de site van RTV Drenthe dat de zeearend broedt in de Onlanden. Waarschijnlijk waren die vogelaars daar naar op zoek!’
Hierbij een link naar dat artikel op de website van RTV Drenthe.)

“Zou ‘Vroege vogels’ al weer op televisie zijn?” vroegen we ons af.
Daarin hoor je altijd over dat soort ontdekkingen; in de Onlanden zit bijvoorbeeld een roerdomp. Het geluid dat dat beest maakt  (klinkt als een soort misthoorn) herken ik nu omdat het ooit voorbij kwam in dat programma.
Toen we gisteravond het 8-uur-Journaal hadden gezien had ik al ontdekt dat de eerste aflevering van Vroege Vogels afgelopen zondag was, dus die hebben we teruggekeken.
Die eerste aflevering van het seizoen was een special: ‘Zelf Geschoten’.
Dat is altijd mijn favoriete onderdeel van de uitzending; nu hadden ze een aantal mensen opgezocht die die filmpjes altijd opsturen naar Vroege Vogels.

Afbeelding van Timo Schlüter via Pixabay

Wat een mooie televisie!
Ik zat op het puntje van mijn stoel te genieten van mensen die laten zien hoe die filmpjes tot stand komen.
Wat ze er allemaal voor over hebben.
Hoe ze genieten van hun hobby.
En hoe trots ze zijn als hun filmpje voorbijkomt in de rubriek ‘Zelf geschoten’.

Nee, ik ga niet allemaal vertellen wat ik heb gezien, ga het zelf maar bekijken, het is prachtig!
Je kunt terugkijken op je televisie, het was er zondagavond 7 april op.
Maar als ‘service van de zaak’ geef ik je hierbij een link naar het programma op de website van BNN/VARA: Special Zelf Geschoten

 

Reageren

10 april: Dat gaat naar Den Bosch toe (2) – Een eeuwenoud gebouw.

Voor ons weekendje Den Bosch hadden we een hotel midden in het centrum gereserveerd: Golden Tulip Hotel Central.
Voor mij was dat hotel alleen al een verrassing, want het zat in een heel oud pand.
Johan Rademaker kocht het in 1905 en maakte van het gebouw een familiehotel; achterkleindochter Karin zwaait daar tegenwoordig de scepter.
Het is allemaal erg modern en stijlvol ingericht en toch hangt er een huiselijke sfeer.
Overal in het gebouw (ook op onze kamer) hingen oude foto’s van het hotel in vroeger dagen en historische afbeeldingen van Den Bosch.
En het aller-aller-leukste: naast het bed lag een historische atlas van ’s Hertogenbosch.
Meestal ligt er in zo’n nachtkastje een bijbel, maar die ken ik eigenlijk al.
Voordat we de stad ingingen om het VVV-informatiepunt op te zoeken had ik het eerste hoofdstuk al gelezen en de kaartjes bekeken: hoe zag de nederzetting er uit in de ijzertijd…?

Jheronimus Bosch (1450-1516)

Maar even terug naar het gebouw.
Het staat aan het marktplein in het centrum van de stad.
Aan datzelfde marktplein heeft ook Jheronimus Bosch gewoond en geschilderd; op het plein staat een standbeeld van hem.
Het hotel is begonnen als stadskasteel dat ridder Dirck de Roover in 1422 liet bouwen; het heette ‘de Leeuwenborg’.
Het was in gebruik als woonhuis tot 1637: toen werd het pand aangekocht door de Raad van State en werd de hoofdwacht er in gevestigd.
Dat was een centrale post, een gebouw van waaruit de schutterij of andere veiligheidsdiensten hun wachtrondes konden maken.
Onderin het gebouw was een gewelvencomplex, dat toen gebruikt werd als gevangenis waar oproerkraaiers en misdadigers werden vastgehouden.
Die functie hield het gebouw tot 1869: toen werd het in gebruik genomen als postkantoor en in 1896 kreeg het pand voor het eerst een horecabestemming.

Wij ontbeten ’s morgens in de imposante 14e eeuwse gewelvenkelder, het cellencomplex van de Hoofdwacht.
In 1986/1987 is deze ruimte volledig gerestaureerd/vernieuwd en ingericht als multifunctionele zaal voor recepties, feesten én ontbijt dus.
Als stille getuigen zag je nog de ringen aan het plafond, waar vroeger de gevangenen aan vastgeketend werden.
O man.
Als muren toch konden praten, dan wou ik wel een gesprekje met ze voeren.
Verder waren we niet veel in het hotel, wij waren voornamelijk de hort op en beleefden van alles in de stad.

Zaterdagmiddag hadden we even een ’time out’ van de stadsverkenning; na een uurtje liggen zochten we rond vijf uur het restaurant van het hotel op.
Bij de reservering hadden we een voucher gekregen: een fles Cava en een borrelplank, die gingen we inleveren.
We hadden ons er niet zoveel van voorgesteld.
“Een paar stukjes kaas en worst en wat olijven, dat zal het wel zijn. Gaan we daarna even een vissie kopen op de markt.”
Het vissie kochten we pas die zondag; de borrelplank was zo goedgevuld dat we de warme maaltijd niet gemist hebben.
De ober kwam heel officieel de fles champagne ontkurken en zo zaten wij met z’n tweeën die zaterdagmiddag met eigenlijk niks om te vieren aan een super-feestelijke borrel.
Maar ook zonder reden kunnen wij erg genieten van zo’n onverwacht feestje!

Benieuwd naar onze andere avonturen in ’s Hertogenbosch?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht.

Reageren

9 april: Geluk.

Eind vorig jaar kreeg ik het boek ‘Shuggie Bain’ van Douglas Stuart van mijn boekenvriendin.

Dit staat er over op de achterflap:
Hugh ‘Shuggie’ Bain brengt in de jaren tachtig zijn jeugd door in een vervallen sociale huurwoning in Glasgow. Agnes, zijn moeder, is alles voor Shuggie. Zij behoudt haar trots door er altijd goed uit te zien. Toch zoekt ze steeds vaker troost in drank. Shuggie probeert intussen uit alle macht normaal te zijn, ook al ziet iedereen dat hij ‘anders’ is dan de andere jongens. Agnes steunt haar zoon, maar haar verslaving begint alles te overschaduwen, zelfs de liefde voor haar Shuggie.

Eerlijk gezegd: ik had het na 100 bladzijden bijna weggelegd. Boeken waarin alleen maar ellende wordt geëtaleerd, daar knap ik nooit zo van op. Af en toe moest ik het even wegleggen. Och gossie, die arme jongen.
Het is aandoenlijk om te lezen hoe de jongen zich staande probeert te houden: zijn vader laat zijn gezin in de steek en zijn zus en zijn broer kiezen op den duur ook eieren voor hun geld en verlaten het zinkende schip.
Daarop zitten tenslotte alleen nog Shuggie en zijn aan alcohol verslaafde moeder, die in bittere armoede leven.
Daar komt bij dat Shuggie in zijn puberteit ontdekt dat hij ‘anders’ is; daar is in het Engeland van de jaren geen ruimte voor en helemaal niet in het verpauperde Glasgow. Hij wordt getreiterd, beschimpt en mishandeld.
Maar….. hij wist niet beter; hij vond een weg om er mee om te gaan.
Hij voelt een diepe liefde voor zijn moeder en zij voor hem en dat is de rode draad in het boek.

Je weet dat het met de schrijver (het boek is autobiografisch, maar in romanvorm gegoten) goed is afgelopen.
Hij is op zijn 24e naar Amerika verhuisd, waar hij succesvol modeontwerper werd.
Deze roman werd zowel in Engeland als in Amerika door ettelijke uitgevers afgewezen, maar toen het was verschenen kreeg het gelijk de Booker Prize 2020.
Over zijn armoedige jeugd zegt hij zelf:
“Ik groeide op in een huis zonder boeken en omringd door armoede. Dit was de tijd waarin het economische beleid uit het Thatcher-tijdperk ‘de werkende mens had gedecimeerd’, waardoor de industrie van de westkust van Schotland was weggetrokken en massale werkloosheid, alcoholisme en drugsmisbruik achterbleven. (Bron: wikipedia)
Hij had graag Engelse literatuur willen studeren, maar een leraar ontmoedigde hem, door te zeggen dat het niet bij iemand met zijn achtergrond zou passen.

Het was een mooi boek, maar ik hoef eerst niet weer zo’n dramatisch boek…..

Je hebt geluk als je wiegje niet een buurt staat waar mensen muntjes uit de elektriciteitsmeter peuteren om hun drank te kunnen betalen.
Je hebt geluk als je niet in een land woont waar je in de gevangenis belandt omdat je een bos bloemen hebt gelegd bij de dood van een tegenstander van het regime.
Daniël Lohues schreef in februari een column over geluk onder de titel ‘Mazzel’ in het Dagblad van het Noorden.
Hierbij een link naar een PDF: MAZZEL
Domweg gelukkig in je onderbroek op weg naar huis.

Reageren

8 april: Dat gaat naar Den Bosch toe (1) – Een Meierijse boerin.

Stonden we zaterdagmorgen zomaar oog in oog met Zoete lieve Gerritje!
En die woont niet in Drenthe, dus we waren een eind van huis.
Hoe kwam dat zo?
In oktober vierde ik mijn verjaardag; toen Gerard vroeg wat ik van hem op mijn verjaardag wou zei ik: “Een weekendje oude stad.”
’s Hertogenbosch stond al een aantal jaren op ons ‘daar-willen-we-nog-eens-heen’-lijstje, dus we maakten plannen voor zo’n weekend in het voorjaar van 2024.

Afgelopen weekend was het zover.
En wie had kunnen denken dat we zóveel geluk met het weer zouden hebben!
Voordat we vrijdagmorgen vertrokken hadden we al wel een paar dingen benoemd die we graag zouden willen doen in Den Bosch.
– Een stadswandeling
– De kathedraal Sint Jan bekijken
– Bossche bol eten
– Terrasje-ijsje-borrelplank
– Met een fluisterbootje en een gids de Historische vaarroute doen op de Binnendieze.
“En verder kijken we wel even…..”
Alsof er na al die dingen nog tijd over is.

Al onze wensen werden vervuld en zelfs meer dan dat.
Wát een geweldig verjaardagscadeau!
Het bracht Gerard zelfs op een idee.
“Ik weet ook al wat ik van jou op mijn verjaardag wil: een weekendje Noordzeestrand!”
Gistermiddag hebben we al een weekend een Bed&Breakfast gereserveerd in de zomer in Egmond aan Zee.
En het grote voordeel van zo’n verjaardagscadeau: je mag als gever zelf ook mee!

Maar hoe zit het nou met die Gerritje die we zaterdag zagen?
Het is een boerin die omhoog kijkt naar de toeristen en Bosschenaren die vanaf de brug naar haar kijken. Naast haar op het bankje staat een korf/mand, met daarop een haan.
Die korf en haan zijn symbolen voor de goederen waarmee boerinnen uit de Meierij naar de markt in ’s Hertogenbosch kwamen om ze daar te verkopen.

Dit is deel 1 van de nieuwe blogserie over ons weekendje oude stad.
Over onze belevenissen in Den Bosch zal ik de komende weken af en toe een verhaal schrijven.
Over waarom Gerard zijn ID moest laten zien.
En die mop van die timmerman.
En ontbijten in een 14e eeuws onderaards gewelf.
Over een draak, lange rijen bij een bakker en het leggen van een loodje.
Wordt vervolgd.

Benieuwd naar wat we nog meer hebben gedaan?

10 april: 2. ontbijten in een gevangenis….. Een eeuwenoud gebouw
12 april: 3. een historische boottocht over de Binnendieze: Varen ónder de stad
16 april: 4. Een Bossche bol
….. dat is toch gewoon een Moorkop?
25 april 5. Waarom heeft Den Bosch eigenlijk de bijnaam Moerasdraak?
10 mei 6. Een kerk, een mop en een spreekwoord: De Sint Jan, het alziend oog en het loodje.
18 mei: 7. Drenten in een grote stad: Een stadswandeling op zaterdagmiddag.

Reageren

7 april: Gastblog – Rudi Touw over zijn ‘Mooie Rooie’.

Op 20 maart schreef ik over de fietscaravan ‘Mooie Rooie‘ van collega Rudi Touw.
Toen ik bij hem op bezoek was had ik hem een gastblog op mijn website aangeboden.
“Als ik er mee op pad ga laat ik het je weten.”
Inmiddels zit de eerste testrit er op: op 1 april koppelde Rudi zijn fietscaravan aan zijn fiets voor een tochtje naar Fluitenberg.

Vandaag een gastblog met zijn verhaal:

Gisteren op 1 april, geen grap, mijn eerste wat langere rit gemaakt van ongeveer 50 km met mijn ‘Mooie Rooie’.
Op weg van Zuidlaren naar Fluitenberg om de verjaardag te vieren van mijn schoonzus.

Het was een mooie test om te kijken waar ik tegenaan zou lopen.
Ik vertrok in de regen met al mijn regenkleding aan maar was blij dat ik het bij Assen weer uit kon trekken.
Ik had wind tegen, maar dan ga je gewoon een stapje hoger in de ondersteuning en dan is het prima te doen. Resultaat was wel dat de accu sneller leeg ging, maar ook doordat ik per ongeluk hem in de turbo stand had gezet.
Op een gegeven moment dacht ik: “Het gaat wel heel makkelijk” en toen ontdekte ik de verkeerde stand.
Maar heb wel besloten om toch nog een accu erbij te kopen, dan heb ik er drie en daar moet ik het dan mee doen.
Afbeelding: pauze in de Gasterse Duinen.
Ik had steeds het idee dat ik wel 100 km per dag kan fietsen, maar daar ben ik nu wel van genezen. Gewoon lekker gaan fietsen en maar kijken hoe het gaat zonder een doel te hebben voor die dag.
Gewoon genieten van het fietsen zonder iets te moeten!!!!!
Maar even terug naar de turbo stand…….
Wat was daarvan nu de oorzaak???? Mijn nieuwste aanwinst is: richting-aanwijzers op de Mooie Rooie, die ik vanaf het stuur kan bedienen. Maar bij dit bedienen drukte ik dus ook op de schakelaar voor de ondersteuning. Al doende leer je dus ;).
Vandaag naar ten Caat in Hoogeveen geweest voor betere kussens/matras. Die erin zitten zijn mij veels te hard
De ‘oude’ Ten Caat was er, zijn zoon was thuis bij de zieke kinderen. Deze Ten Caat is al 73 en nog altijd alle dagen op de zaak aan het werk en geniet daarvan. Ben daar bijna 1,5 uur geweest; we hebben leuke gesprekken gehad en ook de maten opgemeten en nieuwe kussens/matras en stof uitgezocht. ‘Mooie Rooie’ mocht in het magazijn blijven staan zodat ik hem niet heen en weer hoef te rijden.
Binnenkort word ik gebeld wanneer alles klaar is en dan zal ik hier foto’s van bij zetten.
Mocht je mij willen volgen, druk dan eerst op het pijltje links boven aan deze pagina.
Daarna op de drie streepjes links boven aan en dan op de knop volgen.
Groet en liefs Rudi.
Ben je benieuwd hoe het verder gaat met fiets-caravan-avonturen van Rudi?
Hierbij een link naar zijn blog:  Hij beschrijft hierboven hoe je hem kunt volgen.

Reageren

Pagina 22 van 358

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén