“Zo’n Bossche bol is toch gewoon een moorkop?”
Dat hoor je vaak zeggen als het over de Bossche bol gaat.
Dacht ik ook.
Is niet zo.
Als je een weekend in Den Bosch bent moet je in ieder geval zo’n inheems gebakje eten, dus wij gingen op zoek.
We hoefden niet eens lang te zoeken, want in de beschrijving van de stadswandeling die we kregen van de VVV was de lekkernij als punt 3 opgenomen.
Voor de echte Bossche bol moesten we naar lunchroom Jan de Groot; dit stond er over in de folder:
“Al voor 1900 is de Bossche bol, voor Bosschenaren ‘SJEKLADEBOL’, een populaire lekkernij. Hij wordt gemaakt van soezenbeslag, gevuld met slagroom met een buitenkant van geglazuurd chocoladefondant. Over wat nu de échte Bossche bol is zijn de meningen verdeeld, volgens kenners is de chocoladebol van Jan de Groot de enige ware.”
Toen we Jan hadden gevonden geloofden we onze ogen niet: de lunchroom zat tjokvol en bij het verkoopraam stond een lange rij.
Een rij! Voor een taartje!
En zo’n ding kostte dan ook nog eens € 5,=
Dat gingen wij niet doen.
Bi’j nou wiezer.
Je kunt die dingen overal in de stad kopen, wij zochten wel een terrasje.
Op al die terrasborden stond dat de Bossche bol ook daar verkrijgbaar was.
Op één zo’n bord stond: Koffie met een Bossche bol. Jahaaaa! Van Jan de Groot.
Dat zegt toch wel wat over die meneer De Groot en met name over zijn bollen.
Maar ”wij zochten wel een terrasje” was die zaterdagmiddag gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Het was het mooiste weer van de wereld en het was ontzettend druk in de stad.
Toen er op een gegeven moment twee mensen op een vol terras opstonden die net betaald hadden, vroegen wij of die tafel beschikbaar was en ploften neer op de stoelen, blij dat we een plekje gevonden hadden.
“Hebben ze hier eigenlijk wel Bossche bollen?”
Hadden we eigenlijk niet van te voren bekeken, maar gelukkig: die hadden ze.
We bestelden er twee bij een koffie en een cappuccino.
Ze werden geserveerd met een mes en vork; ik had gelezen dat je zo’n soes met je handen eet, maar eerlijk gezegd was ik blij met het bestek.
Ik ken mijzelf.
Na het eten van zo’n bol met mijn handen zit ik van oor tot oor onder de slagroom en chocola en mijn kleren aan de voorkant ook, dus dat ging midden overdag met zoveel mensen om me heen echt niet gebeuren.
Wat heerlijk was het.
En wat ongezond en wat genieten!
Toen we later terugliepen naar het hotel vroeg ik aan Gerard: “Wat kostten ze hier nou?”
“€ 4,95.”
Hm.
Toen we er op gingen letten bleek dat overal in de stad dezelfde prijs gevraagd wordt.
Kartelvorming dus 😉
Maar we hadden de échte Bossche bol van Jan de Groot niet willen missen.
Je bent toerist en dat kost wat…….en zoals Janny al zei in haar reactie op het eerste blog in deze serie: “De échte Bossche bol is het omrijden wel waard!”
Benieuwd naar onze andere avonturen in ’s Hertogenbosch?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht.